copyright ©2004 A. Zuiderent
Notes / Info’s
Info 1 Werd niet, zoals BRSp194
aangeeft, te 's-Gravendeel maar te Utrecht geboren.
Info 2 Aangave Stamboom La Verge: 4. Jan. 1894.
Info 3 Volgens de huwelijksakte, copie
bij Jan van Wijgerden, niet 9.9. zoals aangegeven door BdL.
Info 4 Sommige bronnen geven
Barendrecht aan, volgens akte 23 trouwde zij echter in 's-Gravendeel. Aanvrage
van de burgemeester van 's-Gravendeel op 14.10.1867aan die van Heerjansdam:
"Hoogst aangenaam zoude het mij zijn van UEdelachtb. te mogen ontvangen
een geboorte extract van Adriaantje Zuiderent, dochter van Aart en van
Pieternella Mol, volgens opgave binnen uwe gemeente geboren den 26 maart 1848.
De kosten zullen na ontvang van dat stuk onmiddelijk franco aan UEdelachtb.
worden overgemaakt". En op 23.10.1867: "Ingesloten ontvangt
UEdelachtb. een postwissel nr 5578 gt 95 cts en zulks in voldoening voor het
aan mij toegezonden geboorte extract van Adriana Zuiderent".
Info 5 Door zijn bezit te Barendrecht
wordt Cornelis van der Linden in verschillende genealogien als landbouwer te
Barendrecht gelocaliseerd. Volgens mededelling van A.P. vd Hoek is hier
duidelijk van een misverstand sprake, hij woonde zelf te Hekelingen.
Info 6 Ridderkerk volgens Gen Visser
van vdHoek (GVi), Rijsoord volgens Gen Visser Streekarchief IJsselmonde (GVis),
wellicht ondertrouw.
Info 7 Ook 13.06.1824 wordt als
sterfdatum genoemd.
Info 8 Volgens huwelijksakte is
Wijnant een zoon van Andries Bok en Maria van den Anker. Kort voor het huwelijk
verklaart Wijnant, de vader te zijn van Maria van der Moore, geb, Poederoijen
17.04.1820, dochter van Hendrika Maria.
Info 9 Tekst in boek van lidmaten te
Leersum: Versteegh Maurits Gerard, op attestatie van Ankeveen 12.11.1804,
overleden sept. 1858. Dit lijkt een link te geven naar Johannes Versteegh
(wellicht zijn 9 jaar oudere broer Johannes, die op 25.11.1830 als 65 jaar oud,
zonder beroep, wonende te Leersum genoemd wordt?), die van 1789 tot na 1802
schoolmeester te Ankeveen (toen nog provincie Utrecht) was, komend van Loenen
aan de Vecht (GN1972p235). Is nog verder te onderzoeken.
Info 10 Van haar ouders zijn als
kinderen bekend: Jan, Annigje 1718, Annigje 1720, Jan 1722, Ary 1726, Jan 1729,
Ary 1731. Aangenomen dat Anna de tweede Annigje is. Daarmee is ze wel 5 jaar
ouder dan haar man Cornelis Potuit, een latere Anna is daarom niet uitgesloten,
is echter niet in het doopboek geregistreerd.
Info 11 Vrijwel zeker dat Corstiaan
Jacob Mookhoek zijn vader is, daar van hem geen zoon Jacob bekend is, hoewel de
grootvader Jacob heette. In 1788 als in een schenkingsakte de kinderen zonder
een Jacob genoemd worden is deze Jacob al overleden.
Info 12 Mogelijke afkomst: Gijsbert
Pietersz de Hoog, geb. ca 1670 te Almkerk NB, gehuwd met Cornelia Commmers
Brieving, geb. ca 1675 te Almkerk. Zij hebben een zoon Commer Gijsbertsz de
Hoog, geb. 10.05.1710 te Almkerk (verder Arjaentje 1701, Maijke 1705, Pieter
1707, Abraham 1712, Gijsbert 1717). Deze Commer Gijsbertsz de Hoog (j.m.)
trouwt 01.04.1734 te Almkerk met Willemke Smeermaas (j.d.), beide onder
Emmichoven. Zij laten dopen te Almkerk Cornelia (25.12.1735) en Eeltje
(28.09.1738). Een doop van Commer was
echter in Almkerk en omgeving niet te vinden. Daar hij zijn oudste zoon Commer
en zijn dochter Wilhelmina noemt, was hij zeer waarschijnlijk een zoon van
genoemde Commer Gijsbertsz de Hoog en Willemke Smeermaas, die wellicht elders
gedoopt werd. De opmerking bij zijn overlijden in 1822 "73 jaar" -
hoewel duidelijk in de acte geschreven - kan dan echter niet kloppen, moet
waarschijnlijk 63 zijn. Wellicht een foute opgave of een verschrijving, een
vrij vaak voorkomend verschijnsel.
Info 13 29.6.1766 volgens Gens Nostra
1978 p210, blijkbaar een verwisseling met de belijdenisdatum.
Info 14 Het huwelijk van Janneke van
der Moore en Gompert Hak is niet gevonden, maar uit onder meer de
bevolkingsregisters blijkt duidelijk dat de ouders gehuwd waren. In de doopakte
van hun kind Hendrika Maria d.d. 2 okt.1796 is het woord (onegt) doorgeschrapt,
terwijl Gompert Hak later als vader toegevoegd is. Bij de doop noemt Janneke
haar dochter "Hendrika Maria van der Moore" als voornaam, een - naar
mij werd medegedeeld - in Poederoijen wel meer voorkomend gebruik. Ze krijgt later toch de achternaam Hak, soms
met en soms zonder van der Moore gebruikt. We zijn ook elders de naam Moore als
derde voornaam in een latere aftakking van deze familie tegengekomen, zonder
dat van een onechtelijk kind sprake is.
Info 15 Volgens Hofstee (GN1991)
overleden 17.3.1809.
Info 16 Volgens de genealogie Bikker is
een Maaijke op 01.09.1737 gedoopt, deze Maaijke zal echter overleden zijn. Het
volgende kind in de genealogie, Aantje werd 25.02.1742 gedoopt, dit maakt het
zonder meer mogelijk, dat een Maaike tussen deze twee kinderen in geboren is.
Info 17 Volgens Hofstee gest. 6.5.1812
(zal begraven moeten zijn).
Info 18 Edmund Strutz noemt in zijn
boek Johann Engelbert Üllenberg als derde kind (oudste zoon) van Engelbert
Ullenberg met doopdatum maar zonder verdere gegevens, terwijl van de verdere
acht kinderen wel gegevens voorhanden zijn. Zijn huwelijk in Amsterdam en zijn
overlijden aldaar zijn Strutz kennelijk niet bekend geworden. Van de gegevens
in Amsterdam komen behalve de naam van zijn vader Engelbert en zijn
geboorteplaats Elberfeld ook zijn leeftijd van 26 jaar bij het huwelijk
volledig met de doopgegevens van Strutz overeen. Bovendien zijn de getuigen bij
de doop van zijn oudste zoon Engelbert op 27.11.1765 in Amsterdam zijn vader
Engelbert Üllenberg en (diens derde vrouw) Amalia Katharina Knevels.
Info 19 Bij zijn overlijden in 1808
staat in het begraafboek, behalve zijn naam: "mijn vader". De
toenmalige schoolmeester was zijn zoon Didericus Cornelis, die in 1796 als
schoolmeester genoemd wordt en vanaf 1806 doodgraver is.
Info 20 Tekst in het begraafboek:
Geertruida van Alewijk, mijne moeder.
Info 21 GvH (Molema) geeft 5 december
1791.
Info 22 De kwartierstaat
Herweijer-Visser noemt hier Jacomijntje Jans Tuijtelaer, overl. voor 1732.
Info 23 Pleuntje wordt in de genealogie
Nugteren (en in FamilySearch) als dochter van Jan Nugteren genoemd. Onder
"Inkomsten op trouwen en begraven Kijfhoek 1696-1811, Folionr. 21v"
vinden we echter: "Ondertrouw 7.3.1760 Pleuntje Nugteren, j.d. won.
alhier, geassisteerd met haren vader Aart Nugteren en Teunis Koijman, jongman
wonende onder de Kleine Lint (f3,-)". Ze moet volgens deze informatie dus
een dochter van Aart Nugteren zijn. In juni 2005 heeft Maartje de Zeeuw op de
lijst Zuid-Hollandse Eilanden een mogelijke oplossing gepresenteerd, die echter
nog niet geheel bewezen is. De oorzaak van verwarring waren 2 Grietjes vd
Linden die beide met een Nugteren trouwden. Deze oplossing wordt hier
(voorlopig) overgenomen.
Info 24 Volgens OV1970p188 overleden te
Krimpen a/d IJssel.
Info 25 Volgens sgd400 jr, Hofstee
geeft 1763.
Info 26 Zeer waarschijnlijk een dochter
van Jan Ariens Dorst en Pietertje Janse van den Broek.
Info 27 Waarschijnlijk een dochter van
Cornelis Dingeman van der Sluys en Catharina Hoogerhuyse (van Duyn), gedoopt 21
Jun 1693 in Hendrik Ido Ambacht.
Info 28 Sommige bronnen geven 1717 als
geboortejaar met dezelfde datum, dus voor het huwelijk van de ouders. De
Historische Kring Nieuwpoort geeft 1719 aan.
Info 29 De ouders van Annetje (en van
Heijltje) zijn niet 100% te bewijzen, maar het hier aangenomen stel lijkt
vrijwel zeker te zijn.
Info 30 Gijsbert Willem van Hemert,
(komend) van Asperen, is schoolmeester te Wijk 1742/59. Bij zijn ondertrouw te
Brakel in 1749 wordt vermeld: geboren te Brakel en schoolmeester te Wijk. De
doopboeken van Brakel van 1703 tot 1731 ontbreken. Alle gegevens wijzen er
echter duidelijk op, dat Gijsbert Willem een zoon van Gijsbertus van
Hemert was. Deze woonde van 1724 tot
1729 te Brakel, vandaar ging hij in 1730 naar Asperen, wat met de opmerking bij
Gijsbert Willem "van Asperen" in 1742 overeen komt.
Info 31 Akte van ondertrouw in 1780
voor schout en schepenen van Wijk: Streekarchief Land van Heusden en Altena,
Heusden, Oud-archief van Wijk, 1686 - 1811, toegang 0014, inv.nr. 296. Het
huwelijk zelf vinden we noch te Wijk, noch te Poederoijen, waar het mogelijk
zal hebben plaatsgevonden. Bij de doop van hun eerste dochter Janneke op 28
juli 1781 te Poederoijen zijn ze in ieder geval getrouwd en daar Teuntje
Pullen, vrij zeker de gelijknamige tante van Maria, doopgetuige is, lijken de
families intussen verzoend. Ook wordt Maria in diverse akten (o.a. 16.09.1804)
als huisvrouw van Hendrik van der Moore vermeld.
Info 32 De kwartierstaat Zijderveld
heeft hier een Bastiaan Huijgsz Bikker, deze werd kennelijk in de kwartierstaat
Hofstee overgenomen. Na ruggespraak met Thony Hofstee en de familie Bikker werd
in maart 2002 geconcludeerd, dat het Bastiaan Janse Bikker moet zijn.
Info 33 Het doopboek van Zuilichem
geeft als mogelijke ouders: Arien Aertse Peurter en Heesken Harmans (zij
afkomstig van Waardenburg), die 14.11.1706 een zoon Aert laten dopen (verder
kinderen gedoopt tot 1718: Mariggie, Lijsbeth, Herman, Lijsbeth, Aasperijntje.
Info 34 In verband met deze tak van La
Verge wordt in een vraag in "de Nederlandsche Leeuw" van 1919 de
familie genoemd als afkomstig uit Lyon en voerende een wapen: in zilver 3
hulstbladeren (2.1), de stelen omlaag. Het schild gedekt door een
markiezenkroon, schildhouders 2 kleine leeuwen. Wapen Laverge volgens
Nederlandsch Patriciaat 1925 blz. 260: In zilver drie groene klaverbladeren.
Info 35 Bij de doop van de oudste
zoon Francois Laverge, gedoopt te
Ophemert op 8 januari 1730 treden Vrouwe Francoise van Till, Vrouwe van
Zennewijnen, en Johanna Vuur als doopgetuige op. Francoise van Til was de vrouw
van Walraven van Haeften en woonde op het Huis te Ophemert. Johanna Vuur was
kamenier aldaar.
Info 36 In het begraafboek van Leersum
staat "graf voor vader", zonder naam. Schoolmeester (en doodgraver) was Peters zoon Maurits, daarom
kan deze datum als begraafdatum aangenomen worden.
Info 37 In het begraafboek van Leersum
staat "t graf van moeder", zonder haar naam. Schoolmeester (en doodgraver) was haar zoon Maurits, die bij
zijn vader dezelfde tekst schrijft. Daarom kan deze datum als begraafdatum
aangenomen worden.
Info 38 Bij zijn huwelijk met Annigje
van Nieuwkerk in 1724 wordt Antony weduwnaar van Marriegje van Ginkel genoemd.
Merkwaardigerwijze wordt echter op 28.7.1753 een Mariegje van Ginkel te Leersum
begraven, die weduwe van Antony van Alewijk genoemd wordt!? Is hier een
vermeend overledene weer komen opduiken??
Info 39 Als doopdatum in Numansdorp
werd gevonden 20 juni 1751. Hij wordt echter op 15.10.1817 als 65-jarige
genoemd (zou 66 moeten zijn). Op 29.10.1818 wordt hij met 66 jaar aangegeven,
moet 67 zijn. Deze gegevens zouden doen vermoeden, dat hij in 1752 geboren is,
wellicht als een jongere broer van een gestorven Teun. Merkwaardigerwijze wordt
hij echter bij het volksoproer op 13/14 juli 1787 als 37-jarige genoemd, wat
juist op een vroegere geboortedatum zou wijzen (1750). Verder wordt hij in 1813
aangegeven met geboortedatum 15.6.1757, dit zal wellicht fout overgeschreven
zijn van 15.6.1751, wat met de doopdatum zou kloppen.
Info 40 SG439 geeft 19.06.1763 als
overlijdensdatum aan, wat kennelijk foutief is.
Info 41 Maria kan met grote
waarschijnlijkheid als een dochter beschouwd worden van Pieter Hendriks de
Ruijter en Teuntje Paulusse Geervliet. Maria's oudste dochter heette Teuntje
(verder nog een Teuntje, Hendrik, Pieter, Adriaantje en Jannigje gevonden). Bij
het andere mogelijke ouderpaar Pieter Cornelisse de Ruijter, getrouwd met
Maaike Gerrits de Ruijter, zet de naam Maaike zich niet bij de kinderen van
Maria voort.
Info 42 Het is als vrij zeker te
beschouwen, dat Dirksje een dochter van genoemd echtpaar is. Niet alleen klopt
de naam van haar vader en de tijdsperiode, ook had Gerrit de Ruijter een zuster
Dirkje, waarnaar ze vernoemd zou kunnen zijn. Verder komen onder de kinderen
van Dirksje niet alleen de namen Gerrit en Elizabeth (= Lijsje) maar ook Paulus
voor, die bij de familie de Ruijter niet bekend is.
Info 43 Volgens SG950 (de Vlaming)
overleden 13.02.1818
Info 44 In de kwartierstaat Herweijer
Visser (OV1984) is sprake van Adriaan Oerlemans Adriaanzn. De acten over
Adriaan Dircks in verband met Catharina Glavimans en Adriaans vader Dirk
bewijzen echter eenduidig, dat het Adriaan Dircks Oerlemans moet zijn.
Info 45 Zeer waarschijnlijk is Aart een
zoon van Leendert en Teuntje Visser, is echter niet bewezen. Bij de vernoeming van Aarts kinderen
lijken echter de grootouders niet alle voor te komen, verder zou de oudste zoon
voor het huwelijk geboren zijn. Zijn overlijdensdatum is zeker: Kijfhoek:
"op 26.04.1776 is door Bastiaan Nugteren, wonende in de Grote Lint,
aangegeven 't lijk van deszelfs vader Aart Nugteren alhier,overleden in de
klassis van 15 gulden". Doopgegevens niet geheel zeker, daar niet
teruggevonden in de doopboeken van Ridderkerk en Rijsoord. Uit een
gezinsreconstructie van Aart Leendert Nugteren en Grietje Pleunen vd Linden uit
Kijfhoek blijkt inderdaad Pleuntje als dochter van hen gedoopt te zijn in 1733.
Info 46 A.P vd Hoek geeft Heerjansdam
als geboorteplaats aan, zonder datum.
Info 47 De informatie over de boerderij
Zeldenrust baseert op een artikel in de Heraut van Strijen van september 2002.
Slijkerman noemt hem in OV1979 en DJV: bouwman op de hofstede Luchtenburg
(1722). Waarschijnlijk bezat Sijmen meerdere hofsteden. Beide boerderijen
liggen niet ver van elkaar. Luchtenburg ligt net zuiderlijk van de polder Oude
Klem, Zeldenrust westelijk. Ook zijn schoonzoon Adriaan Kranenburg woonde op
Zeldenrust (en bezat uiteindelijk 6 boerderijen in die omgeving).
Info 48 A.P. van den Hoek geeft aan,
dat Hendrik op latere leeftijd te Dubbeldam landbouwer was en daar ook
overleden zou zijn (zonder datum). Hij is echter volgens GRij te Strijen
overleden (met datum). Of Hendrik werkelijk te Dubbeldam gewoond heeft, is niet
duidelijk.
Info 49 Zeer waarschijnlijk een dochter
van Jan Jorisz Meijboom en Adriaentje de Jong.
Info 50 A.P vd Hoek geeft Heerjansdam
als geboorteplaats aan, zonder datum.
Info 51 Bron KAM geeft aan ovl.
Westmaas (impost).
Info 52 De ouders van Gijsbert zijn
niet met zekerheid bekend. Hier wordt de kwartierstaat Van Hengel en de
gegevens van de heer A. van Andel gevolgd, in kwartierstaat
Maliepaard-Bravenboer (Prom XIV p237) worden Pieter Pieters de Hoog en
Jacomijntje Cornelisdr genoemd, beide echter als * (onzeker) gekenmerkt.
Info 53 Ouders van Lijsbeth Visser niet
met zekerheid bekend. Ze had een zuster Ariaentie Pietersdr. Visser, getr. 2
juni 1709 met Isaac Sijmonsz. van der Giese, en een oom Willem Aerts van der
Linden, mr. metselaar te Dordrecht, getr. met Fijtgen Jans van Nuijs. De
kwartierstaat Mol geeft als andere mogelijke ouders: Pieter Visser en Maria
Jans.
Info 54 Merkwaardigerwijze wordt in
SG950 hier uitdrukkelijk genoemd: Lijsbeth Abrahams, dochter van Abraham Janse
Maes en Hilletje Jacobs van Vonsse, gedoopt op zondag 29 juli 1696 in
Mijnsheerenland. Het moet echter vrijwel zeker Lijsbeth Leenheer alias 't
Hoertje zijn, zowel volgens GN 1978 p211 (Kwartierstaat van Harten) als volgens
Molema. Ook de doopgetuigen bij zoon Abraham te Mijnsheerenland: Lijntje
Abrahamsdr en Melis Bastiaans Naaktgeboren wijzen in die richting.
Info 55 PromXIp209 geeft Hoge en Lage
Zwaluwe als geboorteplaats van Jannigje, 's-Gravendeel lijkt waarschijnlijker.
Leendert van Beek en Jannigje Kuismuis moeten wel in de Zwaluwe gewoond hebben,
daar wordt 24.1.1717 zoon Jacob gedoopt.
Info 56 Doopgegevens te Woudrichem:
dochter van Jacob ten Hage en Neeltje Bijl.
Info 57 De aansluiting van deze tak op
het geslacht Colié is zeer waarschijnlijk, echter niet bewezen. Niet zeker of
deze Jan Jillisz Coljé uit Woudrichem de vader is van Jacob. Huwelijken
onzeker; te Utrecht geen patroniem van Jan Coljé vermeld.
Info 58 Wellicht was Metje een dochter
van het hier genoemde echtpaar, klopt ook met vernoemingen.
Info 59 Wellicht was Metje een dochter
van het hier genoemde echtpaar, klopt ook met vernoemingen.
Info 60 Het overlijdensjaar volgt uit
de kwartierstaat Parqui, lijkt onjuist te zijn.
Info 61 Hier wordt Jan Cornelis
Versteegh, zoon uit het tweede huwelijk van Wilhelm Arissen, gelijkgesteld met
Jan Cornelis Versteegh, de vader van Peter Janz Versteegh, hij zou wellicht
eerst steenbakker en dan hovenier geweest zijn. In de genealogie Versteegh
worden 2 Jan Cornelis Versteegh, geb. 1645 (steenbakker) resp. 1665 (hovenier)
als vader en zoon genoemd, waarbij niet duidelijk is hoe de filiatie verloopt.
Zelfs gebruikt men wel de patroniemvorm Jan Cornelisz Versteegh, die
vanzelfsprekend niet kan kloppen. Of deze verbinding klopt zal nog nader
onderzoek aan het licht moeten brengen.
Info 62 Ouders van Trijntje niet met
zekerheid bekend. Op 24.12.1656 laten te Amerongen Aris Jansz en Haasjen Jans,
zijn huisvrouw, wonende te Amerongen, hun dochter Trijntje dopen. Dit is de
enige doop in Amerongen van een Trijntje als dochter van een Aris/Arien etc. in
de betreffende tijdsperiode. Ook Leersum en Zuijlesteijn hoorden destijds onder
Amerongen. Alle ouders worden uitsluitend met patroniem in het doopboek
genoemd, de achternaam Munt ontbreekt. Aangenomen dat Trijntje uit
Amerongen/Leersum stamt, dan zullen dit waarschijnlijk haar ouders zijn.
Info 63 DBT Numansdorp, ouders Jacob
Aardse vd Waal en Ariaantje Aarts van Truijen. Merkwaardigerwijze geeft SG871
aan, dat Maria te Oud-Beijerland gedoopt zou zijn, dit kan echter een
vergissing zijn, daar verder alle gegevens van Maria in SG871 ontbreken
(behalve j.d. won. Oud-Beijerland).
Info 64 Vrijwel zeker is de vrouw van
Hendrik Kruithof dezelfde Neeltje Pauslusdr Houtemeulen, die 09.01.1701 te
Heerjansdam gedoopt wordt. Weliswaar heeft Paulus Houtemolen neefs die ook
Paulus heten, maar de voornaam Neeltje is daar minder waarschijnlijk.
Info 65 Zeer waarschijnlijke een
dochter van Pieter Jans Verkerck. en Fijchje Ariens Verdonck. Volgens SG526
(Verkerk) hadden ze als kinderen o.a. Jan, overleden 1787 en Ary, overleden
1758. Aagje is zeer waarschijnlijk één der oudste dochters van Fijgie Ariens
Verdonck, wiens moeder eveneens Aagje heette.
Info 66 Verbinding Hendriksje Bax met
haar ouders Melis Bax en Maria Dominee is niet 100% bewezen, maar zeer
waarschijnlijk. Zij noemt haar dochter Maria. Verder is ze naar haar
grootmoeder Hendriksje van Ham genoemd. Daar haar vader de eerste Bax in
's-Gravendeel is, is een andere afstamming wel zeer onwaarschijnlijk (zie ook
discussieforum Hoeksche-Waard, Molema 22 Juli 2001).
Info 67 16-10-1692: Huwelijkse
voorwaarden van (weduwnaar) Jan Damisse Oudeklem en Maaijke Huijge van der
Pols. Arijen Hendriks Smitshoek is oom van de bruid. (Bron: RA 1 SAP,
16-10-1692). Genoemde Arie Smitshoek (schout van Sint Antoniepolder) is
ondertrouwd te Charlois op 26 december 1660 en getrouwd te Sint Anthonie Polder
op 11.01.1661 (1) met Marichie Leenderts Francken, afkomstig uit Ridderkerk,
overleden voor 8 mei 1695, dochter van Leendert Leenderts Vrancken en Grietje
Jansdr. Marichie Leenderts Franken moet dus een zuster geweest zijn van Huijgh
Lenaards Vranken, Arijen Hendrik Smitshoek was daarmee een oom van de bruid.
Grietje Huijgen van der Pols, zuster van Maaijke, was dus eveneens een
kleindochter van Leendert Leenderts Vrancken en Grietje Jansdr (niet te
verwarren met zijn gelijknamige zoon Leendert Leenderts Vrancken, geb. na 1611,
ovl. vóór 23.01.1683, dijkgraaf van Oost-IJsselmonde 1680).
Info 68 In Ons Voorgeslacht 1979 blz.
326 wordt 15.11.1640 als trouwdatum genoemd. Dit kan gezien het huwelijk van
haar ouders in 1626 niet kloppen.
Info 69 De hier genoemde ouders Adriaen
Huijben Dingemans en Neeltje Gijsbers zijn ontleend aan gegevens de Genealogie
van Huijbert Dingemans, mij ter beschikking gesteld door de heer G.A. (Ger)
Klein. Zie verder GTMWB jrg. 1993, blz. 125.
Info 70 Het hier genoemde ouderpaar
Melis Aertsz Glavimans en Anneke Adriaens van der Hoeven is uitsluitend
aangenomen op grond van de naam en de tijdperiode. Bewijs is nog te vinden.
Info 71 In 's-Gravendeel 400 jaar, blz.
189 wordt ze - kennelijk foutieverwijze - Francina Cornelisse Geervliet
genoemd, dit gegeven werd echter nergens teruggevonden. De hier genoemde
Francina is de enige in Leiden geboren Francina die in aanmerking komt, hoewel
ze 5 jaar ouder is dan haar man. Bij de kinderen wijzen de vernoemingen:
Cornelis, Johannes, Anna (wellicht ook meer, daar de doopboeken van
's-Gravendeel ontbreken) ook in die richting. In Leiden werd niet alleen een
broer van Francina gevonden, die Cornelis heette, ook haar grootvader heette
Cornelis, waar haar zoon naar vernoemd kan zijn, daar met Johannes beide
grootvaders reeds vernoemd waren (onbekend wie van beide broers de oudste was).
Info 72 Volgens KS Rijerkerk. In een
vraag in OV1968p243 wordt 31.05.1622 als doopdatum genoemd, wat bij een
trouwdatum van zijn ouders van 16.02.1631 niet kan kloppen.
Info 73 PMB geeft 13.11.1650.
Info 74 De hier genoemde filifiatie van
Teuntje met haar ouders Arien Teunis vd Waal en Willempje Ariens (den Ouden)
was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100% zeker. Intussen is
deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in Heinenoord) door
Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen
laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft 18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of
Teuntje, the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is
clear that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's
brother Adrien Den Ouden married Macheltje Pieters Gout in 1656, they had at
least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van der Wael is
named the behout oom of the children who must have been born ca. 1657-1661 or
later - exactly during the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van
de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was
born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was named
Cornelia not because her mother was named Cornelia but the child was named for
the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun
Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens (most likely the
grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de Jong). The naming
order of the following girls then matches the normal order perfectly with
Willemje for Willempje Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's
mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family
- maternal vs. paternal".
Info 75 Doopdatum (familysearch)
onzeker, op dezelfde datum werd zijn (tweeling?-)broer Aart gedoopt.
Info 76 Kijfhoek: op 03.02.1745 wordt
door Aert Nugteren aengevinge gedaen van 't lijk van zijn vrouws moeder genaemt
Maria Groenenboom wed van Pleun Gijsbertse van der Linden en versogt acte pro
deo.
Info 77 De genealogie Visser van vdHoek
(GVi) geeft als ouders Jan Ariense in 't Veld en Bastiaantje Pieters. Deze
Pietertje zou daarbij op 26.10.1664 te Heerjansdam gedoopt zijn. Hier wordt de
genealogie Visser uit het Streekarchief IJsselmonde (GVis) gevolgd.
