Notes  Kwst Zuiderent-van Wijgerden

Gen-index

Version 23.01.2024

copyright ©2004  A. Zuiderent

 

 

Notes / Info’s

 

 

Info 1  Werd niet, zoals BRSp194 aangeeft, te 's-Gravendeel maar te Utrecht geboren.

Info 2  Aangave Stamboom La Verge: 4. Jan. 1894.

Info 3  Volgens de huwelijksakte, copie bij Jan van Wijgerden, niet 9.9. zoals aangegeven door BdL.

Info 4  Sommige bronnen geven Barendrecht aan, volgens akte 23 trouwde zij echter in 's-Gravendeel. Aanvrage van de burgemeester van 's-Gravendeel op 14.10.1867aan die van Heerjansdam: "Hoogst aangenaam zoude het mij zijn van UEdelachtb. te mogen ontvangen een geboorte extract van Adriaantje Zuiderent, dochter van Aart en van Pieternella Mol, volgens opgave binnen uwe gemeente geboren den 26 maart 1848. De kosten zullen na ontvang van dat stuk onmiddelijk franco aan UEdelachtb. worden overgemaakt". En op 23.10.1867: "Ingesloten ontvangt UEdelachtb. een postwissel nr 5578 gt 95 cts en zulks in voldoening voor het aan mij toegezonden geboorte extract van Adriana Zuiderent".

Info 5  Door zijn bezit te Barendrecht wordt Cornelis van der Linden in verschillende genealogien als landbouwer te Barendrecht gelocaliseerd. Volgens mededelling van A.P. vd Hoek is hier duidelijk van een misverstand sprake, hij woonde zelf te Hekelingen.

Info 6  Ridderkerk volgens Gen Visser van vdHoek (GVi), Rijsoord volgens Gen Visser Streekarchief IJsselmonde (GVis), wellicht ondertrouw.

Info 7  Ook 13.06.1824 wordt als sterfdatum genoemd.

Info 8  Volgens huwelijksakte is Wijnant een zoon van Andries Bok en Maria van den Anker. Kort voor het huwelijk verklaart Wijnant, de vader te zijn van Maria van der Moore, geb, Poederoijen 17.04.1820, dochter van Hendrika Maria.

Info 9  Tekst in boek van lidmaten te Leersum: Versteegh Maurits Gerard, op attestatie van Ankeveen 12.11.1804, overleden sept. 1858. Dit lijkt een link te geven naar Johannes Versteegh (wellicht zijn 9 jaar oudere broer Johannes, die op 25.11.1830 als 65 jaar oud, zonder beroep, wonende te Leersum genoemd wordt?), die van 1789 tot na 1802 schoolmeester te Ankeveen (toen nog provincie Utrecht) was, komend van Loenen aan de Vecht (GN1972p235). Is nog verder te onderzoeken.

Info 10  Van haar ouders zijn als kinderen bekend: Jan, Annigje 1718, Annigje 1720, Jan 1722, Ary 1726, Jan 1729, Ary 1731. Aangenomen dat Anna de tweede Annigje is. Daarmee is ze wel 5 jaar ouder dan haar man Cornelis Potuit, een latere Anna is daarom niet uitgesloten, is echter niet in het doopboek geregistreerd.

Info 11  Vrijwel zeker dat Corstiaan Jacob Mookhoek zijn vader is, daar van hem geen zoon Jacob bekend is, hoewel de grootvader Jacob heette. In 1788 als in een schenkingsakte de kinderen zonder een Jacob genoemd worden is deze Jacob al overleden.

Info 12  Mogelijke afkomst: Gijsbert Pietersz de Hoog, geb. ca 1670 te Almkerk NB, gehuwd met Cornelia Commmers Brieving, geb. ca 1675 te Almkerk. Zij hebben een zoon Commer Gijsbertsz de Hoog, geb. 10.05.1710 te Almkerk (verder Arjaentje 1701, Maijke 1705, Pieter 1707, Abraham 1712, Gijsbert 1717). Deze Commer Gijsbertsz de Hoog (j.m.) trouwt 01.04.1734 te Almkerk met Willemke Smeermaas (j.d.), beide onder Emmichoven. Zij laten dopen te Almkerk Cornelia (25.12.1735) en Eeltje (28.09.1738).  Een doop van Commer was echter in Almkerk en omgeving niet te vinden. Daar hij zijn oudste zoon Commer en zijn dochter Wilhelmina noemt, was hij zeer waarschijnlijk een zoon van genoemde Commer Gijsbertsz de Hoog en Willemke Smeermaas, die wellicht elders gedoopt werd. De opmerking bij zijn overlijden in 1822 "73 jaar" - hoewel duidelijk in de acte geschreven - kan dan echter niet kloppen, moet waarschijnlijk 63 zijn. Wellicht een foute opgave of een verschrijving, een vrij vaak voorkomend verschijnsel.

Info 13  29.6.1766 volgens Gens Nostra 1978 p210, blijkbaar een verwisseling met de belijdenisdatum.

Info 14  Het huwelijk van Janneke van der Moore en Gompert Hak is niet gevonden, maar uit onder meer de bevolkingsregisters blijkt duidelijk dat de ouders gehuwd waren. In de doopakte van hun kind Hendrika Maria d.d. 2 okt.1796 is het woord (onegt) doorgeschrapt, terwijl Gompert Hak later als vader toegevoegd is. Bij de doop noemt Janneke haar dochter "Hendrika Maria van der Moore" als voornaam, een - naar mij werd medegedeeld - in Poederoijen wel meer voorkomend gebruik.  Ze krijgt later toch de achternaam Hak, soms met en soms zonder van der Moore gebruikt. We zijn ook elders de naam Moore als derde voornaam in een latere aftakking van deze familie tegengekomen, zonder dat van een onechtelijk kind sprake is.

Info 15  Volgens Hofstee (GN1991) overleden 17.3.1809.

Info 16  Volgens de genealogie Bikker is een Maaijke op 01.09.1737 gedoopt, deze Maaijke zal echter overleden zijn. Het volgende kind in de genealogie, Aantje werd 25.02.1742 gedoopt, dit maakt het zonder meer mogelijk, dat een Maaike tussen deze twee kinderen in geboren is.

Info 17  Volgens Hofstee gest. 6.5.1812 (zal begraven moeten zijn).

Info 18  Edmund Strutz noemt in zijn boek Johann Engelbert Üllenberg als derde kind (oudste zoon) van Engelbert Ullenberg met doopdatum maar zonder verdere gegevens, terwijl van de verdere acht kinderen wel gegevens voorhanden zijn. Zijn huwelijk in Amsterdam en zijn overlijden aldaar zijn Strutz kennelijk niet bekend geworden. Van de gegevens in Amsterdam komen behalve de naam van zijn vader Engelbert en zijn geboorteplaats Elberfeld ook zijn leeftijd van 26 jaar bij het huwelijk volledig met de doopgegevens van Strutz overeen. Bovendien zijn de getuigen bij de doop van zijn oudste zoon Engelbert op 27.11.1765 in Amsterdam zijn vader Engelbert Üllenberg en (diens derde vrouw) Amalia Katharina Knevels.

Info 19  Bij zijn overlijden in 1808 staat in het begraafboek, behalve zijn naam: "mijn vader". De toenmalige schoolmeester was zijn zoon Didericus Cornelis, die in 1796 als schoolmeester genoemd wordt en vanaf 1806 doodgraver is.

Info 20  Tekst in het begraafboek: Geertruida van Alewijk, mijne moeder.

Info 21  GvH (Molema) geeft 5 december 1791.

Info 22  De kwartierstaat Herweijer-Visser noemt hier Jacomijntje Jans Tuijtelaer, overl. voor 1732.

Info 23  Pleuntje wordt in de genealogie Nugteren (en in FamilySearch) als dochter van Jan Nugteren genoemd. Onder "Inkomsten op trouwen en begraven Kijfhoek 1696-1811, Folionr. 21v" vinden we echter: "Ondertrouw 7.3.1760 Pleuntje Nugteren, j.d. won. alhier, geassisteerd met haren vader Aart Nugteren en Teunis Koijman, jongman wonende onder de Kleine Lint (f3,-)". Ze moet volgens deze informatie dus een dochter van Aart Nugteren zijn. In juni 2005 heeft Maartje de Zeeuw op de lijst Zuid-Hollandse Eilanden een mogelijke oplossing gepresenteerd, die echter nog niet geheel bewezen is. De oorzaak van verwarring waren 2 Grietjes vd Linden die beide met een Nugteren trouwden. Deze oplossing wordt hier (voorlopig) overgenomen.

Info 24  Volgens OV1970p188 overleden te Krimpen a/d IJssel.

Info 25  Volgens sgd400 jr, Hofstee geeft 1763.

Info 26  Zeer waarschijnlijk een dochter van Jan Ariens Dorst en Pietertje Janse van den Broek.

Info 27  Waarschijnlijk een dochter van Cornelis Dingeman van der Sluys en Catharina Hoogerhuyse (van Duyn), gedoopt 21 Jun 1693 in Hendrik Ido Ambacht.

Info 28  Sommige bronnen geven 1717 als geboortejaar met dezelfde datum, dus voor het huwelijk van de ouders. De Historische Kring Nieuwpoort geeft 1719 aan.

Info 29  De ouders van Annetje (en van Heijltje) zijn niet 100% te bewijzen, maar het hier aangenomen stel lijkt vrijwel zeker te zijn.

Info 30  Gijsbert Willem van Hemert, (komend) van Asperen, is schoolmeester te Wijk 1742/59. Bij zijn ondertrouw te Brakel in 1749 wordt vermeld: geboren te Brakel en schoolmeester te Wijk. De doopboeken van Brakel van 1703 tot 1731 ontbreken. Alle gegevens wijzen er echter duidelijk op, dat Gijsbert Willem een zoon van Gijsbertus van Hemert  was. Deze woonde van 1724 tot 1729 te Brakel, vandaar ging hij in 1730 naar Asperen, wat met de opmerking bij Gijsbert Willem "van Asperen" in 1742 overeen komt.

Info 31  Akte van ondertrouw in 1780 voor schout en schepenen van Wijk: Streekarchief Land van Heusden en Altena, Heusden, Oud-archief van Wijk, 1686 - 1811, toegang 0014, inv.nr. 296. Het huwelijk zelf vinden we noch te Wijk, noch te Poederoijen, waar het mogelijk zal hebben plaatsgevonden. Bij de doop van hun eerste dochter Janneke op 28 juli 1781 te Poederoijen zijn ze in ieder geval getrouwd en daar Teuntje Pullen, vrij zeker de gelijknamige tante van Maria, doopgetuige is, lijken de families intussen verzoend. Ook wordt Maria in diverse akten (o.a. 16.09.1804) als huisvrouw van Hendrik van der Moore vermeld.

Info 32  De kwartierstaat Zijderveld heeft hier een Bastiaan Huijgsz Bikker, deze werd kennelijk in de kwartierstaat Hofstee overgenomen. Na ruggespraak met Thony Hofstee en de familie Bikker werd in maart 2002 geconcludeerd, dat het Bastiaan Janse Bikker moet zijn.

Info 33  Het doopboek van Zuilichem geeft als mogelijke ouders: Arien Aertse Peurter en Heesken Harmans (zij afkomstig van Waardenburg), die 14.11.1706 een zoon Aert laten dopen (verder kinderen gedoopt tot 1718: Mariggie, Lijsbeth, Herman, Lijsbeth, Aasperijntje.

Info 34  In verband met deze tak van La Verge wordt in een vraag in "de Nederlandsche Leeuw" van 1919 de familie genoemd als afkomstig uit Lyon en voerende een wapen: in zilver 3 hulstbladeren (2.1), de stelen omlaag. Het schild gedekt door een markiezenkroon, schildhouders 2 kleine leeuwen. Wapen Laverge volgens Nederlandsch Patriciaat 1925 blz. 260: In zilver drie groene klaverbladeren.

Info 35  Bij de doop van de oudste zoon  Francois Laverge, gedoopt te Ophemert op 8 januari 1730 treden Vrouwe Francoise van Till, Vrouwe van Zennewijnen, en Johanna Vuur als doopgetuige op. Francoise van Til was de vrouw van Walraven van Haeften en woonde op het Huis te Ophemert. Johanna Vuur was kamenier aldaar.

Info 36  In het begraafboek van Leersum staat "graf voor vader", zonder naam. Schoolmeester (en  doodgraver) was Peters zoon Maurits, daarom kan deze datum als begraafdatum aangenomen worden.

Info 37  In het begraafboek van Leersum staat "t graf van moeder", zonder haar naam. Schoolmeester (en  doodgraver) was haar zoon Maurits, die bij zijn vader dezelfde tekst schrijft. Daarom kan deze datum als begraafdatum aangenomen worden.

Info 38  Bij zijn huwelijk met Annigje van Nieuwkerk in 1724 wordt Antony weduwnaar van Marriegje van Ginkel genoemd. Merkwaardigerwijze wordt echter op 28.7.1753 een Mariegje van Ginkel te Leersum begraven, die weduwe van Antony van Alewijk genoemd wordt!? Is hier een vermeend overledene weer komen opduiken??

Info 39  Als doopdatum in Numansdorp werd gevonden 20 juni 1751. Hij wordt echter op 15.10.1817 als 65-jarige genoemd (zou 66 moeten zijn). Op 29.10.1818 wordt hij met 66 jaar aangegeven, moet 67 zijn. Deze gegevens zouden doen vermoeden, dat hij in 1752 geboren is, wellicht als een jongere broer van een gestorven Teun. Merkwaardigerwijze wordt hij echter bij het volksoproer op 13/14 juli 1787 als 37-jarige genoemd, wat juist op een vroegere geboortedatum zou wijzen (1750). Verder wordt hij in 1813 aangegeven met geboortedatum 15.6.1757, dit zal wellicht fout overgeschreven zijn van 15.6.1751, wat met de doopdatum zou kloppen.

Info 40  SG439 geeft 19.06.1763 als overlijdensdatum aan, wat kennelijk foutief is.

Info 41  Maria kan met grote waarschijnlijkheid als een dochter beschouwd worden van Pieter Hendriks de Ruijter en Teuntje Paulusse Geervliet. Maria's oudste dochter heette Teuntje (verder nog een Teuntje, Hendrik, Pieter, Adriaantje en Jannigje gevonden). Bij het andere mogelijke ouderpaar Pieter Cornelisse de Ruijter, getrouwd met Maaike Gerrits de Ruijter, zet de naam Maaike zich niet bij de kinderen van Maria voort.

Info 42  Het is als vrij zeker te beschouwen, dat Dirksje een dochter van genoemd echtpaar is. Niet alleen klopt de naam van haar vader en de tijdsperiode, ook had Gerrit de Ruijter een zuster Dirkje, waarnaar ze vernoemd zou kunnen zijn. Verder komen onder de kinderen van Dirksje niet alleen de namen Gerrit en Elizabeth (= Lijsje) maar ook Paulus voor, die bij de familie de Ruijter niet bekend is.

Info 43  Volgens SG950 (de Vlaming) overleden 13.02.1818

Info 44  In de kwartierstaat Herweijer Visser (OV1984) is sprake van Adriaan Oerlemans Adriaanzn. De acten over Adriaan Dircks in verband met Catharina Glavimans en Adriaans vader Dirk bewijzen echter eenduidig, dat het Adriaan Dircks Oerlemans moet zijn.

Info 45  Zeer waarschijnlijk is Aart een zoon van Leendert en Teuntje Visser, is echter niet  bewezen. Bij de vernoeming van Aarts kinderen lijken echter de grootouders niet alle voor te komen, verder zou de oudste zoon voor het huwelijk geboren zijn. Zijn overlijdensdatum is zeker: Kijfhoek: "op 26.04.1776 is door Bastiaan Nugteren, wonende in de Grote Lint, aangegeven 't lijk van deszelfs vader Aart Nugteren alhier,overleden in de klassis van 15 gulden". Doopgegevens niet geheel zeker, daar niet teruggevonden in de doopboeken van Ridderkerk en Rijsoord. Uit een gezinsreconstructie van Aart Leendert Nugteren en Grietje Pleunen vd Linden uit Kijfhoek blijkt inderdaad Pleuntje als dochter van hen gedoopt te zijn in 1733.