Info 78 PMB geeft 13.11.1650.
Info 79 De hier genoemde filifiatie van
Teuntje met haar ouders Arien Teunis vd Waal en Willempje Ariens (den Ouden)
was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100% zeker. Intussen is
deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in Heinenoord) door
Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen
laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft 18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of
Teuntje, the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is
clear that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's
brother Adrien Den Ouden married Macheltje Pieters Gout in 1656, they had at
least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van der Wael is
named the behout oom of the children who must have been born ca. 1657-1661 or
later - exactly during the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van
de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was
born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was named
Cornelia not because her mother was named Cornelia but the child was named for
the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun
Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens (most likely the
grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de Jong). The naming
order of the following girls then matches the normal order perfectly with
Willemje for Willempje Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's
mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family
- maternal vs. paternal".
Info 80 Andries moet volgens Slijkerman
wel een zoon van Adriaen Andriesz Munter geweest zijn, daar geen andere in
aanmerking komende vader aanwijsbaar is.
Info 81 Zie ook Genealogie Nederveld
door T. Janknecht, Bussum, 1979.
Info 82 Bij zijn doop geen achternaam
vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus niet geheel zeker.
Info 83 Hij is kennelijk niet identiek
met de Jacobus van Ravensteijn, vermeld 23.08.1683 als procureur voor het Hof
van Holland (OV1995), zoals in een vorige versie van deze kwartierstaat
aangegeven. In een akte van Vlaardingerambacht van 06.06.1670 wordt deze
namelijk vermeld als mr. Jacob van Ravesteijn procureur voor het Hof van
Holland als getrouwd hebbende Maria van Borselen, dus kennelijk een ander (met
dank aan Teun van der Vorm voor deze ontdekking). Deze is gedooopt in Dordrecht
op 20.02.1642 als zoon van Arnoudt van Ravenstein en Monica van der Eijk.
Volgens mededeling van Lucas van Heeren van 1.6.2010 is in het archief te
Dordrecht Catharina een dochter van Jacob Janssen en Catrijntje Jans. Onze
Jacobus heeft dus geen Arnout maar een
Jan of Johan als vader gehad.
Info 84 Verdere mogelijke link (te
onderzoeken): 1. Roelof Sanders en Jan Sanders van Wel, broers, verklaren in
1603 te verdelen de vaderlijke goederen gelegen in de heerlijkheid Batenborch
en te Wel onder Ammersoyen (Bommelerwaard). Jan Sanders van Wel, genaamd
"de Bisschopszoon" was gehuwd met Lijntgen Goossens, weduwe
Ruymschotel, te Brakel (1615, 1616). Bron: Ned. Leeuw 1983p163.]
Info 85 Bij zijn doop geen achternaam
vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus niet geheel zeker.
Info 86 Hier is Slijkerman in
OV2002p248 gevolgd, verschillende kwartierstaten (bv. K. Mazee) geven echter
1701 als overlijdensjaar aan, hij zou in dat jaar ook zijn begraven en wel te
Katendrecht.
Info 87 Volgens Collectie van Gemerden
(SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van Cornelis Baertman.
Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth
Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden overeenkomt.
Info 88 Volgens Collectie van Gemerden
(SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van Cornelis Baertman.
Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth
Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden overeenkomt.
Info 89 GN1975 (KS Matthijs) geeft aan:
ca. 1710.
Info 90 Deze generatie ontbreekt in de
kwartierstaat Hofstee in Gens Nostra 1991, is bij latere versies (PromXVII,
internet) toegevoegd. In Prometheus XVII (KS Hofstee de Blieck) is betreffend
de ouders van Ariaentje een voorbehoud gemaakt (*), een definitief bewijs is
volgens T. Hofstee niet voorhanden, de naamgeving van de kinderen komt echter
met deze aanname overeen. ("the connection is still very tenuous, there is no definitive
proof, just the naming of the children. Stasse, de Bruin and Keijser have not
been able to give us the absolute proof"). Zie ook
GV99.10 (de Keyzer).
Info 91 Ook wordt 17.3.1693 genoemd als
overlijdensdatum.
Info 92 Onzeker of de ouders van Lijsje
juist zijn, geen bewijs. De doopdata zijn van kinderen van een Hendrik Jans
zonder achternaam en zonder vermelding van de moeder. Doop van Lijsje niet
gevonden.
Info 93 Utrecht 30.11.1695 Comparant
ter ene Hestertje van Deutecom, Utrecht, ter andere Wilhelmus van Deutecom,
Henricus van Deutecom, neef, Albertus van Deutecom, neef, Wynandus van
Deutecom, Jacob Lavarge, neef, Sara van Deutecom, nicht. benoeming Albertus van
Deutecom, Henricus van Deutecom en Jacob Lavarge als executeurs en voogden,
Utrecht 13.11.1699, naam comparante Hestertje van Deutecom, Utrecht en ter
andere zijde Albertus Deutecom, Lysbet van Deutecom, gehuwd met Jacob Laverge
en Sara van Deutecom, nicht, Utrecht 2.12.1705 Eerste comparant Hesrtye van
Deutecom, naam comparante aan de andere zijde Albertus van Deutecom gehuwd met
Catharina ter Maat, Rotterdam, en ter andere zijde Lysbet van Deutecom gehuwd
met Jacob Laverge, ook ter andere zijde Sara van Deutecom, nicht en Charlotte
Sophia van Deutecom, dr.van Willem van Deutecom.
Info 94 De genealogie Versteegh noemt
hem een mogelijke zoon van de predikant Gerrit Dircksz. (Gerardus) Versteghe,
wiens vader Gerardus Gardirius Gelrensis uit Stroe bij Garderen stamde. Deze
stond in 1589 in Heidelberg ingeschreven als GERARDUS VERSTEGUS AL TZEANUS
(‘uit Alzey’). Hij werd in 1593 predikant te Garderen, maar al na een jaar werd
hij overgeplaatst naar Zutphen,gestudeerd hebbende in Heidelberg, predikant te
Garderen. Hij is ook nog predikant geweest in Apeldoorn, Arnhem en Buren. Dit
lijkt niet plausibel gezien het patroniem Arissen. Men stelt dan ook elders in
de betreffende genealogie terecht vast: "Te betreuren is het, dat de doop-
en trouwboeken van de stad Wageningen verloren zijn geraakt. Het zou anders
bekend zijn waar Wilhelm Arissen Versteghe vandaan gekomen is; of hij in
Wageningen (of Buren) is geboren en gehuwd aldaar, dan wel uit Stroe is gekomen
en met een Wageningse jongedochter is gehuwd en na overlijden van zijn vrouw is
vertrokken met medeneming van zijn inmiddels geboren zoontje Evert".
Info 95 Doop in Westmaas niet te
vinden, de namen van de kinderen doen vermoeden, dat Adriaentje (en wellicht
ook een broer Dirck) eerder werd geboren, d.w.z. voor 1701, dit zou ook met de
trouwdatum (1721) kloppen. Het is echter niet uitgesloten, dat bij 1 van de 3
Marities (1701-1704) de naam verwisseld is (in sommige bronnen komt ze
fouterwijze als Maria van Truijen voor). Ze is twijfelloos een zuster van
Maria, waarmee ze samen bij de erfgenamen van Maecke Hendricx in 1723 genoemd
wordt, echter ook met een broer Dirck, waarvan ook de doop niet te vinden is.
Info 96 Willem Maartensz Kiel laat met
echtgenote NN volgende kinderen dopen te Zuid-Beijerland: Jan 28.12.1700 en
Annetje 22.07.1703. In beide gevallen is een Maritge Barents Seeman getuige.
Hij zal dus toen reeds met Cornelia Barents Zeeman getrouwd zijn geweest. Na
het overlijden van zijn vrouw Cornelia Barents in 1722 worden op 20.04.1722 bij
de acte van uitkoop drie kinderen van haar genoemd, waaronder de minderjarige
Jan, die 15 jaar is. Deze zou dus ca. 1707 geboren moeten zijn. Onder aanname,
dat ze geen twee kinderen de naam Jan gehad hebben, zal de eerste Jan (geb.
1703) waarschijnlijk jong gestorven zijn, en is Jan dus ca. 1707 geboren.
Info 97 Er is maar één Hendrina de
Gester gedoopt in de betreffende periode. Verder noemt ze haar kinderen Willem
(1740), Andries (1743), Cornelia (1747). Daarom geen twijfel omtrent het
ouderpaar.
Info 98 Volgens SG950 mogelijk dochter
van Jan Aryens Dorst en Pietertje Jans v/d Broek.
Info 99 Zijn broer Herman Leenderts
Francken trouwt als jg. van IJsselmonde met Pietertje Pieters Aryswager,
09.10.1611 te Ridderkerk.
Info
100 Volgens
OV1981 zouden in 1610 Aries erfgenamen de smederij verkocht hebben, wat echter
niet met de verdere gegevens overeenkomt, in ieder geval leefde hij lang na
1610 nog.
Info
101 Leijtge
wordt ook Lea genoemd, o.a. in SG883 Verduijn. Veelal wordt de naam Leijtge ook
tot Lydia gemoderniseerd. Niet te verwarren met Leijntgen = Lijntje
(=Cathelijntje). Zo heette haar oudere zuster volgens SG883. OV1992p464. In een
vraag in OV1992p464 staat overLeijtge Woutersd Verduijn: Zij hertr. Barendrecht
26.11.1684 Cornelis Leendertsz. Legeste, etc. Dit is onjuist, Leijtge zou dan
ca. 98 jaar zijn. In het boekje "de Barendrechtse doop en trouwakten uit
de 17e eeuw" van A.M.
Overwater
staat dan ook het volgende: 26-11-1684 Cornelis Ldrtse Legestee, weduwnaar van
Grietje Ariens trouwt Pietertie Ariens, weduwe van Huijgh Dirckse, beijde
wonende te West Barendrecht.
Info
102 Notitie van
Joan Bos bij Gijsbert Teunisz: Zowel (1) Tonis Gijsberts als (2) Teunis Jansz
als (3) Teunis Leendertszn worden als zijn vader genoemd: 1. Tonis Gijsberts had een broer Bastiaen
Gijsberts. 2. Teunis Jansz wordt vermeld in 1642 en 1650. 3. Teunis Leendertzn
en Hadewij Gijssendr hadden mogelijk een andere zoon Gijsbert Teunisz, die in
Strijen woonde en met Maijke Hendrikse Monster trouwde. Die Gijsbert Teunisz
kreeg een tweeling, Adrianus en Maria, in 1725
en in 1736 volgde Hendrik. Aangezien
Gijsbert Teunisz uit zijn eerste huwelijk al een zoon Jan heeft en helemaal
geen zoon Gijsbert of Leendert heeft, lijkt Teunis Jan de meest waarschijnlijke
vader.
Info
103 Notitie
Joan Bos betr. Sijtje: Er is een Sijtje Cornelisse Bestebreur begraven op
20-6-1715 in Maasdam, maar kennelijk is dat een andere Sijtje, want Gijsbert
Teunisz is 2x hertrouwd. Ook Bastiaan
Cornelisz en Inge Huygensdr Blaeck worden als haar ouders genoemd, maar gezien
haar patronym Cornelis lijkt dat minder waarschijnlijk.
Info
104 Doop te
Sint Anthoniepolder onder patroniem, ouders daarom niet zeker.
Info
105 Volgens
"de geslachten Cranendonck in Holland" p 295 is deze persoon gedoopt
19.12.1655 te Hendrick Ido Ambacht. Zijn moeder zou Neeltje Ariensd van der
Leer heten. Dit wordt door E. Mostert, wiens versie hier gevolgd wordt,
duidelijk tegengesproken.
Info
106 Leendert
wordt genoemd in ORA Meerdervoort 9 Nov 1674 en 1 Nov 1676 (overl.). Zie
Kronieken 2000, p.105 e.v. voor meer informatie.
Info
107 De
genealogie Visser van het Streekarchief IJsselmonde (GVis) geeft aan rond 1629,
zonder locatie.
Info
108 Volgens C.
Sigmond vermoedelijk een zoon van Adriaen Cornelisz Houcxewech.
Info
109 Leeftijd op
de grafzerk 36 jaar en niet 63 jaar, zoals bij de beschrijving van de zerk
fouterwijze aangegeven is (Doen Beijens, deel II).
Info
110 In de
Nederlandsche Leeuw 1959, k. 14, zijn per abuis de overl. datum en leeftijd van
Adriaentje met die van haar tweede man Henderick Cornelisse Aenwegh verwisseld.
Bloys van Treslong Prins ,,Grafzerken Zuid-Holland" geeft aan: Adriane
Francke de Vos, ovl. oct. 1680, oud 80 jaar.
Info
111 Volgens
OV1992 mogelijk een zoon van Cors Pietersz Spruijt, dus niet zeker.
Info
112 De gegevens
in DJV-Ip32 komen niet met OV2002 overeen, kennelijk verouderd.
Info
113 Volgens
Doen Beijens II, blz. 40 trouwde ze ook
met Jacob Hendriksz van der Giessen, die 3 verdere huwelijken voerde, o.a. met
haar zuster Geertje. Bij Jacob is ze in hetzelfde boek niet vermeld, wellicht
betreft het een foutieve opgave.
Info
114 Het ligt
volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom
was, dit valt echter niet door acten te staven.
Info
115 Bij zijn
doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus
niet geheel zeker.
Info
116 In SG635
wordt verondersteld, dat alleen Aerjaentje van Dordt kwam, en dat Michiel een
broer van Mr. Hendrick (i.p.v. zijn vader) was.
Info
117 Arie Ariens
Stam is volgens OV2000 p72 hier geplaatst als zoon van het echtpaar Arij
Bastiaans Vogelaar en Jaepje Jacobs, omdat Arij Bastiaans Vogelaar als
bestevader (grootvader) van zijn nagelaten minderjarige kinderen optreedt voor
de weeskamer van 's-Gravendeel in 1642.
Info
118 Mogelijk
heette Sijtgen Verdonck, echter geen bewijs gevonden.
Info
119 Niet 100%
zeker dat Lijntje Crijnen de moeder van Jannetje Witte is, maar wel voor de
hand liggend (Slijkerman).
Info
120 OV1957p64
geeft Hendrik's tweede vrouw Marike Rokusdr Troost als moeder van Cornelis aan
aan. Dit kan echter op grond van zijn geboortejaar niet kloppen.
Info
121 Een Arijen
Jan Ariens Sparreboom getr. met Truijtjen Leenderts wordt genoemd als heemraad
1626, 28, 31, schepen 1654, 56, 59, hoogheemraad 1660, 63, 66, dijkgraaf
1668/71, 1676 (OV1963p130). Anneke wordt hier niet als kind genoemd. Volgens
informatie van de heer Sparreboom in het Streekarchief IJsselmonde (juni 2003)
zou zij uit een andere familie of tak stammen, die niet met genoemde
Sparrebooms verbonden kon worden.
Info
122 In NL1991
k436 maakt Slijkerman een voorbehoud: Teunis Francken de Vos is een zoon van
Frank Geeritse en wellicht Adriaentje Coenen.
Info
123 Kra geeft
08.12.1632 als trouwdatum.
Info
124 Wijck
26.12.1664: Jacoba fillia Bastiani Rues et Antonia Vrancken suscept Gisberta
Vrancken. (Streekarchief Land van Heusden en Altena, doopboek Drunen RK
Parochie deel 5 pag 33).
Info
125 Als vader
van Pieter Cornelsz. wordt in LFT Cornelis, zoon van Pieter Willems Bicker
vermoed. Wel wordt het hier genoemde echtpaar al eveneens mogelijke ouders
genoemd..
Info
126 Kuypers
geeft 1609 als geboortejaar (GN 2009 blz 362)
Info
127 De stamboom
Van Wagtendonk (http://wagtendonk.antville.org/) geeft Goris Jansz van
Wachtendonk een vrouw Geertruy van Arkel (geb. te Ammersoden) en de resp.
voorouders Johan, Goris, Francois en Dirk. De laatste zou de richter in
Cranenburg zijn, die ca. 1574 trouwt met Elisabeth Bruins, beschreven in de
Nederlandsche Leeuw 1960 kol. 243-256. [Elisabeths broer Ludolph Bruyns,
burgemeester van Emmerik, had een dochter Margaretha. Uit haar verbintenis
Frederik Hendrik, prins van Oranje, werd in 1624 geboren jr. Frederi(k
(Hendrik) van Nassau, heer van Zuylenstein en Leersum, de stamvader van de
Nassau-Zuylenstein’s]. De voorouders van Dirk van Wachtendonk zouden uit het
adellijk geslacht Van Wachtendonck stammen, de genoemde genealogie geeft een
m.i. grotendeels gefantaseerde stamlijn tot het geslacht van Este omstreeks het
jaar 900. Daar ook voor de eerste 4 geslachten een bronvermelding ontbreekt
(ook op aanvraag) kan ik er niet van uitgaan dat de link naar Dirk van
Wachtendonk betrouwbaar is. De voorouders van Goris worden daarom weggelaten.
Info
128 De familie
Baars van Oud-Beijerland, blz. 34: "Het archief van Sliedrecht van voor
1700 is verloren gegaan en er is over de familie Berck niets te vinden. In de
protokollen van Oud-Beijerland van de achttiende eeuw wordt echter de naam van
Matthijs Berck, outraet van Dordrecht en vrijheer van Goidschalxoord
aangetroffen. Aangaande verwantschap is niets bekend, doch de dubbele
naamsovereenkomst is opvallend". De kwartierstaat Leijerhorst geeft als
vader van Matthijs Heijmansz Berck aan: Heijman Matthijsz Berck, zoon van
Matthijs Berck en Alijd de Roovere. Daar mij de bronnen voor deze verbinding
niet bekend zijn, blijft deze filiatie van een vraagteken (*) voorzien.
Matthijs' vader Heijman zou een zoon zijn van Matthijs Berck en Alijd de
Roovere, waarmee deze lijn via Johan Berck, Matthijs Berck + Maria Tack bij
Anna van Alblas terecht komt, en daarmee naar Karel de Grote Reeks 41, die
reeds in deze kwartierstaat voorhanden is. Vanwege de onzekerheid over deze
verbinding wordt de lijn hier na Heijman onderbroken.
Info
129 Oudst
bekende voorvader van Neeltje Cornelisse in 't Veld. C. Baars zegt daar het
volgende over: "Leden van het geslacht in 't Veld worden in archiefstukken
van IJsselmonde in de 16e eeuw reeds genoemd. Voor Neeltje in 't Veld komen we
echter niet verder dan Leendert Cornelisz in 't Veld. Er werd geen aansluiting
gevonden met de stamreeksen in 't Veld, die reeds zijn gepubliceerd. Het
onderzoek werd bemoeilijkt daar later bleek dat deze tak de bijnaam Sa(e)ckie
droeg en in de akten dikwijls alleen met deze naam werd aangeduid. De kinderen
van Neeltje Cornelisdr in 't Veld en die van haar zuster Jannetje hebben in
1803 zelf een stamreeks opgesteld in verband met een proces, dat ze voor het
gerecht van Ridderkerk voerden over de erfenis van Marygie in 't Veld wed. van
Huyg de Jong. Marygie was in 1803 overleden en liet geen kinderen na. Van
vaderskant had ze geen naaste familie en personen, dat ze aan haar verwant
waren, konden zich als erfgenaam melden, maar moesten de familierelatie wel
opgeven en met bewijsstukken staven. De kinderen van Neeltje en Jannetje in 't
Veld behoorden ook tot de gegadigden en gaven in 1803 opdracht aan Pieter
Commijs, procureur voor het gerecht van Ridderkerk, om hun aanspraken op de
erfenis voor te leggen en te verdedigen voor het Gerecht. De aanspraken werden
niet erkend door het gerecht aangezien de verwantschap niet was bewezen en
gestaafd met afschriften uit doop- en trouwboeken en andere akten. Dat de eis
werd afgewezen was terecht. De voorouders van Neeltje en Jannetje in 't Veld
waren wel juist opgegeven, maar de verbinding die was gelegd met de stamreeks
van de erflaatster, Marygie in 't Veld, was waarschijnlijk onjuist." Bron:
BRSp39.
Info
130 KS
Touw-Trouw veronderstelt, dat Matheus te Delft woonde. Hiervoor echter geen
aanwijzingen gevonden.
Info
131 Zeer
waarschijnlijk was Arien Mookhoek getrouwd met Aagje Cornelis Houck, zie SG439.
De kinderen van Geertruyt Arentse Mookhoek lijken in de acte van 1736 te
ontbreken, was zij wellicht een dochter uit het tweede huwelijk van Arie
Mookhoek met Jannigje Gijsberts Hoogenhoeck? (ze had een dochter Jannigje). Dit
lijkt echter vanwege haar trouwdatum (11 jaar eerder dan Jacob, die wel in de
acte genoemd wordt) eerder onwaarschijnlijk.
Info
132 Molema:
"wellicht een dochter van Aert Ariens Mookhoek". In SG439 is deze
verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info
133 Tussen 1678
en 1685 worden te 's-Gravenmoer van Jan Sijmen Geus en Anneke Janse Bos de
kinderen Johannes, Dingetje, Sijmen en Jacobus gedoopt. Sommige gedeelten in
het doopboek zijn onleesbaar. Waarschijnlijk is Cornelia eveneens een dochter
van dit echtpaar. Haar kinderen heten Adriaan (1703), Aalbert (1704) en Sijmen
(1706).
Info
134 Volgens
SG480 is Jannetje Pleunen (van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een
dochter van Pleun Aartse Spruyt en een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt
en Teuntje Symonsdr.
Info
135 De ouders
van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz
is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr.
(ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser
(ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde ..... een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op
heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info
136 Vergelijk
ook de genealogie Verduyn in Gens Nostra 1965, blz. 207 e.v. met correctie blz.
308.
Info
137 Slijkerman
geeft haar in DJV-III de naam Barbara Jansdr, maar blijft als haar ouders
noemen: Gijsbert Adriaensz, boer te Puttershoek en Jaepken Adriaensdr, de
laatste een dochter van Adriaen Jansz, gegoed te Maasdam en Fijke Gijsbertsdr.
Info
138 sGDp119
noemt haar Neeltje Jansdr.
Info
139 Omtrent de
trouwdatum geeft het boek van van Beek 3 verschillende informaties: blz. 104:
voor 14.04.1606 (erfdeling Dirck de Bie), blz. 247: voor 17.03.1600, blz. 374:
voor de leste februarii 1608. Dit kan uiteraard allemaal kloppen als het
werkelijkvoor 17.03.1600 geweest is.
Info
140 In de
Parenteel Doen Beijens I wordt Bastiaantje Leenderts als derde vrouw van
Leendert genoemd. Dit is een fout, ze was met zijn zoon getrouwd (E. Mostert).
Dit laatste echtpaar komt voor op de lijst van lidmaten te Westmaas 1647/51.
Info
141 Ook in 1631
wordt een Cornelis Jans, boekverkoper te Leiden, vermeld. Er is maar één
huwelijk van een Clara Adriaens van der Werff gevonden, het hier vermelde met
Cornelis Jans van Buyten. De genealogie Van der Werff, opgenomen als bijlage B
in J.W. te Water, Levensbijzonderheden van Pieter Adriaansz. van der Werf
(Leiden, Haak en Comp. 1814), noemt hem ook Van Bent. Nergens heet hij Van
Duypen, de familienaam van dochter Reyertge volgens het ondertrouwregister van
Leiden. Er zijn in Leiden wel drie Cornelis'en van Duypen gevonden, maar deze
waren niet met een Clara getrouwd en ook hadden zij voor zover bekend geen
dochter Reyertge. Ook is er geen sprake van werderzijds optreden als
doopgetuige. Mogelijk is Reyertge een buitenechtelijk kind van één van deze
drie, maar hier is geen enkel bewijs voor. Meer waarschijnlijk lijkt het dat de
familienaam "Van Duypen" bij Reyertge een verschrijving is voor
"Van Buyten." De naam "Van Buyten" komt in Leiden begin 17e
eeuw wel voor, maar erg weinig. (Bron: E. Mostert).
Info
142 Clara
Adriaens van der Werff lijkt zeker als moeder van Reyertge. Zij wordt vermeld
bij de ondertrouw van Reyertge en woont dan in de Zonneveldsteeg, evenals bij
haar eigen ondertrouw met Cornelis Jans van Buyten. In de stamboom Van der
Werff komt maar één Clara Adriaens in aanmerking als moeder. In Lisabet van
Sunnevelt, de doopgetuige bij Reyertge's zoon Cornelis, kan men de zuster van
Reyertge's moeder zien, Elisabeth, getrouwd met Adriaan van Sonnevelt. (Bron:
E. Mostert).
Info
143 Sommige
bronnen (o.a. KAPT) geven Heinenoord als geboorteplaats aan, waarschijnlijk is
die opvatting achterhaald.
Info
144 Lenaert en
Leentje staan de de kwartierstaat Maliepaard (PromXIVp287) als onzekere ouders
van Cornelis met een * aangegeven. In SG864 staan Leendert Cornelisz Mijs en NN
zonder voorbehoud als ouders van Cornelis vermeld.
Info
145 r.a.
Westmaas, 1, 25.4.1643 Soetje Willems heeft 4 kinderen, uitwijsende test van
hun vaderlijke successie. Bekend zijn volgens SG207 Adriaen den Ouden, Herman
den Ouden en Neeltje Ariens den Ouden. Het vierde kind zou dan Willmepje Ariens
moeten zijn. Is nog na te trekken.
Info
146 Mariken
Thonis wordt als moeder van Leendertgen van der Kooy genoemd in SG384 (Boender)
en in P. Boender "Vier eeuwen in rechte lijn, de afstamming van Cornelia
Jacoba en van Cornelis Arie Pieter Boender", Zeist 1993.
Info
147 GN1989p3:
"Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz, penningmeester van
Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op
18.11.1597 stierf na een legaat aan de armen van Barendrecht vermaakt te
hebben". Bij Peter Klok is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info
148 In CRAp191
worden nog ander ouders verondersteld, OV1995p435 geeft de hier gebruikte
aktuelere versie.
Info
149 ca. 1555
stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV). Dit kan niet vanwege zijn
vader, die voor 1551 stierf.
Info
150 Zeer
waarschijnlijke vader van Truygen Andries, zie artikel Slijkerman in GN2011.
Info
151 Niet
duidelijk of de vader van Adriaentje Gerrits de naam Polderdijck droeg.
Info
152 Het lijkt
eerder onwaarschijnlijk, dat Cornelis een zoon van Neeltje Cornelis Doensdr
was, hij kan eventueel een andere moeder gehad hebben. In de parenteel van Doen Beijensz komt Cornelis dan ook niet
voor. Slijkerman (KORp19): waarschijnlijk een kind uit het huwelijk of
verbinding met NN.
Info
153 Hans van
der Boom (page GKop): "Deze Daniël is welhaast zeker geen zoon van Ananias
(Aeneas) van Coppenolle (overl. Gouda 1622) daar uit de twee akten die op deze
Ananias betrekking hebben vrijwel zeker blijkt dat hij overleed zonder eigen
nageslacht. Vele personen doen dan ook moeite hun familierelatie met Aananias
te bewijzen om zo ook nog "een graantje te kunnen meepikken" uit
diens nalatenschap. In de Barendrechtse trouwboeken is een inschrijving te
vinden van Geem Daniëlse Coppenhol, wedr. van Maeyke Wygertsdr., van Rhoon. Hij
huwde (3e bescheyt Barendrecht 26 aug.) 1635 Ingetje Ariensdr., j.d. van
Oost-Barendrecht. Is dit misschien een broer van deze oudst bekende Daniël? Hij
is wedr van Rhoon, een relatie met de navolgende Daniël zit er dus wel in !