Info 46  A.P vd Hoek geeft Heerjansdam als geboorteplaats aan, zonder datum.

Info 47  De informatie over de boerderij Zeldenrust baseert op een artikel in de Heraut van Strijen van september 2002. Slijkerman noemt hem in OV1979 en DJV: bouwman op de hofstede Luchtenburg (1722). Waarschijnlijk bezat Sijmen meerdere hofsteden. Beide boerderijen liggen niet ver van elkaar. Luchtenburg ligt net zuiderlijk van de polder Oude Klem, Zeldenrust westelijk. Ook zijn schoonzoon Adriaan Kranenburg woonde op Zeldenrust (en bezat uiteindelijk 6 boerderijen in die omgeving).

Info 48  A.P. van den Hoek geeft aan, dat Hendrik op latere leeftijd te Dubbeldam landbouwer was en daar ook overleden zou zijn (zonder datum). Hij is echter volgens GRij te Strijen overleden (met datum). Of Hendrik werkelijk te Dubbeldam gewoond heeft, is niet duidelijk.

Info 49  Zeer waarschijnlijk een dochter van Jan Jorisz Meijboom en Adriaentje de Jong.

Info 50  A.P vd Hoek geeft Heerjansdam als geboorteplaats aan, zonder datum.

Info 51  Bron KAM geeft aan ovl. Westmaas (impost).

Info 52  De ouders van Gijsbert zijn niet met zekerheid bekend. Hier wordt de kwartierstaat Van Hengel en de gegevens van de heer A. van Andel gevolgd, in kwartierstaat Maliepaard-Bravenboer (Prom XIV p237) worden Pieter Pieters de Hoog en Jacomijntje Cornelisdr genoemd, beide echter als * (onzeker) gekenmerkt.

Info 53  Ouders van Lijsbeth Visser niet met zekerheid bekend. Ze had een zuster Ariaentie Pietersdr. Visser, getr. 2 juni 1709 met Isaac Sijmonsz. van der Giese, en een oom Willem Aerts van der Linden, mr. metselaar te Dordrecht, getr. met Fijtgen Jans van Nuijs. De kwartierstaat Mol geeft als andere mogelijke ouders: Pieter Visser en Maria Jans.

Info 54  Merkwaardigerwijze wordt in SG950 hier uitdrukkelijk genoemd: Lijsbeth Abrahams, dochter van Abraham Janse Maes en Hilletje Jacobs van Vonsse, gedoopt op zondag 29 juli 1696 in Mijnsheerenland. Het moet echter vrijwel zeker Lijsbeth Leenheer alias 't Hoertje zijn, zowel volgens GN 1978 p211 (Kwartierstaat van Harten) als volgens Molema. Ook de doopgetuigen bij zoon Abraham te Mijnsheerenland: Lijntje Abrahamsdr en Melis Bastiaans Naaktgeboren wijzen in die richting.

Info 55  PromXIp209 geeft Hoge en Lage Zwaluwe als geboorteplaats van Jannigje, 's-Gravendeel lijkt waarschijnlijker. Leendert van Beek en Jannigje Kuismuis moeten wel in de Zwaluwe gewoond hebben, daar wordt 24.1.1717 zoon Jacob gedoopt.

Info 56  Doopgegevens te Woudrichem: dochter van Jacob ten Hage en Neeltje Bijl.

Info 57  De aansluiting van deze tak op het geslacht Colié is zeer waarschijnlijk, echter niet bewezen. Niet zeker of deze Jan Jillisz Coljé uit Woudrichem de vader is van Jacob. Huwelijken onzeker; te Utrecht geen patroniem van Jan Coljé vermeld.

Info 58  Wellicht was Metje een dochter van het hier genoemde echtpaar, klopt ook met vernoemingen.

Info 59  Wellicht was Metje een dochter van het hier genoemde echtpaar, klopt ook met vernoemingen.

Info 60  Het overlijdensjaar volgt uit de kwartierstaat Parqui, lijkt onjuist te zijn.

Info 61  Hier wordt Jan Cornelis Versteegh, zoon uit het tweede huwelijk van Wilhelm Arissen, gelijkgesteld met Jan Cornelis Versteegh, de vader van Peter Janz Versteegh, hij zou wellicht eerst steenbakker en dan hovenier geweest zijn. In de genealogie Versteegh worden 2 Jan Cornelis Versteegh, geb. 1645 (steenbakker) resp. 1665 (hovenier) als vader en zoon genoemd, waarbij niet duidelijk is hoe de filiatie verloopt. Zelfs gebruikt men wel de patroniemvorm Jan Cornelisz Versteegh, die vanzelfsprekend niet kan kloppen. Of deze verbinding klopt zal nog nader onderzoek aan het licht moeten brengen.

Info 62  Ouders van Trijntje niet met zekerheid bekend. Op 24.12.1656 laten te Amerongen Aris Jansz en Haasjen Jans, zijn huisvrouw, wonende te Amerongen, hun dochter Trijntje dopen. Dit is de enige doop in Amerongen van een Trijntje als dochter van een Aris/Arien etc. in de betreffende tijdsperiode. Ook Leersum en Zuijlesteijn hoorden destijds onder Amerongen. Alle ouders worden uitsluitend met patroniem in het doopboek genoemd, de achternaam Munt ontbreekt. Aangenomen dat Trijntje uit Amerongen/Leersum stamt, dan zullen dit waarschijnlijk haar ouders zijn.

Info 63  DBT Numansdorp, ouders Jacob Aardse vd Waal en Ariaantje Aarts van Truijen. Merkwaardigerwijze geeft SG871 aan, dat Maria te Oud-Beijerland gedoopt zou zijn, dit kan echter een vergissing zijn, daar verder alle gegevens van Maria in SG871 ontbreken (behalve j.d. won. Oud-Beijerland).

Info 64  Vrijwel zeker is de vrouw van Hendrik Kruithof dezelfde Neeltje Pauslusdr Houtemeulen, die 09.01.1701 te Heerjansdam gedoopt wordt. Weliswaar heeft Paulus Houtemolen neefs die ook Paulus heten, maar de voornaam Neeltje is daar minder waarschijnlijk.

Info 65  Zeer waarschijnlijke een dochter van Pieter Jans Verkerck. en Fijchje Ariens Verdonck. Volgens SG526 (Verkerk) hadden ze als kinderen o.a. Jan, overleden 1787 en Ary, overleden 1758. Aagje is zeer waarschijnlijk één der oudste dochters van Fijgie Ariens Verdonck, wiens moeder eveneens Aagje heette.

Info 66  Verbinding Hendriksje Bax met haar ouders Melis Bax en Maria Dominee is niet 100% bewezen, maar zeer waarschijnlijk. Zij noemt haar dochter Maria. Verder is ze naar haar grootmoeder Hendriksje van Ham genoemd. Daar haar vader de eerste Bax in 's-Gravendeel is, is een andere afstamming wel zeer onwaarschijnlijk (zie ook discussieforum Hoeksche-Waard, Molema 22 Juli 2001).

Info 67  16-10-1692: Huwelijkse voorwaarden van (weduwnaar) Jan Damisse Oudeklem en Maaijke Huijge van der Pols. Arijen Hendriks Smitshoek is oom van de bruid. (Bron: RA 1 SAP, 16-10-1692). Genoemde Arie Smitshoek (schout van Sint Antoniepolder) is ondertrouwd te Charlois op 26 december 1660 en getrouwd te Sint Anthonie Polder op 11.01.1661 (1) met Marichie Leenderts Francken, afkomstig uit Ridderkerk, overleden voor 8 mei 1695, dochter van Leendert Leenderts Vrancken en Grietje Jansdr. Marichie Leenderts Franken moet dus een zuster geweest zijn van Huijgh Lenaards Vranken, Arijen Hendrik Smitshoek was daarmee een oom van de bruid. Grietje Huijgen van der Pols, zuster van Maaijke, was dus eveneens een kleindochter van Leendert Leenderts Vrancken en Grietje Jansdr (niet te verwarren met zijn gelijknamige zoon Leendert Leenderts Vrancken, geb. na 1611, ovl. vóór 23.01.1683, dijkgraaf van Oost-IJsselmonde 1680).

Info 68  In Ons Voorgeslacht 1979 blz. 326 wordt 15.11.1640 als trouwdatum genoemd. Dit kan gezien het huwelijk van haar ouders in 1626 niet kloppen.

Info 69  De hier genoemde ouders Adriaen Huijben Dingemans en Neeltje Gijsbers zijn ontleend aan gegevens de Genealogie van Huijbert Dingemans, mij ter beschikking gesteld door de heer G.A. (Ger) Klein. Zie verder  GTMWB  jrg. 1993, blz. 125.

Info 70  Het hier genoemde ouderpaar Melis Aertsz Glavimans en Anneke Adriaens van der Hoeven is uitsluitend aangenomen op grond van de naam en de tijdperiode. Bewijs is nog te vinden.

Info 71  In 's-Gravendeel 400 jaar, blz. 189 wordt ze - kennelijk foutieverwijze - Francina Cornelisse Geervliet genoemd, dit gegeven werd echter nergens teruggevonden. De hier genoemde Francina is de enige in Leiden geboren Francina die in aanmerking komt, hoewel ze 5 jaar ouder is dan haar man. Bij de kinderen wijzen de vernoemingen: Cornelis, Johannes, Anna (wellicht ook meer, daar de doopboeken van 's-Gravendeel ontbreken) ook in die richting. In Leiden werd niet alleen een broer van Francina gevonden, die Cornelis heette, ook haar grootvader heette Cornelis, waar haar zoon naar vernoemd kan zijn, daar met Johannes beide grootvaders reeds vernoemd waren (onbekend wie van beide broers de oudste was).

Info 72  Volgens KS Rijerkerk. In een vraag in OV1968p243 wordt 31.05.1622 als doopdatum genoemd, wat bij een trouwdatum van zijn ouders van 16.02.1631 niet kan kloppen.

Info 73  PMB geeft 13.11.1650.

Info 74  De hier genoemde filifiatie van Teuntje met haar ouders Arien Teunis vd Waal en Willempje Ariens (den Ouden) was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100% zeker. Intussen is deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in Heinenoord) door Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft 18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of Teuntje, the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is clear that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's brother Adrien Den Ouden married Macheltje Pieters Gout in 1656, they had at least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van der Wael is named the behout oom of the children who must have been born ca. 1657-1661 or later - exactly during the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was named Cornelia not because her mother was named Cornelia but the child was named for the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens (most likely the grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de Jong). The naming order of the following girls then matches the normal order perfectly with Willemje for Willempje Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family - maternal vs. paternal".

Info 75  Doopdatum (familysearch) onzeker, op dezelfde datum werd zijn (tweeling?-)broer Aart gedoopt.

Info 76  Kijfhoek: op 03.02.1745 wordt door Aert Nugteren aengevinge gedaen van 't lijk van zijn vrouws moeder genaemt Maria Groenenboom wed van Pleun Gijsbertse van der Linden en versogt acte pro deo.

Info 77  De genealogie Visser van vdHoek (GVi) geeft als ouders Jan Ariense in 't Veld en Bastiaantje Pieters. Deze Pietertje zou daarbij op 26.10.1664 te Heerjansdam gedoopt zijn. Hier wordt de genealogie Visser uit het Streekarchief IJsselmonde (GVis) gevolgd.

Info 78  PMB geeft 13.11.1650.

Info 79  De hier genoemde filifiatie van Teuntje met haar ouders Arien Teunis vd Waal en Willempje Ariens (den Ouden) was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100% zeker. Intussen is deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in Heinenoord) door Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft 18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of Teuntje, the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is clear that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's brother Adrien Den Ouden married Macheltje Pieters Gout in 1656, they had at least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van der Wael is named the behout oom of the children who must have been born ca. 1657-1661 or later - exactly during the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was named Cornelia not because her mother was named Cornelia but the child was named for the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens (most likely the grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de Jong). The naming order of the following girls then matches the normal order perfectly with Willemje for Willempje Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family - maternal vs. paternal".

Info 80  Andries moet volgens Slijkerman wel een zoon van Adriaen Andriesz Munter geweest zijn, daar geen andere in aanmerking komende vader aanwijsbaar is.

Info 81  Zie ook Genealogie Nederveld door T. Janknecht, Bussum, 1979.

Info 82  Bij zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus niet geheel zeker.

Info 83  Hij is kennelijk niet identiek met de Jacobus van Ravensteijn, vermeld 23.08.1683 als procureur voor het Hof van Holland (OV1995), zoals in een vorige versie van deze kwartierstaat aangegeven. In een akte van Vlaardingerambacht van 06.06.1670 wordt deze namelijk vermeld als mr. Jacob van Ravesteijn procureur voor het Hof van Holland als getrouwd hebbende Maria van Borselen, dus kennelijk een ander (met dank aan Teun van der Vorm voor deze ontdekking). Deze is gedooopt in Dordrecht op 20.02.1642 als zoon van Arnoudt van Ravenstein en Monica van der Eijk. Volgens mededeling van Lucas van Heeren van 1.6.2010 is in het archief te Dordrecht Catharina een dochter van Jacob Janssen en Catrijntje Jans. Onze Jacobus  heeft dus geen Arnout maar een Jan of Johan als vader gehad.

Info 84  Verdere mogelijke link (te onderzoeken): 1. Roelof Sanders en Jan Sanders van Wel, broers, verklaren in 1603 te verdelen de vaderlijke goederen gelegen in de heerlijkheid Batenborch en te Wel onder Ammersoyen (Bommelerwaard). Jan Sanders van Wel, genaamd "de Bisschopszoon" was gehuwd met Lijntgen Goossens, weduwe Ruymschotel, te Brakel (1615, 1616). Bron: Ned. Leeuw 1983p163.]

Info 85  Bij zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus niet geheel zeker.

Info 86  Hier is Slijkerman in OV2002p248 gevolgd, verschillende kwartierstaten (bv. K. Mazee) geven echter 1701 als overlijdensjaar aan, hij zou in dat jaar ook zijn begraven en wel te Katendrecht.

Info 87  Volgens Collectie van Gemerden (SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van Cornelis Baertman. Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden overeenkomt.

Info 88  Volgens Collectie van Gemerden (SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van Cornelis Baertman. Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden overeenkomt.

Info 89  GN1975 (KS Matthijs) geeft aan: ca. 1710.

Info 90  Deze generatie ontbreekt in de kwartierstaat Hofstee in Gens Nostra 1991, is bij latere versies (PromXVII, internet) toegevoegd. In Prometheus XVII (KS Hofstee de Blieck) is betreffend de ouders van Ariaentje een voorbehoud gemaakt (*), een definitief bewijs is volgens T. Hofstee niet voorhanden, de naamgeving van de kinderen komt echter met deze aanname overeen. ("the connection is still very tenuous, there is no definitive proof, just the naming of the children. Stasse, de Bruin and Keijser have not been able to give us the absolute proof"). Zie ook GV99.10 (de Keyzer).

Info 91  Ook wordt 17.3.1693 genoemd als overlijdensdatum.

Info 92  Onzeker of de ouders van Lijsje juist zijn, geen bewijs. De doopdata zijn van kinderen van een Hendrik Jans zonder achternaam en zonder vermelding van de moeder. Doop van Lijsje niet gevonden.

Info 93  Utrecht 30.11.1695 Comparant ter ene Hestertje van Deutecom, Utrecht, ter andere Wilhelmus van Deutecom, Henricus van Deutecom, neef, Albertus van Deutecom, neef, Wynandus van Deutecom, Jacob Lavarge, neef, Sara van Deutecom, nicht. benoeming Albertus van Deutecom, Henricus van Deutecom en Jacob Lavarge als executeurs en voogden, Utrecht 13.11.1699, naam comparante Hestertje van Deutecom, Utrecht en ter andere zijde Albertus Deutecom, Lysbet van Deutecom, gehuwd met Jacob Laverge en Sara van Deutecom, nicht, Utrecht 2.12.1705 Eerste comparant Hesrtye van Deutecom, naam comparante aan de andere zijde Albertus van Deutecom gehuwd met Catharina ter Maat, Rotterdam, en ter andere zijde Lysbet van Deutecom gehuwd met Jacob Laverge, ook ter andere zijde Sara van Deutecom, nicht en Charlotte Sophia van Deutecom, dr.van Willem van Deutecom.

Info 94  De genealogie Versteegh noemt hem een mogelijke zoon van de predikant Gerrit Dircksz. (Gerardus) Versteghe, wiens vader Gerardus Gardirius Gelrensis uit Stroe bij Garderen stamde. Deze stond in 1589 in Heidelberg ingeschreven als GERARDUS VERSTEGUS AL TZEANUS (‘uit Alzey’). Hij werd in 1593 predikant te Garderen, maar al na een jaar werd hij overgeplaatst naar Zutphen,gestudeerd hebbende in Heidelberg, predikant te Garderen. Hij is ook nog predikant geweest in Apeldoorn, Arnhem en Buren. Dit lijkt niet plausibel gezien het patroniem Arissen. Men stelt dan ook elders in de betreffende genealogie terecht vast: "Te betreuren is het, dat de doop- en trouwboeken van de stad Wageningen verloren zijn geraakt. Het zou anders bekend zijn waar Wilhelm Arissen Versteghe vandaan gekomen is; of hij in Wageningen (of Buren) is geboren en gehuwd aldaar, dan wel uit Stroe is gekomen en met een Wageningse jongedochter is gehuwd en na overlijden van zijn vrouw is vertrokken met medeneming van zijn inmiddels geboren zoontje Evert".

Info 95  Doop in Westmaas niet te vinden, de namen van de kinderen doen vermoeden, dat Adriaentje (en wellicht ook een broer Dirck) eerder werd geboren, d.w.z. voor 1701, dit zou ook met de trouwdatum (1721) kloppen. Het is echter niet uitgesloten, dat bij 1 van de 3 Marities (1701-1704) de naam verwisseld is (in sommige bronnen komt ze fouterwijze als Maria van Truijen voor). Ze is twijfelloos een zuster van Maria, waarmee ze samen bij de erfgenamen van Maecke Hendricx in 1723 genoemd wordt, echter ook met een broer Dirck, waarvan ook de doop niet te vinden is.

Info 96  Willem Maartensz Kiel laat met echtgenote NN volgende kinderen dopen te Zuid-Beijerland: Jan 28.12.1700 en Annetje 22.07.1703. In beide gevallen is een Maritge Barents Seeman getuige. Hij zal dus toen reeds met Cornelia Barents Zeeman getrouwd zijn geweest. Na het overlijden van zijn vrouw Cornelia Barents in 1722 worden op 20.04.1722 bij de acte van uitkoop drie kinderen van haar genoemd, waaronder de minderjarige Jan, die 15 jaar is. Deze zou dus ca. 1707 geboren moeten zijn. Onder aanname, dat ze geen twee kinderen de naam Jan gehad hebben, zal de eerste Jan (geb. 1703) waarschijnlijk jong gestorven zijn, en is Jan dus ca. 1707 geboren.

Info 97  Er is maar één Hendrina de Gester gedoopt in de betreffende periode. Verder noemt ze haar kinderen Willem (1740), Andries (1743), Cornelia (1747). Daarom geen twijfel omtrent het ouderpaar.

Info 98  Volgens SG950 mogelijk dochter van Jan Aryens Dorst en Pietertje Jans v/d Broek.

Info 99  Zijn broer Herman Leenderts Francken trouwt als jg. van IJsselmonde met Pietertje Pieters Aryswager, 09.10.1611 te Ridderkerk.

Info 100  Volgens OV1981 zouden in 1610 Aries erfgenamen de smederij verkocht hebben, wat echter niet met de verdere gegevens overeenkomt, in ieder geval leefde hij lang na 1610 nog.

Info 101  Leijtge wordt ook Lea genoemd, o.a. in SG883 Verduijn. Veelal wordt de naam Leijtge ook tot Lydia gemoderniseerd. Niet te verwarren met Leijntgen = Lijntje (=Cathelijntje). Zo heette haar oudere zuster volgens SG883. OV1992p464. In een vraag in OV1992p464 staat overLeijtge Woutersd Verduijn: Zij hertr. Barendrecht 26.11.1684 Cornelis Leendertsz. Legeste, etc. Dit is onjuist, Leijtge zou dan ca. 98 jaar zijn. In het boekje "de Barendrechtse doop en trouwakten uit de 17e eeuw" van A.M.

Overwater staat dan ook het volgende: 26-11-1684 Cornelis Ldrtse Legestee, weduwnaar van Grietje Ariens trouwt Pietertie Ariens, weduwe van Huijgh Dirckse, beijde wonende te West Barendrecht.

Info 102  Notitie van Joan Bos bij Gijsbert Teunisz: Zowel (1) Tonis Gijsberts als (2) Teunis Jansz als (3) Teunis Leendertszn worden als zijn vader genoemd: 1.  Tonis Gijsberts had een broer Bastiaen Gijsberts. 2. Teunis Jansz wordt vermeld in 1642 en 1650. 3. Teunis Leendertzn en Hadewij Gijssendr hadden mogelijk een andere zoon Gijsbert Teunisz, die in Strijen woonde en met Maijke Hendrikse Monster trouwde. Die Gijsbert Teunisz kreeg een tweeling, Adrianus en Maria, in 1725  en in 1736 volgde Hendrik.  Aangezien Gijsbert Teunisz uit zijn eerste huwelijk al een zoon Jan heeft en helemaal geen zoon Gijsbert of Leendert heeft, lijkt Teunis Jan de meest waarschijnlijke vader.

Info 103  Notitie Joan Bos betr. Sijtje: Er is een Sijtje Cornelisse Bestebreur begraven op 20-6-1715 in Maasdam, maar kennelijk is dat een andere Sijtje, want Gijsbert Teunisz is 2x hertrouwd.  Ook Bastiaan Cornelisz en Inge Huygensdr Blaeck worden als haar ouders genoemd, maar gezien haar patronym Cornelis lijkt dat minder waarschijnlijk.

Info 104  Doop te Sint Anthoniepolder onder patroniem, ouders daarom niet zeker.

Info 105  Volgens "de geslachten Cranendonck in Holland" p 295 is deze persoon gedoopt 19.12.1655 te Hendrick Ido Ambacht. Zijn moeder zou Neeltje Ariensd van der Leer heten. Dit wordt door E. Mostert, wiens versie hier gevolgd wordt, duidelijk tegengesproken.

Info 106  Leendert wordt genoemd in ORA Meerdervoort 9 Nov 1674 en 1 Nov 1676 (overl.). Zie Kronieken 2000, p.105 e.v. voor meer informatie.

Info 107  De genealogie Visser van het Streekarchief IJsselmonde (GVis) geeft aan rond 1629, zonder locatie.

Info 108  Volgens C. Sigmond vermoedelijk een zoon van Adriaen Cornelisz Houcxewech.

Info 109  Leeftijd op de grafzerk 36 jaar en niet 63 jaar, zoals bij de beschrijving van de zerk fouterwijze aangegeven is (Doen Beijens, deel II).

Info 110  In de Nederlandsche Leeuw 1959, k. 14, zijn per abuis de overl. datum en leeftijd van Adriaentje met die van haar tweede man Henderick Cornelisse Aenwegh verwisseld. Bloys van Treslong Prins ,,Grafzerken Zuid-Holland" geeft aan: Adriane Francke de Vos, ovl. oct. 1680, oud 80 jaar.

Info 111  Volgens OV1992 mogelijk een zoon van Cors Pietersz Spruijt, dus niet zeker.

Info 112  De gegevens in DJV-Ip32 komen niet met OV2002 overeen, kennelijk verouderd.

Info 113  Volgens Doen Beijens II, blz. 40  trouwde ze ook met Jacob Hendriksz van der Giessen, die 3 verdere huwelijken voerde, o.a. met haar zuster Geertje. Bij Jacob is ze in hetzelfde boek niet vermeld, wellicht betreft het een foutieve opgave.

Info 114  Het ligt volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom was, dit valt echter niet door acten te staven.

Info 115  Bij zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum dus niet geheel zeker.

Info 116   In SG635 wordt verondersteld, dat alleen Aerjaentje van Dordt kwam, en dat Michiel een broer van Mr. Hendrick (i.p.v. zijn vader) was.

Info 117  Arie Ariens Stam is volgens OV2000 p72 hier geplaatst als zoon van het echtpaar Arij Bastiaans Vogelaar en Jaepje Jacobs, omdat Arij Bastiaans Vogelaar als bestevader (grootvader) van zijn nagelaten minderjarige kinderen optreedt voor de weeskamer van 's-Gravendeel in 1642.

Info 118  Mogelijk heette Sijtgen Verdonck, echter geen bewijs gevonden.

Info 119  Niet 100% zeker dat Lijntje Crijnen de moeder van Jannetje Witte is, maar wel voor de hand liggend (Slijkerman).

Info 120  OV1957p64 geeft Hendrik's tweede vrouw Marike Rokusdr Troost als moeder van Cornelis aan aan. Dit kan echter op grond van zijn geboortejaar niet kloppen.

Info 121  Een Arijen Jan Ariens Sparreboom getr. met Truijtjen Leenderts wordt genoemd als heemraad 1626, 28, 31, schepen 1654, 56, 59, hoogheemraad 1660, 63, 66, dijkgraaf 1668/71, 1676 (OV1963p130). Anneke wordt hier niet als kind genoemd. Volgens informatie van de heer Sparreboom in het Streekarchief IJsselmonde (juni 2003) zou zij uit een andere familie of tak stammen, die niet met genoemde Sparrebooms verbonden kon worden.

Info 122  In NL1991 k436 maakt Slijkerman een voorbehoud: Teunis Francken de Vos is een zoon van Frank Geeritse en wellicht Adriaentje Coenen.

Info 123  Kra geeft 08.12.1632 als trouwdatum.

Info 124  Wijck 26.12.1664: Jacoba fillia Bastiani Rues et Antonia Vrancken suscept Gisberta Vrancken. (Streekarchief Land van Heusden en Altena, doopboek Drunen RK Parochie deel 5 pag 33).

Info 125  Als vader van Pieter Cornelsz. wordt in LFT Cornelis, zoon van Pieter Willems Bicker vermoed. Wel wordt het hier genoemde echtpaar al eveneens mogelijke ouders genoemd..

Info 126  Kuypers geeft 1609 als geboortejaar (GN 2009 blz 362)

Info 127  De stamboom Van Wagtendonk (http://wagtendonk.antville.org/) geeft Goris Jansz van Wachtendonk een vrouw Geertruy van Arkel (geb. te Ammersoden) en de resp. voorouders Johan, Goris, Francois en Dirk. De laatste zou de richter in Cranenburg zijn, die ca. 1574 trouwt met Elisabeth Bruins, beschreven in de Nederlandsche Leeuw 1960 kol. 243-256. [Elisabeths broer Ludolph Bruyns, burgemeester van Emmerik, had een dochter Margaretha. Uit haar verbintenis Frederik Hendrik, prins van Oranje, werd in 1624 geboren jr. Frederi(k (Hendrik) van Nassau, heer van Zuylenstein en Leersum, de stamvader van de Nassau-Zuylenstein’s]. De voorouders van Dirk van Wachtendonk zouden uit het adellijk geslacht Van Wachtendonck stammen, de genoemde genealogie geeft een m.i. grotendeels gefantaseerde stamlijn tot het geslacht van Este omstreeks het jaar 900. Daar ook voor de eerste 4 geslachten een bronvermelding ontbreekt (ook op aanvraag) kan ik er niet van uitgaan dat de link naar Dirk van Wachtendonk betrouwbaar is. De voorouders van Goris worden daarom weggelaten.

Info 128  De familie Baars van Oud-Beijerland, blz. 34: "Het archief van Sliedrecht van voor 1700 is verloren gegaan en er is over de familie Berck niets te vinden. In de protokollen van Oud-Beijerland van de achttiende eeuw wordt echter de naam van Matthijs Berck, outraet van Dordrecht en vrijheer van Goidschalxoord aangetroffen. Aangaande verwantschap is niets bekend, doch de dubbele naamsovereenkomst is opvallend". De kwartierstaat Leijerhorst geeft als vader van Matthijs Heijmansz Berck aan: Heijman Matthijsz Berck, zoon van Matthijs Berck en Alijd de Roovere. Daar mij de bronnen voor deze verbinding niet bekend zijn, blijft deze filiatie van een vraagteken (*) voorzien. Matthijs' vader Heijman zou een zoon zijn van Matthijs Berck en Alijd de Roovere, waarmee deze lijn via Johan Berck, Matthijs Berck + Maria Tack bij Anna van Alblas terecht komt, en daarmee naar Karel de Grote Reeks 41, die reeds in deze kwartierstaat voorhanden is. Vanwege de onzekerheid over deze verbinding wordt de lijn hier na Heijman onderbroken.

Info 129  Oudst bekende voorvader van Neeltje Cornelisse in 't Veld. C. Baars zegt daar het volgende over: "Leden van het geslacht in 't Veld worden in archiefstukken van IJsselmonde in de 16e eeuw reeds genoemd. Voor Neeltje in 't Veld komen we echter niet verder dan Leendert Cornelisz in 't Veld. Er werd geen aansluiting gevonden met de stamreeksen in 't Veld, die reeds zijn gepubliceerd. Het onderzoek werd bemoeilijkt daar later bleek dat deze tak de bijnaam Sa(e)ckie droeg en in de akten dikwijls alleen met deze naam werd aangeduid. De kinderen van Neeltje Cornelisdr in 't Veld en die van haar zuster Jannetje hebben in 1803 zelf een stamreeks opgesteld in verband met een proces, dat ze voor het gerecht van Ridderkerk voerden over de erfenis van Marygie in 't Veld wed. van Huyg de Jong. Marygie was in 1803 overleden en liet geen kinderen na. Van vaderskant had ze geen naaste familie en personen, dat ze aan haar verwant waren, konden zich als erfgenaam melden, maar moesten de familierelatie wel opgeven en met bewijsstukken staven. De kinderen van Neeltje en Jannetje in 't Veld behoorden ook tot de gegadigden en gaven in 1803 opdracht aan Pieter Commijs, procureur voor het gerecht van Ridderkerk, om hun aanspraken op de erfenis voor te leggen en te verdedigen voor het Gerecht. De aanspraken werden niet erkend door het gerecht aangezien de verwantschap niet was bewezen en gestaafd met afschriften uit doop- en trouwboeken en andere akten. Dat de eis werd afgewezen was terecht. De voorouders van Neeltje en Jannetje in 't Veld waren wel juist opgegeven, maar de verbinding die was gelegd met de stamreeks van de erflaatster, Marygie in 't Veld, was waarschijnlijk onjuist." Bron: BRSp39.

Info 130  KS Touw-Trouw veronderstelt, dat Matheus te Delft woonde. Hiervoor echter geen aanwijzingen gevonden.

Info 131  Zeer waarschijnlijk was Arien Mookhoek getrouwd met Aagje Cornelis Houck, zie SG439. De kinderen van Geertruyt Arentse Mookhoek lijken in de acte van 1736 te ontbreken, was zij wellicht een dochter uit het tweede huwelijk van Arie Mookhoek met Jannigje Gijsberts Hoogenhoeck? (ze had een dochter Jannigje). Dit lijkt echter vanwege haar trouwdatum (11 jaar eerder dan Jacob, die wel in de acte genoemd wordt) eerder onwaarschijnlijk.

Info 132  Molema: "wellicht een dochter van Aert Ariens Mookhoek". In SG439 is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.

Info 133  Tussen 1678 en 1685 worden te 's-Gravenmoer van Jan Sijmen Geus en Anneke Janse Bos de kinderen Johannes, Dingetje, Sijmen en Jacobus gedoopt. Sommige gedeelten in het doopboek zijn onleesbaar. Waarschijnlijk is Cornelia eveneens een dochter van dit echtpaar. Haar kinderen heten Adriaan (1703), Aalbert (1704) en Sijmen (1706).

Info 134  Volgens SG480 is Jannetje Pleunen (van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een dochter van Pleun Aartse Spruyt en een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt en Teuntje Symonsdr.

Info 135  De ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde .....  een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).

Info 136  Vergelijk ook de genealogie Verduyn in Gens Nostra 1965, blz. 207 e.v. met correctie blz. 308.