Daniël en Geem zijn waarschijnlijk zoons van: Daniël (Danyll) van Coppenhoelen
(van Coppenhooll). Deze Danyëll kwam twee maal voor in de archieven van de
heerlijkheden Rhoon en Pendrecht (1454-1796). Kwam, want deze archieven zijn
helaas verloren gegaan".
Verschillende
kwartierstaten (Hofstee-Neef, Kim Dijkxhoorn,
www.student.utwente.nl/~aver/kwdijkxhoorn/frame3.html) laten Daniel afstammen
van Jan van Coppenolle, gedoopt ca. 1434 in Gent, ovl. 16.06.1492 in Gent
(onthoofd). Deze Jan is leider van de opstand te Gent tegen Maximiliaan, zoon
van de Duitse Keizer Frederik III. Na zijn onthoofding op de Vrijdagmarkt in
Gent worden zijn goederen verbeurt verklaard, zijn weduwe Jannen Craeys en
kinderen worden naar Ronse verbannen. (zie ook boek van: Dr. P. Geijl "De
geschiedenis der Nederlandse Stam"). Volgens genoemde versie zou Daniel
een zoon zijn geweest van Daniel Cornelisse van Coppenolle, tapijtwerker en
poorter van Gouda in 1599. Dit lijkt niet in overeenstemming te zijn met de
bovengenoemde opmerkingen van Hans van der Boom.
Info
154 Volgens
hypothese van Slijkerman was Cornelis een zoon van Ploen Heynricksz. Deze Ploen
was namelijk de enige persoon met deze voornaam in de tweede helft van de 16e
eeuw, die te Heerjansdam vermeld wordt. Wel zouden zijn kinderen een
aanzienlijk jongere moeder gehad moeten hebben, dan Cornelis zelf was. Wellicht
was Aechtien dan ook niet zijn eerste vrouw.
Info
155 GN1989p3:
"Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz, penningmeester van
Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op
18.11.1597 stierf na een legaat aan de armen van Barendrecht vermaakt te
hebben". Bij Peter Klok is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info
156 Ze was zeer
waarschijnlijk een dochter van Adriaen Peters van Muijlwijck.
Info
157 Deze link
werd mij medegedeeld door het Van Maaren Genootschap (Paul van Maren), maar
zonder bronvermelding of bewijs. Over de Betuwse tak van Maaren zal later een
boek verschijnen. Daarom (voorlopig) als onzeker te beschouwen.
Info
158 Er is geen
sluitend bewijs gevonden wie de ouders van Gijsbert Goertzen zijn, maar Engel
Rosa noemt in zijn boek een groot aantal argumenten die ervoor spreken, dat hij
een zoon van het hier genoemde echtpaar, Goert Reijersz Sterck en Jutte van
Heuckelum gen. Rosendael, is. Dit verklaart ook de naam Rosa, die Gijsberts
zoon Abraham aannam. Anderszijds zijn er veel tegenargumenten, o.a. van Enny de
Bruijn in https://ennydebruijn.nl/roosa-genealogy-legends-and-facts/ en van
Hans Vogels in https://groups.google.com/g/soc.genealogy.medieval/c/LeaWvDvMcHs?pli=1.
Een overtuigend tegenbewijs kan ik hierin echter niet zien, wel is gerechte
twijfel aangebracht bij deze filiatie.
Info
159 Over de
familie van Langelaar zie ook "Boerderijen en Boerengeslachten te
Renswoude" door S.Laansma, Uitg. Renswoude 1972 onder fam. Dashorst.
Info
160 De
kwartierstaat Drost noemt hem Rutger Harmensz van de Haar.
Info
161 Heijman zou
een zoon zijn van Matthijs Berck en Alijd de Roovere, waarmee deze lijn via
Johan Berck, Matthijs Berck + Maria Tack bij Anna van Alblas terecht komt, en
daarmee naar Karel de Grote Reeks 41, die reeds in deze kwartierstaat
voorhanden is. Vanwege de onzekerheid over deze verbinding wordt de lijn hier
bij Heijman onderbroken. Daar Heyman niet door van Baalen bij de kinderen van
Matthijs vermeld wordt, zou hij een bastaardzoon kunnen zijn.
Info
162 Mogelijk
een kleinzoon van Jan Ariensz. Haverboer (Jonge Haverboer), overl. ná 4-5-1624,
uit het geslacht Stooker / 't Jong / Haverboer uit 's-Gravendeel. Deze heeft
een zoon Arijen Jansz. Haverboer, overl. vóór 13-6-1668, getrouwd met Neeltje
Aertsdr., overl. ná 13-6-1668 van wie op 06.08.1656 te Strijen een zoon Jan
gedoopt wordt. Deze vermoedelijke ouders zijn met een * in de kwartierstaat
opgenomen. Het kan eventueel een parallelle tak betreffen.
Info
163
Waarschijnlijk geen relatie tot het geslacht Truyen op IJsselmonde,
mogelijk genoemd naar een vrouw met de naam Truycken Herbertsdr. (OV2002). Soms
duikt bij het Hoeksche Waardse geslacht de naam van St. Truijen op, vergelijk
ook Doen Beijensz 115.313.16.
Info
164 Lijntje
ontbreekt merkwaardigerwijze in het boek Van Beek / Oerlemans, waar het
geslacht Mouthaan beschreven is. Ze past wat doopdatum betreft tussen Cornelis
Jan 06.08.1634 en Janneken 11.03.1639, waartussen De Hek ook nog een Adriaan
(1637) noemt.
Info
165 Volgens
SG480 is Jannetje Pleunen (van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een
dochter van Pleun Aartse Spruyt en een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt
en Teuntje Symonsdr.
Info
166 In 1653
werd het begrip "hele cappitalist" in Holland ingevoerd voor mensten
die meer als 2000 Gld vermogen hadden. In het Quohier van alle Familien op den
dorpe van 's-Gravendeel ende Leerambt van 6 maart 1680 worden 3 "halve
cappitalisten" en 6 "heele cappitalisten" geteld. Tot de
"heele cappitalisten" behoren naast Bastiaan van der Linden de boeren
Dirck Quartel, Arijen Dircks Cranendonck en weduwe Annegie Paulus. Verder een
Dirck Dircks en Adrijanus Cambier, predikant.
Info
167 De beschikking met de kerk betreft een verkochte
koe van 22 gulden en vijf stuivers. De koe kan uit de veestapel van Willem
afkomstig geweest zijn als inlossing van een toezegging aan de kerk. Na 1560
blijkt Willem Jorisz. meer aanzien te verwerven, hij wordt molenmeester en
ambachtsbewaarder en pacht de tienden van Zuid-Maasland. Vermoedelijk had hij
geërfd en gold als kapitaalkrachtig.
Info
168 De
toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter
niet zeker (CRAp181).
Info
169 In GN1965,
p207, wordt van hem gezegd: bewoner van de hofstede te Charlois, hier wordt hij
echter met zijn zoon verwisseld, zie p308 van dezelfde jaargang.
Info
170 Volgens
Arie Verduijn, Sojourners, A family chronicle, Burlington, Canada 1981 (zie de
NL1983 p391) zouden er tussen Wouter Cornelisz en Wouter Hendricksz Verduijn 2
geslachten geweest zijn: Pieter Woutersz en Heyndrick Pietersz Verduijn.
Info
171 Neeltje was
volgens "Drie verwante geslachten van Driel", blz. 156 zeer
waarschijnlijk een dochter van Sebastiaen Louwensz. In Ons Voorgeslacht 2001
blz. 580 noemt Slijkerman ze echter een dochter van Sebastiaen.
Info
172 Volgens de
KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien) Willems
Hofman en Marijke Margrietsdr.
Info
173 GN1991p449
geeft Cornelis' 2e vrouw Mariken Adriaens als moeder van Barbelke aan. Deze
trouwde echter pas met Cornelis, lang nadat Barbel zelf al getrouwd was.
Info
174 Slijkerman
laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen de moeder is van zijn kinderen.
Info
175 Hoewel geen
hard bewijs voorhanden, zijn de meest aannemelijke ouders van Lenert Cornelisz
Mijs de hier genoemde Cornelis Lievensz Mijs en Marichje Sebastiaensdr. (info
TvdV op grond van correspondentie met C. Sigmond). Ook in SG864 worden deze
personen (zonder voorbehoud) als ouders genoemd.
Info
176 Afstamming
niet bewezen. In boek "De geslachten Cranendonck in Holland" werd een
afstammingslijn van Gerrit Gerritsz Cranendonck verondersteld. Deze
Veronderstelling bleek niet houdbaar. In Ons Voorgeslacht 2000 blz 314 opperen
dezelfde auteurs een andere these, welke hier overgenomen wordt.
Info
177 Op blz. 189
van het Jaarboek Oud Utrecht 1975 wordt opgemerkt dat er geen direct bewijs is
dat Cornelis Jansz. van den Bongaert een zoon van Jan was. Wel wijzen veel
gegevens hierop en heeft een uitvoerig onderzoek geen enkele aanwijzing in een
andere richting gegeven. We hebben hier wel met twee broers Cornelis Jansz. te
maken in één gezin, wat oorzaak van de twijfel lijkt te zijn. Dit was in die
tijd echter niet ongewoon, de roepnamen waren vaak verschillend (zoals vandaag
Cees en Cor). Ook Jan en Johan komen in dezelfde familie in eenzelfde gezin
voor. Grootvader Cornelis was een must-vernoeming, wellicht daarnaast nog een
overleden oom etc. Het is dan ook nogal willekeurig dat de KdG Site op grond
hiervan een vraagteken bij deze filiatie in Reeks 128, generatie 28 heeft
gezet. Een dergelijk vraagteken kan in elke reeks op veel plaatsen worden
gezet. Een 100% zekere filiatie is vrijwel nooit mogelijk, zie ook
"Afstamming van Karel de Grote?" op
http://www.zuiderent.ch/Charlemagne.htm. Zelfs als het een bastaardzoon zou
betreffen, verandert dit niets aan de afstamming.
Info
178 Volgens
Slijkerman in OV2001 is het niet geheel zeker, dat Ariaentie de moeder van de
hier genoemde kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.
Info
179 Dirck
Coossens van Rije is volgens RIJp43,54 mogelijk gelijk aan Dirck Koosen, zoon
van Coos Dircx (uit het geslacht van
Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen Beijens). Dit lijkt echter
door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd (14.07.2003 Mailinglist Hoekse
Waard, Dago Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck
Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel suggereert, dat Dircks vrouw
Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.
Info
180 De
toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter
niet zeker (CRAp181).
Info
181 Leendert
Willems de Regt en zijn voorgeslacht worden in Duizend Jaar Voorgeslacht van
Slijkerman genoemd, met als bron een Belgische publikatie. Ze zijn echter niet
in de kwartieren opgenomen.
Info
182 Jacob wordt
in verschillende bronnen als korenmolenaar te Spijkenisse vermeld, echter met
het jaartal 1591. Dit kan niet dezelfde zijn, daar zijn vrouw reeds voor ca.
1573 hertrouwt met Claes Ketting.
Info
183
Waarschijnlijke vader van Pieter Spruijt volgens Slijkerman.
Info
184
Waarschijnlijk 1603/23, volgens de Genealogie van Bastiaen Ariens
Andriesz (SG210 Heinenoord) zou het echter 1636 zijn. Volgens DJV-Ip52: na 4
april 1613, waarschijnlijk 1613 of 1623. OV1988p432 (Kwst de Keijzer) geeft
daarentegen 1603 aan. In OV2005p105 geeft Slijkerman (definitief) 1613 aan.
Info
185 Niet
onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de Strijense schout Matthijs
Maertensz., maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat
Matthijs en zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint
Antoniepolder land in Strijen bezaten, wellicht erfland.
Info
186 Volgens
KRON1993p37 wellicht een zoon van Lenert Cornelisz Borst.
Info
187 ca. 1555
stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV). Dit kan niet vanwege zijn
vader, die voor 1551 stierf.
Info
188 Volgens
Slijkerman was Ploen zeer waarschijnlijk een zoon van Heinrick Jacobz, hun huis
was te Heerjansdam en ze gebruikten beid
4 mergen 2 hont land. Twee andere Heinricks komen niet in aanmerking als vader.
Info
189 Volgens C.
Reijerkerk 02.12.1612.
Info
190 Niet zeker,
welk van de 3 vrouwen de moeder van Jan was. Daar onder de kinderen van Jan
geen Lijsbeth maar wel een Lijntje voor komt, lijkt zij de meest
waarschijnlijke canditate.
Info
191 De ouders
van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz
is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr.
(ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser
(ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde ..... een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op
heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info
192 In
"Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz "den
Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz "de Jonge".
Wellicht was deze benaming afhankelijk van het tijdstip.
Info
193 "Drie
geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en
haar zoon Lodewijck lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van
Lodewijck van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen
zoon Jan had, zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot Jan
Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou
kunnen verklaren, waarom deze familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft,
net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in OV1985, p768;
deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond uiteenzet in een
artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman (Hoogvliet 1992), p. 70-78:
"Van Driel of Van Ghiessen?"].
Info
194 Ariaen
Herbertsz, de stamvader van het geslacht Truyen is waarschijnlijk identiek met
deze Adriaen Herbarensz van Houwelingen, op grond van feiten, die in de tekst
bij Adriaen en zijn vader vermeld zijn.
Info
195
V&L1969: "Zijn vrouw is mij onbekend, maar zou een dochter van
Jan Ariens van Gils, snijder, kunnen zijn, omdat Dirck Ghijsberts van Hemert
met de zusters van Adriaen Jan Adriaens van Gils diens erfgenaam is: zijn
moeder zou een der zusters kunnen zijn".
Info
196 In de
genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt verondersteld, dat Geraldo als
huursoldaat in het Staatse (Hollandse) leger gediend zou kunnen hebben, eerder
dan dat hij een overloper zou zijn geweest.
Info
197 In de
genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt als vrijwel zeker aangenomen, dat Staes
Sebastiaensz een Grandia was. Hij zou dan een zoon van Sebastiaen Grandia
geweest moeten zijn, wat slechts mogelijk is, als Sebastiaan, Stees, Dirckske en Teuntje alle
op ca. 18 tot 20 jarige leeftijd getrouwd zijn. Sebastiaen werd ca. 1580
geboren, Teuntje trouwde 1657. Gillis Grandia zou dan met een kleindochter van
zijn neef getrouwd moeten zijn, 2 generaties verschil dus.
Info
198 Bron:
Geloftesignaat Driel 986/63v, (via Van Maren Genootschap, dat ook spreekt over
1569 als geboortedatum, zie beneden). Volgens NL1978k242 was Arien Gerrits van
Maren 17 jaar oud in 1588 (dus geb. ca. 1571). Deze 7 jaar verschil is wel
opmerkelijk, ondanks het feit, dat leeftijdsgegevens nogal eens fout zijn. Dat
er 2 broers Adriaen en Arien bestaan hebben blijkt verder niet, het is
waarschijnlijk dezelfde persoon. (Zijn oudere broers zouden Peter, Ghijsbert en
Hendrick geheten hebben). In V&L1981p18
wordt betreffend Adriaen Gerits van Maren, schout van Driel gezegd, dat hij
geboren is 1569 en ovl 1626, dus een derde geboortedatum.
Info
199 Vorsterman
van Oyen dl. 11, pag. 3 geeft Cornelis van Halmale en Emerentia Pijnssen van
der Aa als ouders van Jacob van Halmael. Hier zijn in de literatuur echter met
recht twijfels over. In
Suite du Supplément au Nobiliaire des Pays-Bas, et du comté de Bourgogne,
1555/1614, uitgegeven 1884 te Mechelen, zien we bij Cornelis van Halmale
slechts 2 dochters, Catherine en Anne. Als dit klopt,
kunnen we Cornelis en Emerentia als ouders van Jacob uitsluiten. Volgens andere
bronnen (NL1960k152) zou de familie van Halmael van de Zuid-Nederlandse
adelijke Francois van Halmael afstammen, die watergeus geweest zou zijn, en
zich na de inneming van den Briel te Wesel gevestigd had en daar tot de
Doopsgezinden overgegaan was. Deze variant wordt ook reeds in Nederlandsch
Patriciaat 1940 p61 genoemd: Jacobs zoon Jan schrijft dat zijn geslacht afstamt
van Francois van Halmale, lid van een adelijjk Zuid-Nederlands geslacht, gehuwd
met Margaretha de Vlaming van Oudshoorn en dat hij Watergeus geweest zou zijn.
De vergissing die Jan Jacobz maakt
is dan dat Francois niet getrouwd is met
Margretha van Oudshoorn maar dat Maria van Oudtshoorn Francois' moeder is. Dit
soort vergissingen zijn bij uitspraken over familieverhoudingen niet ongewoon.
Info
200 Over het
geslacht Anslo(o) treft men gegevens aan in de dissertatie van H. H.
Knippenberg, getiteld "Reyer Anslo, zijn leven en letterkundig werk"
(Uitg. E. v. d. Vecht, Amsterdam 1913).
Info
201
Overlijdensdatum volgens SG251:
1665 of 1672, volgens SG207: voor 1663
Info
202 Het ligt
volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom
was, dit valt echter niet door acten te staven.
Info
203 In SG296
geeft J. Versluys als trouwdatum aan ca. 1625, in handschrift genealogie SG296:
1620/25, GN1982 geeft aan ca. 1636 (?).
Info
204 Volgens
PromXVIIp292 zou Willemtje Gijsen, Floris' tweede vrouw, de moeder zijn van
Leentje.
Info
205
Waarschijnlijk de stamvader van de Cranendoncks in IJsselmonde (niet
strikt bewezen, dat hij de vader van Pieter is). Waarschijnlijk was Willem een
zoon van Gerrit Roelofsz. Geheel zeker is dit echter niet, hij kan ook een
kleinzoon van Willem Jansz Cranendonck zijn, die vanaf 1458 in IJsselmonde als
heemraad en dijkgraaf wordt vermeld en die aan de Hordijk woonde.
Info
206 Volgens SMH
SG883 Schepen van Charlois. Een mogelijke afstamming van Wouter Verduijn van
Cornelis van der Duyn, Heer van Werkendam, zoals aangenomen in de Streek
Genealogie SG883 (Verduyn) uit het Streekmuseum Heinenoord, is niet bewezen.
Wel komt de naam Wouter voor als broer van Cornelis' vader Adam v. d. Duyn, wat
een vernoeming aannemelijk maakt. De lijn van SG883 loopt via van Brederode
naar de graven van Holland.
Info
207 Volgens
Slijkerman in OV2001 is het niet geheel zeker, dat Ariaentie de moeder van de
hier genoemde kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.
Info
208 Een artikel
over de Sliedrechtse tak van dezelfde familie Hofman van W.A. van Rijn is
gepubliceerd in de Nederlandsche Leeuw 1978, kol 337 e.v.
Info
209 Volgens de
KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien) Willems
Hofman en Marijke Margrietsdr.
Info
210 Op grond
van zijn opvallende voornaam en zijn patroniem en van zijn relatie met Maasdam
wordt in Ons Voorgeslacht 2002 p188 aangenomen, dat Wijngaert Bastiaen een zoon
van Bastiaen Wijngaert is. Een bewijs werd niet gevonden.
Info
211 De ouders
van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz
is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr.
(ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser
(ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde ..... een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op
heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info
212 Volgens een
vraag van Slijkerman in OV2004p29 wordt ze ook wel met de familienaam Cort
aangeduid en heeft hij noch hiervoor noch voor haar afstamming van Ary Dircks
den Ronaert een bewijs kunnen vinden. In OV2006 geeft Slijkerman de resultaten
van verder onderzoek, waarbij aangetoond wordt dat bij het ontbreken van een
volwassen geworden zoon tenminste 2 van de dochters van het echtpaar Verschoor
de naam (den) Ronaert aan een zoon megegeven hebben. Daarmee krijgt de
hypothese, dat de vrouw van Ploen Verschoor een den Ronaert was, een grote
ondersteuning.
Info
213 Vranck van
den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen
van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke
dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info
214 Vranck van
den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen
van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke
dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info
215 Mogelijke
vader van Gerrit Anthonisz Cranendonck, hoewel bewijs ontbreekt. Gerrit zou dan
de naam van zijn stiefvader Gerrit Gerrits Cranendonck aangenomen hebben.
Info
216 Vranck van
den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen
van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke
dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info
217 Niet
onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de Strijense schout Matthijs
Maertensz., maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat
Matthijs en zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint
Antoniepolder land in Strijen bezaten, wellicht erfland.
Info
218 Volgens
A.A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche
familiën III, 190, zou ze Neeltje van Herlaer geheten hebben. Volgens
Greidanus-Jaeger (losbladige aanvullingen 2002) zou ze NN van Moerkerken heten,
met het genoemde wapen. In OV2003p323
wordt een Maritgen Pietersdr als vrouw van Robrecht genoemd, dochter van Pieter
Aertsz seijlmaker. Dit wordt door Greidanus in de losbladige aanvullingen 205
overgenomen.
Info
219
Vermoedelijk was Neelken niet de moeder van Jacob, maar een eerdere niet
bij naam bekende echtgenote van Claes Jacobsz., zie Ons Voorgeslacht 2013, pag.
307.
Info
220
Vermoedelijk een telg van het oude geslacht Cranendonck in de
Riederwaard. Gerrit Roelofsz Cranendonck
als vader waarschijnlijk, niet bewezen.
Info
221
Waarschijnlijke vader van Cornelis Joosten Spruijt volgens Slijkerman.
Info
222 Slijkerman
laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen de moeder is van zijn kinderen.
Info
223 Overlijdt
volgens Prometheus na 14.11.1549. Volgens Schaep in 1572 en zijn vrouw in 1573.
Info
224 Ze is
mogelijk een dochter van Dammas Gheritz, heemraad van Ridderambacht 1508 en
Marike NN.
Info
225 In de
genealogie Clootwijck wordt ze Gertruyd genoemd. Het zou haar derde huwelijk
zijn. Van genoemde genealogie is me niet bekend hoe betrouwbaar deze is.
Info
226 De
schrijver Ir. A.I. Grabowsky legt geen verband tussen Jacob Dirx. in de
genealogie van Sleeuwenhoek (OV1992) en die in de genealogie van Blokland (ovl.
07.09.1545/01.03.1557), die hij een jaar later geschreven heeft (OV1993).
Hierin wordt Jenneke niet genoemd als dochter van Jacob Dirx, wellicht betreft
het een andere Jacob Dirx. De hier genoemde ouders van Jacob Dirxz stammen uit
OV1993 en zijn dus wellicht niet juist. Noot in OV1992p86: zie toekomstige
publikatie geslacht van Blokland. OV1995p192 (KS de Vries) noemt een Jacob als
zoon van Dirck en Marij: overl. tussen 7-9-1545 en 1-3-1557, hij had tenminste
twee kinderen: Damas en Geertge.
Info
227 Sommige
bronnen geven aan, dat Claes dijkgraaf van Strijen was (SG893, Kwst Sigmond).
Dit werd gecorrigeerd in de aanvullingen op de parenteel van Doen Beijens, blz.
4: hij was dijkgraaf van Poortugaal.
Info
228 In de
genealogie Koyck van A.P. van den Hoek (SG390) zijn Sebastiaen en zijn vader
later met de hand doorgeschrapt en bij zoon Lenert is geschreven: broer van
Bastiaen Bastiaens Coijck, smid te Gorcum.
Info
229 Dirck
Coossens van Rije is volgens RIJp43,54 mogelijk gelijk aan Dirck Koosen, zoon
van Coos Dircx (uit het geslacht van
Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen Beijens). Dit lijkt echter
door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd (14.07.2003 Mailinglist Hoekse
Waard, Dago Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck
Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel suggereert, dat Dircks vrouw
Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.
Info
230 KS van
Bodegom-Coomans geeft: ovl. 17.11.1570.
Info
231 Op blz. 379
van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530 als
weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.
Info
232 Op blz. 379
van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530 als
weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.
Info
233 In DALp145
wordt gesteld dat Pieter geen zoon van Jan van Dalem was, maar een zoon van
zijn vrouw Jonkvrouw Dierbant Willem Wolfs uit haar eerdere huwelijk met Claes
Jacob Claesz. Scheyven. Deze komt echter als Pieter Claes Scheynenzoon in een
oorkonde van 16.06.1480, waar hij met twee familieleden een boerderij verkoopt.
Hij ljkt daarom ten eerste ouder dan Peter Janse van Dongen en zou pas later
van naam veranderd zijn. Dit lijkt me niet erg waarschijnlijk.
Info
234 De
doopsgezinde leraar Adriaan Vermeer werd terechtgesteld te Haarlem 1537. J.W.
te Water, Levensbijzonderheden van Pieter Adriaansz. van der Werf (Leiden, Haak
en Comp. 1814). Pagina 20-23 van dit werk vermeldt dat AdriaanVermeer volgens
aantekeningen van D. van Alphen een zoon zou zijn van een Laurens Maertensz, en
volgens anderen van Maerten Laurensz of van Adriaen Laurens Maertensz. De
aantekeningen van Van Alphen zijn te vinden het Geslachts Register van Van der
Werf in de handschriftenverzameling op het GA Leiden en in kopie op het CBG.
Deze zijn in 1780 geextraheert uit een geslachtsregister berustende onder
Barthout Adriaan van Assendelft, een directe nazaat van Pieter Adriaensz van
der Werff. Volgens bijlage B in het boek van Te Water zou hij echter Adriaan
Pietersz geheten hebben en in 1526 uit Gouda gekomen zijn. Ook is er een
melding te vinden van een Adriaan Pietersz die in Haarlem terechtgesteld is, en
niet van een Adriaen Maartensz. (Bron: E. Mostert). In OV1991 wordt gesproken
over "vermoord door de Spanjaarden", wat in 1537 niet waarschijnlijk
lijkt.
In de bron
vdW is een andere versie te lezen: "In 1534 wilde een groep van zeven
leraren (predikers) over de Zuiderzee varen om door Overijssel naar Münster te
trekken en de stad te ontzetten. De tocht kwam niet tot een goed einde. Men was
net vertrokken, toen zij bij Spaarnwoude werden opgepakt door de overheid. In
deze tijd waren kerk en staat één, en ketters werden streng vervolgd. De zeven
werden ter dood veroordeeld en het vonnis zou geschieden door onthoofding. Op
26 maart 1534 werd het vonnis uitgevoerd.... Claartje was ook doopsgezind, maar
zij toonde 'berouw' en werd op 7.9.1534 beboet met drie gulden".
Info
235 In
"Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz "den
Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz "de Jonge".
Wellicht was deze benaming afhankelijk van het tijdstip.
Info
236 "Drie
geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en
haar zoon Lodewijck lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van
Lodewijck van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen
zoon Jan had, zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot Jan
Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou
kunnen verklaren, waarom deze familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft,
net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in OV1985, p768;
deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond uiteenzet in een
artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman (Hoogvliet 1992), p. 70-78:
"Van Driel of Van Ghiessen?"].
Info
237 Het hier
genoemde voorgeslacht van Willemken Maertensdr baseert op het artikel in Gens
Nostra 1992. De verbindingen zijn niet alle bewezen, verder opmerkingen - uit
het genoemde artikel - in de tekst bij de verschillende personen.
Info
238 Zeer
waarschijnlijk de moeder van Jan van den Bongard, zie leenopvolging. Bernard
moet ten tijde van deze relatie reeds gehuwd geweest zijn, waardoor hij niet
met Lutgard kon trouwen; een sociale barrière tussen beide families lijkt geen
sprake te zijn, ze lijken uit hetzelfde milieu afkomstig te zijn (Slijkerman in
"Duizend jaar voorgeslacht").
Info
239 Balen geeft
hier heer Herman Visscher uit de adelijke geslachten van Kalkar aan
(vB_Dp1169).