Info 137  Slijkerman geeft haar in DJV-III de naam Barbara Jansdr, maar blijft als haar ouders noemen: Gijsbert Adriaensz, boer te Puttershoek en Jaepken Adriaensdr, de laatste een dochter van Adriaen Jansz, gegoed te Maasdam en Fijke Gijsbertsdr.

Info 138  sGDp119 noemt haar Neeltje Jansdr.

Info 139  Omtrent de trouwdatum geeft het boek van van Beek 3 verschillende informaties: blz. 104: voor 14.04.1606 (erfdeling Dirck de Bie), blz. 247: voor 17.03.1600, blz. 374: voor de leste februarii 1608. Dit kan uiteraard allemaal kloppen als het werkelijkvoor 17.03.1600 geweest is.

Info 140  In de Parenteel Doen Beijens I wordt Bastiaantje Leenderts als derde vrouw van Leendert genoemd. Dit is een fout, ze was met zijn zoon getrouwd (E. Mostert). Dit laatste echtpaar komt voor op de lijst van lidmaten te Westmaas 1647/51.

Info 141  Ook in 1631 wordt een Cornelis Jans, boekverkoper te Leiden, vermeld. Er is maar één huwelijk van een Clara Adriaens van der Werff gevonden, het hier vermelde met Cornelis Jans van Buyten. De genealogie Van der Werff, opgenomen als bijlage B in J.W. te Water, Levensbijzonderheden van Pieter Adriaansz. van der Werf (Leiden, Haak en Comp. 1814), noemt hem ook Van Bent. Nergens heet hij Van Duypen, de familienaam van dochter Reyertge volgens het ondertrouwregister van Leiden. Er zijn in Leiden wel drie Cornelis'en van Duypen gevonden, maar deze waren niet met een Clara getrouwd en ook hadden zij voor zover bekend geen dochter Reyertge. Ook is er geen sprake van werderzijds optreden als doopgetuige. Mogelijk is Reyertge een buitenechtelijk kind van één van deze drie, maar hier is geen enkel bewijs voor. Meer waarschijnlijk lijkt het dat de familienaam "Van Duypen" bij Reyertge een verschrijving is voor "Van Buyten." De naam "Van Buyten" komt in Leiden begin 17e eeuw wel voor, maar erg weinig. (Bron: E. Mostert).

Info 142  Clara Adriaens van der Werff lijkt zeker als moeder van Reyertge. Zij wordt vermeld bij de ondertrouw van Reyertge en woont dan in de Zonneveldsteeg, evenals bij haar eigen ondertrouw met Cornelis Jans van Buyten. In de stamboom Van der Werff komt maar één Clara Adriaens in aanmerking als moeder. In Lisabet van Sunnevelt, de doopgetuige bij Reyertge's zoon Cornelis, kan men de zuster van Reyertge's moeder zien, Elisabeth, getrouwd met Adriaan van Sonnevelt. (Bron: E. Mostert).

Info 143  Sommige bronnen (o.a. KAPT) geven Heinenoord als geboorteplaats aan, waarschijnlijk is die opvatting achterhaald.

Info 144  Lenaert en Leentje staan de de kwartierstaat Maliepaard (PromXIVp287) als onzekere ouders van Cornelis met een * aangegeven. In SG864 staan Leendert Cornelisz Mijs en NN zonder voorbehoud als ouders van Cornelis vermeld.

Info 145  r.a. Westmaas, 1, 25.4.1643 Soetje Willems heeft 4 kinderen, uitwijsende test van hun vaderlijke successie. Bekend zijn volgens SG207 Adriaen den Ouden, Herman den Ouden en Neeltje Ariens den Ouden. Het vierde kind zou dan Willmepje Ariens moeten  zijn. Is nog na te trekken.

Info 146  Mariken Thonis wordt als moeder van Leendertgen van der Kooy genoemd in SG384 (Boender) en in P. Boender "Vier eeuwen in rechte lijn, de afstamming van Cornelia Jacoba en van Cornelis Arie Pieter Boender", Zeist 1993.

Info 147  GN1989p3: "Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz, penningmeester van Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op 18.11.1597 stierf na een legaat aan de armen van Barendrecht vermaakt te hebben". Bij Peter Klok is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.

Info 148  In CRAp191 worden nog ander ouders verondersteld, OV1995p435 geeft de hier gebruikte aktuelere versie.

Info 149  ca. 1555 stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV). Dit kan niet vanwege zijn vader, die voor 1551 stierf.

Info 150  Zeer waarschijnlijke vader van Truygen Andries, zie artikel Slijkerman in GN2011.

Info 151  Niet duidelijk of de vader van Adriaentje Gerrits de naam Polderdijck droeg.

Info 152  Het lijkt eerder onwaarschijnlijk, dat Cornelis een zoon van Neeltje Cornelis Doensdr was, hij kan eventueel een andere moeder gehad hebben. In de parenteel van  Doen Beijensz komt Cornelis dan ook niet voor. Slijkerman (KORp19): waarschijnlijk een kind uit het huwelijk of verbinding met NN.

Info 153  Hans van der Boom (page GKop): "Deze Daniël is welhaast zeker geen zoon van Ananias (Aeneas) van Coppenolle (overl. Gouda 1622) daar uit de twee akten die op deze Ananias betrekking hebben vrijwel zeker blijkt dat hij overleed zonder eigen nageslacht. Vele personen doen dan ook moeite hun familierelatie met Aananias te bewijzen om zo ook nog "een graantje te kunnen meepikken" uit diens nalatenschap. In de Barendrechtse trouwboeken is een inschrijving te vinden van Geem Daniëlse Coppenhol, wedr. van Maeyke Wygertsdr., van Rhoon. Hij huwde (3e bescheyt Barendrecht 26 aug.) 1635 Ingetje Ariensdr., j.d. van Oost-Barendrecht. Is dit misschien een broer van deze oudst bekende Daniël? Hij is wedr van Rhoon, een relatie met de navolgende Daniël zit er dus wel in ! Daniël en Geem zijn waarschijnlijk zoons van: Daniël (Danyll) van Coppenhoelen (van Coppenhooll). Deze Danyëll kwam twee maal voor in de archieven van de heerlijkheden Rhoon en Pendrecht (1454-1796). Kwam, want deze archieven zijn helaas verloren gegaan".

Verschillende kwartierstaten (Hofstee-Neef, Kim Dijkxhoorn, www.student.utwente.nl/~aver/kwdijkxhoorn/frame3.html) laten Daniel afstammen van Jan van Coppenolle, gedoopt ca. 1434 in Gent, ovl. 16.06.1492 in Gent (onthoofd). Deze Jan is leider van de opstand te Gent tegen Maximiliaan, zoon van de Duitse Keizer Frederik III. Na zijn onthoofding op de Vrijdagmarkt in Gent worden zijn goederen verbeurt verklaard, zijn weduwe Jannen Craeys en kinderen worden naar Ronse verbannen. (zie ook boek van: Dr. P. Geijl "De geschiedenis der Nederlandse Stam"). Volgens genoemde versie zou Daniel een zoon zijn geweest van Daniel Cornelisse van Coppenolle, tapijtwerker en poorter van Gouda in 1599. Dit lijkt niet in overeenstemming te zijn met de bovengenoemde opmerkingen van Hans van der Boom.

Info 154  Volgens hypothese van Slijkerman was Cornelis een zoon van Ploen Heynricksz. Deze Ploen was namelijk de enige persoon met deze voornaam in de tweede helft van de 16e eeuw, die te Heerjansdam vermeld wordt. Wel zouden zijn kinderen een aanzienlijk jongere moeder gehad moeten hebben, dan Cornelis zelf was. Wellicht was Aechtien dan ook niet zijn eerste vrouw.

Info 155  GN1989p3: "Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz, penningmeester van Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op 18.11.1597 stierf na een legaat aan de armen van Barendrecht vermaakt te hebben". Bij Peter Klok is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.

Info 156  Ze was zeer waarschijnlijk een dochter van Adriaen Peters van Muijlwijck.

Info 157  Deze link werd mij medegedeeld door het Van Maaren Genootschap (Paul van Maren), maar zonder bronvermelding of bewijs. Over de Betuwse tak van Maaren zal later een boek verschijnen. Daarom (voorlopig) als onzeker te beschouwen.

Info 158  Er is geen sluitend bewijs gevonden wie de ouders van Gijsbert Goertzen zijn, maar Engel Rosa noemt in zijn boek een groot aantal argumenten die ervoor spreken, dat hij een zoon van het hier genoemde echtpaar, Goert Reijersz Sterck en Jutte van Heuckelum gen. Rosendael, is. Dit verklaart ook de naam Rosa, die Gijsberts zoon Abraham aannam. Anderszijds zijn er veel tegenargumenten, o.a. van Enny de Bruijn in https://ennydebruijn.nl/roosa-genealogy-legends-and-facts/ en van Hans Vogels in https://groups.google.com/g/soc.genealogy.medieval/c/LeaWvDvMcHs?pli=1. Een overtuigend tegenbewijs kan ik hierin echter niet zien, wel is gerechte twijfel aangebracht bij deze filiatie.

Info 159  Over de familie van Langelaar zie ook "Boerderijen en Boerengeslachten te Renswoude" door S.Laansma, Uitg. Renswoude 1972 onder fam. Dashorst.

Info 160  De kwartierstaat Drost noemt hem Rutger Harmensz van de Haar.

Info 161  Heijman zou een zoon zijn van Matthijs Berck en Alijd de Roovere, waarmee deze lijn via Johan Berck, Matthijs Berck + Maria Tack bij Anna van Alblas terecht komt, en daarmee naar Karel de Grote Reeks 41, die reeds in deze kwartierstaat voorhanden is. Vanwege de onzekerheid over deze verbinding wordt de lijn hier bij Heijman onderbroken. Daar Heyman niet door van Baalen bij de kinderen van Matthijs vermeld wordt, zou hij een bastaardzoon kunnen zijn.

Info 162  Mogelijk een kleinzoon van Jan Ariensz. Haverboer (Jonge Haverboer), overl. ná 4-5-1624, uit het geslacht Stooker / 't Jong / Haverboer uit 's-Gravendeel. Deze heeft een zoon Arijen Jansz. Haverboer, overl. vóór 13-6-1668, getrouwd met Neeltje Aertsdr., overl. ná 13-6-1668 van wie op 06.08.1656 te Strijen een zoon Jan gedoopt wordt. Deze vermoedelijke ouders zijn met een * in de kwartierstaat opgenomen. Het kan eventueel een parallelle tak betreffen.

Info 163  Waarschijnlijk geen relatie tot het geslacht Truyen op IJsselmonde, mogelijk genoemd naar een vrouw met de naam Truycken Herbertsdr. (OV2002). Soms duikt bij het Hoeksche Waardse geslacht de naam van St. Truijen op, vergelijk ook Doen Beijensz 115.313.16.

Info 164  Lijntje ontbreekt merkwaardigerwijze in het boek Van Beek / Oerlemans, waar het geslacht Mouthaan beschreven is. Ze past wat doopdatum betreft tussen Cornelis Jan 06.08.1634 en Janneken 11.03.1639, waartussen De Hek ook nog een Adriaan (1637) noemt.

Info 165  Volgens SG480 is Jannetje Pleunen (van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een dochter van Pleun Aartse Spruyt en een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt en Teuntje Symonsdr.

Info 166  In 1653 werd het begrip "hele cappitalist" in Holland ingevoerd voor mensten die meer als 2000 Gld vermogen hadden. In het Quohier van alle Familien op den dorpe van 's-Gravendeel ende Leerambt van 6 maart 1680 worden 3 "halve cappitalisten" en 6 "heele cappitalisten" geteld. Tot de "heele cappitalisten" behoren naast Bastiaan van der Linden de boeren Dirck Quartel, Arijen Dircks Cranendonck en weduwe Annegie Paulus. Verder een Dirck Dircks en Adrijanus Cambier, predikant.

Info 167  De  beschikking met de kerk betreft een verkochte koe van 22 gulden en vijf stuivers. De koe kan uit de veestapel van Willem afkomstig geweest zijn als inlossing van een toezegging aan de kerk. Na 1560 blijkt Willem Jorisz. meer aanzien te verwerven, hij wordt molenmeester en ambachtsbewaarder en pacht de tienden van Zuid-Maasland. Vermoedelijk had hij geërfd en gold als kapitaalkrachtig.

Info 168  De toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter niet zeker (CRAp181).

Info 169  In GN1965, p207, wordt van hem gezegd: bewoner van de hofstede te Charlois, hier wordt hij echter met zijn zoon verwisseld, zie p308 van dezelfde jaargang.

Info 170  Volgens Arie Verduijn, Sojourners, A family chronicle, Burlington, Canada 1981 (zie de NL1983 p391) zouden er tussen Wouter Cornelisz en Wouter Hendricksz Verduijn 2 geslachten geweest zijn: Pieter Woutersz en Heyndrick Pietersz Verduijn.

Info 171  Neeltje was volgens "Drie verwante geslachten van Driel", blz. 156 zeer waarschijnlijk een dochter van Sebastiaen Louwensz. In Ons Voorgeslacht 2001 blz. 580 noemt Slijkerman ze echter een dochter van Sebastiaen.

Info 172  Volgens de KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien) Willems Hofman en Marijke Margrietsdr.

Info 173  GN1991p449 geeft Cornelis' 2e vrouw Mariken Adriaens als moeder van Barbelke aan. Deze trouwde echter pas met Cornelis, lang nadat Barbel zelf al getrouwd was.

Info 174  Slijkerman laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen de moeder is van zijn kinderen.

Info 175  Hoewel geen hard bewijs voorhanden, zijn de meest aannemelijke ouders van Lenert Cornelisz Mijs de hier genoemde Cornelis Lievensz Mijs en Marichje Sebastiaensdr. (info TvdV op grond van correspondentie met C. Sigmond). Ook in SG864 worden deze personen (zonder voorbehoud) als ouders genoemd.

Info 176  Afstamming niet bewezen. In boek "De geslachten Cranendonck in Holland" werd een afstammingslijn van Gerrit Gerritsz Cranendonck verondersteld. Deze Veronderstelling bleek niet houdbaar. In Ons Voorgeslacht 2000 blz 314 opperen dezelfde auteurs een andere these, welke hier overgenomen wordt.

Info 177  Op blz. 189 van het Jaarboek Oud Utrecht 1975 wordt opgemerkt dat er geen direct bewijs is dat Cornelis Jansz. van den Bongaert een zoon van Jan was. Wel wijzen veel gegevens hierop en heeft een uitvoerig onderzoek geen enkele aanwijzing in een andere richting gegeven. We hebben hier wel met twee broers Cornelis Jansz. te maken in één gezin, wat oorzaak van de twijfel lijkt te zijn. Dit was in die tijd echter niet ongewoon, de roepnamen waren vaak verschillend (zoals vandaag Cees en Cor). Ook Jan en Johan komen in dezelfde familie in eenzelfde gezin voor. Grootvader Cornelis was een must-vernoeming, wellicht daarnaast nog een overleden oom etc. Het is dan ook nogal willekeurig dat de KdG Site op grond hiervan een vraagteken bij deze filiatie in Reeks 128, generatie 28 heeft gezet. Een dergelijk vraagteken kan in elke reeks op veel plaatsen worden gezet. Een 100% zekere filiatie is vrijwel nooit mogelijk, zie ook "Afstamming van Karel de Grote?" op http://www.zuiderent.ch/Charlemagne.htm. Zelfs als het een bastaardzoon zou betreffen, verandert dit niets aan de afstamming.

Info 178  Volgens Slijkerman in OV2001 is het niet geheel zeker, dat Ariaentie de moeder van de hier genoemde kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.

Info 179  Dirck Coossens van Rije is volgens RIJp43,54 mogelijk gelijk aan Dirck Koosen, zoon van Coos Dircx  (uit het geslacht van Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen Beijens). Dit lijkt echter door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd (14.07.2003 Mailinglist Hoekse Waard, Dago Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel suggereert, dat Dircks vrouw Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.

Info 180  De toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter niet zeker (CRAp181).