Info
240 In GN1988
wordt als derde echtgenote nog een Digna Cornelis Bollen genoemd, vermeld 1542,
Jooske zou dan de 4e vrouw geweest zijn. Mr. Rijndorp meldt echter, dat hij
geen aanwijzingen in deze richting gevonden heeft. Ook wordt in GN1988 de
toedeling van de kinderen over de verschillende vrouwen als onbekend
aangegeven, Rijndorp geeft daarover echter in zijn antwoord in GTMWBB1989
uitsluitsel aan de hand van ORA-actes. Cornelis en zijn eerste vrouw hadden bij
Cornelia's overlijden 2 minderjarige kinderen "Maedke en Jaenken",
vermeld in een acte van 03.05.1509, waar (oom) Gielis Coppen Mijs tot hun voogd
benoemd wordt. Jaenke zien we later terug als Adriana, gehuwd met Wouter Peter
Wouters, die naast de kinderen uit het tweede huwelijk als enige meedeelt bij
de erfdeling van 25.03.1556. Alle andere bekende kinderen, d.w.z. Anneke
Cornelis Mijs, Cornelis Cornelis Mijs, Lieven Cornelis Mijs, Frans(ke), Coppe
en Maaike, stammen uit het huwelijk met Adriane (Janne).
Info
241 Hij is niet
identiek met Otto van Brakel Johanssoon, zoon van Johan Dircksz. van Brakel en
Lijsbeth van Haeften van Renoy. Deze overleed in 1423.
Info
242 R.J.P. van
der Zalm noemt hem Joost van Brakell in BRA pag. 105: 'Dat haar man een Van
Brakell was blijkt uit een processtuk van 1544 waarin zijn zoon Ghijsbert
‘Ghijsbert van Brakell heer Reyners broeder’ wordt genoemd. Bovendien voerden
zijn kleinzoon Cornelis Rey(n)ers en zijn achterkleinzoon Gerrit Cornelis
Salm(s) het wapen Van Brakell.'
Deze
gevolgtrekking kan ik hier niet volgen. Zijn zoon kan de familienaam van zijn
adellijke moeder aangenomen hebben of minstens in een document als zodanig
genoemd zijn. Dit hoefde in die tijd geen uitsluitsel over de naam van de vader
te geven. Verder voerde Cornelis Reyners in zijn wapen Van Brakel links
(heraldisch rechts) wat op een vrouwelijke lijn duidt. Aannemende dat het wapen
op dat van zijn vader Reyner Joosten gebaseerd was, is dat duidelijk; het
verwijst naar diens moeder. De andere kant van het wapen wijst dan op diens
vader, Joost NN, het vertoont 3 antieke molenwieken (2-1).
Info
243 Aernt
Peters de Gier wordt wel ten onrechte gelijkgesteld met Aernt Peters,
secretaris van Zaltbommel, die genoemd wordt in 1577 nadat deze Aernt Peters de
Gier echter reeds meer dan 25 jaar overleden was.
Info
244 De
kwartierstaat Hofstee-Neef zet een vraagteken bij de ouders van Lijsken, OV1995
(KS de Vries) niet. Reeks 78 op de Karel de Grote page zet de vraagtekens bij
verschillende voorouders. De reeks is
niet volledig bewezen, maar wel plausibel. Dit wordt als volgt aan het
begin van de reeks samengevat: "De lezer wordt met nadruk erop gewezen dat
de onderstaande reeks een paar "zwakke schakels" kent. Dit betreft
namelijk de afstamming van Lijsken
Florisdr. Holl, generatie 24, overl. voor 1530, echtgenote van Jan Petersz. van
Muijlwijck. Zij zou een dochter zijn van
Gouwe Gerritsdr. de Hoghe (en haar echtgenote Floris Holl, schepen van
Gorinchem, overl. voor 1495) afstammende van het Gorinchemse geslacht De Hoog.
Hoewel deze Gorinchemse filiaties de Hoghe in strikte zin niet bewezen zijn
lijkt een afstamming uit Van Arkel via bastaardij, hoewel niet bewezen, wel
aannemelijk. In plaats van deze reeks niet de vermelden op de Karel de Grote
Site is er, bij uitzondering, voor gekozen om dit wel te doen, doch vergezeld
gaande met een kritische noot. Uit
reacties zou nl. kunnen blijken dat deze "zwakke schakels" in
werkelijkheid veel sterker blijken te zijn of juist het tegenover gestelde,
hetgeen dan ook gezegd mag en moet worden. Reacties die meer duidelijkheid
geven op bovenstaande filiaties zullen, voor zover relevant voor deze
specifieke filiaties, opgenomen worden bij deze reeks." De reeks wordt
hier overgenomen, uiteraard met hetzelfde voorbehoud.
In
OV2011p296 schrijft B. de Keijzer over het onderwerp. Na nieuw onderzoek is het
niet houdbaar, dat Lijsbeth Florisdr. tot de genoemde familie behoort. Hij
adviseert dan ook, de betreffende interessante kwartieren maar beter te
schrappen.
Info
245 Volgens
Utrechtse Parentelen, deel I, blz. 131, is het niet onmogelijk dat Philips
Cornelisz. Vermaet tweemaal getrouwd is geweest. Hierdoor is het niet 100%
zeker of Helena de moeder van Philips was. Wel had Helena volgens een legaat
van 3 oktober 1600 meerdere kinderen van Philpis Cornelisz., waarschijnlijk is
het daarom wel.
Info
246 Maris
verwart volgens LNA3-9-2023 deze Godert van Gilzen met ene Godert Gornelisz.,
die echter niet edentiek is. Dit betekend dat de ouders niet kloppen. Heb ze
(voorlopig) laten staan met een sterretje.
Info
247 Dit is de
vrouw van ene Godert Cornelisz., die echter zeer waarschijnlijk niet identiek
is met Godert van Ghilse.
Info
248 Greidanus
geeft als ouders van Willem Goossens aan: Goessen Willems, als heemraad vermeld
in 1497. Heeft 6 mg 5 hont land in 1497 in de Reyerwaard, en Alydt NN. Dit
lijkt de grootvader van Ghoessen Areaensz te zijn, wat ook qua periode beter
klopt.
Info
249 OV1991
(Kwst de Keijzer) geeft hier Henric Besemer, overl. vóór 1492. De page Jan
Bezemer geeft Heynrick Jans Besemer, ovl. 1520 te H.I. Ambacht, hoogheemraad,
landpoorter, landbouwer. In OV1987 noemt De Keijzer Hendrick Besemer te
Oud-Alblas eveneens landpoorter van Dordrecht in 1485, enige jaren later zou
hij overleden zijn.
Info
250 Niet bekend
of de afstamming via de mannelijke of de vrouwelijke lijn verloopt. Jan Hugez
kan de vader zijn van Jacob of van zijn niet met name genoemde vrouw NN.
Info
251 De vrouw
van Adriaen was misschien een dochter van Gerard Adriaensz, leenman van de
Hofstad Putten voor het bij haar man genoemde leen. De betreffende voorouders
noemt Slijkeman op DJV blz. 288, zonder ze als kwartieren over te nemen.
Info
252 In een
overzicht noemt Schaep haar "Margriet Boot Willemsdr", maar op pag.
83 waar hij het echtpaar behandelt staat "Woutersdr", wat plausibel
is. De genealogie Booth vermeldt de hier aangenomen vader Wouter Booth als
"landpoorter van Dubbeldam", vermeldt echter geen kinderen.
Info
253 Ook Heiltje
Adriaanse Rock (Rocksnoer?) wordt als vrouw van Jacob Janz Mijs genoemd. In de
KS Segboer is ze de moeder van Cornelis Jacobs Mijs. De oorsprong is
waarschijnlijk de te vinden in de Nederlandsche Leeuw 1963k133, waar ze als
vrouw van Jacob genoemd wordt op grond van de vermelding van een weeskind
Gielis Coppe Mijs in 1542. Dit kan echter niet zoon Gielis zijn, die in 1509
reeds voogd is van zijn nichtjes, het moet een andere generatie betreffen. De
KS van Weel noemt als eerste vrouw Anna Gillis Knaptdr, waartoe echter volgens
Mr. Rijndorp geen aanleiding is, ook was ze veel jonger. Tenslotte noemt
NL1959k61 Jacob Jacobs Mijs als stamvader, zonder zijn vrouw te noemen.
Info
254 In de
Kwartierstaat van Weel (GN1988) wordt ze Maria Jan Gijseldr genoemd,
waarschijnlijk als verkeerde conclusie uit het feit dat haar halfzuster, die
echter een natuurlijke dochter was, Barbara Jan Gijsels heette.
Info
255 R.J.P van
der Zalm schrijft in BRAp83: Ott Jans (van Brakel) was vermoedelijk een
kleinzoon van Johan Steeskenszoon (de Oude) van Brakell en Gerritke van Dynther
en is vernoemd naar zijn oom Otto van Brakell Janszoon (vermeld in Het Bosch’
Protocol in de jaren 1448-1450).
Was de
vermoedelijke grootvader van Ott Jans Johan (de Oude) of Johan (de Jonge)? In
een akte uit 1470 (zie blz. 73, noot nr. 193, Leenboeck Huys Braeckel) wordt
Johan van Brakell, gehuwd met ‘joncfrou’ Agnes, een zoon genoemd van Johan van
Brakell. Met deze Johan kan niet de zoon van Johan (V) van Brakell en Catharina
van Giessen bedoeld zijn, want deze was niet getrouwd en als kanunnik verbonden
aan de Hofkapel in ’s-Gravenhage. Was de echtgenoot van Agnes de vader van Ott
Jans?
Info
256 R.J.P. van
der Zalm noemt hem Joost op grond van een akte van 1551 waarin zijn dochter als
Geertrude Judoci (Joostdocher) aangeduid wordt. Hier is m.i een vraagteken te
zetten, daar in die tijd wel een vrouw met de naam van haar man werd aangeduid,
dus 'Gertruyt vrouw van Joost'.
Hij
schrijft verder: 'Het is niet ondenkbaar dat Joost van Brakell een zoon was van
Gheryt (Gerrit) van Brakell, vermeld in de jaren 1447-1464, kleinzoon van
Steesken van Brakell en Catharina van Asperen van Vuren en achterkleinzoon van
Dirk van Brakell en Elisabeth van Wieldrecht. Hiervoor pleiten de volgende
argumenten: 1) Het wapen van Cornelis Rey(n)ers van Brakell en diens zoon
Gerrit Cornelis Salm(s) - kleinzoon en achterkleinzoon van Joost - bestond niet
alleen uit twee afgewende zalmen maar ook uit drie molenijzers. Dit wapen werd
gevoerd door o.m het geslacht Van Wieldrecht. 2) Zowel een zoon als een
achterkleinzoon van Joost heetten naar hun (mogelijke) voorvader Gheryt, een
voornaam die in de andere takken van het geslacht Van Brakell weinig of niet
voorkwam. 3) Gheryt woonde weliswaar in Sint Oedenrode, maar bezat een
‘hofstat’ in Brakel.'
Het
argument van de wapenvoering lijkt me nogal ver gezocht, daar te ver terug in
de stamboom. Tevens lijkt geen van beide genoemde geslachten met drie
molenijzers te zegelen: Cornelis Reyners zegelt met drie antieke molenwieken
(2-1) en het geslacht Van Wieldrecht met drie Andreaskruisjes (Strijen). Daar
in het wapen van Cornelis Reyners van Brakel de zalmen rechts (heraldisch
links) staan wijst dit eerder op de vrouwelijke lijn. Het zou het wapen van
zijn vader Reyner Joosten kunnen zijn, wiens moeder immers een Van Braeckel
was. De drie molenwieken zouden op het geslacht van diens vader Joost NN kunnen
wijzen, zie de info aldaar.
Info
257
Waarschijnlijk een zoon van de hier vermelde Otto van Heukelom. Daar hij
in 1416 reeds gehuwd was, lijkt het
uitgesloten dat hij een jongere broer was van Jan III heer van Heukelom, die in
1414 nog minderjarig was.
Info
258 a. Van der
Loo noemt een dochter van Willem van Nesselrode als vrouw van Willem van
Bernsau. dit wordt door Niederau duidelijk weerlegd, zie noot 11 op blz. 100.
b.Agnes
van Eyll, weduwe van Lodewijk van Bernsau levert bij een proces (1543/1566) een
genealogisch schema, waarin als ouders van Irmgard Dietrich van Bellinghoven en
Gertrud van Hackfort voorkomen. De schema's differentiëerden echter tijdens het
proces - waarschijnlijk door onzekerheid over het voorgeslacht - waaruit de
tegenpartij voordeel trok.
Info
259 L. van de
Loo noemt hem Bertram (Albert) II van Gevertszhain gt. Lützenrode en zijn vader
Bertram (Albert) I, gehuwd met Agnes von Stryffen. Kurt Niederau noemt hem
Albert, terwijl zijn vader, groot- en overgrootvader eveneens Albert zouden
geheten hebben.
Info
260 In de
kwartierstaat De Keijzer als
vermoedelijke ouders genoemd: Ghijs Ghijsz. en Batgen Doenendr.. Dito in KS
Slijkerman, DJV-Ip29, waar tevens de kwartieren van Ghijs en Batgen genoemd
worden. Deze worden hier (onder voorbehoud) overgenomen. Ook in OV2009 wordt
niet duidelijk of deze Ghijs identiek is met genoemde Ghijs.
Info
261 In de
Discussielijst Nederlandse Adel van 15.05.2004 betwijfelt Harry van Deelen of
Hannaert wel de vader is van Cornelis Hannaert Haspels.
Info
262 Verpachters
van het in 1370 vermelde land zijn tot dan Jonkvrouwe Lysebet van Bennebroec en
Ghereit van Bennebroec, die het land schenken aan Pieter den Hoesschen ten
behoeve van een kanunnikprebende in de Sint Pancraskerk te Leyden. Jonkvrouwe
Lysebet van Bennebroec was weduwe van Jan Arent van Bennebroec, die het huis
Ten Waerde te Leiderdorp overnam van jkvr. Willem Mabelie van Oestgheest Jansdr
uten Waerde en haar zoon Jan uten Waerde, en zich eveneens Jan uten Waerde ging
noemen [NL1922, kol. 45].
In het
'Repertorium op de lenen van Hodenpijl, 1299-1753' is sprake van Allaert Hemenz. i.p.v. Allaert
Heinenz. Uit de tekst blijkt dit een voor de hand liggende fout te zijn, zonder
vergelijking met het verdere schrift is geen eenduidige interpretatie mogelijk.
Na vergelijking met de verdere tekst kwamen vier ter zake kundige unaniem tot
de conclusie dat het Heinenz. moet zijn.
Info
263 van
Schijndel schrijft: "mogelijk huwde hij met Adriana van Herlaer".
Volgens andere bronnen trouwde Adriana van Herlaer inderdaad een Jan van
Ammelroy (in 1498), maar deze was geboren in 1485 als zoon van Dirk van
Ammelroy en Jvr. Rijnsharda van Neerven. (Wel is de naam Van Herlaer sterk met
Ammerzoyen verbonden, zo blijkt in 1379 Arent van Herlaer heer van Amelroyen te
zijn geweest).
Info
264 Volgens
sommige bronnen (EvO Oidtmann II-383) trouwde Godefridus (1) op 1 Jul 1418 met
Catharina van Swalmen. Daar Catharina's vader Sigerus van Swalmen voor 1365,
dus al minstens 53 jaar gestorven was, moet deze Catharina een oudere dame
geweest zijn, geen mogelijke moeder van Joannes.
Info
265 KS Karels
geeft de naam Gerlof.
Info
266 KS Karels
geeft haar de de naam Mabelia. In NL 2009 wordt ze Belye genoemd. Ze zal naar
haar grootmoeder Belij van Zuijlen van Nijvelt genoemd zijn.
Info
267 Van Baalen
noemt als familienaam Schaert. Internetbronnen geven wel Elisabeth Schaert,
dochter van Pieter Schaert Dircxz en Maria Booth als vrouw aan, maar zonder
bewijs.
Info
268
Voorgeslacht niet precies bekend. In 1329 wordt een Gijsbrecht van
Alblas vermeld, knape. In 1273 een Johan van Alblas, zoon van Henrik van
Alblas, knape in 1255, daarna ridder, getrouwd met Agnes van de Merwede. Zijn
ouders waren Otto van Alblas, ridder, vermeld te Utrecht in 1219 en Badeloge N.
Anderzijds wordt Jan ook Besemer genoemd en is een afstamming uit het geslacht
Besemer niet uit te sluiten.
Info
269 Balen geeft
Willem Cleysz Hallincq als vader van Maria aan, met 8 oudere generaties plus
echtgenoten. Dit is niet bewezen. Simon van Leeuwen geeft in Batavia Illustrata
Claes Hallincq als vader van Maria aan, wat door Greidanus overgenomen wordt.
Info
270 Ouderpaar
van Gijsbert wordt door het Van Maaren Genootschap aangegeven, het bewijs heb
ik niet kunnen vinden.
Info
271 Hein
Allaertsz. is de vader van Allaert Heynenz. In de literatuur vindt men nogal
wat verkeerde interpretaties betreffende dit geslacht. Aan Hein Allaertsz.
wordt wel een dochter Ane toegeschreven, die trouwde met Claes Toude, waarmee
hij in veel kwartierstaten voorkomt. Dit berust echter op een verkeerde
interpretatie van het kwartierwapen met twee zalmen op de grafsteen in 't
Woudt, dat ten onrechte aan deze familie werd toegeschreven.
Info
272 Op
02.04.1355 wordt hem de heerlijkheid Dongen overgedragen, beleend wordt hij
echter pas daadwerkelijk op 24.09.1357, wat op leenrechtelijke meerderjarigheid
wijst (12 jaar in Holland, 14 jaar in Brabant). Hij zou dus geboren zijn in of
kort voor september 1343 of september 1345. Uit andere gegevens volgt, dat
waarschijnlijk het Hollands leenrecht gegolden moet hebben, hij zal omstreeks
sept 1345 geboren zijn (Hans Vogels). Volgens NL1966k395 zou hij reeds in 1350
vermeld zijn: Willem van Dalem, de latere heer van Dongen, wordt op 20.02.1350
bedacht door zijn grootvader Willem van Duivenvoorde. Dit gegeven vind men in
latere artikelen niet meer terug.
Info
273 Hoewel niet
d.m.v.een document 100% bewezen dat Johan van Salm daadwerkelijk de vader is
van Sophia van Salmen, zijn er voldoende aanwijzingen (o.a. het door haar
gevoerde familiewapen. zonder breuk) dat zij tot deze familie behoort, waarmee
praktisch alleen Johan als vader in aanmerking komt. Schwennicke verbindt haar
via een stippellijn met Johan van Salm (ES IV-93). B. de Keijzer zet in de
kwartierstaat Van Dalem van Dongen-van Besoyen (KNGGW Kwartierstatenboek 2000,
blz. 212 ) Johan van Salm als vader tussen haakjes. Verder geeft hij als moeder
NN aan, rekening houdend met de mogelijkheid, dat Sophia wellicht een
buitenechtelijke dochter was. In een aaanvulling in de Nederlandsche Leeuw van
2020 op het Kwartierstatenboek 2000 komt Ben de Keijzer toch weer terug op
Philippa van Valkenburg als moeder van Sophia. Het kwartierwapen Van Diest op
een praalgraf in Den Haag voor Sophia's moeder zou een vergissing zijn. De
namen van Sophia's kinderen wijzen duidelijk op Van Valkenburg (Roelof, Jan, Philippa,
Beatrix, Simon(e) en Ermzout). Roelof van Dalem zou in dat geval zijn dochter
Odilia naar zijn tante Odilia van Salm, dochter van Johan en Philippa,
echtgenote van Jan III van Polanen, hebben genoemd. De oorsprong van de naam
Sophia is daarmee niet opgelost. Mogelijk zou Sophia's overgrootmoeder, de
vrouw van Hendrik van Voorne, Sophia geheten kunnen hebben. Ze wordt in de
regel (Aleydis) van Cuyk genoemd, haar voornaam is echter onbekend en de naam
Aleid komt in heer nageslacht niet voor. Op grond van deze nieuwe gegevens heb
ik Philipp(in)a van Valkenburg (weer) aan de kwartierstaat toegevoegd en wel
met een sterretje. In een discussie op de Lijst Nederlandse Adel in december
2004 meende Hans Vogels dat Philippa hoogstwaarschijnlijk wel de moeder van
Sophia geweest is, daar haar wapen ongebroken is. Als vader van Sophia dient
zich echter geen andere Van Salm in de betreffende periode aan, waarmee - ook
volgens H. Vogels - Johan vrijwel zeker als vader van Sophia beschouwd moet
worden. Het sterretje bij Johan heb ik daarom intussen verwijderd.
Info
274 Overl. 1460
volgens ES NF VII-52.
Info
275
PromXVIIp231 geeft NN van Elter. ES NF VII-50 noemt hier Johanna van
Elter, vermeld 1399/1451, met zelfde ouders. ES NF VII-52 (von Elter) geeft
echter Margaretha (en een andere man voor Johanna).
Info
276 De hier
genoemde ouders van Johan IV van Schoonhoven zijn ontleend aan l'intermediaire
4/1961p114. Dit komt overeen met de genealogie Van der Aa in GvdAA. Dit in
tegenstelling met verschillende (internet-) bronnen, die als zijn ouders Jan
van Aarschot van Schoonhoven en Johanna van Diest aangeven. Eveneens in ES
VII-138.
Info
277 Op 25 mei
1428 vestigt Jan een douarie op zijn aanstaande echtgenote jonkvrouw Liesbeth
van Corsworm (dochter van Arend) op zijn
dorp ende goede van Sundert. LH 396 f. 159r-v
Info
278 Van Baalen
noemt een Maria van Starrenburg als vrouw van Govaert van Beaumont, hiervoor is
echter in contemporaire bronnen geen enkele aanwijzing gevonden.
Info
279 Voorouders
van Willem Cleys Hallincq volgens Matthijs Balen (niet bewezen):
- Cleys Heynsz Hallincg, tresorier 1350 in Dordrecht.
- Heyn
Cleysz Hallincg, schepen 1324, tresorier 1332 Dordrecht & Margrieta Wouters
van Genderen
- Cleys
Hermansz Hallincg, schepen van Dordrecht & Maria van Ratingen
- Herman
Willemsz Hallincg & Christina van Wingerden
- Willem
Jansz Hallincg & Catharina Duyk
- Jan
Cleysz Hallincg, schepen anno 1294 in Dordrecht & Cornelia van Amerongen
- Cleys
Jakopsz Hallincg, schepen anno 1270, tresorier anno 1300 in Dordrecht &
Kornelia Aarnts van Egmond
- Jakop
Hallincg, vermeld 1240 & Elisabeth Jansz van de Merwede
Info
280 In OV1963
is hij ridder of schildknaap omstreeks 1466, wat niet overeenstemt met NL2002,
waar zijn vrouw in 1452 weduwe is.
Info
281 De ouders
van Otte zijn niet 100% bewezen.
Info
282 De bron,
"De genealogie van het Utrechtse Geslacht Taets van de Maern" geeft
nog een reeks verdere voorouders aan, die bij gebrek aan bewijs (voorlopig)
niet in deze kwartierstaat werden opgenomen:
- Zweder vander Maern, Hij trouwde met Alyt van
Darthuysen.
- Johan
vander Maern, ook bekend als Jan, ovl. voor 27.09.1403, Hij trouwde met jvr.
Margriete Baert.
- Willem
vander Maern, Richter in zijn gerecht te Heyencoop 1343. Hij trouwde met Stijne
van Wijck.
- Wilhelm
Gerards Taats van Voorne, Famulus (= knaap) convent St. Catharina, Utrecht.
- Gerard
Taats van Voorne, Hij trouwde met NN van Ruwiel.
- Willem
Gerards Taets van Voorne, Heer van der Maerne, ridder. Domus Wilhelmi de Voirne
ad pontus de Marne.
- Gerard
Taetse van Voorne, begraven in Utrecht, St. Nicolaaskerk (in het koor), Hij
trouwde met NN van Wulven.
- Gerard
van Voorne, Ridder 1271, 81, had zijn gerecht in 1278 te Breukelen
(Justificarius in Broiclode anno 1278).
- Gerard
van Voorne, Ridder, ministerialis, heer van Voorne.
- Willem
van Voorne, geb. ca. 1120, Hij trouwde met Rysela.
Info
283 De
afstamming van zijn dochter Ursula blijkt uit volgende leenopvolging:
(Leenkamers van Blois 1282-1650: Nr 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam):
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan
liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht
op.
15-3-1502:
Crispijn Jansz. voor Anna van Foreest bij dode van Herbaren, haar vader.
Grafelijke
lenen in Rijnland 1222-1650: Nr 313. Het ambacht van Foreest met tienden, land,
en gerecht:
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader
15-3-1502:
Crispijn Jansz. voor Maria van Foreest bij dode van Herbaren, haar vader.
18-3-1502:
Jacob van Borsele voor Ursula van Foreest, zijn vrouw bij dode van Herbaren,
haar vader.
Info
284 In NL1975
en NL1927 wordt ze een dochter van Wolfert I van Borselen genoemd. Dit is
echter op chronologische gronden nauwelijks mogelijk en ook de voornaam Sybelia
zal ze eerder van haar grootmoeder geërfd hebben. ES XVIII geeft dan ook
Wolfert II als vader aan. Ook Zondervan is deze mening toegedaan (NL1993k499).
Info
285
Aander-Heyden noemt haar Agnes (zonder familienaam), vermeld 1402. (Hij
noemt welliswaar geen dochter, die met een van Bernsau trouwt, maar in het
algemeen zijn zijn gegevens betreffend dochters zeer spaarzaam). ZBG noemt haar
Agnes von Brakel. Het zal hier het Duitse geslacht von Brakel betreffen, niet
hetzelfde als het Nederlandse geslacht van Brakel. Zo wordt reeds in de 12e
eeuw een Werner III von Brakel vermeld, 1177/1203, Herr von Brakel, Vogt von
Heerse.
Info
286 Aems
nakomelingen nemen de naam van der Burch aan, met het wapen met een rechter
schuinbalk. Drs. J.F. Jacobs meent, dat dit niet oorspronkelijk te beschouwen
is, daar de broer van Aem, Aernt Tou Hendricikxz met een linker schuinbalk
zegelt.
Info
287 Wij volgen
hier Lommen, die Roelof ziet als een zoon van Jan van Dalem i.p.v. Floris (II)
van Dalem in een vorige versie van deze kwartierstaat.
Info
288 In DALp118
wordt Sophia als dochter van Simon (II) van Salm, dus als kleindochter van Jan
(II) en Philippa van Valkenburg. Dit op grond van de namen van haar kinderen.
Ik heb geen dwingende reden gevonden om deze versie over te nemen.
Info
289 In Gens
Nostra 1988, blz. 221-244 "BESEMER/BEZEMER een Schiedams geslacht"
wordt slechts een mogelijke afstamming van de Esslingse Besemers genoemd, deze
verbinding is niet zeker.
Info
290 Volgens
Fahne (1848) was hij de vader van Eustachius, deze lijn wordt hier gevolgd.
Latere onderzoekers als Strangle (1866) en De Bavy (1937/42) geven andere - en
vooral langere - afstammingslijnen, in het laatste geval gaat de familie zelfs
terug op Arend van de Goes (ovl. voor 1100), heer van Nerven, een geslacht op
Zuid-Beverland met hetzelfde wapen als van Borsele. In ieder geval zijn de
generaties voor Eustachius niet volledig door acten belegd.
Info
291 Volgens ES
VII-5 overleed Jean III de Rochefort 20.9.1408, alle internetbronnen geven
echter 28.9. evenals ES XVII-51(Walcourt).
Info
292 Niet te
verwarren met (zijn oom) Willem van Schoonhoven die op 21.12.1374 zegelt met
een schild met 4 lelies 3:1 en een barensteel van 3 hangers over alles heen,
helmteken een antieke helm, dekkleed, top 2 hoorns. Randschrift: SIGILLUM *
WILLELMI * DE *SCOENHOVEN *. Het betreft een kwitantie i.v.m. geleden schade bij de slag bij Baesweiler (1371), waar Willem kennelijk
gevangen werd genomen.
Info
293 Clementia
wordt in "Utrechtse Kastelen en Ridderhofsteden" van B.Olde Meierink
onder "Oud Amelisweerd" als zuster van Herman van Lockhorst betiteld,
ze zou een nichtje i.p.v. een kleindochter van Herman van Lockhorst zijn, wat
niet in overeenstemming lijkt te zijn met de leenprotokollen en met Booth. In Utechtse Ridderhofsteden van Wittert van
Hoogland en in Kastelenboek Utrecht van Bardet zijn de familieverhoudingen
onder "Wulven" juist, d.w.z. in overeenstemming met de
leenprotokollen en Booth, aangegeven.
Info
294 In het
artikel van Beelaerts van Blokland in De Nederlandsche Leeuw van 1944 wordt ze
"Catharina Hendriksdr van Weede" genoemd. Dit in navolging van
Matthijs Balen, die spreekt over "Jonkvrouw Catharina van Weede, dochter
van Hendrick van Weede, knape". Daar zij in de Dordtse archieven niet als
zodanig voorkomt, zal hij op grond van de naamovereenkomst Hendrik als vader
aangenomen hebben. B. de Keijzer toont in OV1996 aan, dat ze een zuster geweest
moet zijn van genoemde Hendrik van der Weede, die in 1403 het leen te Zwaluwe
van zijn vader overleden Liefman Willemsz overneemt en "neef van de
leenheer" wordt genoemd.
Info
295 Voor dit
huwelijk was dispensatie nodig, die echter niet vermeld is. Vermoedelijk zijn
de kinderen uit dit 2e huwelijk van
Zweder vanwege de niet verleende dispensatie vóór het huwelijk geboren. Zo
treedt op 22.02.1397 Zweder van Heenvliet op voor Adrien, zijn kind bij
Lijsbeth Jansdr. van Cattendijke, hetgeen wijst op bastaardij. Ook
bastaarddochter Maria van Heenvliet is waarschijnlijk een voorkind uit deze
relatie. Het is echter niet uitgesloten, dat Maria een dochter van de derde
echtgenote is (GrJ).
Info
296 Volgens
OV1963 is Pieter Bartemeusz de vader van Willem Pietersz van Steenhuijzen. In
OV1972 wordt echter gezegd, dat Pieter Bertelmeusz van Steenhuijsen geen zoons
gehad zou hebben. Verder worden als
ouders van Pieter Bertelmeusz in GrJ en OV1963 verschillende personen genoemd
(Bertelmeus Aelbrechtsz resp. Dircksz., waarbij Dirck een zoon van Aelbrechts
broer Jacob zou zijn). Op grond van chronologische overleggingen nemen we de
eerste versie als waarschijnlijker aan. Het is echter niet uitgesloten dat er
meer paralelle takken van hetzlefde geslacht bestaan hebben.
Info
297 In OV1963
wordt de vrouw van Pieter "Joffre van Bijland" genoemd. Niet
duidelijk, of dit dezelfde is als de door GrJ genoemde Katrijn (Pieters), of
dat het een verwisseling betreft met Pieters schoondochter Margriet Franckensdr
van Bijland.
Info
298 Dit
echtpaar is ontleend aan de Kwartierstaat de Bruijn, nog niet geverificiëerd.
Als vader van Wormbout noemt hij Tielman van Ratingen, schepen van Dordrecht,
vermeld in de rekening van 1326, zoon van Wormboud van Ratingen, ovl. voor
1312. Schaep noemt Beatrix een dochter van Wormboud van Ratingen.
Info
299 Mr. R.A.
Rueb vermoedde in zijn bijdrage in Tussen De Voorn en Loevestein 1969 blz. 26
een Staes van Hemert, schepen Zuilichem 1463, als link tussen Jhr. Gijsbert van
Hemert en Dirck Bastaard van Hemert. Volgens nieuwere gegevens van mevr. Trees
Blom was dit echter de bastaard Gijsbert van Hemert.
Info
300 Leenkamers
van de graven van Blois 1282-1650: Nr 55. 19 maden buitendijks land bij
Zaandam:
31-1-1447:
Herbaren van Foreest,
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan
liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht
op.
Info
301 V&L
noemt hem Arend de Cock van Delwijnen.
Info
302 M.J.Waale
schrijft: ´Het is mogelijk dat, zoals Groesbeek stelt, Goedekende stamvader was
van het het geslacht De Hoog, omdat in 1413 een Frederik de Hoge Godensz.
vermeld wordt als hoogheemraad van de Alblasserwaard en zegelt met een van
Arkel afgeleid wapen, namelijk met twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken met
een bastaard schuinstreep.´ (bron NL2000k25, KdG reeks 78).
Info
303 Greidanus
geeft ca. 1265 als geboortedatum. Dot kan niet kloppen, als zijn ouders 1271
trouwden (contrakt). Daar hij in 1309 ridder etc. werd, kan het rond 1275 zijn
geweest.
Info
304 L. van de
Loo geeft als echtgenote: Nesa van Steijne, erfgename van Stein. Hier wordt ES VII-152 gevolgd. Op de lijst
Duitse Adel van 20.09.2006 schrijft Karsten Schneider: "Lt. telefonischer
Aussage von Alfred Blömer, recht bekannter Familienforscher aus
Mönchengladbach, kann die Frau von 16. Johann von Nesselrode aber unmöglich
eine vom Steyne aus dem genannten Hause sein. Seiner Meinung nach - und so von
ihm auch mit Begründung veröffentlicht (ich meine in seiner Schrift zur Familie
Strommenger) - handelt es sich hier um "eine einfache Landadlige"
namens Agnes von Lohmar, über deren weitere Herkunft nichts gesagt werden
könne".
Info
305
N.L.1959p462/63: Catharina van Polanen, dochter van Philips van Polanen
en Lijsbeth van der Made, tr. op of voor 24.1.1372 met heer Jan van Buren
Ottenszoon.
Info
306 Dat zij een
bastaarddochter en geen wettige dochter was,
is gegrond op het feit dat ze haar dochter Catharina noemt,
waarschijnlijk naar haar moeder Katherine, zeker is dit echter niet.
Info
307 Overleden
volgens sommige bronnen in 1387, zeker voor 29.08.1387. Volgens Greidanus
overleden voor ca. 1365, want de oudste zoon van Aleida van Borselen en haar 2e
man Jan van Cruiningen was ridder in 1393 en hun kleinzoon werd ca. 1389
geboren.
Info
308 In OV1963
wordt Bertelmeus een zoon van Dirk en kleinzoon van Jacob van Steenhuze
genoemd. Wij volgen hier Greidanus die hem een zoon van Jacobs broer Aelbrecht
noemt.
Info
309 Schaep
vermeldt de echtgenote van Cornelis Booth niet. De genealogie Booth noemt een
vd Merwede, echter zonder ouders. De aanname baseert op gegevens van Matthijs
Baalen is echter niet door documenten belegd. In verschillende kwartierstaten
is ze een dochterf van Daniel Godschalcks van der Merwede. Daniel leefde echter
nog in 1288, hij en zijn broer waren toen getuige bij het opmaken van het
testament van hun moeder. Volgens de stichting "van der Merwede"
heeft Daniel geen kinderen nagelaten (mededeling Phil ter Heide, namens
genealogisch team familie Boot).
Info
310 Het staat
niet vast, dat deze Goossen een zoon van Goossen van Rossum en Margaretha van
de Wateringe is. Het is echter zeer waarschijnlijk, aangezien zijn zoon Johan
heer Goossensz. in 1413 beleend werd met Tedinxweert, dat in het bezit geweest
was van Goosen van Rossum uit de vorige generatie.
Info
311 Verdere
gegevens over de afkomst van Sophia van Amstel zijn onbetrouwbaar. (Mogelijk
was zij een dochter van Gerard van Amstel, zoon van Jan van Amstel, zoon van
Gijsbrecht IV van Amstel.)
Info
312 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van
Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit
de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info
313 Volgens
NL2004 waarschijnlijk een kleindochter van Willem van Strijen, NL19387 en
OV1973 geven als (vermoedelijke, OV) schakel met Willem het hier genoemde
echtpaar van Striene-van Wieldrecht aan. Greidanus (I) geeft geen voorbehoud
betreffend haar ouders aan. In deel II wordt op bron DORp250 gewezen, waarin
wordt betwijfeld of Thielman ver Mathildenzone uit het geslacht van Strijen
stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette en de heren van Strijen
anders verlopen.
Info
314 ES geeft
Johan van Dollendorf tussen haakjes als (vermoedelijke) vader. Deze was
getrouwd met Lucia van de Neuerburg, erfdr. van Esch, dr. van Frederik III.
Volgens oudere geslachtstafels was deze Lucia de eerste vrouw van Philips II
van Vianden en de moeder van Adelheid van Vianden, die dan als eerste man
Johann von Dollendorf en als tweede Otto II van Nassau gehad zou hebben. Dit is
een misvatting op grond van een (door Walther Möller") verkeerd gelezen
oorkonde. De juiste verhoudingen volgen uit het artikel van B.M. Kamp in
NL1998k274. In RV1954p531 vermeldt Heinz Renn, dat de zoons van Johan van
Dollendorf weliswaar bekend zijn, dat de bronnen echter over eventuele dochters
zwijgen. Daar de zonen Gerlach en Godfried tussen 1325 en 1332 resp. 1359
vermeld worden, past Maria wat leeftijd betreft zeer goed in dit gezin (de
eerste vrouw van Godfried II van Sayn, Sophie van Volmestein, overleed 1324).
Maria wordt weliswaar pas vanaf 1345 vermeld, maar was eerst nog gehuwd met
Gerhard van Greifenstein. Ze was vrijwel zeker een dochter van het hier
genoemde echpaar, te meer daar nauwelijks een mogelijk alternatief ouderpaar
voorhanden is. Wel is een 4e/3e graads (werd gerekend als 4e graad)
verwantschap voorhanden via Hendrik II van Isenburg (+nach 29.09.1278) en
Mechtilde van Ahr Hochstaden, waarvoor een dispensatie nodig zou zijn geweest.
Of deze gegeven is, is me onbekend.
Info
315 Vaak wordt
hier Margriet Willemsdr van Foreest als vrouw van Adam genoemd. Volgens nieuwe
inzichten was Margriet niet uit de familie van Foreest. Dit werd aangenomen op
grond van het wapen met de dwarsbalk. Volgens drs. J.F. Jacobs is dit wapen van
Machteld Dircksdr van der Hoorn (GrJ deel II).
Info
316 Het
ankerkruis als wapen aan IJsbrant Dircxs werd aanvankelijk verklaard uit het
feit dat zijn moeder Aegt uit het geslacht van Oegstgeest stamt. In deze
familietak was de naam Van Oegstgeest reeds vier geslachten eerder via de
vrouwelijke lijn vererfd, namelijk via (Aleid) van Oegstgeest (dochter van
(Willem) van Oegstgeest naar haar zoon Willem van Oegstgeest. Dit geslacht
zegelt echter niet met het ankerkuis maar met een wapen uit de mannelijke lijn.
Aannemelijker is de these dat het ankerkruis uit het geslacht van Dirck
Allaertsz. stamt, een telg uit het geslacht van Oestgeest.
Info
317 Het bestaan
van Catharina van Foreest wordt in één van de excursiones op de Karel de Grote
page door Maarten van der Tas in twijfel getrokken. Na bestudering van "de
door de heren C. Hoek en J.C. Kort gepubliceerde repertoria op de leenkamers
alsmede de duizenden acten in regestvorm vervaardigd door de heer C. Hoek,
verschenen in Ons Voorgeslacht", concludeert hij dat zij niet heeft
bestaan. Hij heeft echter aan de schriftelijke familieoverleveringen geen
aandacht besteed. In de archieven van de Hoge Raad van Adel vinden we het
origineel van de "Afcompste van die Van der Meer van Berendrecht met
heuren magen ende verwanten. [...] Anno 1593" van "Arent van der Meer
van Berendrecht, advocaet in den Hoove van Hollandt". Daarin wordt de
grafzerk van Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. uit het begin van
de zestiende eeuw met het wapen "Foreest" van zijn moeder
"Catharina van Foreest" beschreven, maar van het wapen van zijn
moeders moeder wordt enkel gezegd dat het door afslijting onherkenbaar geworden
is. Hij probeert dus niet zijn geslacht een hogere status te geven door als
zijn moeders moeder de naam Cuser te vermelden, wat een aanwijzing is dat het
er niet om ging een zo aanzienlijk mogelijk voorgeslacht te laten zien. Dit
vergroot de geloofwaardigheid van het docukent. (J.F. Jacobs).
Info
318 Met
zekerheid was Jan I een kleinzoon van Jan IV van Aerschot en Maria van
Coudenberg. Over zijn ouders zijn verschillende versies in omloop, o.a. Gerard
van Aerschot en Margarethe Was. Het meest waarschijnlijk echter is de hier
vervolgde versie, dat Jan een zoon was van de stamhouder in de hoofdtak, Jan V
van Aerschot Schoonhoven. Dan klopt ook het feit dat Jan VII uit de hoofdtak
hem als 'oom' aanduidt. Anders zou hij een achteroom geweest zijn.
Info
319 Mechteld
van Montenaken wordt in het Stootboek (1350-1374) de zuster genoemd van de
burggraaf van Montenaken,zonder nadere aanduiding welke burggraaf het beteft.
'Les d'Arschot de Schoonhoven' noemt op blz. 87 Mechteld (Mathilde) een dochter
van Willem van Montenaken en Josine (Cunegond) de Dave. Ook volgens Auguste
Kempeneers in zijn 'L'ancienne franchise et l'illustre famille des vicomtes de
Montenaken' was Mathilde een dochter van burgraaf Willem, en dus de zuster van
burgraaf Jan. Tevens noemt Heliau (1791) in Jacques De Hemricourt in 'Miroir
ded nobles de Hesbaye' op blz, 207, noot h, Mechteld een dochter van Willem en
een zuster van de drie broers Jan, Godfried en Boudewijn. Al deze gegevens
hebben vermoedelijk dezelfde (foute) bron. In de discussie op LNA bleek Jan
waarschijnlijker als vader van Mechteld. Willem is op chronologische gronden
als vader practisch uitgesloten.
Info
320 Sommige
bronnen geven 1338 vanwege de "huwelijkse voorwaarden", dit betreft
waarschijnlijk de genoemd acte van Donderdag na St. Remeysdag 1338. Het
huwelijk zal volgens Hans Vogels waarschijnlijk een dikke 10 jaar eerder
gesloten zijn.
Info
321 Filiatie
met haar vader Gerit niet bewezen maar zeer waarschijnlijk. Greidanus noemt
Gerrit van Heemskerk (1331, 1351) als onbewezen vader. Volgens Booth had zij
een zoon Gerrit. Bovendien wordt in 1318 een Agnese heer Gerritsdr. van
Heemskerk vermeld, die een (half?)zuster van Gerrit zal zijn geweest en naar
wie Agnese genoemd kan zijn. zie GrJ Deel I blz. 697.
Info
322 In NL1994
toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde in eerste huwelijk getrouwd
was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede huwelijk met Otto van Buren. Hun
kleinzoon noemt hij abusievelijk 'Bartholomeus' van Buren. De naam Balthasar van Buren staat echter
vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).
Info
323 Ze was
volgens traditionele opvatting een dochter van het hier genoemde echtpaar
Gijsbert Both en Margriet van Arkel. Op grond van de chronologische problemen
(een serie erg jonge huwelijken) wordt wel gesteld, dat ze een dochter van
Gijsberts oom Hendrik Both geweest moet zijn. Greidanus ziet geen probleem,
daar hij haar moeder uit het eerste huwelijk van Jan III van Arkel laat
stammen. Maar ook een afstamming uit het eerste huwelijk lijkt chronologisch
mogelijk. Vermeulen, die haar moeder uit het tweede huwelijk laat stammen,
meent dat Margaretha van Arkel maar één dochter, Johanna, had, overigens zonder sluitend bewijs. De
hier gevolgde lijn is dus vrij onzeker en wordt bij Kunigonda van Virneburg
onderbroken. De voorouders van Arkel komen reeds op andere wijze in de
kwartierstaat voor.
Info
324 De twee
gegevens over Berta van 1333 en 1342 werpen de vraag op of de overlijdensdatum
van Bertha correct is. Ook in een akte van 6 april 1326 worden Steesken en
Bertha (‘Eustatius genoemd Stesken de Brakel en zijn vrouw Bertha’) vermeld.
Zij verkochten op die dag een stuk grond in Esch aan een zekere Gossuinus
Steenwech. Dit kan weliswaar een andere Bertha zijn, daar Steesken mogelijk
nogmaals getrouwd geweest zou zijn met een Bertha. Vanwege de vele Steeskens in
deze stamboom blijft onzekerheid hieroveer bestaan.
Info
325 Bij de
leenopvolging duikt de vraag op, of Jan van Hemert en Johan van Hemert niet
dezelfde personen geweest kunnen zijn. De leenopvolging vindt niet "bij
dode van" plaats. Ook is de generatieduur vrij kort.
Info
326 [Lysbeth of
Agnes] van Herlaer, zoals de vrouw van Johan van Hemert reeds bekend was (input
Trees Blom), moet zeer waarschijnlijk een dochter van het hier genoemde
echtpaar en een zuster van Johan van Herlaer van der Hoele haar broer geweest
zijn. Dit blijkt met name uit volgende gegevens betreffend de leenopvolging van
Delwijnen:
a) Volgens
leenakte Gelre van 10 maart 1394 (Staatsarchief Düsseldorf) ontvangt Johan van
Herlaer van der Hoele het dagelijks gericht van Delwijnen en de helft van het
dagelijks gericht van Kerkwijk en 8 mg land aldaar, zoals zijn vader, heer Jan
van Herlaer, dat placht te houden als Zutphens leen. Volgens het oudarchief
Nederhemert blijkt op 03.05.1451 Gijsbert van Hemert (zoon van [Lysbeth of
Agnes van Herlaer]) heer van Delwijnen en half Kerkwijk te zijn, als hij deze
heerlijkheden samen met Nederhemert afstaat aan zijn zoon ridder Jan van Hemert
in verband met diens huwelijkse voorwaarden (V&L1968p211).
b) Onder
"Leenhoven van de heren van Vianen" in OV1985p424, wordt eveneens het
dagelijks gerecht van Delwijnen genoemd: 6-3-1403: Johan van Herlaar zoals van
Gelre, dan tussen 18-7-1424 en na 18-3-1431 (hulde) Johan van Herwijnen, dan
12-4-1447: Jan van Hemert Gijsbertsz., heer van Hemert, neef van de leenheer,
zoals heer Gerard, heer van Meerwijk, en heer Jan van Herlaar, diens broer, die
hielden van Ameide, na verzuim.
Hoewel de
gegevens onder a) en b) zich niet geheel dekken, wijzen ze beide erop, dat de
van Hemerts Delwijnen uiteindelijk - hoewel niet direct - kregen van Jan van
Herlaer, die ook chronologisch als vader van [Lysbeth of Agnes] van Herlaer in
aanmerking komt. Ook is de naam Agnes in deze familie niet vreemd.
Een
"Lysbeth van Herlaer heren Jansdr. van Herlaer en van der Heule"
trouwt in 1395 met Vrederic van Draeckenborch (NL1950k222). Daar Jan van
Herlaer ca. 1358 trouwde, zal zij niet zijn kleindochter maar vrijwel zeker
zijn dochter geweest zijn. Ze was dan een zuster van de vrouw van Johan van
Hemert, wat impliceert dat de vrouw van Johan eerder Agnes dan Lysbeth geheten
zal hebben.
Info
327 Uit
verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon van Arnt van Hodenpijl te
zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De
kerkkorentiende en de loecwerftiende.
13-2-1355:
Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug
23-8-1376:
Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van
jonkvrouwe Machteld van Heemstee
- -1390:
Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand
24-11-1406:
Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl
Deze
leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het
ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de
grootvader van Dirck.
Info
328 Zie
Genealogische en Heraldische Bladen ,jrg.8 (1913), blz.345. Dit huwelijk
verklaard de namen Frederik, Christina en Berta in het gezin van Gijsbert maar
niet de voornaam Willem voor de oudste in leven gebleven zoon. Mogelijk was
Gijsbert de Coc wel tweemaal gehuwd. (Hans Vogels op Disc.lijst Ned. Adel
2013). De verdere gegevens stammen van Groenendijk in AQV.
Info
329 De ouders
van Otte zijn niet 100% bewezen.
Info
330 Schatting
Hans Vogels.
Info
331
Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus losbladige
aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels. Volgens de
traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe onderzoekingen
hebben aangetoond, dat zij in navolging
van oude kronieken in de verkeerde tijd en op de verkeerde plek in de
Arkel-stamboom is geplaatst. Deze visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn,
ook in de Nederlandsche Leeuw 2000 kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als
echtgenote genoemd. In de NL2005 kol. 292-302 is dit intussen door B. de
Keijzer gecorrigeerd.
Info
332 In bron
DORp250 wordt betwijfeld of Thielman ver Mathildenzone uit het geslacht van
Strijen stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette en de heren van
Strijen anders verlopen.
Info
333 Op grond
van het wapen met 2 zalmen op de grafzerk in 't Woud was een dochter van Heyn
Allertsz aangenomen. Volgens nieuwere inzichten was dit echter het wapen van
Jan Symonsz.
Info
334 Uit
verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon van Arnt van Hodenpijl te
zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De
kerkkorentiende en de loecwerftiende.
13-2-1355:
Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug
23-8-1376:
Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van
jonkvrouwe Machteld van Heemstee
- -1390:
Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand
24-11-1406:
Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl
Deze
leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het
ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de
grootvader van Dirck.
Info
335 In de
literatuur heerst geen overeenstemming over de ouders van Alyt, waarschijnlijk
was ze een dochter van Jan van Hodenpijl.
Info
336 Niet zeker,
vermeld in CRA met vraagteken, in ES niet vermeld.
Info
337 Mogelijk
huwde hij met een dochter van Everard de Wilde.
Info
338 Verbinding
met het geslacht van Berlaer vermoed op grond de mogelijke afkomst van de
heerlijkhied Zundert in het geslacht Van Schoonhoven. De twee bestaande
theorieën omtrent deze afkomst (van Coudenberg en van Montenaken) bleken geen
steun in de originele documenten te vinden. Hans Vogels vond een plausibele
mogelijkheid in de verbinding met Van Berlaer, daar deze reeds belangen in
Zundert hadden. Het verklaarde ook de twee zonen met de naam Jan. Crooenen
noemt geen dochter Agnes bij Jan II Berthout, wel hiieft diens zoon Lodewijk II
een dchter Agnes, die naar haar vernoemd zou kunnen zijn.
Info
339 Zij was
mogelijk een Van Mierlo of een Van de Bosch. Gerard van der Aa treedt op als
borg voor Hendrik van Mierlo, de zoon van Gooswijn van Mierlo en mogelijk
Elisabeth van den Bosch. Gezien het tijdstip van optreden zou Gerard gehuwd
kunnen zijn met een zuster van Hendrik van Mierlo met de naam Elisabeth. Haar
vader Gooswijn brengt dan de naam Goossen binnen de familiie van der Aa. Er
wordt melding gemaakt van een Elisabeth van den Bosch ( Lyze dicte van den Bosghe),
op 16.03.1298. Of deze Elisabeth nu dezelfde is als de vermoede echtgenote van
Gooswijn van Mierlo of een andere is niet duidelijk. Deze Elisabeth zou een
dochter kunnen zijn van heer Gooswijn van den Bosch, ridder. Ook hier weer de
mogelijkheid van doorgeving van de naam Goossen bij de familie van der Aa. Zie
voor meer informatie GvdAA.
Info
340 Niet zeker
of Hendrik een zoon van Margarethe van Scharpord is, zoals meestal
verondersteld, of van NN van Brederode, de hypothetische 2e vrouw van Jan van
Renesse volgend Hans Vogels.
Info
341 Mr.W.W.van
Valkenburg schrijft in zijn artikel "De voorouders van Z,K.H, Claus prins
der Nederlanden" in NL1966, kol. 141 betreffend Aleid van Lichtenberch:
"Deze laatste was dochter van Jacob van Lichtenberch ridder heer van
Rhijnauwen, Lichtenberg en Vinningen, schout 1343-45 en schepen 1311,13,16 en
20 van Utrecht, en Machteld Uten en kleindochter van Jacob van Lichtenberch
heer van Lichtenberg, erfschepen van Utrecht, in 1304 bij onlusten aldaar
vermoord". We weten nu vrijwel
zeker dat Jacobs testementaire beschikking Op Sint Jacobsdag (25 juli) 1327 ten
uitvoer gebracht was, hij kan dus onmogelijk van 1343-45 schout geweest zijn.
Er moet dus òf nog een latere Jacob, wellicht uit een andere tak, schout
geweest zijn, òf de betreffende jaartallen zijn fout.
Info
342 KdG, reeks
109. Volgens ES NF XVIII-62: 8.5/22.7.1343.
Info
343 Wellicht is
er tussen Johan en Herman van Kuinre nog een generatie met de naam Johan, nl.
Johan heer van Kuinre (+1363), zie discussielijst Ned. Adel juni 2009.
Info
344 Volgens een
hypothese van B. de Keijzer was de vrouw van Hugo Vornekine waarschijnlijk een
dochter van Jan van de Leede. De oorspronkelijk opvatting was, dat Hugo met
Geile van Kampen was getrouwd, die als weduwe non te Rijnsburg was in 1305.
Info
345 Vermeulen
noemt Margaretha een dochter van Kunigunda van Virneburg (OV2003), o.a. op
grond van een tapijtschildering op pilaar 9 in de Utrechtse Domkerk, met de
kwartieren Arkel, Bot, Virneburg en onbekend (van Stein?). Dit is dus niet
hetzelfde wapen als op pilaar 5 (Arkel,
Virneburg, Voorne, Kleef), wat wellicht van de kinderen van Jan IV van Arkel en
Irmgard van Kleef is. Greidanus meent op blz. 1177 dat ze een dochter van
Mabelia van Voorne was, daar het wapen (van pilaar 5) verkeerd was geïnterpreteerd.
Hier wordt de versie Vermeulen gevolgd, ook vanweg de genoemde oorkonde, waarin
zij en bisschop Jan worden vermeld tesamen met haar neef de bastaardzoon van
Jan (van Rijnestein). Intussen heeft ook Greidanus (2005) deze versie
overgenomen.
Info
346 Wie de
onthoofde Gijsbert uten Goye was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel
zeker. Soms wordt ook vermoed dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas
later gevonden, zie uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019,
pagina 161/162.
Info
347 De hier
oorspronkelijk aangenomen Elisabeth van Slingelandt was niet met Jan Pietersz
van Hemert getrouwd, haar nakomelingen
zegelden niet met het Châtillon wapen maar met drie leeuwenkoppen, dit betreft
daarom waarschijnlijk de "Stichtse" familie van Hemert (NL2004k258 ).