Info 181  Leendert Willems de Regt en zijn voorgeslacht worden in Duizend Jaar Voorgeslacht van Slijkerman genoemd, met als bron een Belgische publikatie. Ze zijn echter niet in de kwartieren opgenomen.

Info 182  Jacob wordt in verschillende bronnen als korenmolenaar te Spijkenisse vermeld, echter met het jaartal 1591. Dit kan niet dezelfde zijn, daar zijn vrouw reeds voor ca. 1573 hertrouwt met Claes Ketting.

Info 183  Waarschijnlijke vader van Pieter Spruijt volgens Slijkerman.

Info 184  Waarschijnlijk 1603/23, volgens de Genealogie van Bastiaen Ariens Andriesz (SG210 Heinenoord) zou het echter 1636 zijn. Volgens DJV-Ip52: na 4 april 1613, waarschijnlijk 1613 of 1623. OV1988p432 (Kwst de Keijzer) geeft daarentegen 1603 aan. In OV2005p105 geeft Slijkerman (definitief) 1613 aan.

Info 185  Niet onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de Strijense schout Matthijs Maertensz., maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat Matthijs en zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint Antoniepolder land in Strijen bezaten, wellicht erfland.

Info 186  Volgens KRON1993p37 wellicht een zoon van Lenert Cornelisz Borst.

Info 187  ca. 1555 stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV). Dit kan niet vanwege zijn vader, die voor 1551 stierf.

Info 188  Volgens Slijkerman was Ploen zeer waarschijnlijk een zoon van Heinrick Jacobz, hun huis was te Heerjansdam en ze gebruikten  beid 4 mergen 2 hont land. Twee andere Heinricks komen niet in aanmerking als vader.

Info 189  Volgens C. Reijerkerk 02.12.1612.

Info 190  Niet zeker, welk van de 3 vrouwen de moeder van Jan was. Daar onder de kinderen van Jan geen Lijsbeth maar wel een Lijntje voor komt, lijkt zij de meest waarschijnlijke canditate.

Info 191  De ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde .....  een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).

Info 192  In "Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz "den Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz "de  Jonge".  Wellicht was deze benaming afhankelijk van het tijdstip.

Info 193  "Drie geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en haar zoon Lodewijck lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van Lodewijck van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen zoon Jan had, zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot Jan Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou kunnen verklaren, waarom deze familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft, net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in OV1985, p768; deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond uiteenzet in een artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman (Hoogvliet 1992), p. 70-78: "Van Driel of Van Ghiessen?"].

Info 194  Ariaen Herbertsz, de stamvader van het geslacht Truyen is waarschijnlijk identiek met deze Adriaen Herbarensz van Houwelingen, op grond van feiten, die in de tekst bij Adriaen en zijn vader vermeld zijn.

Info 195  V&L1969: "Zijn vrouw is mij onbekend, maar zou een dochter van Jan Ariens van Gils, snijder, kunnen zijn, omdat Dirck Ghijsberts van Hemert met de zusters van Adriaen Jan Adriaens van Gils diens erfgenaam is: zijn moeder zou een der zusters kunnen zijn".

Info 196  In de genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt verondersteld, dat Geraldo als huursoldaat in het Staatse (Hollandse) leger gediend zou kunnen hebben, eerder dan dat hij een overloper zou zijn geweest.

Info 197  In de genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt als vrijwel zeker aangenomen, dat Staes Sebastiaensz een Grandia was. Hij zou dan een zoon van Sebastiaen Grandia geweest moeten zijn, wat slechts mogelijk is, als  Sebastiaan, Stees, Dirckske en Teuntje alle op ca. 18 tot 20 jarige leeftijd getrouwd zijn. Sebastiaen werd ca. 1580 geboren, Teuntje trouwde 1657. Gillis Grandia zou dan met een kleindochter van zijn neef getrouwd moeten zijn, 2 generaties verschil dus.

Info 198  Bron: Geloftesignaat Driel 986/63v, (via Van Maren Genootschap, dat ook spreekt over 1569 als geboortedatum, zie beneden). Volgens NL1978k242 was Arien Gerrits van Maren 17 jaar oud in 1588 (dus geb. ca. 1571). Deze 7 jaar verschil is wel opmerkelijk, ondanks het feit, dat leeftijdsgegevens nogal eens fout zijn. Dat er 2 broers Adriaen en Arien bestaan hebben blijkt verder niet, het is waarschijnlijk dezelfde persoon. (Zijn oudere broers zouden Peter, Ghijsbert en Hendrick geheten hebben). In  V&L1981p18 wordt betreffend Adriaen Gerits van Maren, schout van Driel gezegd, dat hij geboren is 1569 en ovl 1626, dus een derde geboortedatum.

Info 199  Vorsterman van Oyen dl. 11, pag. 3 geeft Cornelis van Halmale en Emerentia Pijnssen van der Aa als ouders van Jacob van Halmael. Hier zijn in de literatuur echter met recht twijfels over. In Suite du Supplément au Nobiliaire des Pays-Bas, et du comté de Bourgogne, 1555/1614, uitgegeven 1884 te Mechelen, zien we bij Cornelis van Halmale slechts 2 dochters, Catherine en Anne. Als dit klopt, kunnen we Cornelis en Emerentia als ouders van Jacob uitsluiten. Volgens andere bronnen (NL1960k152) zou de familie van Halmael van de Zuid-Nederlandse adelijke Francois van Halmael afstammen, die watergeus geweest zou zijn, en zich na de inneming van den Briel te Wesel gevestigd had en daar tot de Doopsgezinden overgegaan was. Deze variant wordt ook reeds in Nederlandsch Patriciaat 1940 p61 genoemd: Jacobs zoon Jan schrijft dat zijn geslacht afstamt van Francois van Halmale, lid van een adelijjk Zuid-Nederlands geslacht, gehuwd met Margaretha de Vlaming van Oudshoorn en dat hij Watergeus geweest zou zijn. De  vergissing die Jan Jacobz maakt is  dan dat Francois niet getrouwd is met Margretha van Oudshoorn maar dat Maria van Oudtshoorn Francois' moeder is. Dit soort vergissingen zijn bij uitspraken over familieverhoudingen niet ongewoon.

Info 200  Over het geslacht Anslo(o) treft men gegevens aan in de dissertatie van H. H. Knippenberg, getiteld "Reyer Anslo, zijn leven en letterkundig werk" (Uitg. E. v. d. Vecht, Amsterdam 1913).

Info 201  Overlijdensdatum  volgens SG251: 1665 of 1672, volgens SG207: voor 1663

Info 202  Het ligt volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom was, dit valt echter niet door acten te staven.

Info 203  In SG296 geeft J. Versluys als trouwdatum aan ca. 1625, in handschrift genealogie SG296: 1620/25, GN1982 geeft aan ca. 1636 (?).

Info 204  Volgens PromXVIIp292 zou Willemtje Gijsen, Floris' tweede vrouw, de moeder zijn van Leentje.

Info 205  Waarschijnlijk de stamvader van de Cranendoncks in IJsselmonde (niet strikt bewezen, dat hij de vader van Pieter is). Waarschijnlijk was Willem een zoon van Gerrit Roelofsz. Geheel zeker is dit echter niet, hij kan ook een kleinzoon van Willem Jansz Cranendonck zijn, die vanaf 1458 in IJsselmonde als heemraad en dijkgraaf wordt vermeld en die aan de Hordijk woonde.

Info 206  Volgens SMH SG883 Schepen van Charlois. Een mogelijke afstamming van Wouter Verduijn van Cornelis van der Duyn, Heer van Werkendam, zoals aangenomen in de Streek Genealogie SG883 (Verduyn) uit het Streekmuseum Heinenoord, is niet bewezen. Wel komt de naam Wouter voor als broer van Cornelis' vader Adam v. d. Duyn, wat een vernoeming aannemelijk maakt. De lijn van SG883 loopt via van Brederode naar de graven van Holland.

Info 207  Volgens Slijkerman in OV2001 is het niet geheel zeker, dat Ariaentie de moeder van de hier genoemde kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.

Info 208  Een artikel over de Sliedrechtse tak van dezelfde familie Hofman van W.A. van Rijn is gepubliceerd in de Nederlandsche Leeuw 1978, kol 337 e.v.

Info 209  Volgens de KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien) Willems Hofman en Marijke Margrietsdr.

Info 210  Op grond van zijn opvallende voornaam en zijn patroniem en van zijn relatie met Maasdam wordt in Ons Voorgeslacht 2002 p188 aangenomen, dat Wijngaert Bastiaen een zoon van Bastiaen Wijngaert is. Een bewijs werd niet gevonden.

Info 211  De ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer van IJsselmonde .....  een dochter van Gerrit Damasz. was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele akte te staven." (Slijkerman in Ons Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).

Info 212  Volgens een vraag van Slijkerman in OV2004p29 wordt ze ook wel met de familienaam Cort aangeduid en heeft hij noch hiervoor noch voor haar afstamming van Ary Dircks den Ronaert een bewijs kunnen vinden. In OV2006 geeft Slijkerman de resultaten van verder onderzoek, waarbij aangetoond wordt dat bij het ontbreken van een volwassen geworden zoon tenminste 2 van de dochters van het echtpaar Verschoor de naam (den) Ronaert aan een zoon megegeven hebben. Daarmee krijgt de hypothese, dat de vrouw van Ploen Verschoor een den Ronaert was, een grote ondersteuning.

Info 213  Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.

Info 214  Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.

Info 215  Mogelijke vader van Gerrit Anthonisz Cranendonck, hoewel bewijs ontbreekt. Gerrit zou dan de naam van zijn stiefvader Gerrit Gerrits Cranendonck aangenomen hebben.

Info 216  Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.

Info 217  Niet onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de Strijense schout Matthijs Maertensz., maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat Matthijs en zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint Antoniepolder land in Strijen bezaten, wellicht erfland.

Info 218  Volgens A.A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën III, 190, zou ze Neeltje van Herlaer geheten hebben. Volgens Greidanus-Jaeger (losbladige aanvullingen 2002) zou ze NN van Moerkerken heten, met het genoemde wapen.  In OV2003p323 wordt een Maritgen Pietersdr als vrouw van Robrecht genoemd, dochter van Pieter Aertsz seijlmaker. Dit wordt door Greidanus in de losbladige aanvullingen 205 overgenomen.

Info 219  Vermoedelijk was Neelken niet de moeder van Jacob, maar een eerdere niet bij naam bekende echtgenote van Claes Jacobsz., zie Ons Voorgeslacht 2013, pag. 307.

Info 220  Vermoedelijk een telg van het oude geslacht Cranendonck in de Riederwaard.  Gerrit Roelofsz Cranendonck als vader waarschijnlijk, niet bewezen.

Info 221  Waarschijnlijke vader van Cornelis Joosten Spruijt volgens Slijkerman.

Info 222  Slijkerman laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen de moeder is van zijn kinderen.

Info 223  Overlijdt volgens Prometheus na 14.11.1549. Volgens Schaep in 1572 en zijn vrouw in 1573.

Info 224  Ze is mogelijk een dochter van Dammas Gheritz, heemraad van Ridderambacht 1508 en Marike NN.

Info 225  In de genealogie Clootwijck wordt ze Gertruyd genoemd. Het zou haar derde huwelijk zijn. Van genoemde genealogie is me niet bekend hoe betrouwbaar deze is.

Info 226  De schrijver Ir. A.I. Grabowsky legt geen verband tussen Jacob Dirx. in de genealogie van Sleeuwenhoek (OV1992) en die in de genealogie van Blokland (ovl. 07.09.1545/01.03.1557), die hij een jaar later geschreven heeft (OV1993). Hierin wordt Jenneke niet genoemd als dochter van Jacob Dirx, wellicht betreft het een andere Jacob Dirx. De hier genoemde ouders van Jacob Dirxz stammen uit OV1993 en zijn dus wellicht niet juist. Noot in OV1992p86: zie toekomstige publikatie geslacht van Blokland. OV1995p192 (KS de Vries) noemt een Jacob als zoon van Dirck en Marij: overl. tussen 7-9-1545 en 1-3-1557, hij had tenminste twee kinderen: Damas en Geertge.

Info 227  Sommige bronnen geven aan, dat Claes dijkgraaf van Strijen was (SG893, Kwst Sigmond). Dit werd gecorrigeerd in de aanvullingen op de parenteel van Doen Beijens, blz. 4: hij was dijkgraaf van Poortugaal.

Info 228  In de genealogie Koyck van A.P. van den Hoek (SG390) zijn Sebastiaen en zijn vader later met de hand doorgeschrapt en bij zoon Lenert is geschreven: broer van Bastiaen Bastiaens Coijck, smid te Gorcum.

Info 229  Dirck Coossens van Rije is volgens RIJp43,54 mogelijk gelijk aan Dirck Koosen, zoon van Coos Dircx  (uit het geslacht van Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen Beijens). Dit lijkt echter door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd (14.07.2003 Mailinglist Hoekse Waard, Dago Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel suggereert, dat Dircks vrouw Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.

Info 230  KS van Bodegom-Coomans geeft: ovl. 17.11.1570.

Info 231  Op blz. 379 van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530 als weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.

Info 232  Op blz. 379 van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530 als weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.

Info 233  In DALp145 wordt gesteld dat Pieter geen zoon van Jan van Dalem was, maar een zoon van zijn vrouw Jonkvrouw Dierbant Willem Wolfs uit haar eerdere huwelijk met Claes Jacob Claesz. Scheyven. Deze komt echter als Pieter Claes Scheynenzoon in een oorkonde van 16.06.1480, waar hij met twee familieleden een boerderij verkoopt. Hij ljkt daarom ten eerste ouder dan Peter Janse van Dongen en zou pas later van naam veranderd zijn. Dit lijkt me niet erg waarschijnlijk.

Info 234  De doopsgezinde leraar Adriaan Vermeer werd terechtgesteld te Haarlem 1537. J.W. te Water, Levensbijzonderheden van Pieter Adriaansz. van der Werf (Leiden, Haak en Comp. 1814). Pagina 20-23 van dit werk vermeldt dat AdriaanVermeer volgens aantekeningen van D. van Alphen een zoon zou zijn van een Laurens Maertensz, en volgens anderen van Maerten Laurensz of van Adriaen Laurens Maertensz. De aantekeningen van Van Alphen zijn te vinden het Geslachts Register van Van der Werf in de handschriftenverzameling op het GA Leiden en in kopie op het CBG. Deze zijn in 1780 geextraheert uit een geslachtsregister berustende onder Barthout Adriaan van Assendelft, een directe nazaat van Pieter Adriaensz van der Werff. Volgens bijlage B in het boek van Te Water zou hij echter Adriaan Pietersz geheten hebben en in 1526 uit Gouda gekomen zijn. Ook is er een melding te vinden van een Adriaan Pietersz die in Haarlem terechtgesteld is, en niet van een Adriaen Maartensz. (Bron: E. Mostert). In OV1991 wordt gesproken over "vermoord door de Spanjaarden", wat in 1537 niet waarschijnlijk lijkt.

In de bron vdW is een andere versie te lezen: "In 1534 wilde een groep van zeven leraren (predikers) over de Zuiderzee varen om door Overijssel naar Münster te trekken en de stad te ontzetten. De tocht kwam niet tot een goed einde. Men was net vertrokken, toen zij bij Spaarnwoude werden opgepakt door de overheid. In deze tijd waren kerk en staat één, en ketters werden streng vervolgd. De zeven werden ter dood veroordeeld en het vonnis zou geschieden door onthoofding. Op 26 maart 1534 werd het vonnis uitgevoerd.... Claartje was ook doopsgezind, maar zij toonde 'berouw' en werd op 7.9.1534 beboet met drie gulden".

Info 235  In "Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz "den Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz "de  Jonge".  Wellicht was deze benaming afhankelijk van het tijdstip.

Info 236  "Drie geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en haar zoon Lodewijck lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van Lodewijck van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen zoon Jan had, zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot Jan Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou kunnen verklaren, waarom deze familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft, net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in OV1985, p768; deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond uiteenzet in een artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman (Hoogvliet 1992), p. 70-78: "Van Driel of Van Ghiessen?"].

Info 237  Het hier genoemde voorgeslacht van Willemken Maertensdr baseert op het artikel in Gens Nostra 1992. De verbindingen zijn niet alle bewezen, verder opmerkingen - uit het genoemde artikel - in de tekst bij de verschillende personen.