Info
348 Broer van
Gerard van Loon gen. van Herlaer, heer van Empel en Meerwijk. In de
leenopvolging van het dagelijks gerecht van Delwijnen van 12.04.1447 staat:
"zoals heer Gerard, heer van Meerwijk, en heer Jan van Herlaer, diens
broer, die hielden van Ameide". Dat het deze Jan van Herlaer betreft
blijkt uit een akte van 10 maart 1394. Daarin ontvangt zijn zoon Johan van
Herlaer van der Hoele het dagelijks gericht van Delwijnen en de helft van het
dagelijks gericht van Kerkwijk en 8 mg land aldaar, "zoals zijn vader heer
Jan van Herlaer dat placht te houden" als Zutphens leen.
Info
349 Niet
bewezen dat Layse de moeder van Nicolaas is. Ook zijn vader staat niet zonder
twijfel vast, zou eventueel ook Nicolaas van Malsen, gehuwd met een Clemence
(onmondig in 1288) geweest kunnen zijn. Zij was een dochter van heer Hubert van
Buren, heer van Caets. Zie LNA april 2018.
Info
350 Inplaats
van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van
der Made als vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de goederen van
Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse non
'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een ridder (vandaar 'ver') in het
klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens non, draagt de titel 'Ver Lisebeth van Hodenpijl’. Zij krijgt
legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.
Info
351 Volgens
overlevering was Jan getrouwd met Bertrand van Sterckenborg. Volgens een
beredeneerde hypothese van Hans Vogels was hij echter met (Maria?) van
Bentheim, dochter van graaf Otto V van Bentheim getrouwd (GrJ).
Info
352 Door
Greidanus wordt aangenomen, dat Aleydis een van Loon geweest zou zijn (GrJ,
blz. 770,1177), tevens in de KdG reeks 78. Later werd ze door Hans Vogels als
een van Egmond beschouwd, vermoedelijk een zuster van Gerard van Egmond. In
2019 vermoedt Hans Vogels op de Lijst Nederlandse Adel dat ze een Van Mirlaer
was, een dochter van Jacob II van Mirlaer, ovl.1268.
Info
353 Schatting
Hans Vogels.
Info
354
Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland is zeer
waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de
verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard kunnen worden (huwelijksdispensatie
Aleid van Henegouwen).
Info
355 Wordt in de
regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans Vogels'
interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn moet ze werkelijk
een van Zuylen geweest zijn.
Info
356 Hypothese
Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen: Gijsbert I
van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot (volgt uit de
grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel); wellich verder een Loef van
Ruwiel). Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw van Hubert II
"Schenk" van Bosinchem en waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van
het geslacht Taets en Van der Maern. (Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben,
daar ook zijn zoon met een van Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit
een andere familie stammen).
Info
357 Schatting
Hans Vogels.
Info
358 In oudere
stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren
genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede met een
dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002
vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer waarschijnlijk een dochter van Dirk van
Voorne en Alverade van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie
zijn hier overgenomen.
Info
359 Greidanus
geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info
360
Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland is zeer
waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de
verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard kunnen worden (huwelijksdispensatie
Aleid van Henegouwen).
Info
361 Volgens
Greidanus deel II blz. 1111 is Aert Touwe onbewezen als vader van Claes Toude.
Info
362 Aecht geldt
volgens drs. J.F. Jacobs als dochter van Dirck Claes Ruyschenz. (schepen van
Delft 1383/84, 1403/04) en Hadewij Symon Pieterszoonsdr. Dit echtpaar had
tevens een jongere dochter Machteld Dirck Claes Ruysschendochter, die in 1429
het leen erft dat we als het familiegoed Crayenest/Crayenburg in
Rijswijkerbroek kennen, minstens vanaf Willem van Oestgeest in familiebezit.
(Zie De Nederlandsche Leeuw 1925, kol. 184).
Info
363 Het is niet
geheel zeker of Elisabeth van der Dussen dan wel Catharina Dudinck de moeder
van Dirk IV van Wassenaer is, gezien het feit dat Dirck in 1348 nog onder
voogdij als het ‘kint wassenaer’ werd aangeduid en hoogstens 14 jaar oud kon
zijn, waardoor zijn geboortejaar op 1333/34 geschat kon worden. Desondanks
wordt in ‘Heren van Stand; Van Wassenaer 1200-2000’ aangegeven dat hij
waarschijnlijk uit het tweede huwelijk afkomstig is.
Info
364 Inplaats
van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van
der Made als vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de goederen van
Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse non
'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een ridder (vandaar 'ver') in het
klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens non, draagt de titel 'Ver Lisebeth van Hodenpijl’. Zij krijgt
legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.
Info
365 Verschillende
bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over Willem of Engelbert van Horne.
Greidanus Jaeger II noemt alleen nog Willem van Horne als echtgenoot van
Margaretha van Altena en vader van Willem I van Horne.
Info
366 Greidanus
geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info
367 Zie ook D.
Buurman, Ammersoyen, bijdragen tot de geschiedenis van het kasteel, de
heerlijkheid en de heren van Ammersoyen, uitg. 1986, blz. 119.
Info
368 De filiatie
tussen deze hypothetische Jan en zijn zoon Floris berust op een hypothese van
Hans Vogels, beschreven op de lijst Nederlandse Adel 4 jan. 2017.
Info
369 Bij
Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.
Info
370 Hendrik
trouwde waarschijnlijk met NN van Putten (Greidanus), bij ES NF VIII-35 geen
voorbehoud.
Info
371 Wij volgen
hier het familieschema van Georg Strasser. Sommigen noemen hem echter Jakob van
Oeren en geven hem Ordolf van Oeren, schepen van Trier als vader. Deze zou een
zoon zijn van ridder Jakob van Oeren, ministeriaal te Trier, heer van Wittich
en Neuenburg, vermeld 1206/1225 als miles en dominus. Diens vander Jakob van
Oeren zou eveneens ministeriaal zijn geweest, evenals zijn gelijknamige
grootvader, zoon van Isenbart de Horreo van Oeren, ministeriaal te Trier.
Helaas ontbreken bronvermeldingen en is een verzonnen link met een belangrijke
familie niet uitgesloten. In de Mittelrheinische Archiven is in 1283 wel sprake
van een Trierer schepen Jakob von Oeren (de Orreo of Horreo) die door Lodewijk
von der Brücke van een leenplicht ontbonden wordt. Dit zou Jakob der Ältere
kunnen zijn, hij heeft dan echter een vader Carl von Oeren, die volgens een
ander akte in 1275 is overleden. Ook dan zou dus Ordof als vader niet kloppen.
De naam Karl komt later ook bij Von Oeren voor, Carl von Trier, geb. ca. 1265,
was een bekende grootmeester van de Duitse orde en een begaafd diplomaat. Zijn
vader was volgens Wikipedia een Trierse schepen Jakob van Oeren. Het is echter
niet onbestreden dat Carl een Von Oeren was, siehe Freiburger Geschichtsblätter
Band (Jahr): 52 (1963-1964). Al met al laten we het bij de genealogie volgens
Strasser.
Info
372 Volgens
ESI.2-26. ES VII-11 geeft 1287 aan.
Info
373 ES NF
VIII-23 geeft een stippellijn naar Marie, lijkt niet zeker te zijn of ze van
Roberts 1e of 2e vrouw stamt. Een Wavrin page op internet geeft éénduidig het
"deuxième lit" aan: http://perso.club-internet.fr/driout/WAVRIN.htm
Info
374 NL2018
noemt Jacob III een zoon van Jacob II's eerste vrouw terwijl zijn tweede vrouw
vermoedelijk een Van Wulvan was. De wapenvoering van Jacob III lijkt er eerder
op te wijzen dat zijn moeder een Van Wulven was, hetzij dan dat het
alliantiewapen op zijn stiefmoeder betrekking zou gehad hebben.
Info
375 KdG, Reeks
109: overl. tussen 1302 en 1308
Info
376 De enige
akte die over Mabelia bekend is betreft goederen in 'iuridictione h viri de
Lichtenberg. anno 1311 ( Inv archief Nyevelt), die ze aan haar oudste zoon
laat. De oudste (bekende) zoon van Steven en Mabilia is Jacob, het is de eerste
vermelding van een Jacob bij de Zuylens, waarschijnlijk vernoemd naar zijn
grootvader Jacob van Lichtenberg.
Info
377 OV1983:
"Zijn (Philips van Duivenvoorde) vrouw was misschien Elisabeth van
Vianen".Volgens Booth noemt Hubrecht
van Vianen haar zijn zuster. Ze wordt vermeld in 1307 als vrouwe van
Polanen. Ook Greidanus (pag. 453) betweifelt, dat het een zuster van Hubrecht
is, maar op gronden van de naam Elisabeth, die reeds bezet was. In deel II
(pag. 1116) heet echter haar zuster Adelissa i.p.v. Elisabeth, waardoor dit
argument ontvalt.
Info 378 Volgens ES NF XVIII-39:
16.12.1318.
Info
379 Op de lijst
Ned. Adel van 24.01.2009 betwijfelt Hans Vogels de historische juistheid van de
vrouw van Ghisebrecht uten Goye. Haar identiteit berust op een een publicatie
uit 1700 van Ant. Matthaeus. Hij leefde echter dik 400 jaar na voornoemde
personen. Uit latere huwelijken en van nakomelingen blijkt dat meevoudig
dispensatie nodig geweest zou zijn.
Info
380 Van
Doornmalen zet Jan Koc als mogelijke zoon i.p.v. schoonzoon in zijn schema, wel
met een vraagteken.
Info
381 Jan Koc van
Herlaer was waarschijnlijk met een dochter van Gerard van Loon en Aleid van
Herlaer getrouwd. Geheel zeker is dit echter niet, Jan kan ook zelf uit de
familie van Loon stammen, gezien het wapen van Empel en Meerwijk (Hans Vogels).
Info
382 In NL1994
toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde in eerste huwelijk getrouwd
was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede huwelijk met Otto van Buren. Hun
kleinzoon noemt hij abusievelijk 'Bartholomeus' van Buren. De naam Balthasar van Buren staat echter
vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).
Info
383
Info
384 KdG22 geeft
als huwelijksdatum vóór 15-1- 1321. Dit kan niet kloppen, zie discusse Disc.
Forum Ned. Adel 22 Mar 2006. In 1322 is ze nog ongehuwd, pas in 1327 wordt ze
voor het eerst als gehuwd vermeld. J. Craandijk, Proeve eener geschiedenis van
het geslacht van Haarlem, in: Nijhoff,
Bijdragen 4e reeks, Ie deel, 1-59. Op blz. 46 staat het volgende:
"Jonkvrouw
Goede is omstreeks 1327 `te manne gekomen'. In dat jaar, dinsdag na St.
Jacobsdag, maakte graaf Willem bekend, dat hij Florens van Haamstede, zijnen
neve, gegeven heeft ten huwelijk met
jonkvrouw
Goede, Jans dochter van Berghen, sinen wive, ten eerste, `dat an hair comen
sal, na hare moeder doet alsulcke eygelijck goet alse Jan Persijn, haar
oudevader met hare moeder ten huwelijk gaf Jan van Berghen en hare moeder laten
sal in haren letsten leven' voort 100 pond 's jaars, enz. . Het blijkt hieruit,
dat de vrouw van Jan van Bergen een dochter was van heer Jan Persijn en dat zij
in 1327 nog leefde."
Info
385 Hij wordt
in veel afstammingsreeksen als bastaard van Jan II van Avesnes genoemd (Gens
Nostra 1990 pag. 21, KdG reeks 3 en 66). Hij voert als wapen een effen schild
met een vrijkwartier: gevierendeeld, I en IV Vlaanderen, II en III Holland. De
zoon van Jan II, Willem I/III, graaf van Henegouwen en Holland, noemt hem
echter op 2 mei 1334 "onsen neve ende trouwen knape". Als dit
letterlijk genomen wordt kan Willem (die) Cuser daarom geen bastaardzoon van Jan
II van Avesnes, graaf van Henegouwen en Holland, zijn. Wel is hij een kleinzoon
of achterkleinzoon (via bastaardij) van Jan I van Avesnes en Aleid van Holland.
Jhr. H.A. van Foreest meent: "Waar hij Henegouwen en Holland voert in een
vrijkwartier, lijkt het aannemelijk, dat hij is geboren uit een Avesnes, die
recht had op opvolging in deze graafschappen; dus mogelijk uit 'Jan zonder
genade', de oudste broeder van Willem III, gesneuveld bij Kortrijk in 1302.
Zijn leeftijd, voor zover bekend, correspondeert met die onderstelling."
Bert den Hertog vermoedt in zijn artikel in NL2016, p57, dat hij een zoon was
van Gwijde van Henegouwen, bisschop van Utrecht. Ook dit is niet bewezen en
wordt betwijfeld door Hans Vogels in een discussie op de lijst Ned. Adel van
april 2017. Voorlopig nemen we hier, met een onzekerheids * de versie van Bert
den Hertog over.
Info
386
Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus losbladige
aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels. Volgens de
traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe onderzoekingen
hebben aangetoond, dat zij in navolging
van oude kronieken in de verkeerde tijd en op de verkeerde plek in de
Arkel-stamboom is geplaatst. Deze visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn,
ook in de Nederlandsche Leeuw 2000 kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als
echtgenote genoemd. In de NL2005 kol. 292-302 is dit intussen door B. de
Keijzer gecorrigeerd.
Info
387 volgens ES
XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr. Berkenrode.
Info
388 ES geeft:
ovl. 17.01.1271.
Info
389 Schatting
Hans Vogels.
Info
390 Greidanus
noemt haar Margaretha van Born. Hans Vogels (zijn bron) houdt echter nog een
slag om de arm: "de naam van de vrouw van Boudewijn van Altena is niet uit
eigentijdse of latere bronnen bekend. Baron van Spaen noemt haar als Margareta.
Ongetwijfeld is deze benaming gebaseerd op een aanwijzing of vermoeden maar
anno heden valt daar geen bewijs voor aan te dragen. Derhalve lijkt het me
beter om de voornaam [Margareta] voor de vrouw van Boudewijn tussen hypothetische
haakjes te plaatsen". Nieuw aspect: Hans Vogels, oct. 2004: Dat hij met
Margareta van Born zou zijn gehuwd kunnen we schrappen. Onlangs deed J.C. Kort
in een artikel uit de doeken dat die veronderstelling mede gebaseerd was op een
rond 1626 door Butkens gefantaseerde oorkonde over Drunen....Boudewijn's
huwelijkspartner zal in Gent gezocht moeten worden in het geslacht van de
plaatselijke burggraven.
Info
391
Vermoedelijk een broer van Dirck II van Beveren, beide waarschijnlijk
uit het tweede huwelijk van Jordan van Beveren (Hans Vogels).
Info
392 Hier werd
Johannes Mötsch gevolgd, die uiteenzet dat vroegere aannamen dat Johan met een
dochter of kleindochter van Otto van Gelre of getrouwd was, niet kunnen
kloppen. Zoon Hendrik zou dan met Blancheflor van Gulik (haar moeder was een
van Gelre) een te naast familielid getrouwd zijn. De fout ligt in de
interpretatie van een oorkonde van 9 april 1281 waarin Johans zoon, graaf
Godfried I van Sponheim-Sayn, een "sororius" van graaf Dirk I van
Limburg-Stirum (zoon van Frederik II van Altena-Isenberg en Sofie van Limburg)
genoemd wordt. Daaruit werd de conclusie getrokken dat Dirks vrouw Adelheid een
zuster Adelheid van graaf Godfried I was. Graaf Dirk behoort echter volgens een
oorkonde (afstandsverklaring) van 1 april 1265 niet tot de erfgenamen van Johan
van Sponheim, deze worden alle vier bij name genoemd. Mötsch noemt nog verdere
aanwijzingen die de vroegere aannamen onmogelijk maken. Daar
"Sororius" behalve zwager ook zusterzoon kan betekenen, ligt de
oplossing voor de hand dat Johan met een zuster van Dirk van Limburg getrouwd
was, waarmee genoemde problemen opgelost zouden zijn.
In een
discussie op de Duitse lijst Adel omstreeks 25.07.2006 wordt de mening van
Mötsch echter aangevochten. Hij zou een oorkonde uit 1.5.1243 niet gekend
hebben, waarin alle 5 kinderen van Freidrich v. Isenberg & Spohie v.
Limburg genoemd worden, waarbij echter een dochter die met Johan van Sponheim
getrouwd zou zijn ontbreekt. Deze verbinding wordt daarom van een * voorzien,
17.08.2006.
Info
393 Greidanus
noemt als 2e vrouw Agnes van Cranendonck met een vraagteken. Hans Vogels:
"Boudewijn van Altena's oudste dochter [Margareta] is rond 1190 gehuwd met
Willem van Horne. Tussen de huwelijksdata van haar en haar zus Sophia ligt 15
tot 20 jaar. Je zou zelfs van een generatieverschil kunnen spreken omdat de
vrouwen in die tijd al vanaf hun twaalfde levensjaar (volgens het Middeleeuws
canonieke recht) uitgehuwelijkt werden. Zus Sophia kan en moet, gezien de
anders optredende verwantschapsproblematiek, derhalve dus uit een tweede
huwelijk van Boudewijn van Altena stammen".
Info
394 Volgens
traditie was dit Agnes Persijn, uit het geslacht van de heren van Waterland.
Dit is echter door nader onderzoek niet bevestigd (GrJ, aanv. 2003). WdO noemt
hier Meilendis. Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen
verkoopt. Is echter geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk
identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van
Amiens en Melisende van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en
chronologisch gezien lijkt ze eerder wat jong,
Info
395 Tot voor
kort gold: "Alveradis was zeer waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een
van Cuyck" (GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels op 20 Sep
2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In 1343 gaf de
vrouwe van Raephorst een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen
de in of kort na 1336 kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens
echtgenote, waar dit uit blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun Janse,
"Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late
Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren 2001, blz. 278.
Info
396 GrJ noemt
hier Maria van Bourghelles, kennelijk in navolging de NL van 1960 k39, waar dit
vermeld wordt met Leuridan, ,,Les sires de Cysoing", als bron. Schwennicke
noemt haar slechts Maria en ook bij Warlop komt zij niet voor. Er moet dan ook
getwijfeld worden aan deze versie, zoals uiteengezet door Hans Vogels op de
discussiegroep Nederlandse Adel dd 30.4.2011/6.5.2011.
Info
397 Ouders van
Walram niet zeker, een ander mogelijk ouderpaar is: Hendrik van Nassau en
Beatrix, dochter van Rotbert van Laurenburg (GrJ).
Info
398 Borman
(1910), Tome I, p. 398, footnote 4, no citation reference.
Info
399
Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na
1270 aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn van
Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats
gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk
van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar
zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.
Info
400 Hans
Vogels.
Info
401
Verschillende bronnen geven Wolphert I van Borselen als vader van (Oda)
aan, bv. NL1980 (J.M. Homs)
en Schwennicke in ES NF XVIII-37. Hier wordt Greidanus gevolgd, die Peter van Borselen aangeeft. Volgens
informatie van Hans Vogels (07.05.2003) is dit naar momentele stand van
onderzoek juist: "Het korte artikel van Hom was een reconstructie uit
1980. In 1993 kwam Zondervan met een vrij uitvoerig artikel waarin onderdelen
van Hom's argumentatie een nieuwe verklaring of identiteit kregen. Bij mijn
weten is dat van Zondervan nog de meest recente en meest onderbouwde
publicatie. [Oda] van Borselen blijft bij hem een dochter van Peter en [Hadewig]
van Kruiningen. Dit mede gebaseerd op vernoeming".
Info
402 OV1983p100
Info
403
Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na
1270 aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn van
Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats
gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk
van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar
zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.
Info
404 Hans
Vogels.
Info
405 OV1983p100
Info
406 ES NF
VIII-39 noemt haar een dochter van Herbaren van Arckel, heer van Liesveld en
Nieuwpoort. NL1950p245: jvr. van den Berghe (Arkel) Hr. Harbernusdochter. Hier
wordt De Keijzer gevolgd, NL2019.
Info
407 Wie de
onthoofde Gijsbert uten Goye was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel
zeker. Soms wordt ook vermoed dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas
later gevonden, zie uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019,
pagina 161/162.
Info
408 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van
Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit
de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info
409 Tot voor
kort gold: "Alveradis was zeer waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een
van Cuyck" (GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels op 20 Sep
2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In 1343 gaf de
vrouwe van Raephorst een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen
de in of kort na 1336 kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens
echtgenote, waar dit uit blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun Janse,
"Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late
Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren 2001, blz. 278.
Info
410 De
afstamming van de vrouw van Reinard van Heeze wordt door Hans Vogels
beredeneerd o.a. met behulp van de gidsnaam Justine.
Info
411 Het
geslacht Van Rossem kan met vrijwel volledige zekerheid teruggevoerd worden tot
op de hier als generatie I vermelde Gerard van Rossem (1224/33). De generaties
I-III staan evenwel niet geheel vast, maar de naamsopvolging
Gerard-Goossen-Gerard-Goosen geeft hier wel grote waarschijnlijkheid, terwijl
de jaren van voorkomen zich er ook niet tegen verzetten. Dat Goossen (gen.
II)het later steeds door dit geslacht gevoerde wapen (drie vogels, later
duidelijk papegaaien) in 1263 reeds bezigde, stempelt hem als lid van het hier
behandelde geslacht (NL1953). Greidanus zet geen vraagtekens.
Info
412 Deze en
oudere generaties berusten op gegevens verkregen bij een lezing van mevr. Trees
Blom voor de NGV te Zaltbommel. Daar geen manuscript met bronverwijzingen
voorhanden is, zijn deze generaties met een * voorzien.
Info
413 In
verschillende genealogiën is Aleid als dochter van Arnts zoon Dirk van Herlaer
(ook bij van Dinther). Hier volg ik van Doornmalen, wiens oplossing
chronologisch gezien plausibeler is.
Info
414 Cordfunke
ziet hem als een zoon van Dirck van Haarlem.
Info
415 Greidanus
noemt ze zonder voorbehoud van Limburg. In de literatuur heerst daar echter
geen eenstemmigheid over. Vroeger werd hier Jutta van Rieberg genoemd, dit
lijkt echter nauwelijks mogelijk. Daar slechts haar voornaam bekend is, is van
Limburg een hypothese, die veel verklaard, maar niet sluitend bewezen is.
Info
416 Schatting
Hans Vogels.
Info
417
Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans
Vogels.
Info
418 Mogelijk
een dochter van Wouter van Straten en
[Edwina] van Esen Richardsdr. Jordan is de eerste van de Van Beverens die
burggraaf van Diksmuide werd. De burggraven uit het begin van de 12e eeuw
kwamen uit de familie Van Esen. Een broer van burggraaf Dirk (1096-1133) was
een Richard van Woumen (1110-1128). Diens dochter [Edwina] huwde een Wouter van
Straten (1127/28-1139). Hun zoon was Richard, heer van Straten, ridder (1153-voor
1202). Het kan toeval zijn maar het burggraafschap Diksmuide en de voornamen
Richard en Wouter zien we bij de Van Beveren/Pumbekes terugkeren (HV).
Info
419 Op grond
van het wapen, 2 afgewende zalmen, nam Booth aan, dat ze een van Heinsberg was.
Dat is echter een Chiny-wapen, terwijl de heren van Heinsberg in die tijd nog
geen graven van Loob en Chiny waren (GrJ).
Info
420 Andere
bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.
Info
421 Roelvink en
de Hek noemen hier Hugo. Greidanus noemt Hugo of Willem met daarna eventueel
nog een Hugo als tussengeslacht. Gom van Strien noemt hier Hugo van Strien,
vermeld 1204 en 1213, zoon van Willem I van Strien, vermeld 1180 met zijn broer
Hugo, zoon van Fastrado de Striene, vermeld 1143 en 1167.
Info
422
Hoogstwaarschijnlijk een dochter van het hier genoemde echtpaar,
conclusie van Hans Vogels.
Info
423 Volgens
Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels",
Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van
een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.
Info
424 Schatting
Hans Vogels.
Info
425 Deze
generatie van Salm wordt door sommige onderzoekers tussen de 2 generaties
geschoven (ook in ES IV-92). Anderen zien in Hendrik II en Hendrik III dezelfde
persoon. Merkwaardigerwijze heeft de echtgenote in beide generaties bij ES de
naam Joatte (Judith).
Info
426 Volgens
oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis
(= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van
Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd
bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar
in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het
chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende
studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet
van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het
rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse
Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.
Info
427 Sommige
genealogen zetten tussen Jan I en Jan II een dochter Petronella, die van haar
vader erfde. Jan II zou dan een kleinzoon zijn van Jan I. Wij volgen hier in
navolging van Greidanus de zeer betrouwbare genealogie beschreven in E. Warlop,
De Vlaamse adel voor 1300, Handzame, 1968, 3 dln.
Info
428 Hoewel
Schwennicke haar opvoert als vrouw van Dirk, is dit geenszins zeker. Ze wordt
wel als fantasiefiguur beschouwd. Auf Liste LDA van 14.12.2008 schreibt dazu E.
Volkert: "Ich zitiere aus Dieter Kastner, Territorialpolitik der Grafen von Kleve (1972), S.182f. zu Graf
Dietrich VI., 1202 u. 1203 puer de Clivo/deClive, + 1260: "... war zweimal
vermählt. Seine erste Gattin soll Mathilde, Erbtochter des Herrn von Dinslaken,
gewesen sein; doch geht diese Nachricht auf willkürliche Kombination und Erfindung
der klevischen Hofhistoriographen des 15. Jahrhunderts zurück, wie schon Ilgen
und Behm nachgewiesen haben. Name und Familie der bereits früh, nämlich um
1224, gestorbenen ersten Frau bleiben leider unbekannt. ..."
Info
429 ES VII-11.
ES XIII-113 geeft aan: mei 1249/1259
Info
430 ES VIII-23
(1980) en NL1993k515 noemen haar Elisabeth, in ES XIII-139 (1990) wordt ze
echter Félicité genoemd, terwijl haar zuster Elisabeth geestelijke werd in
Mont-Dieu-de-Montmirail.
Info
431 Waarsch.
dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de Trith (Midvorsten). Wordt in ES NF
45b niet genoemd.
Info
432 Bij
Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.
Info
433 Volgens ES
NF XVIII-62 Heilwich van Holte, d.v. Adolf van Holte. [Volgens
Slijkerman/Sigmond "de geslachten Cranendonck" Helwige (van
Cranendonck), erfvrouwe van Cranendonck, Wickerode en Eindhoven, d.v. Lotharius,
graaf van Wickerode].
Info
434 Wordt in de
regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans Vogels'
interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn moet ze werkelijk
een van Zuylen geweest zijn.
Info
435 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van
Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit
de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info
436 Schatting
Hans Vogels.
Info
437 Volgens een
vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn,
dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van
den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen
van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk
geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.
Info
438 Schatting
Hans Vogels.
Info
439 De Keyzer
komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt
en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen
van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus
daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van
Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter
verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van
Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt
ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met
een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar
eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van
Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet
in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).
Info
440 van
trouwdatum van de vader afgeleid.
Info
441
Oorspronkelijk werd NN van Putten als vrouw van Floris aangenomen en NN
van Naaldwijk als vrouw van zijn zoon Dirk van Doortoge. Nieuwer onderzoek
heeft aangetoond dat de situatie omgekeerd is (Greidanus, losbladige
aanvullingen II, conclusie van B. de Keijzer en Hans Vogels).
Info
442 De Keyzer
noemt Jan een zoon van Nicolaas van der Merwede, een broer van Godschalc.
(genealogie van der Merwede, zie Hogenda). Beide broers hebben volgens hem een
zoon Jan. Bij Godschalc wordt Jan met naam vermeld met zijn broer Daniel als
hun moeder Mabelia testeert op 13 juli 1288.