Info 238  Zeer waarschijnlijk de moeder van Jan van den Bongard, zie leenopvolging. Bernard moet ten tijde van deze relatie reeds gehuwd geweest zijn, waardoor hij niet met Lutgard kon trouwen; een sociale barrière tussen beide families lijkt geen sprake te zijn, ze lijken uit hetzelfde milieu afkomstig te zijn (Slijkerman in "Duizend jaar voorgeslacht").

Info 239  Balen geeft hier heer Herman Visscher uit de adelijke geslachten van Kalkar aan (vB_Dp1169).

Info 240  In GN1988 wordt als derde echtgenote nog een Digna Cornelis Bollen genoemd, vermeld 1542, Jooske zou dan de 4e vrouw geweest zijn. Mr. Rijndorp meldt echter, dat hij geen aanwijzingen in deze richting gevonden heeft. Ook wordt in GN1988 de toedeling van de kinderen over de verschillende vrouwen als onbekend aangegeven, Rijndorp geeft daarover echter in zijn antwoord in GTMWBB1989 uitsluitsel aan de hand van ORA-actes. Cornelis en zijn eerste vrouw hadden bij Cornelia's overlijden 2 minderjarige kinderen "Maedke en Jaenken", vermeld in een acte van 03.05.1509, waar (oom) Gielis Coppen Mijs tot hun voogd benoemd wordt. Jaenke zien we later terug als Adriana, gehuwd met Wouter Peter Wouters, die naast de kinderen uit het tweede huwelijk als enige meedeelt bij de erfdeling van 25.03.1556. Alle andere bekende kinderen, d.w.z. Anneke Cornelis Mijs, Cornelis Cornelis Mijs, Lieven Cornelis Mijs, Frans(ke), Coppe en Maaike, stammen uit het huwelijk met Adriane (Janne).

Info 241  Hij is niet identiek met Otto van Brakel Johanssoon, zoon van Johan Dircksz. van Brakel en Lijsbeth van Haeften van Renoy. Deze overleed in 1423.

Info 242  R.J.P. van der Zalm noemt hem Joost van Brakell in BRA pag. 105: 'Dat haar man een Van Brakell was blijkt uit een processtuk van 1544 waarin zijn zoon Ghijsbert ‘Ghijsbert van Brakell heer Reyners broeder’ wordt genoemd. Bovendien voerden zijn kleinzoon Cornelis Rey(n)ers en zijn achterkleinzoon Gerrit Cornelis Salm(s) het wapen Van Brakell.'

Deze gevolgtrekking kan ik hier niet volgen. Zijn zoon kan de familienaam van zijn adellijke moeder aangenomen hebben of minstens in een document als zodanig genoemd zijn. Dit hoefde in die tijd geen uitsluitsel over de naam van de vader te geven. Verder voerde Cornelis Reyners in zijn wapen Van Brakel links (heraldisch rechts) wat op een vrouwelijke lijn duidt. Aannemende dat het wapen op dat van zijn vader Reyner Joosten gebaseerd was, is dat duidelijk; het verwijst naar diens moeder. De andere kant van het wapen wijst dan op diens vader, Joost NN, het vertoont 3 antieke molenwieken (2-1).

Info 243  Aernt Peters de Gier wordt wel ten onrechte gelijkgesteld met Aernt Peters, secretaris van Zaltbommel, die genoemd wordt in 1577 nadat deze Aernt Peters de Gier echter reeds meer dan 25 jaar overleden was.

Info 244  De kwartierstaat Hofstee-Neef zet een vraagteken bij de ouders van Lijsken, OV1995 (KS de Vries) niet. Reeks 78 op de Karel de Grote page zet de vraagtekens bij verschillende voorouders. De reeks is  niet volledig bewezen, maar wel plausibel. Dit wordt als volgt aan het begin van de reeks samengevat: "De lezer wordt met nadruk erop gewezen dat de onderstaande reeks een paar "zwakke schakels" kent. Dit betreft namelijk de afstamming van  Lijsken Florisdr. Holl, generatie 24, overl. voor 1530, echtgenote van Jan Petersz. van Muijlwijck.  Zij zou een dochter zijn van Gouwe Gerritsdr. de Hoghe (en haar echtgenote Floris Holl, schepen van Gorinchem, overl. voor 1495) afstammende van het Gorinchemse geslacht De Hoog. Hoewel deze Gorinchemse filiaties de Hoghe in strikte zin niet bewezen zijn lijkt een afstamming uit Van Arkel via bastaardij, hoewel niet bewezen, wel aannemelijk. In plaats van deze reeks niet de vermelden op de Karel de Grote Site is er, bij uitzondering, voor gekozen om dit wel te doen, doch vergezeld gaande met een kritische noot.  Uit reacties zou nl. kunnen blijken dat deze "zwakke schakels" in werkelijkheid veel sterker blijken te zijn of juist het tegenover gestelde, hetgeen dan ook gezegd mag en moet worden. Reacties die meer duidelijkheid geven op bovenstaande filiaties zullen, voor zover relevant voor deze specifieke filiaties, opgenomen worden bij deze reeks." De reeks wordt hier overgenomen, uiteraard met hetzelfde voorbehoud.

In OV2011p296 schrijft B. de Keijzer over het onderwerp. Na nieuw onderzoek is het niet houdbaar, dat Lijsbeth Florisdr. tot de genoemde familie behoort. Hij adviseert dan ook, de betreffende interessante kwartieren maar beter te schrappen.

Info 245  Volgens Utrechtse Parentelen, deel I, blz. 131, is het niet onmogelijk dat Philips Cornelisz. Vermaet tweemaal getrouwd is geweest. Hierdoor is het niet 100% zeker of Helena de moeder van Philips was. Wel had Helena volgens een legaat van 3 oktober 1600 meerdere kinderen van Philpis Cornelisz., waarschijnlijk is het daarom wel.

Info 246  Maris verwart volgens LNA3-9-2023 deze Godert van Gilzen met ene Godert Gornelisz., die echter niet edentiek is. Dit betekend dat de ouders niet kloppen. Heb ze (voorlopig) laten staan met een sterretje.

Info 247  Dit is de vrouw van ene Godert Cornelisz., die echter zeer waarschijnlijk niet identiek is met Godert van Ghilse.

Info 248  Greidanus geeft als ouders van Willem Goossens aan: Goessen Willems, als heemraad vermeld in 1497. Heeft 6 mg 5 hont land in 1497 in de Reyerwaard, en Alydt NN. Dit lijkt de grootvader van Ghoessen Areaensz te zijn, wat ook qua periode beter klopt.

Info 249  OV1991 (Kwst de Keijzer) geeft hier Henric Besemer, overl. vóór 1492. De page Jan Bezemer geeft Heynrick Jans Besemer, ovl. 1520 te H.I. Ambacht, hoogheemraad, landpoorter, landbouwer. In OV1987 noemt De Keijzer Hendrick Besemer te Oud-Alblas eveneens landpoorter van Dordrecht in 1485, enige jaren later zou hij overleden zijn.

Info 250  Niet bekend of de afstamming via de mannelijke of de vrouwelijke lijn verloopt. Jan Hugez kan de vader zijn van Jacob of van zijn niet met name genoemde vrouw NN.

Info 251  De vrouw van Adriaen was misschien een dochter van Gerard Adriaensz, leenman van de Hofstad Putten voor het bij haar man genoemde leen. De betreffende voorouders noemt Slijkeman op DJV blz. 288, zonder ze als kwartieren over te nemen.

Info 252  In een overzicht noemt Schaep haar "Margriet Boot Willemsdr", maar op pag. 83 waar hij het echtpaar behandelt staat "Woutersdr", wat plausibel is. De genealogie Booth vermeldt de hier aangenomen vader Wouter Booth als "landpoorter van Dubbeldam", vermeldt echter geen kinderen.

Info 253  Ook Heiltje Adriaanse Rock (Rocksnoer?) wordt als vrouw van Jacob Janz Mijs genoemd. In de KS Segboer is ze de moeder van Cornelis Jacobs Mijs. De oorsprong is waarschijnlijk de te vinden in de Nederlandsche Leeuw 1963k133, waar ze als vrouw van Jacob genoemd wordt op grond van de vermelding van een weeskind Gielis Coppe Mijs in 1542. Dit kan echter niet zoon Gielis zijn, die in 1509 reeds voogd is van zijn nichtjes, het moet een andere generatie betreffen. De KS van Weel noemt als eerste vrouw Anna Gillis Knaptdr, waartoe echter volgens Mr. Rijndorp geen aanleiding is, ook was ze veel jonger. Tenslotte noemt NL1959k61 Jacob Jacobs Mijs als stamvader, zonder zijn vrouw te noemen.

Info 254  In de Kwartierstaat van Weel (GN1988) wordt ze Maria Jan Gijseldr genoemd, waarschijnlijk als verkeerde conclusie uit het feit dat haar halfzuster, die echter een natuurlijke dochter was, Barbara Jan Gijsels heette.

Info 255  R.J.P van der Zalm schrijft in BRAp83: Ott Jans (van Brakel) was vermoedelijk een kleinzoon van Johan Steeskenszoon (de Oude) van Brakell en Gerritke van Dynther en is vernoemd naar zijn oom Otto van Brakell Janszoon (vermeld in Het Bosch’ Protocol in de jaren 1448-1450).

Was de vermoedelijke grootvader van Ott Jans Johan (de Oude) of Johan (de Jonge)? In een akte uit 1470 (zie blz. 73, noot nr. 193, Leenboeck Huys Braeckel) wordt Johan van Brakell, gehuwd met ‘joncfrou’ Agnes, een zoon genoemd van Johan van Brakell. Met deze Johan kan niet de zoon van Johan (V) van Brakell en Catharina van Giessen bedoeld zijn, want deze was niet getrouwd en als kanunnik verbonden aan de Hofkapel in ’s-Gravenhage. Was de echtgenoot van Agnes de vader van Ott Jans?

Info 256  R.J.P. van der Zalm noemt hem Joost op grond van een akte van 1551 waarin zijn dochter als Geertrude Judoci (Joostdocher) aangeduid wordt. Hier is m.i een vraagteken te zetten, daar in die tijd wel een vrouw met de naam van haar man werd aangeduid, dus 'Gertruyt vrouw van Joost'.

Hij schrijft verder: 'Het is niet ondenkbaar dat Joost van Brakell een zoon was van Gheryt (Gerrit) van Brakell, vermeld in de jaren 1447-1464, kleinzoon van Steesken van Brakell en Catharina van Asperen van Vuren en achterkleinzoon van Dirk van Brakell en Elisabeth van Wieldrecht. Hiervoor pleiten de volgende argumenten: 1) Het wapen van Cornelis Rey(n)ers van Brakell en diens zoon Gerrit Cornelis Salm(s) - kleinzoon en achterkleinzoon van Joost - bestond niet alleen uit twee afgewende zalmen maar ook uit drie molenijzers. Dit wapen werd gevoerd door o.m het geslacht Van Wieldrecht. 2) Zowel een zoon als een achterkleinzoon van Joost heetten naar hun (mogelijke) voorvader Gheryt, een voornaam die in de andere takken van het geslacht Van Brakell weinig of niet voorkwam. 3) Gheryt woonde weliswaar in Sint Oedenrode, maar bezat een ‘hofstat’ in Brakel.'

Het argument van de wapenvoering lijkt me nogal ver gezocht, daar te ver terug in de stamboom. Tevens lijkt geen van beide genoemde geslachten met drie molenijzers te zegelen: Cornelis Reyners zegelt met drie antieke molenwieken (2-1) en het geslacht Van Wieldrecht met drie Andreaskruisjes (Strijen). Daar in het wapen van Cornelis Reyners van Brakel de zalmen rechts (heraldisch links) staan wijst dit eerder op de vrouwelijke lijn. Het zou het wapen van zijn vader Reyner Joosten kunnen zijn, wiens moeder immers een Van Braeckel was. De drie molenwieken zouden op het geslacht van diens vader Joost NN kunnen wijzen, zie de info aldaar.

Info 257  Waarschijnlijk een zoon van de hier vermelde Otto van Heukelom. Daar hij in 1416 reeds gehuwd was,  lijkt het uitgesloten dat hij een jongere broer was van Jan III heer van Heukelom, die in 1414 nog minderjarig was.

Info 258  a. Van der Loo noemt een dochter van Willem van Nesselrode als vrouw van Willem van Bernsau. dit wordt door Niederau duidelijk weerlegd, zie noot 11 op blz. 100.

b.Agnes van Eyll, weduwe van Lodewijk van Bernsau levert bij een proces (1543/1566) een genealogisch schema, waarin als ouders van Irmgard Dietrich van Bellinghoven en Gertrud van Hackfort voorkomen. De schema's differentiëerden echter tijdens het proces - waarschijnlijk door onzekerheid over het voorgeslacht - waaruit de tegenpartij voordeel trok.

Info 259  L. van de Loo noemt hem Bertram (Albert) II van Gevertszhain gt. Lützenrode en zijn vader Bertram (Albert) I, gehuwd met Agnes von Stryffen. Kurt Niederau noemt hem Albert, terwijl zijn vader, groot- en overgrootvader eveneens Albert zouden geheten hebben.

Info 260  In de kwartierstaat De  Keijzer als vermoedelijke ouders genoemd: Ghijs Ghijsz. en Batgen Doenendr.. Dito in KS Slijkerman, DJV-Ip29, waar tevens de kwartieren van Ghijs en Batgen genoemd worden. Deze worden hier (onder voorbehoud) overgenomen. Ook in OV2009 wordt niet duidelijk of deze Ghijs identiek is met genoemde Ghijs.

Info 261  In de Discussielijst Nederlandse Adel van 15.05.2004 betwijfelt Harry van Deelen of Hannaert wel de vader is van Cornelis Hannaert Haspels.

Info 262  Verpachters van het in 1370 vermelde land zijn tot dan Jonkvrouwe Lysebet van Bennebroec en Ghereit van Bennebroec, die het land schenken aan Pieter den Hoesschen ten behoeve van een kanunnikprebende in de Sint Pancraskerk te Leyden. Jonkvrouwe Lysebet van Bennebroec was weduwe van Jan Arent van Bennebroec, die het huis Ten Waerde te Leiderdorp overnam van jkvr. Willem Mabelie van Oestgheest Jansdr uten Waerde en haar zoon Jan uten Waerde, en zich eveneens Jan uten Waerde ging noemen [NL1922, kol. 45].

In het 'Repertorium op de lenen van Hodenpijl, 1299-1753'  is sprake van Allaert Hemenz. i.p.v. Allaert Heinenz. Uit de tekst blijkt dit een voor de hand liggende fout te zijn, zonder vergelijking met het verdere schrift is geen eenduidige interpretatie mogelijk. Na vergelijking met de verdere tekst kwamen vier ter zake kundige unaniem tot de conclusie dat het Heinenz. moet zijn.

Info 263  van Schijndel schrijft: "mogelijk huwde hij met Adriana van Herlaer". Volgens andere bronnen trouwde Adriana van Herlaer inderdaad een Jan van Ammelroy (in 1498), maar deze was geboren in 1485 als zoon van Dirk van Ammelroy en Jvr. Rijnsharda van Neerven. (Wel is de naam Van Herlaer sterk met Ammerzoyen verbonden, zo blijkt in 1379 Arent van Herlaer heer van Amelroyen te zijn geweest).

Info 264  Volgens sommige bronnen (EvO Oidtmann II-383) trouwde Godefridus (1) op 1 Jul 1418 met Catharina van Swalmen. Daar Catharina's vader Sigerus van Swalmen voor 1365, dus al minstens 53 jaar gestorven was, moet deze Catharina een oudere dame geweest zijn, geen mogelijke moeder van Joannes.

Info 265  KS Karels geeft de naam Gerlof.

Info 266  KS Karels geeft haar de de naam Mabelia. In NL 2009 wordt ze Belye genoemd. Ze zal naar haar grootmoeder Belij van Zuijlen van Nijvelt genoemd zijn.

Info 267  Van Baalen noemt als familienaam Schaert. Internetbronnen geven wel Elisabeth Schaert, dochter van Pieter Schaert Dircxz en Maria Booth als vrouw aan, maar zonder bewijs.

Info 268   Voorgeslacht niet precies bekend. In 1329 wordt een Gijsbrecht van Alblas vermeld, knape. In 1273 een Johan van Alblas, zoon van Henrik van Alblas, knape in 1255, daarna ridder, getrouwd met Agnes van de Merwede. Zijn ouders waren Otto van Alblas, ridder, vermeld te Utrecht in 1219 en Badeloge N. Anderzijds wordt Jan ook Besemer genoemd en is een afstamming uit het geslacht Besemer niet uit te sluiten.

Info 269  Balen geeft Willem Cleysz Hallincq als vader van Maria aan, met 8 oudere generaties plus echtgenoten. Dit is niet bewezen. Simon van Leeuwen geeft in Batavia Illustrata Claes Hallincq als vader van Maria aan, wat door Greidanus overgenomen wordt.

Info 270  Ouderpaar van Gijsbert wordt door het Van Maaren Genootschap aangegeven, het bewijs heb ik niet kunnen vinden.

Info 271  Hein Allaertsz. is de vader van Allaert Heynenz. In de literatuur vindt men nogal wat verkeerde interpretaties betreffende dit geslacht. Aan Hein Allaertsz. wordt wel een dochter Ane toegeschreven, die trouwde met Claes Toude, waarmee hij in veel kwartierstaten voorkomt. Dit berust echter op een verkeerde interpretatie van het kwartierwapen met twee zalmen op de grafsteen in 't Woudt, dat ten onrechte aan deze familie werd toegeschreven.

Info 272  Op 02.04.1355 wordt hem de heerlijkheid Dongen overgedragen, beleend wordt hij echter pas daadwerkelijk op 24.09.1357, wat op leenrechtelijke meerderjarigheid wijst (12 jaar in Holland, 14 jaar in Brabant). Hij zou dus geboren zijn in of kort voor september 1343 of september 1345. Uit andere gegevens volgt, dat waarschijnlijk het Hollands leenrecht gegolden moet hebben, hij zal omstreeks sept 1345 geboren zijn (Hans Vogels). Volgens NL1966k395 zou hij reeds in 1350 vermeld zijn: Willem van Dalem, de latere heer van Dongen, wordt op 20.02.1350 bedacht door zijn grootvader Willem van Duivenvoorde. Dit gegeven vind men in latere artikelen niet meer terug.

Info 273  Hoewel niet d.m.v.een document 100% bewezen dat Johan van Salm daadwerkelijk de vader is van Sophia van Salmen, zijn er voldoende aanwijzingen (o.a. het door haar gevoerde familiewapen. zonder breuk) dat zij tot deze familie behoort, waarmee praktisch alleen Johan als vader in aanmerking komt. Schwennicke verbindt haar via een stippellijn met Johan van Salm (ES IV-93). B. de Keijzer zet in de kwartierstaat Van Dalem van Dongen-van Besoyen (KNGGW Kwartierstatenboek 2000, blz. 212 ) Johan van Salm als vader tussen haakjes. Verder geeft hij als moeder NN aan, rekening houdend met de mogelijkheid, dat Sophia wellicht een buitenechtelijke dochter was. In een aaanvulling in de Nederlandsche Leeuw van 2020 op het Kwartierstatenboek 2000 komt Ben de Keijzer toch weer terug op Philippa van Valkenburg als moeder van Sophia. Het kwartierwapen Van Diest op een praalgraf in Den Haag voor Sophia's moeder zou een vergissing zijn. De namen van Sophia's kinderen wijzen duidelijk op Van Valkenburg (Roelof, Jan, Philippa, Beatrix, Simon(e) en Ermzout). Roelof van Dalem zou in dat geval zijn dochter Odilia naar zijn tante Odilia van Salm, dochter van Johan en Philippa, echtgenote van Jan III van Polanen, hebben genoemd. De oorsprong van de naam Sophia is daarmee niet opgelost. Mogelijk zou Sophia's overgrootmoeder, de vrouw van Hendrik van Voorne, Sophia geheten kunnen hebben. Ze wordt in de regel (Aleydis) van Cuyk genoemd, haar voornaam is echter onbekend en de naam Aleid komt in heer nageslacht niet voor. Op grond van deze nieuwe gegevens heb ik Philipp(in)a van Valkenburg (weer) aan de kwartierstaat toegevoegd en wel met een sterretje. In een discussie op de Lijst Nederlandse Adel in december 2004 meende Hans Vogels dat Philippa hoogstwaarschijnlijk wel de moeder van Sophia geweest is, daar haar wapen ongebroken is. Als vader van Sophia dient zich echter geen andere Van Salm in de betreffende periode aan, waarmee - ook volgens H. Vogels - Johan vrijwel zeker als vader van Sophia beschouwd moet worden. Het sterretje bij Johan heb ik daarom intussen verwijderd.

Info 274  Overl. 1460 volgens ES NF VII-52.

Info 275  PromXVIIp231 geeft NN van Elter. ES NF VII-50 noemt hier Johanna van Elter, vermeld 1399/1451, met zelfde ouders. ES NF VII-52 (von Elter) geeft echter Margaretha (en een andere man voor Johanna).

Info 276  De hier genoemde ouders van Johan IV van Schoonhoven zijn ontleend aan l'intermediaire 4/1961p114. Dit komt overeen met de genealogie Van der Aa in GvdAA. Dit in tegenstelling met verschillende (internet-) bronnen, die als zijn ouders Jan van Aarschot van Schoonhoven en Johanna van Diest aangeven. Eveneens in ES VII-138.

Info 277  Op 25 mei 1428 vestigt Jan een douarie op zijn aanstaande echtgenote jonkvrouw Liesbeth van Corsworm (dochter van Arend) op  zijn dorp ende goede van Sundert. LH 396 f. 159r-v

Info 278  Van Baalen noemt een Maria van Starrenburg als vrouw van Govaert van Beaumont, hiervoor is echter in contemporaire bronnen geen enkele aanwijzing gevonden.

Info 279  Voorouders van Willem Cleys Hallincq volgens Matthijs Balen (niet bewezen):

- Cleys Heynsz Hallincg, tresorier 1350 in Dordrecht.

- Heyn Cleysz Hallincg, schepen 1324, tresorier 1332 Dordrecht & Margrieta Wouters van Genderen

- Cleys Hermansz Hallincg, schepen van Dordrecht & Maria van Ratingen

- Herman Willemsz Hallincg & Christina van Wingerden

- Willem Jansz Hallincg & Catharina Duyk

- Jan Cleysz Hallincg, schepen anno 1294 in Dordrecht & Cornelia van Amerongen

- Cleys Jakopsz Hallincg, schepen anno 1270, tresorier anno 1300 in Dordrecht & Kornelia Aarnts van Egmond

- Jakop Hallincg, vermeld 1240 & Elisabeth Jansz van de Merwede

Info 280  In OV1963 is hij ridder of schildknaap omstreeks 1466, wat niet overeenstemt met NL2002, waar zijn vrouw in 1452 weduwe is.

Info 281  De ouders van Otte zijn niet 100% bewezen.

Info 282  De bron, "De genealogie van het Utrechtse Geslacht Taets van de Maern" geeft nog een reeks verdere voorouders aan, die bij gebrek aan bewijs (voorlopig) niet in deze kwartierstaat werden opgenomen:

-  Zweder vander Maern, Hij trouwde met Alyt van Darthuysen.

- Johan vander Maern, ook bekend als Jan, ovl. voor 27.09.1403, Hij trouwde met jvr. Margriete Baert.

- Willem vander Maern, Richter in zijn gerecht te Heyencoop 1343. Hij trouwde met Stijne van Wijck.

- Wilhelm Gerards Taats van Voorne, Famulus (= knaap) convent St. Catharina, Utrecht.

- Gerard Taats van Voorne, Hij trouwde met NN van Ruwiel.

- Willem Gerards Taets van Voorne, Heer van der Maerne, ridder. Domus Wilhelmi de Voirne ad pontus de Marne.

- Gerard Taetse van Voorne, begraven in Utrecht, St. Nicolaaskerk (in het koor), Hij trouwde met NN van Wulven.

- Gerard van Voorne, Ridder 1271, 81, had zijn gerecht in 1278 te Breukelen (Justificarius in Broiclode anno 1278).

- Gerard van Voorne, Ridder, ministerialis, heer van Voorne.

- Willem van Voorne, geb. ca. 1120, Hij trouwde met Rysela.

Info 283  De afstamming van zijn dochter Ursula blijkt uit volgende leenopvolging: (Leenkamers van Blois 1282-1650: Nr 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam):

19-9-1459: Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.

13-2-1473: Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht op.

15-3-1502: Crispijn Jansz. voor Anna van Foreest bij dode van Herbaren, haar vader.

Grafelijke lenen in Rijnland 1222-1650: Nr 313. Het ambacht van Foreest met tienden, land, en gerecht:

19-9-1459: Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.

13-2-1473: Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader

15-3-1502: Crispijn Jansz. voor Maria van Foreest bij dode van Herbaren, haar vader.

18-3-1502: Jacob van Borsele voor Ursula van Foreest, zijn vrouw bij dode van Herbaren, haar vader.

Info 284  In NL1975 en NL1927 wordt ze een dochter van Wolfert I van Borselen genoemd. Dit is echter op chronologische gronden nauwelijks mogelijk en ook de voornaam Sybelia zal ze eerder van haar grootmoeder geërfd hebben. ES XVIII geeft dan ook Wolfert II als vader aan. Ook Zondervan is deze mening toegedaan (NL1993k499).

Info 285  Aander-Heyden noemt haar Agnes (zonder familienaam), vermeld 1402. (Hij noemt welliswaar geen dochter, die met een van Bernsau trouwt, maar in het algemeen zijn zijn gegevens betreffend dochters zeer spaarzaam). ZBG noemt haar Agnes von Brakel. Het zal hier het Duitse geslacht von Brakel betreffen, niet hetzelfde als het Nederlandse geslacht van Brakel. Zo wordt reeds in de 12e eeuw een Werner III von Brakel vermeld, 1177/1203, Herr von Brakel, Vogt von Heerse.

Info 286  Aems nakomelingen nemen de naam van der Burch aan, met het wapen met een rechter schuinbalk. Drs. J.F. Jacobs meent, dat dit niet oorspronkelijk te beschouwen is, daar de broer van Aem, Aernt Tou Hendricikxz met een linker schuinbalk zegelt.

Info 287  Wij volgen hier Lommen, die Roelof ziet als een zoon van Jan van Dalem i.p.v. Floris (II) van Dalem in een vorige versie van deze kwartierstaat.

Info 288  In DALp118 wordt Sophia als dochter van Simon (II) van Salm, dus als kleindochter van Jan (II) en Philippa van Valkenburg. Dit op grond van de namen van haar kinderen. Ik heb geen dwingende reden gevonden om deze versie over te nemen.

Info 289  In Gens Nostra 1988, blz. 221-244 "BESEMER/BEZEMER een Schiedams geslacht" wordt slechts een mogelijke afstamming van de Esslingse Besemers genoemd, deze verbinding is niet zeker.

Info 290  Volgens Fahne (1848) was hij de vader van Eustachius, deze lijn wordt hier gevolgd. Latere onderzoekers als Strangle (1866) en De Bavy (1937/42) geven andere - en vooral langere - afstammingslijnen, in het laatste geval gaat de familie zelfs terug op Arend van de Goes (ovl. voor 1100), heer van Nerven, een geslacht op Zuid-Beverland met hetzelfde wapen als van Borsele. In ieder geval zijn de generaties voor Eustachius niet volledig door acten belegd.

Info 291  Volgens ES VII-5 overleed Jean III de Rochefort 20.9.1408, alle internetbronnen geven echter 28.9. evenals ES XVII-51(Walcourt).

Info 292  Niet te verwarren met (zijn oom) Willem van Schoonhoven die op 21.12.1374 zegelt met een schild met 4 lelies 3:1 en een barensteel van 3 hangers over alles heen, helmteken een antieke helm, dekkleed, top 2 hoorns. Randschrift: SIGILLUM * WILLELMI * DE *SCOENHOVEN *. Het betreft een kwitantie  i.v.m. geleden schade bij de slag bij  Baesweiler (1371), waar Willem kennelijk gevangen werd genomen.

Info 293  Clementia wordt in "Utrechtse Kastelen en Ridderhofsteden" van B.Olde Meierink onder "Oud Amelisweerd" als zuster van Herman van Lockhorst betiteld, ze zou een nichtje i.p.v. een kleindochter van Herman van Lockhorst zijn, wat niet in overeenstemming lijkt te zijn met de leenprotokollen en met Booth.  In Utechtse Ridderhofsteden van Wittert van Hoogland en in Kastelenboek Utrecht van Bardet zijn de familieverhoudingen onder "Wulven" juist, d.w.z. in overeenstemming met de leenprotokollen en Booth, aangegeven.

Info 294  In het artikel van Beelaerts van Blokland in De Nederlandsche Leeuw van 1944 wordt ze "Catharina Hendriksdr van Weede" genoemd. Dit in navolging van Matthijs Balen, die spreekt over "Jonkvrouw Catharina van Weede, dochter van Hendrick van Weede, knape". Daar zij in de Dordtse archieven niet als zodanig voorkomt, zal hij op grond van de naamovereenkomst Hendrik als vader aangenomen hebben. B. de Keijzer toont in OV1996 aan, dat ze een zuster geweest moet zijn van genoemde Hendrik van der Weede, die in 1403 het leen te Zwaluwe van zijn vader overleden Liefman Willemsz overneemt en "neef van de leenheer" wordt genoemd.

Info 295  Voor dit huwelijk was dispensatie nodig, die echter niet vermeld is. Vermoedelijk zijn de kinderen uit  dit 2e huwelijk van Zweder vanwege de niet verleende dispensatie vóór het huwelijk geboren. Zo treedt op 22.02.1397 Zweder van Heenvliet op voor Adrien, zijn kind bij Lijsbeth Jansdr. van Cattendijke, hetgeen wijst op bastaardij. Ook bastaarddochter Maria van Heenvliet is waarschijnlijk een voorkind uit deze relatie. Het is echter niet uitgesloten, dat Maria een dochter van de derde echtgenote is (GrJ).

Info 296  Volgens OV1963 is Pieter Bartemeusz de vader van Willem Pietersz van Steenhuijzen. In OV1972 wordt echter gezegd, dat Pieter Bertelmeusz van Steenhuijsen geen zoons gehad zou hebben. Verder  worden als ouders van Pieter Bertelmeusz in GrJ en OV1963 verschillende personen genoemd (Bertelmeus Aelbrechtsz resp. Dircksz., waarbij Dirck een zoon van Aelbrechts broer Jacob zou zijn). Op grond van chronologische overleggingen nemen we de eerste versie als waarschijnlijker aan. Het is echter niet uitgesloten dat er meer paralelle takken van hetzlefde geslacht bestaan hebben.

Info 297  In OV1963 wordt de vrouw van Pieter "Joffre van Bijland" genoemd. Niet duidelijk, of dit dezelfde is als de door GrJ genoemde Katrijn (Pieters), of dat het een verwisseling betreft met Pieters schoondochter Margriet Franckensdr van Bijland.

Info 298  Dit echtpaar is ontleend aan de Kwartierstaat de Bruijn, nog niet geverificiëerd. Als vader van Wormbout noemt hij Tielman van Ratingen, schepen van Dordrecht, vermeld in de rekening van 1326, zoon van Wormboud van Ratingen, ovl. voor 1312. Schaep noemt Beatrix een dochter van Wormboud van Ratingen.

Info 299  Mr. R.A. Rueb vermoedde in zijn bijdrage in Tussen De Voorn en Loevestein 1969 blz. 26 een Staes van Hemert, schepen Zuilichem 1463, als link tussen Jhr. Gijsbert van Hemert en Dirck Bastaard van Hemert. Volgens nieuwere gegevens van mevr. Trees Blom was dit echter de bastaard Gijsbert van Hemert.

Info 300  Leenkamers van de graven van Blois 1282-1650: Nr 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam:

31-1-1447: Herbaren van Foreest,

19-9-1459: Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.

13-2-1473: Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht op.