Info
443 Thiele
geeft Godfried van Kuijc (= Godfried I van Arnsberg) als vader aan, met zijn
eerste vrouw Ida van Werl Arnsberg, evenals Greidanus in zijn erste versie
(deel I). Greidanus noemt haar in zijn tweede versie (deel II) een dochter van
Godfried en zijn tweede vrouw Heilwich van Renen. NL2021 noemt haar een dochter
van Hendrik I van Arnsberg, dus een kleindochter van Godfried. Dit is kennelijk
gebaseerd op de analen van Egmond, waar beschreven wordt dat Otto IV ruzie
kreeg met zijn schoonvader, graaf Hendrik van Arnsberg over de bruidsschat.
Hendrik zette Otto zelfs gevangen. Daar dit geen primaire bron betreft en
i.p.v. Alvaradis van een dochter met onbekende naam sprake is, blijven we
voolopig bij de versie van Greidanus II. De ruzie van Otto zou dan met diens
zwager i.p.v. met zijn schoonvader plaatsgevonden kunnen hebben, graaf Hendrik
was immers een halfbroer van Alvaradis.
Info
444 Adelwino de
Ledene, vermeld 1108, wordt ook wel geïnterpreteerd als burggraaf van Leiden,
hij zou een tussengeneratie vormen tussen Adaluuin castelanus, vermeld 1083 ,
en Aluuino castellano de Leithen, vermeld 1143. Ook kan hij met één der beide
identiek geweest zijn. (bron: Freek Lugt, het ontstaan van Leiden, blz. 73). In
dat geval lijkt hij niet als stamvader van het geslacht van de Leede in
aanmerking te komen.
Info
445 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info
446 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info
447 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info
448 Schwennicke
geeft in XI-4 aan dat ze een dochter is van graaf Floris van Holland. Er zijn
hierover twijfels, zo komt de naam Floris in haar nageslacht niet voor.
Info
449 ES NF
XVIII-30 noemt haar Ada (Persijn).
Info
450 Croenen
geeft Arnold I van Aerschtot en Oda als ouders van Oda, de vrouw van Gerard I
van Grimbergen aan. Gezien zijn sterfjaar moet hij Arnold III bedoelen. Deze
was echter gehuwd met Beatrix van Looz. Heb hier Oda als tweede vrouw
toegevoegd, MedL wijst er echter op dat Croenen geen bron aangeeft.
Info
451 Volgens
oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis
(= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van
Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd
bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar
in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het
chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende
studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet
van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het
rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse
Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.
Info
452
Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans
Vogels.
Info
453 Zie
"De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: "Een
huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit
van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen
bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere
(tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk
met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien
dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van
Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam
Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals
Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn." ES VIII-35 en Greidanus noemen
als mogelijke ouders Otto II van Chiny en Adelheid van Namen.
Info
454 ES geeft
27.02,1200/1203, hier wordt Greidanus gevolgd.
Info
455 Sommige
bronnen geven Hendriks 2e vrouw Ade van Avesnes als moeder van Hendrik IV aan.
Info
456 volgens ES
XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr. Berkenrode.
Info
457 ES geeft:
ovl. 17.01.1271.
Info
458 Waarsch.
dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de Trith (Midvorsten). Wordt in ES NF
45b niet genoemd.
Info
459 Niet
duidelijk of deze een zoon van Raas V is, volgt wel op.
Info
460 Schatting
Hans Vogels.
Info
461 Volgens een
vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn,
dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van
den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen
van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk
geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.
Info
462 De Keyzer
komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt
en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen
van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus
daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van
Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter
verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van
Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt
ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met
een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar
eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van
Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet
in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).
Info
463 Soms wordt
hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische
Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in
deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v.
Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info
464
Verschillende bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over Willem of
Engelbert van Horne. Greidanus Jaeger II noemt alleen nog Willem van Horne als
echtgenoot van Margaretha van Altena en vader van Willem I van Horne.
Info
465 De Keyzer
komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt
en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen
van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus
daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van
Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter
verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van
Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt
ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met
een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar
eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van
Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet
in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).
Info
466 Hypothese
Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen: Gijsbert I
van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot (volgt uit de
grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel); wellich verder een Loef van
Ruwiel). Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw van Hubert II
"Schenk" van Bosinchem en waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van
het geslacht Taets en Van der Maern. (Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben,
daar ook zijn zoon met een van Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit
een andere familie stammen).
Info
467 Soms wordt
hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische
Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in
deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v.
Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info
468 Soms wordt
hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische
Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in
deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v.
Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info
469 Volgens
Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde, dit is echter niet
zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht IJsselmonde van Hugo
geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia geweest zijn. De naam Hugo zet
zich bij de van Egmonds in ieder geval niet voort (H.Vogels).
Info
470 Schatting
Hans Vogels.
Info
471 In oudere
stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren
genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede met een
dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002
vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer waarschijnlijk een dochter van Dirk van
Voorne en Alverade van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie
zijn hier overgenomen.
Info
472 Volgens een
hypothese van Hans Vogels was Diederik van Herlaer waarschijnlijk rond 1252
gehuwd met een dochter van ridder Arnold II van Stein, dit op grond van de naam
Arnold, het sociaal niveau en ter verklaring van de overdracht van goederen,
met name te Nuenen, die de van Herlaers
via Arnold van Stein van Dirk II van Altena verworven zouden kunnen hebben.
Info
473 Schatting
Hans Vogels.
Info
474 Volgens een
vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn,
dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van
den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen
van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk
geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.
Info
475 Volgens ES
NF XVIII-39: 16.12.1318.
Info
476 Volgens
oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis
(= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van
Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd
bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar
in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het
chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende
studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet
van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het
rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse
Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.
Info
477 Greidanus
geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van
Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg.
1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook
Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info
478 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent -
hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst
("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam
prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse
adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf
Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van
Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van
Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info
479 KdG Reeks
159 geeft 1020 aan.
Info
480 ES NF noemt
slechts één vrouw van David I. Volgens andere bronnen trouwt hij echter (2) in
1113 met Mathilde van Bamberg, waarvan Henry een zoon zou zijn.
Info
481 Volgens ES
NF II-89. ES NF III.4-621 geeft 18.IV.1118.
Info
482 Josef
Heinzelmann meende er weliswaar in "Spanheimer-Späne Schachwappen und
Konradinererbe" op attent te moeten maken, dat een sluitend bewijs voor de
preciese filiatie tussen Menighard van Sponheim en (zijn kleinzoon) Godfried II
ontbreekt. Theoretisch zou een opvolging in de vrouwelijke lijn niet uit te
sluiten zijn. Dit slaat duidelijk op de filiatie Godfried I als zoon van
Meginhard en Mechtild, waarbij de nieuwe naam Godfried, die op het eerste gezicht
vreemd lijkt, de enige aanleiding vormt voor twijfel. Op navraag (januari 06)
blijkt Heinzelmann in deze - na een meningsuitwisseling met Mörsch - zijn
stelling afgezwakt te hebben. Hij ziet weliswaar een theoretische mogelijkheid
dat de acte zuiver chronologisch gezien op een kleinzoon betrekking zou kunnen
hebben, maar acht deze mogelijkheid intussen wel zeer onwaarschijnlijk. Daarbij
komt dat hij voor de naam Godfried (de aanleiding voor zijn stelling) intussen
een agnatische verklaring gevonden heeft. Vermoedelijk was Meinhards vader Stephan
van Sponheim door huwelijk stamvader van de Rijnse Sponheimer geworden en
stamde zelf uit het huis de Meti (waartoe de van Metz, Lunéville, Blieskastel
en Huneburg behoren). Daar is de naam Godfried bekend en zelfs in een door
Menighard von Sponheim vervaardigde oorkonde van 1125 wordt een Godefredo als
getuige genoemd, die zeer waarschijnlijk de 1087/1127 vermelde graaf Godfried
van Blieskastel uit het huis de Meti is.
Info
483 Greidanus
geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele.
In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij de tweede
aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron noemt hij Thomas Kraus: "Die
Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier
overgenomen.
Info
484 Soms wordt
ze een dochter van Hendriks broer Herman II (III) van Salm en Mathilde van
Parroye genoemd. Dit verandert de verdere afstammingslijn uiteraard niet. Hier
worden Schwennicke (ES NF IV-92) en Thiele (EGS I.1-81) gevolgd, die Hermann II
(III) weliswaar noemen maar zonder huwelijk en nakomelingen. Ook volgens Erich
Brandenburg in "Die Nachkommen Karls des Großen" zijn noch zijn vrouw
Mathilde de Parroye noch eventuele kinderen bewezen. Elisabeth wordt als
kleindochter van Herman I (II) van Salm en Agnes van Bar beschouwd om de
overgang van het graafschap Salm in de Ardennen aan het huis Vianden (voor
1163) te verklaren. Heinz Renn meent in "Das erste Luxemburger
Grafenhaus", blz. 159: "Außer diesen beiden Kindern Heinrich und
Theoderich müssen wir Hermann II (I) und seiner Gemahlin (Agnes van Bar) einen
weiteren Sohn namens Hermann zuweisen, der jedoch kinderlos gestorben ist. Die
Familie pflanzt sich nur durch Heinrich I (1135-1165) fort. Sein Sohn Heinrich
II (1171-1244) ist der Begründer des Hauses Salm in den Vogesen, während seine
Tochter Elise durch ihre Vermählung mit Friedrich von Vianden eine neue
Grafenlinie von Salm in den Ardennen, dem so genannten Vielsalm, einleitet. So
nach Vannerus". Hij merkt dan nog op dat Erich Brandenburg zelfs de
afstamming van Elise uit het huis Salm ontkent (de overgang van het graafschap
Salm zou ook door koop plaatsgevonden kunnen hebben). In deze mening lijkt
Brandenburg echter alleen te staan.
Info
485 Over de
vader van Jacob zijn verschillende theoriën in omloop. Wij baseren ons hier op
het artikel in NL2017, waar duidelijk wordt dat de vader onbekend is.
Info
486 In vroegere
stamboomversies (en in ES) wordt hier Beatrix van Haarlem genoemd, terwijl
Mabelia NN als tweede vrouw genoemd wordt. Volgens de losbladige aanvullingen 2
van Greidanus vervalt Beatrix van Haarlem en is Mabelia NN de moeder van Willem
II van Egmond. Hans Vogels noemt Beatrix van Haarlem als vrouw van Wouter van
Egmond.
Info
487 ES XVIII-22
geeft Ida van Lotharingen-Brabant als vrouw van Arnold I en Bertha NN van
Arnold II, omgekeerd als Greidanus, die hier gevolgd wordt. Arnold II maakt in
ES XVIII-22 geen deel uit van deze stamreeks, hij is een broer van Dirk III
(II) van Kleef.
Info
488 Wordt in ES
NF XVIII-56 Arnold I genoemd, zou
getrouwd zijn met Agnes van Mainz, voorgaande generatie ontbreekt. Hier wordt
Greidanus gevolgd.
Info
489 ES IV-92
(1981) noemt haar een dochter van Dietrich II, ES I.2-226 (1999) echter een
dochter van Dietrich I. Deze laatste recentere versie wordt hier gevolgd. [Ze
is dan een jongere dochter van Dietrich I, wat strookt met het feit dat de naam
Agnes weliswaar een familienaam bij Bourgondië-Ivrea is, maar niet tot de eerst
te vernoemen namen behoort. Bij Dietrich II zou ze tot de oudste dochters
behoort moeten hebben. Ook zou ze met een laatste vermelding in 1144 waarschijnlijk
veel jonger overleden zijn dan haar vader (Dietrich II overlijdt in 1163)
terwijl haar man Herman van Salm reeds 1138 overlijdt. Dit zou chronologisch
slecht samenpassen].
Info
490 Melisinde
komt niet bij de kinderen van Guy in ES 4-624 Monthléry voor.
Info
491 Filiatie
met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).
Info
492 In veel
publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen
genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op
een studie van Henk Verdonk. Gravin
Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met
haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar
echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige
maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van
Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten
zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.
Info
493
Merkwaardigerwijze geeft Dr. Ralph G. Jahn in GEL als vrouw van Otto de
Rijke aan: Judith von Supplinburg, dochter van graaf Gebhard en zuster van
keizer Lotharius III. Ook Josef Heinzelmann twijfelt eraan of de de 7e dochter
van Lodewijk met Otto de Rijke van Zutphen trouwde, er lijken andere van
Zutphens eerder voor de hand te liggen. Verder bestrijdt E.W. Oostebrink in
"De voogden van Gelre", in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, deel
XCII, Walburg Druk BV, Zutphen, 2001, p42, de these dat Jutta een Arnsteinerin
was. Greidanus geeft in zijn aanvullingen III (zomer 2005) deze verbinding
echter als zeker aan, op grond van Henk Verdonk, a.w. en Johanna Maria van
Winter, "Otto de Rijke van Zutphen, een legpuzzel" in Historisch
jaarboek voor Gelderland, deel XCIII, blz. 18-39. Zie hierover ook: H. Verdonk,
Dirk, bisschop van Münster (1118-1127) en de graven van Zutphen, Brochure 9,
uitgave in eigen beheer, Lelystad, 1995, p19-20. Ook in NL2003 "De graven
van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey" bevestigt Henk
Verdonk deze these.
Info
494 Andere
bronnen geven Richardis van Weimar-Orlamünde als moeder van Otto II aan. Hier
wordt ES I.1-90 gevolgd, waar Richardis zijn grootmoeder is.
Info
495 KdG Reeks
83 noemt hem Frederik II.
Info
496 Dr. Kuiken
(NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van
Cuyk van Malsen.
Info
497 Zij was
geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd
aangenomen.
Info
498 Heinzelmann
acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij
Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter
geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.
Info
499 In veel
publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen
genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op
een studie van Henk Verdonk. Gravin
Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met
haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar
echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige
maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van
Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten
zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.
Info
500 Als ouders
worden ook Renaud van Châtillon en Constance van Antiochië aangegeven, wat
echter op een fout berust.
Info
501 Andere
bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.
Info
502 H.E.Mayer
spreekt bij de scheiding van Amalrik en Agnes van Courtenay van bigamie als
eigenlijke reden, daar Agnes bij haar huwelijk met Amalrik officieel nog met
Hugo van Ibelin gehuwd zou zijn, waarmee ze volgens Schwennicke in 1157
getrouwd was en in 1163 het huwelijk reactiveerde. Peter Steward is op
GenMedeaval van 27.07.2005 van mening, dat Mayer en Schwennicke zich op de 13e
eeuwse bron 'Lignages d'Outremer' baseren, terwijl de 12e eeuwse (en daarom
meer betrouwbare) Willem van Tirus alleen over bloedverwantschap als reden van
scheiding spreekt. Een huwelijk in 1157 met Hugo van Ibelin acht hij om
verschillende redenen zeer onwaarschijnlijk.
Info
503 Volgens
Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels",
Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van
een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.
Info
504 Ouder-zoon
relatie niet bewezen, volgt wel Raas IV op.
Info
505 Deze en de
oudere generaties berusten op de abdij-traditie en overlevering uit Egmond
zelf.
Info
506 In de
stamreeks van Herlaer wordt Petronella veelal als vrouwelijke schakel, d.w.z.
als een geborene van Herlaer opgevat. Hans Vogels is van mening, dat dit niet
het geval is: "gezien de Middeleeuwse benoemingsgewoonten mogen we
verwachten dat vrouwe Petronella niet zelf een Van Herlaar is geweest. Veel
meer voor de hand ligt de veronderstelling dat ze de weduwe was van de heer van
Herlaar, ongetwijfeld de uit 1214-1218 bekende Dirk van Herlaar" (DH2003p40).
Info
507 Greidanus
geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info
508 Greidanus
geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele.
In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij de tweede
aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron noemt hij Thomas Kraus: "Die
Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier
overgenomen.
Info
509 Men vindt
ook wel Wouter van Haarlem als generatie tussen Simon I en Simon II. Wij volgen
hier Cordfunke.
Info
510 Bij
Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.
Info
511 Dr. Kuiken
(NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van
Cuyk van Malsen.
Info
512 Zij was
geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd
aangenomen.
Info
513 Adelheid
stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter
van Ida van Saksen.
Info
514 Greidanus
geeft 19 mei 1061 aan.
Info
515 Volgens
GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info
516 Zie ook
Karel de Grote page www.kareldegrote.nl, excurs Guines x Holland. Ze moet in
Vlaanderen opgegroeid zijn, waar haar moeder Gertrudis met graaf Robert I
getrouwd was. Dit huwelijk wordt vermeld door A.W.E. Dek in zijn Dissertatie
"Genealogie der graven van Holland", weliswaar met een vraagteken.
Verder ook Georges Duby in "Ridder, vrouw en priester. De middeleeuwse
oorsprong van het moderne huwelijk".
Info
517 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent -
hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst
("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam
prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse
adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf
Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van
Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van
Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info
518 In ES II-81
is ze als een dochter van Willem de Veroveraar aangegeven. In (de recentere) ES
II.4-699 is ze een dochter van Gerbod uit Vlaanderen, earl of Chester.
Info
519 ES I.2-204
geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.
Info
520 Volgens
GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info
521 GrJ geeft 8
juni 1093 met vraagteken.
Info
522 Greidanus
geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van
Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg.
1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook
Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info
523 In veel
publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen
genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op
een studie van Henk Verdonk. Gravin
Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met
haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar
echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige
maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van
Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten
zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.
Info
524 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer,
"'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629",
blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info
525 Adelheid
stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter
van Ida van Saksen.
Info
526 ES geeft
Justizia als enige vrouw, GN geeft Justizia van Oostenrijk (Oostmark) als
eerste vrouw, terwijl Adelheid een dochter van de tweede vrouw, Adelheid van
Regensburg zou zijn. Ook Thiele vervolt deze versie. Justizia wordt ook van
Babenberg genoemd.
Info
527 Volgens ES
XII-32 zou ze (2) met graaf Adalbert van Kyburg getrouwd zijn.
Info
528 Nadat de
meningen over de moeder van Hugo IX/VII van Dagsburg lange tijd verdeeld waren,
brengt Erich Brandenburg in "Die Nachkommen Karls des Großen" (pag.
142) de bewijsvoering voor de hier genoemde filiatie. Hugo IX/VII's zoon Hugo
X/VIII noemt in een oorkonde van 1146 (zie Tihon, "Les comtes de
Moha", Instit. archeol. liegeois 23, blz. 440) Ermensinde zijn grootmoeder
("Hugo, Dei gratia comes Musacensis, recognicit quod ava sua piae memoriae
Hermesendis comitissa") en Hugo IX/VII maakte erfaanspraak op Luxemburg,
die hij slechts als zoon van Emesinde kon laten gelden. De versie van
Brandenburg wordt daarom hier overgenomen.
Info
529 In GrJ en
ES Badeloch NN genoemd. Hans Vogels noemt haar Badeloch van Haarlem.
Info
530 Soms wordt
hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische
Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in
deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v.
Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info
531 Bij
Schwennicke (ES XVIII-22) Dirk I, bij Greidanus (GrJ543, losbladige
aanvullingen) Dirk II. Hier worden de nummers van GrJ overgenomen met die van
ES tussen haakjes.
Info
532 Deze
generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus gevolgd.
Info
533 Heinzelmann
geeft haar op grond van haar naam Sophia, die van Griekse oorsprong is, en zich
via keizerin Theophanu verbreid heeft, andere waarschlijnlijke ouders. En wel
Frederik III van Opper-Lotharingen, de jong overleden laatste regerende hertog
uit dit huis. Haar moeder zou een jongere dochter van koning Mieszko II van
Polen en Richeze van Lotharingen of een schoonzuster van Miezsko, dochter van
Ezzo geweest kunnen zijn.
Info
534 ES I.2-204
geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.
Info
535 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent -
hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst
("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam
prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse
adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf
Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van
Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van
Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info
536 Gerard was
vermoedelijk gehuwd met een dochter van Hendrik I van Leuven (Greidanus,
losbladige aanvullingen II en III, volgens een hypothese van Van Winter).
Volgens ES I.2-236 had Hendrik I 3 dochters: Adelheid, Kunigunde en Adela, hun
echtgenotes worden niet vermeld.
Info
537 Heinzelmann
acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij
Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter
geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.
Info
538 Thiele
noemt haar man Otto II graaf van Scheyern (ovl. 1106) i.p.v. Ekkehard, maar met
dezelfde zoon Otto van Wittelsbach die met N. van Ratzenhofen trouwt.
Info
539
Hypothetische persoon volgens Hans Vogels. Deze constructie is gevolgd
uit een discussie op de Mailinglist Nederlandsche adel in mei 2002, nadat de
hypothetische Ida van Boulogne niet bestaan bleek te hebben. Het resultaat is
samengevat in de Excurs Lotharingen-Namen-Kuijc op de page www.kareldegrote.nl
en in reeks 1 (Willem Alexander) op dezelfde page.
Info
540 KdG Reeks
159 geeft 1020 aan.
Info
541 Dr. Kuiken
(NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van
Cuyk van Malsen.
Info
542 Zij was
geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd
aangenomen.
Info
543 Andere
bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES NF VII-11 gevolgd.
Info
544 ES VII
geeft: ovl. 19.06.1148.
Info
545 ES VII (een
oudere versie dan ES III.4) noemt haar Ada van Pierrepont. Ada heeft wel een
broer Robert Guiscard, die met een weduwe van Robert de Pierrepont getrouwd
was.
Info
546 Ouders
onzeker, wordt ook wel als een Van Aalst genoemd.
Info
547
Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans
Vogels.
Info
548 Mogelijk
identiek met de hier als zijn zoon vermelde Simin (II) van Haarlem (Cordfunke).
Info
549 Als ouders
worden ook Renaud van Châtillon en Constance van Antiochië aangegeven, wat
echter op een fout berust.
Info
550 EGS II.1
noemt hem Archibald VII, we volgen hier MedL.
Info
551 ES VII-42
noemt hem Arnold II, daar Otto I in daar een zoon zou zijn van een Arnold I en
Mathilde van Chiny.
Info
552 Zij wordt
wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES
I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp. stippellijn). Haar zoon Floris I
zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd moeten zijn, wat zeer
onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar een dochter van Bernard
van Haldensleben, markgraaf van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan
een tante Othelhildis die non in Quedlinburg was.
Info
553 Ze was
waarschijnlijk een dochter van Liudolf of eventueel van zijn vader Ezzo. Dit
o.a op grond van de naamsvererving Sophia bij haar dochter, die in die tijd op
een nakomelinge van keizerin Theophanu wijst. De naam Sophia kwam pas bij
Theophanu naar West-Europa, daar haar moeder Sophia heette.
Info
554 Greidanus
geeft 19 mei 1061 aan.
Info
555 Volgens
GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info
556 Was
eventueel een zoon van Thiemo II i.p.v. Thiemo I daar hij ten tijde van de
ontvoering van zijn bruid een jaar of 30 geweest zal zijn (GMA).
Info
557 Zij zou
volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij
haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen
welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan
deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.
Info
558 De kwst de
Hek en verschillende andere bronnen geven hier Agathe van Hongarije, dochter
van Stephan de Heilige. Deze Stephan had zover bekend geen dochters, slechts
een zoon, die kinderloos stierf. Andere bronnen noemen haar Agatha van
Hongarije Augsburg, dochter van Bruno, bisschop van Augsburg. Lexikon des
Mittelalters noemt haar Agathe von Ungarn, Halbnichte von Kaiser Heinrich III.
Hier wordt ES NF II-78 gevolgd.
Info
559 Bij deze
reeks van Randenrath wordt Greidanus gevolgd. Schwennicke geeft in ES VII-159
een geheel verschillende reeks, waar echter Gosewijn niet in voorkomt, wel een
gelijknamige Domproost te Utrecht in 1227.
Info
560 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer,
"'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629",
blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info
561 Siegfried
van Sponheim was zeer waarschijnlijk een familielid (oudoom?) van Stephan van
Sponheim, die met Sophia van Formbach getrouwd was, stamvader van de Rijnse
Sponheimers. Volgens Heinzelmann voerden de Karinthische Sponheimers reeds voor
1122 het ook door de Rijnse Sponheimders gevoerde geschaakte wapen, hoewel
volgens verschillende historici het voeren van een wapen pas later in zwang
kwam. Op grond van de wapenvoering, geschaakt blauw/goud, vermoedt Heinzelman
oorspronkelijk een verwantschap met de Capetingers (zelfde kleuren) en/of
Vermandois (zelfde wapen). Later voerden de Karinthische Sponheimers echter een
ander wapen.
Info
562 Greidanus
geeft 19 mei 1061 aan.
Info
563 Volgens
GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info
564 Volgens GN
1969 Middenreeksen en GN1991 Beginreeks 228 een zoon van Herman IV van Schwaben
en Adelheid van Susa. Oudere stamtafels van Schwennicke (ES 1-10) noemen hem
als zoon van Herman en Adelheid, in nieuwere versies is dit niet meer het
geval. In ES I.1-84 uitgave 1998, heeft Hermann IV slechts een waarschijnlijke
dochter Richwara (met stippellijn) terwijl de zoons Gebhard von Sulzbach en
Herman van Kastl verdwenen zijn. De graven van Sulzbach vind men terug in ES
XVI-93A (uitgave 1995), waar de lijn met Gebhard I, zonder voorouders begint.
Ook Andreas Thiele (EGS I.1-27) laat de lijn Sulzbach met Gebhard (II)
beginnen, zonder verbinding met Van Schwaben.
Info
565 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent -
hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst
("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam
prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse
adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf
Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van
Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van
Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info
566 Adalbert
was wellicht een zoon van graaf Eberhard van Nellenburg, gesneuveld 1075 bij
Homburg. Het is echter ook mogelijk, dat zijn moeder een van Nellenburg was.
Zie ook Genealogisches Handbuch der Schweizer Geschichte, Band IV, Hans Kläui: Seite 194. De meeste
geschiedkundigen neigen tot een agnatische afstamming.
Info
567 Heinzelmann
acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij
Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter
geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.
Info
568 Andere
bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES NF VII-11 gevolgd.
Info
569 Volgens
traditie was dit Agnes Persijn, uit het geslacht van de heren van Waterland.
Dit is echter door nader onderzoek niet bevestigd (GrJ, aanv. 2003). WdO noemt
hier Meilendis. Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen
verkoopt. Is echter geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk
identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van
Amiens en Melisende van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en
chronologisch gezien lijkt ze eerder wat jong,
Info
570 Volgens
Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde, dit is echter niet
zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht IJsselmonde van Hugo
geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia geweest zijn. De naam Hugo zet
zich bij de van Egmonds in ieder geval niet voort (H.Vogels).
Info
571 Nicolaus
van Haarlem (1199) wordt door Hans Vogels vermoed als mogelijke vader van: IJsbrand van Haarlem
(1200-1230), Gerard van Haarlem
(1204-1222), Wouter van Haarlem (?-1227-? (1236), Bartholomeus van Haarlem
(1227-1234), NN van Haarlem x Jan Persijn en Badelog van Haarlem x ca.1200
Willem van Egmond. Inzake het ouderschap van deze broers en zussen zijn reeds
eerder suggesties gedaan maar een consensus hierin werd nooit bereikt.
Greidanus geeft in 2006 Symon Galo van Haarlem als mogelijke ouder van Nicolaus
aan.
Info
572 In
Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN Dircksdochter uit het
geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de losbladige aanvullingen I heet
het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck van Hameland".
Info
573 Hoewel
gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag volgens H. Verdonk
(BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde
niet langer worden getwijfeld. De gegevens in de "Annalista
Saxo" kunnen als geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2
paralelle necrologium-vermeldingen ondersteund worden.
Info
574 Schwennecke
geeft in ES XVIII een Hedwig van Blieskastel, dochter van Gottfried I
(1087/1127) als vrouw van Gerhard, stadgraaf van Mainz aan. Greidanus heeft in
deel II Agnes als vrouw van Arnold I van Looz gedefinieerd (was vroeger Arnold
II) en noemt haar moeder Bertha van Blieskastel. DIt kan echter chronologisch
moeilijk dezelfde persoon zijn, ze zou een paar generaties vroeger in de
Blieskastel genealogie aan moeten sluiten.
Info
575 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer,
"'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629",
blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info
576 Niet
bewezen dat Ebles een zoon van Giselbert van Roucy was, wel was hij diens
opvolger.
Info
577 Wordt in ES
XI-36 (1968) van Courtenay genoemd, in VII-6 (1978) slechts met voornaam.
Info
578 In
Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN Dircksdochter uit het
geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de losbladige aanvullingen I heet
het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck van Hameland".
Info
579 De
afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door
Henk Verdonk (NL2003) in twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde
veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.
Info
580
Waarschijnlijke vader van Herman I van Cuyk (Greidanus). In ES NF
VIII-35 wordt geen voorbehoud gemaakt.
Info
581 Greidanus
geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van
Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg.
1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook
Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info
582 Richilde
wordt in ES III.4-677 als dochter van Frederik I van Schwaben aangeduid, ze
komt echter in de (recentere) ES I.1-14 niet als dochter van Frederik I van
Staufen voor.
Info
583 Adelheid
stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter
van Ida van Saksen.
Info
584 Bij
Greidanus -Jaeger is deze Dirk opgedeeld over 2 generaties, de laatste met de
vermellding uit 1167 en 1173. Hij zou getrouwd geweest zijn met Hilvaris,
vrouwe van Rode en Beke. Zij hertrouwt ca. 1180 Gijsbert van Rode, ridder,
gegoed te Hogeloon (broer van Roelof Rover van Rode). De preciese allocatie van
de verschillende Dirken is niet zeker en onderwerp van discussie.
Info
585 H. Verdonck
oppert (Brabantse Leeuw 2000 pag. 143) de mogelijkheid, dat Udehilde een
dochter i.p.v. een schoondochter van Dirk was. Dit op grond van het feit, dat
bij haar overlijden uitdrukkelijk van haar erfgoed te Gerlingen en Baesweiler
gesproken wordt. Het zou dan niet bekend zijn wie haar man was, wellicht zou de
wapenvoering van de van Herlaers op hem teruggaan. De Herlaer-lijn zou hier dan
via een vrouw verder gaan, haar kinderen zouden haar naam aangenomen hebben,
een destijds niet ongewoon verschijnsel. De in 1133 vermelde Theodericus de
Harlere zou dan waarschijnlijk nog Dirk van Loon geweest moeten zijn. Greidanus
neemt aan dat deze Theodericus een zoon van Dirk van Loon was, welke these wij
hier overgenomen hebben. Ook van Dinther volgt deze versie.
Info
586 Hier wordt
in tegenstelling tot de traditionele opvatting (zoals bij Karel de Grote reeks
24) Schwennicke gevolgd, die in ES I.1-8 (uitg. 1998) niet meer Udo I als vader
van Heribert van de Wetterau aangeeft, maar Konrad, graaf in de Rheingau. Deze
zou een zoon zijn van Gebhard, graaf in de Ufgau 940, die evenals zijn neef Udo
I met een dochter van Heribert I van Vermandois getrouwd was. Dit betekent dus
1 generatie meer naar genoemde Vermandois dan in de traditionele versie.
Info
587 De
afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door
Henk Verdonk (NL2003) in twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde
veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.
Info
588 Niet
duidelijk wie haar ouders zijn. De in de KdG Reeks 159 aangegeven ouders kunnen
niet kloppen, daar ze bijna een eeuw later leefden.
Info
589 ES I.2-201
geeft een voorbehoud aan, zet haar tussen haakjes, Thiele doet dit niet, noemt
haar een dochter van Hugo IV en een zuster van Paus Leo IX. In GMA wordt ze
genoemd dochter van graaf Hugo IV, achterkleindochter van keizer Otto II.
Info
590 Was
eventueel een broer van Stephan (II) van Sponheim en daarmee een zoon van een
Stepan I.
Info
591 Zij zou
volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij
haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen
welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan
deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.
Info
592 ES I.1-31
geeft 1021 als overlijdensjaar aan.
Info
593 De ouders
van Adalbert Azzo I berusten op gegevens van GMA. ES I.1-31 geeft geen ouders
aan, Adalbert is daar de oudste generatie.
Info
594 In
Greidanus deel I Giselbert van Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf
in de Haspengouw tot 1050, echter overleden voor 1046. In deel II wordt
Giselbert slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041, volgens een
hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert in 2 generaties gesplitst wordt.
Deze hypothese werd door Hans Vogels in de Mailinglist Nederlandsche Adel
verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.
Info
595 In ES NF
XVIII-36 is Giselbert van Looz, ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande de Jodoigne,
waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels:
"Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een logische
veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon die
ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en
Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90. Een uit dit huwelijk
geboren dochter Ludgarde zou rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte
huwelijkspartner zijn voor graaf Giselbert II van Loon".
Info
596 Zij wordt
wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES
I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp. stippellijn). Haar zoon Floris I
zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd moeten zijn, wat zeer
onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar een dochter van Bernard
van Haldensleben, markgraaf van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan
een tante Othelhildis die non in Quedlinburg was.
Info
597 Volgens ES
I.2-265 dochter van Herman IV van Schwaben en Gisela van Schwaben (Gisela was
echter Hermans moeder). Volgens ES I.1-84 een stippellijn naar Herman IV, die
getrouwd was met Adelheid van Turijn. GMA: "Tochter des Herzogs Hermann
IV. von Schwaben oder Tochter des Herzogs Konrad II. von Kärnten; Nach W.
Wegener einzige Tochter des Herzog Hermann IV. von Schwaben und der Adelheid
von Turin". Ze zou genoemd zijn naar haar overgrootmoeder vaderzijds, de
vrouw van Luipolt I.
Info
598 ES II-154
geeft 20 juni als sterfdatum. Volgens de traditie is het 29 juli, wat ook de
naamsdag in de kalender der Heiligen is.
Info
599 ES XII-95A
geeft 1079 aan, hetzelfde jaar als haar moeder, ze zou ook in St. Blasien
begraven zijn. Ze trouwt blijkbaar reeds jonger dan 10 jaar oud.
Info
600 Zij zou
volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij
haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen
welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan
deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.
Info
601 Er is een
discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven. Volgens Frans Van Droogenbroeck in enkele
bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou zij geen
dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van Neder-Lotharingen.
Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn, maar dan van een
tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen (LNA
april 2021). Het laatste woord hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig
de klassieke versie.
Info
602 Verdere
afkomst onbekend, zie ook Graaf W. H. Rüdt-Collenberg, "The Rupenides,
Hethumides, and Lusignans" [Paris: Klincksieck, 1963], p. 78, waar Gabriel
een zwager genoemd wordt van Thoros, heer van Melitene en later heer van
Odessa. Pogingen om Garbriel van Melitene via verschillende bekende Armeense
vorstengeslachten aan de antieke koningsgeslachten (met name van Perzië) te
verbinden, zijn daarom tot nu toe niet gelukt.
Info
603 Niet
duidelijk of Raas II een zoon van Raas I is.
Info
604 Dirk van
Herlaer was waarschijnlijk identiek met Dirk van Loon, een zoon van Emmo van
Loon en Swanhilde van Holland. Alois van Doormalen verwerpt in een proefschrift
deze stelling van Verdonk, wat echter door Nico van Dinther met goede
argumenten bestreden wordt.
Info
605 Niet zeker
of hij de vader is of Wolodar I van Minsk.
Info
606 KdG Reeks
78 noemt haar Adela.
Info
607 Zie input
Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde
zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste
huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine
neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René
Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14
genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit
onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info
608 EGS en de
stamboom Montgomery in Wikipedia geven Hugo aan als vader van Roger. In de
beschrijving over Roger in Wikipedia wordt echter aangenomen dat zijn vader
Roger geheten heeft. In de stichtingsoorkonde van de abdij Troarn (in het
Département Calvados) noemt hij zichzelf namelijk "Rogerius, ex normannis,
normannus magni autem Rogerii filius." Op grond hiervan wordt aangenomen
dat hij een zoon was van een oudere Roger de Montgomery en waarschijnlijk een
kleinzoon van Hugo de Montgomery. De oudere Roger bezat uitgebreide landerijen
in het hart van Normandië, die Roger na zijn dood (voor 1056) erfde.
Info
609 Opmerking
Greidanus: Volgens Van Winter kan Unruoch geen zoon van Everhard en Amalrada
zijn, omdat deze slechts de zonen Everhard en Diederik zouden hebben; zij
veronderstelt dat hij via de vrouw van Robert, graaf in de Lommergouw 887,
afstamt van Unruoch, Markgraaf van Friaul, ovl. 853. Verder meldt Dr. Kees
Kuiken zijn twijfel aan of Unroch wel de vader van Godizo was (NL2004).
Info
610 Volgens ES
I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van Augsburg. Volgens ES
II-188A een dochter van graaf Hucbald I
van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is
slechts dat ze Heylwig heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft dat
palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn "consangineus",
bischop Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de
gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde bisschop uit het geslacht
van Dillingen afkomstig is. Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen,
"Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA.
Ook de lijn volgens EGS naar Gisela der Franken is met één generatie meer nog
dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote
twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.
Info
611 Bernhard I
wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van
Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van de van Werls met het Salische keizershuis.
Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt
overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een
tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij
Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.
Info
612 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent -
hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst
("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam
prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse
adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf
Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van
Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van
Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info
613 Hans Vogels
neemt 2 generaties Giselbert als waarschijnlijk aan, dit op grond van
chronologische overwegingen. Deze mening is ook de Amerikaanse professor D.J.
Jackman toegedaan.
Info
614 De
Amerikaanse prof. D.C. Jackman laat de broer van bisschop Balderik huwen met
een Hereslint, vermoedelijk uit de graven van Verdun (Info van Hans Vogels).
Info
615 Dat Rudolfs
vader een graaf Kuno van Rheinfelden was, is weliswaar niet door oorkonden
bewezen, het is echter door een bronnenverzameling uit het klooster Muri
overgeleverd (Acra Murensia).
Info
616 Zoon van
Ashot Taronites en Miraslowa van Bulgarije of van Eirene Taronitissa en Romanos
Taronites. In beide gevallen dezelfde grootvader Grigor Taronites (ES
III.3-597).
Info
617 Volgens ES
I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van Augsburg. Volgens ES
II-188A een dochter van graaf Hucbald I
van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is
slechts dat ze Heylwig heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft dat
palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn "consangineus",
bischop Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de
gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde bisschop uit het geslacht
van Dillingen afkomstig is. Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen,
"Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA.
Ook de lijn volgens EGS naar Gisela der Franken is met één generatie meer nog
dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote
twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.
Info
618 Haar
afstamming was lange tijd omstreden, een oorspronkelijk aangenomen afstamming
van Romanos II van Byzantium bleek op grond van bloedverwandschap niet mogelijk
(P.E. Schramm). Ook de door Schwennicke genoemde afstamming van de vorsten van
Taron uit het huis der Bagrituden is niet juist. Duidelijkheid brachten G. Wolf
en O. Kresten, die op grond van gidsnamen in Theophaunus' familie het vermoeden
van H. Benrath bevestigden, dat ze een dochter van Konstantinos en Sophie was.
(bron: W. Regula). Konstantinos Skleros' zuster Maria was getrouwd met keizer
Iohannes Tzimiskes. Theopanu noemde haar (oudste?) dochter (abdes van
Gandersheim) naar haar moeder Sophia. De hier gekozen ouders vindt men behalve
bij Regula ook bij: Henry Benrath, "Die Kaiserin Theophano", Muenchen
1978, Guenther Wolf, "Nochmals zur Frage: Wer war Theophano?",
Byzantinische Zeitschrift, Bd. 81, Muenchen 1988, p. 272-283, Otto Kresten,
"Byzantinische Epilegomena zur Frage: Wer war Theophano?" in "Kaiserin
Theophano. Begegnung des Ostens und Westens um die Wende des ersten
Jahrtausends", Bd. II, Köln 1991, p. 403ff en Lindsay L. Brook, genoemd
door Rupert Willoughby in "The Golden Line amended", Genealogists'
Magazine, vol. 24, no. 2, London 1992, p. 66. Dr. F. Graaff daarentegen meent
in zijn boek 'Anno Domini 1000 - Anno Domini 2000' onder noot 13 dat het zeer
onwaarschijnlijk is dat ze een dochter zou zijn van Constantijn Skleros omdat
Otto I voor zijn zoon geen gemalin kon accepteren die minder was dan een keizersdochter.
Het stemt ook niet overeen met de woorden van Johannes van Reims dat hun kind,
Otto III, is 'voortgekomen uit het hoogste bloed der Grieken'. Hij ziet dan ook
Romanos II, een der grootste Byzantijnse keizers, als vader.
Info
619 Deze
generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus gevolgd.
Info
620 In
Greidanus deel I Giselbert van Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf
in de Haspengouw tot 1050, echter overleden voor 1046. In deel II wordt
Giselbert slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041, volgens een
hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert in 2 generaties gesplitst wordt.
Deze hypothese werd door Hans Vogels in de Mailinglist Nederlandsche Adel
verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.
Info
621 In ES NF
XVIII-36 is Giselbert van Looz, ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande de Jodoigne,
waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels:
"Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een logische
veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon die
ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en
Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90. Een uit dit huwelijk
geboren dochter Ludgarde zou rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte
huwelijkspartner zijn voor graaf Giselbert II van Loon".
Info
622 Hoewel
gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag volgens H. Verdonk
(BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde
niet langer worden getwijfeld. De gegevens in de "Annalista
Saxo" kunnen als geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2
paralelle necrologium-vermeldingen ondersteund worden.
Info
623 Niet
duidelijk of Luitgard een dochter van Bertha van Staufen is. Is chronoligisch
moeilijk te rijmen. Wel was haar vader met Bertha getrouwd.
Info
624 Zeer
waarschijnlijk een zoon van Adelbert van Vermandois, echter niet 100% bewezen.
Zijn nageslacht, de graven van Chiny, zouden dan (de laatste) afstammelingen in
rechte mannelijke lijn van Karel de Grote zijn.
Info
625 Vermoed
wordt deze "Dirk I bis" tussen Dirk II en Dirk I, zijn bestaan is
echter omstreden. Zijn daden kunnen ook door Dirk I verricht zijn.
Info
626 In ES 1.1-7
staat een dochter van Heribert getrouwd met tussen haakjes (Gebhard graaf im
Ufgau).
Info
627 Volgens
sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn
vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest
waarschijnlijk als moeder.
Info
628 Zie input
Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde
zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste
huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine
neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René
Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14
genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit
onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info
629 ES geeft
aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ geeft aan NN.
EGS geeft Adelheid van Autun aan, dochter van hertog Richard (die inderdaad de
vader van genoemde Boso was).
Info
630 Bernhard I
wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van
Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van de van Werls met het Salische keizershuis.
Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt
overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een
tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij
Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.
Info
631 Zie input
Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde
zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste
huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine
neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René
Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14
genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit
onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info
632 Volgens
sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn
vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest
waarschijnlijk als moeder.
Info
633
Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van
Rognvaldr van Møre (dit wordt ook in ES NF II-79 aangenomen).
Info
634
Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van
Rognvaldr van Møre (dit wordt ook in ES NF II-79 aangenomen).
Info
635 Graaf
Renaud I is volgens internetbronnen zoon van Guido I van Vermandois, zoon van
Adalbert I van Vermandois, hij en Guido ontbreken echter in ES I.1-7.
Info
636 Filiatie
met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).
Info
637 KdG page
geeft aan: onduidelijk of ze de ouders zijn van Reginar. ES en Greidanus geven
deze verbinding echter eenduidig aan.
Info
638 Ze komt
niet voor in ES III.1-116 (Anjou), wel als dochter van Fulco I bv. in Roderick
W. Stuart, Royalty for Commoners: The Complete Lineage of John of Gaunt, Son of
Edward III, Kings of England, and Queen Philippa (.: ., 3rd Ed., 1998). Zij en
haar vader Fulco II staan tussen haakjes in ES III.4-657 (Valois, Vexin).
Info
639 Zie input
Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde
zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste
huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine
neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René
Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14
genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit
onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info
640 Seibt meent
dat hij Photeinos geheten zou kunnen hebben, Settipani geeft de voorkeur aan
Pantherios, een naam die later in de familie Skleros voorkomt. Walter Regula
noemt hem "Niketas Skleros, of Photeinos Skleros, zoon van Leon
Skleros". Een Niketas Skleros leefde inderdaad in dezelfde tijd en was een
gezant naar de Hongaren (Kelsey Williams). In verschillende kwartierstaten op
internet komen Munir en Niketas als twee verschillende echtgenoten van Gregoria
voor, waarbij zoon Bardas uit het huwelijk met Munir en Konstantinus uit het
huwelijk met Niketas zou stammen. Seibt's bronnen geven echter Munir als vader
van alle 3 kinderen (er was nog een dochter Maria) aan.
Info
641 Kelsey J.
Williams geeft op GM nog 2 voorouders: (ODB = The Oxford Dictionary of
Byzantium, 3v. , New York, Oxford, 1991).
1. Leo
Phokas, kouropalates. b. ca.
915-20. d. aft. 970, poss. on the island
of Prote. (ODB III: 1667).
2. Bardas
Phokas. Domestikos of the East,
948. (ODB III: 1666; Du Cange, 149).
4.
Nikephoros Phokas "the Elder".
d. ca. 900. (ODB III: 1666).
Info
642 Stenkil was
een zoon van Jarl Ragnwald 'de oude'. Niet geheel zeker of dit dezelfde Ragwald
is als de hier genoemde.
Info
643 Verbinding
onzeker.
Info
644 Er is een
discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven. Volgens Frans Van Droogenbroeck in enkele
bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou zij geen
dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van Neder-Lotharingen.
Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn, maar dan van een
tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen (LNA
april 2021). Het laatste woord hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig
de klassieke versie.
Info
645 Niet
duidelijk of Willem 1 of 2 maal getrouwd was. Volgens sommige bronnen stierf
hij kinderloos.
Info
646 Als man van
Gisela en vader van Reginlinde zijn meerdere varianten in omloop. De meeste
bronnen geven Everard van Sülichgau als vader aan, naar Decker-Hauff. Ook wordt
graaf Walfred van Verona wel als echtgenote beschouwd (o.a. Thomas Zotz). Wij
volgen hier Jackman. Volgens de mirakelverzameling van Walpurgis van Monheim
zou een Gisela graaf Meingaud en vervolgens zijn broer Burckhard getrouwd
hebben. 'Gisela matrona pernobilis, uxor Burkardi Walahonis comitis filii, qua
antea matrimonio iuncta fuerat comitis Megingaudi'. Wat o.a. voor Meingaud I
als vader van Meingaud II spreekt, is dat hij een dochter Reginlinde had, de
naam die we bij de dochter van Meingaud II weer tegenkomen.
Info
647 Deze
Godfried wordt wel verwisseld met Godfried Haraldsson (Godfried II van
Haithabu), de zoon van Harald Klak (ook door Andreas Thiele in EGS II.2-1).
Stephen M. Lewis van de Université de Caen schrijft hierover in 'Hamlet with
the Princes of Denmark: An exploration of the case of Hálfdan ‘king of the
Danes’: 'This Godfrid should not be confused with Godfrid Haraldsson, Rorik’s
cousin, but as he was granted Rorik’s lands in 882 he was probably a close
relation. See Bauduin, Le Monde Franc 199-223; Wood, ‘Christians and pagans’
44; AB, Nelson 225 n. 12. For the circumstances of his death see AF (1) 885:
Reuter 97; AF (2) 885: Reuter 111; AV 885: von Simson 55; Regino of Prüm:
Reginonis abbatis 885, 123-4; Maclean, History and Politics 191-4; Bauduin, Le
Monde Franc 199-223.
Info
648 ES geeft
NN, vermeld 911, Röthlisberger geeft Luitgard (van Saksen?).
Info
649 ES geeft
aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ geeft aan NN.
EGS geeft Adelheid van Autun aan, dochter van hertog Richard (die inderdaad de
vader van genoemde Boso was).
Info
650 Seibt en
Settipani noemen Gregoria een dochter van Bardas en daarmee een kleinzoon van
Basilios. Hier wordt Walter Regula gevolgd, daar bij een chronologische
beschouwing de tussengeneratie Bardas nauwelijks mogelijk is. Op de verdere
voorouders heeft dit uiteraard geen invloed.
Info
651 Verbinding
onzeker.
Info
652 Soms wordt
verondersteld, dat Leo VI. v. Byzantium niet de zoon van Basilius I. v.
Byzantium was, maar van Michael III. v. Byzantium. Deze hypothese is gegrond op
het feit dat de moeder van Leo VI, Eudocia Ingerina, vroeger de maitresse van
Michael III geweest zou zijn en dat ze hem ook na haar huwelijk nog aanhing.
Ook deze mogelijkheid voert tot een verbinding met de antieke (zie Mumm), hier
wordt echter Regula gevolgd, mede omdat de paralelle lijnen, die niet via Leo
en Basillius gaan, bij dezelfde Konstantinos uitkomen.
Info
653 In EGS I.1
is hij vermoedelijk getrouwd met een dochter van Robert III, bij REG is hij een
zoon van Guntram, dus een kleinzoon van Robert III. In het gebied van Nahegau
en Etztal, waar Waldkirch ligt, was vooral graaf Guntram bekend. Dit zou het
landbezit van Reginlinde en haar man Burchhard II kunnen verklaren, die daar
een klooster stichtten. Chronologisch gezien lijkt echter de EGS versie
plausibeler.
Info
654 Niet zeker
of Gisela een dochter van Unroch is. Ze kan ook een dochter van zijn zuster
Judith zijn. Wel is het vrijwel zeker dat ze een kleindochter van Gisela der
Franken is, de dochter van Lodewijk de Vrome.
Info
655 Rotrude /
Ermengarde trouwenvolgens ES I.1-4 Gerard van Auvergne en Ratger van Limoges.
Niet bekend wie wie trouwde.
Info
656 Bernhard I
wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van
Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van de van Werls met het Salische keizershuis.
Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt
overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een
tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij
Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.
Info
657 De
afstamming van Basilios die hier gegeven wordt is niet onomstreden. In
"Byzanz das zweite Rom" van R.J. Lilie (pag. 212) wordt gezegd, dat
Basilios zeker niet van adelijke oorsprong was.
Info
658 Het in deze
kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische
bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze
kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk
Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De
bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de
midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger
dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de
Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.
Info
659
Vermoedelijk een dochter van Harald Klak, niet zeker.
Info
660 Niet zeker
of er wellicht twee naamgenoten Halfdan de Milde waren, daar ook Godfried I, 6e
koning van Haithebu, als zoon van dezelfde Halfdan beschreven is. Godfrieds
zonen verdreven Harald Klak en zijn broer Rorik in 813 uit Denemarken en zetten
daar het koningschap voort. Soms wordt Godfried met Gudröd gelijkgesteld, wat
door anderen bestreden wordt.
Info
661 Volgens N.
Adontz: "L'age et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)" in
Byzantion 8:2 (1933) 475 en 9:1 (1934) 223 wellicht een zoon van de
Mamikoniaanse prins Artavazd, zoon Hmayek, maar dit is een vermoeden. Regula
noemt hem een kleinzoon van genoemde Artafvazd. Hij koppelt Maiktes via 10
Mamikonian-generaties (waarvan verschillende voornaamloos) aan het huwelijk van
Hamazasp I Mamikonian (387/432) met Sehakanoysch Gregorid. Via de verder
Gregorid-lijn komt hij 5 generaties verder op Tiridates IV de grote Arsakid, de
eerste Christelijke koning van Armenië (314). Volgens critici geeft deze lijn
wel een mogelijke afstamming aan, maar zijn te weinig bewijzen voorhanden. Er
bestonden ten tijde van Hamazasp I Mamikonian reeds veel andere takken van de
familie Mamikonian, waarvan Maiktes af zou kunnen stammen. Anderzijds is de
kans zeer groot, dat men ook via vrouwelijke lijnen bij Tiridates terechtkomt,
daar ook de Armeense adel in de regel onderling huwde.
Info
662 De
hypothese dat keizer Basil I een nakomeling was van keizer Leo V stamt van N.
Adontz in "L'age et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)"
[Byzantion 8:2 (1933) 475 and 9:1 (1934) 223].
Hij baseert dit op Constantine VII's verklaring omtrent Basil I's
afkomst, die als volgt luidt. Basils grootvader Maiactes, een Armeens edelman,
trouwde een dochter van een Armenische inwoner van Constantinopel, genaamd Leo,
tijdens de regering van Contantijn VI (780/97). Als kind werd Basil met zijn
ouders gevangen genomen bij de plundering van Adrianopel door de Bulgaren in
813. Zijn ouders overleden in gevangenschap, Basil werd vrijgelaten en ging
naar Constantinopel, waar hij de aandacht van de keizerlijke familie
(uiteindelijk van Michael III) opwekte. Adontz hypothese is, dat de Armeen Leo
dezelfde is als de latere keizer Leo V de Armeniër. Deze these is niet
onomstreden, ze verklaart echter veel details van de familiegeschiedenis. Chris
Bennett somt in GEN-MEDIEVAL 18 Dec 1995
alle pro's en contra's van deze hypothese op.
Info
663 EGS geeft
aan dat Harald met zijn broer Rorik I in 844 bij Walcheren sneuvelde. Andere
bronnen geven alleen aan dat zijn broer Hemming daar sneuvelde in 837. Mogelijk
werd hij in 852 gedood door Frankische ridders, nadat hij van verraad werd
verdacht (Wikipedia).
Info
664 Het in deze
kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische
bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze
kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk
Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De
bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de
midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger
dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de
Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.
Info
665 ES geeft
Bagrat, uit het huis der Bagratiden als eerste stamvader der Taroniten. Dit
wellicht omdat Taron onder Europa gerekend wordt. Als vader van Bagrat wordt
Achot aangenomen in volgdende bronnen: Toumanoff, Moncreiffe ("Royal
Highness") en Lindemans ("Voorouders in de middeleeuwen" - met
als voornaamste bron Jacques Ferrand's "Familles princières de
Georgie", Montreuil 1983).
Info
666 Walter
Regula noemt hem Leo Gnuni, zoon van Bardas, andere bronnen vermoeden de
Artsruni familie, beide adelijke Armeense families.
Info
667 Regula
noemt haar Theodosia Karan-Pahlavid, dochter van Arshavir (Arsaber)
Karan-Pahlavid. Volgens Toumanoff was haar vader een "Prince
Kamsarakan".
Info
668 804:
'Northmannorum dux, Alfdeni dictus, Augusto magno sese comitante caterva
Subdidit, atque fidem studuit firmare perennem' (Poeta Saxo 807, ed. G.H. Pertz, Monumenta Germaniae Historica
Scriptores [SS] II (Hanover, 1829), p. 263).
Info
669 De naam van
zijn vader is niet zeker, maar Harald zou een broer van Halflan de Milde zijn.
Snorri Sturlason, de beroemde IJslandse historicus, noemt deze Halfdan als lid
was van de Ynglingerclan (uit de omgeving van Upsala), waaruit naast de Zweedse
ook de Noorse koningen, te beginnen met Gudröd Halfdansson Veidelkonge zouden
stammen. In de kwartierstaat is Eystein Halfdansson reelds als vermoedelijke
vader van Halflan de Milde voorhanden, we beschouwen hem daarom ook als
vermoedelijke vader van Harald I van Haithabu.
Info
670 Het in deze
kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische
bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze
kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk
Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De
bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de
midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger
dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de
Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.