Info 301  V&L noemt hem Arend de Cock van Delwijnen.

Info 302  M.J.Waale schrijft: ´Het is mogelijk dat, zoals Groesbeek stelt, Goedekende stamvader was van het het geslacht De Hoog, omdat in 1413 een Frederik de Hoge Godensz. vermeld wordt als hoogheemraad van de Alblasserwaard en zegelt met een van Arkel afgeleid wapen, namelijk met twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken met een bastaard schuinstreep.´ (bron NL2000k25, KdG reeks 78).

Info 303  Greidanus geeft ca. 1265 als geboortedatum. Dot kan niet kloppen, als zijn ouders 1271 trouwden (contrakt). Daar hij in 1309 ridder etc. werd, kan het rond 1275 zijn geweest.

Info 304  L. van de Loo geeft als echtgenote: Nesa van Steijne, erfgename van Stein. Hier wordt ES VII-152 gevolgd. Op de lijst Duitse Adel van 20.09.2006 schrijft Karsten Schneider: "Lt. telefonischer Aussage von Alfred Blömer, recht bekannter Familienforscher aus Mönchengladbach, kann die Frau von 16. Johann von Nesselrode aber unmöglich eine vom Steyne aus dem genannten Hause sein. Seiner Meinung nach - und so von ihm auch mit Begründung veröffentlicht (ich meine in seiner Schrift zur Familie Strommenger) - handelt es sich hier um "eine einfache Landadlige" namens Agnes von Lohmar, über deren weitere Herkunft nichts gesagt werden könne".

Info 305  N.L.1959p462/63: Catharina van Polanen, dochter van Philips van Polanen en Lijsbeth van der Made, tr. op of voor 24.1.1372 met heer Jan van Buren Ottenszoon.

Info 306  Dat zij een bastaarddochter en geen wettige dochter was,  is gegrond op het feit dat ze haar dochter Catharina noemt, waarschijnlijk naar haar moeder Katherine, zeker is dit echter niet.

Info 307  Overleden volgens sommige bronnen in 1387, zeker voor 29.08.1387. Volgens Greidanus overleden voor ca. 1365, want de oudste zoon van Aleida van Borselen en haar 2e man Jan van Cruiningen was ridder in 1393 en hun kleinzoon werd ca. 1389 geboren.

Info 308  In OV1963 wordt Bertelmeus een zoon van Dirk en kleinzoon van Jacob van Steenhuze genoemd. Wij volgen hier Greidanus die hem een zoon van Jacobs broer Aelbrecht noemt.

Info 309  Schaep vermeldt de echtgenote van Cornelis Booth niet. De genealogie Booth noemt een vd Merwede, echter zonder ouders. De aanname baseert op gegevens van Matthijs Baalen is echter niet door documenten belegd. In verschillende kwartierstaten is ze een dochterf van Daniel Godschalcks van der Merwede. Daniel leefde echter nog in 1288, hij en zijn broer waren toen getuige bij het opmaken van het testament van hun moeder. Volgens de stichting "van der Merwede" heeft Daniel geen kinderen nagelaten (mededeling Phil ter Heide, namens genealogisch team familie Boot).

Info 310  Het staat niet vast, dat deze Goossen een zoon van Goossen van Rossum en Margaretha van de Wateringe is. Het is echter zeer waarschijnlijk, aangezien zijn zoon Johan heer Goossensz. in 1413 beleend werd met Tedinxweert, dat in het bezit geweest was van Goosen van Rossum uit de vorige generatie.

Info 311  Verdere gegevens over de afkomst van Sophia van Amstel zijn onbetrouwbaar. (Mogelijk was zij een dochter van Gerard van Amstel, zoon van Jan van Amstel, zoon van Gijsbrecht IV van Amstel.)

Info 312  Soms Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.

Info 313  Volgens NL2004 waarschijnlijk een kleindochter van Willem van Strijen, NL19387 en OV1973 geven als (vermoedelijke, OV) schakel met Willem het hier genoemde echtpaar van Striene-van Wieldrecht aan. Greidanus (I) geeft geen voorbehoud betreffend haar ouders aan. In deel II wordt op bron DORp250 gewezen, waarin wordt betwijfeld of Thielman ver Mathildenzone uit het geslacht van Strijen stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette en de heren van Strijen anders verlopen.

Info 314  ES geeft Johan van Dollendorf tussen haakjes als (vermoedelijke) vader. Deze was getrouwd met Lucia van de Neuerburg, erfdr. van Esch, dr. van Frederik III. Volgens oudere geslachtstafels was deze Lucia de eerste vrouw van Philips II van Vianden en de moeder van Adelheid van Vianden, die dan als eerste man Johann von Dollendorf en als tweede Otto II van Nassau gehad zou hebben. Dit is een misvatting op grond van een (door Walther Möller") verkeerd gelezen oorkonde. De juiste verhoudingen volgen uit het artikel van B.M. Kamp in NL1998k274. In RV1954p531 vermeldt Heinz Renn, dat de zoons van Johan van Dollendorf weliswaar bekend zijn, dat de bronnen echter over eventuele dochters zwijgen. Daar de zonen Gerlach en Godfried tussen 1325 en 1332 resp. 1359 vermeld worden, past Maria wat leeftijd betreft zeer goed in dit gezin (de eerste vrouw van Godfried II van Sayn, Sophie van Volmestein, overleed 1324). Maria wordt weliswaar pas vanaf 1345 vermeld, maar was eerst nog gehuwd met Gerhard van Greifenstein. Ze was vrijwel zeker een dochter van het hier genoemde echpaar, te meer daar nauwelijks een mogelijk alternatief ouderpaar voorhanden is. Wel is een 4e/3e graads (werd gerekend als 4e graad) verwantschap voorhanden via Hendrik II van Isenburg (+nach 29.09.1278) en Mechtilde van Ahr Hochstaden, waarvoor een dispensatie nodig zou zijn geweest. Of deze gegeven is, is me onbekend.

Info 315  Vaak wordt hier Margriet Willemsdr van Foreest als vrouw van Adam genoemd. Volgens nieuwe inzichten was Margriet niet uit de familie van Foreest. Dit werd aangenomen op grond van het wapen met de dwarsbalk. Volgens drs. J.F. Jacobs is dit wapen van Machteld Dircksdr van der Hoorn (GrJ deel II).

Info 316  Het ankerkruis als wapen aan IJsbrant Dircxs werd aanvankelijk verklaard uit het feit dat zijn moeder Aegt uit het geslacht van Oegstgeest stamt. In deze familietak was de naam Van Oegstgeest reeds vier geslachten eerder via de vrouwelijke lijn vererfd, namelijk via (Aleid) van Oegstgeest (dochter van (Willem) van Oegstgeest naar haar zoon Willem van Oegstgeest. Dit geslacht zegelt echter niet met het ankerkuis maar met een wapen uit de mannelijke lijn. Aannemelijker is de these dat het ankerkruis uit het geslacht van Dirck Allaertsz. stamt, een telg uit het geslacht van Oestgeest.

Info 317  Het bestaan van Catharina van Foreest wordt in één van de excursiones op de Karel de Grote page door Maarten van der Tas in twijfel getrokken. Na bestudering van "de door de heren C. Hoek en J.C. Kort gepubliceerde repertoria op de leenkamers alsmede de duizenden acten in regestvorm vervaardigd door de heer C. Hoek, verschenen in Ons Voorgeslacht", concludeert hij dat zij niet heeft bestaan. Hij heeft echter aan de schriftelijke familieoverleveringen geen aandacht besteed. In de archieven van de Hoge Raad van Adel vinden we het origineel van de "Afcompste van die Van der Meer van Berendrecht met heuren magen ende verwanten. [...] Anno 1593" van "Arent van der Meer van Berendrecht, advocaet in den Hoove van Hollandt". Daarin wordt de grafzerk van Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. uit het begin van de zestiende eeuw met het wapen "Foreest" van zijn moeder "Catharina van Foreest" beschreven, maar van het wapen van zijn moeders moeder wordt enkel gezegd dat het door afslijting onherkenbaar geworden is. Hij probeert dus niet zijn geslacht een hogere status te geven door als zijn moeders moeder de naam Cuser te vermelden, wat een aanwijzing is dat het er niet om ging een zo aanzienlijk mogelijk voorgeslacht te laten zien. Dit vergroot de geloofwaardigheid van het docukent. (J.F. Jacobs).

Info 318  Met zekerheid was Jan I een kleinzoon van Jan IV van Aerschot en Maria van Coudenberg. Over zijn ouders zijn verschillende versies in omloop, o.a. Gerard van Aerschot en Margarethe Was. Het meest waarschijnlijk echter is de hier vervolgde versie, dat Jan een zoon was van de stamhouder in de hoofdtak, Jan V van Aerschot Schoonhoven. Dan klopt ook het feit dat Jan VII uit de hoofdtak hem als 'oom' aanduidt. Anders zou hij een achteroom geweest zijn.

Info 319  Mechteld van Montenaken wordt in het Stootboek (1350-1374) de zuster genoemd van de burggraaf van Montenaken,zonder nadere aanduiding welke burggraaf het beteft. 'Les d'Arschot de Schoonhoven' noemt op blz. 87 Mechteld (Mathilde) een dochter van Willem van Montenaken en Josine (Cunegond) de Dave. Ook volgens Auguste Kempeneers in zijn 'L'ancienne franchise et l'illustre famille des vicomtes de Montenaken' was Mathilde een dochter van burgraaf Willem, en dus de zuster van burgraaf Jan. Tevens noemt Heliau (1791) in Jacques De Hemricourt in 'Miroir ded nobles de Hesbaye' op blz, 207, noot h, Mechteld een dochter van Willem en een zuster van de drie broers Jan, Godfried en Boudewijn. Al deze gegevens hebben vermoedelijk dezelfde (foute) bron. In de discussie op LNA bleek Jan waarschijnlijker als vader van Mechteld. Willem is op chronologische gronden als vader practisch uitgesloten.

Info 320  Sommige bronnen geven 1338 vanwege de "huwelijkse voorwaarden", dit betreft waarschijnlijk de genoemd acte van Donderdag na St. Remeysdag 1338. Het huwelijk zal volgens Hans Vogels waarschijnlijk een dikke 10 jaar eerder gesloten zijn.

Info 321  Filiatie met haar vader Gerit niet bewezen maar zeer waarschijnlijk. Greidanus noemt Gerrit van Heemskerk (1331, 1351) als onbewezen vader. Volgens Booth had zij een zoon Gerrit. Bovendien wordt in 1318 een Agnese heer Gerritsdr. van Heemskerk vermeld, die een (half?)zuster van Gerrit zal zijn geweest en naar wie Agnese genoemd kan zijn. zie GrJ Deel I blz. 697.

Info 322  In NL1994 toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde in eerste huwelijk getrouwd was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede huwelijk met Otto van Buren. Hun kleinzoon noemt hij abusievelijk 'Bartholomeus' van Buren.  De naam Balthasar van Buren staat echter vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).

Info 323  Ze was volgens traditionele opvatting een dochter van het hier genoemde echtpaar Gijsbert Both en Margriet van Arkel. Op grond van de chronologische problemen (een serie erg jonge huwelijken) wordt wel gesteld, dat ze een dochter van Gijsberts oom Hendrik Both geweest moet zijn. Greidanus ziet geen probleem, daar hij haar moeder uit het eerste huwelijk van Jan III van Arkel laat stammen. Maar ook een afstamming uit het eerste huwelijk lijkt chronologisch mogelijk. Vermeulen, die haar moeder uit het tweede huwelijk laat stammen, meent dat Margaretha van Arkel maar één dochter, Johanna,  had, overigens zonder sluitend bewijs. De hier gevolgde lijn is dus vrij onzeker en wordt bij Kunigonda van Virneburg onderbroken. De voorouders van Arkel komen reeds op andere wijze in de kwartierstaat voor.

Info 324  De twee gegevens over Berta van 1333 en 1342 werpen de vraag op of de overlijdensdatum van Bertha correct is. Ook in een akte van 6 april 1326 worden Steesken en Bertha (‘Eustatius genoemd Stesken de Brakel en zijn vrouw Bertha’) vermeld. Zij verkochten op die dag een stuk grond in Esch aan een zekere Gossuinus Steenwech. Dit kan weliswaar een andere Bertha zijn, daar Steesken mogelijk nogmaals getrouwd geweest zou zijn met een Bertha. Vanwege de vele Steeskens in deze stamboom blijft onzekerheid hieroveer bestaan.

Info 325  Bij de leenopvolging duikt de vraag op, of Jan van Hemert en Johan van Hemert niet dezelfde personen geweest kunnen zijn. De leenopvolging vindt niet "bij dode van" plaats. Ook is de generatieduur vrij kort.

Info 326  [Lysbeth of Agnes] van Herlaer, zoals de vrouw van Johan van Hemert reeds bekend was (input Trees Blom), moet zeer waarschijnlijk een dochter van het hier genoemde echtpaar en een zuster van Johan van Herlaer van der Hoele haar broer geweest zijn. Dit blijkt met name uit volgende gegevens betreffend de leenopvolging van Delwijnen:

a) Volgens leenakte Gelre van 10 maart 1394 (Staatsarchief Düsseldorf) ontvangt Johan van Herlaer van der Hoele het dagelijks gericht van Delwijnen en de helft van het dagelijks gericht van Kerkwijk en 8 mg land aldaar, zoals zijn vader, heer Jan van Herlaer, dat placht te houden als Zutphens leen. Volgens het oudarchief Nederhemert blijkt op 03.05.1451 Gijsbert van Hemert (zoon van [Lysbeth of Agnes van Herlaer]) heer van Delwijnen en half Kerkwijk te zijn, als hij deze heerlijkheden samen met Nederhemert afstaat aan zijn zoon ridder Jan van Hemert in verband met diens huwelijkse voorwaarden (V&L1968p211).

b) Onder "Leenhoven van de heren van Vianen" in OV1985p424, wordt eveneens het dagelijks gerecht van Delwijnen genoemd: 6-3-1403: Johan van Herlaar zoals van Gelre, dan tussen 18-7-1424 en na 18-3-1431 (hulde) Johan van Herwijnen, dan 12-4-1447: Jan van Hemert Gijsbertsz., heer van Hemert, neef van de leenheer, zoals heer Gerard, heer van Meerwijk, en heer Jan van Herlaar, diens broer, die hielden van Ameide, na verzuim.

Hoewel de gegevens onder a) en b) zich niet geheel dekken, wijzen ze beide erop, dat de van Hemerts Delwijnen uiteindelijk - hoewel niet direct - kregen van Jan van Herlaer, die ook chronologisch als vader van [Lysbeth of Agnes] van Herlaer in aanmerking komt. Ook is de naam Agnes in deze familie niet vreemd.

Een "Lysbeth van Herlaer heren Jansdr. van Herlaer en van der Heule" trouwt in 1395 met Vrederic van Draeckenborch (NL1950k222). Daar Jan van Herlaer ca. 1358 trouwde, zal zij niet zijn kleindochter maar vrijwel zeker zijn dochter geweest zijn. Ze was dan een zuster van de vrouw van Johan van Hemert, wat impliceert dat de vrouw van Johan eerder Agnes dan Lysbeth geheten zal hebben.

Info 327  Uit verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon van Arnt van Hodenpijl te zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De kerkkorentiende en de loecwerftiende.

13-2-1355: Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug

23-8-1376: Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van jonkvrouwe Machteld van Heemstee

- -1390: Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand

24-11-1406: Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl

Deze leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de grootvader van Dirck.

Info 328  Zie Genealogische en Heraldische Bladen ,jrg.8 (1913), blz.345. Dit huwelijk verklaard de namen Frederik, Christina en Berta in het gezin van Gijsbert maar niet de voornaam Willem voor de oudste in leven gebleven zoon. Mogelijk was Gijsbert de Coc wel tweemaal gehuwd. (Hans Vogels op Disc.lijst Ned. Adel 2013). De verdere gegevens stammen van Groenendijk in AQV.

Info 329  De ouders van Otte zijn niet 100% bewezen.

Info 330  Schatting Hans Vogels.

Info 331  Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus losbladige aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels. Volgens de traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe onderzoekingen hebben aangetoond, dat zij  in navolging van oude kronieken in de verkeerde tijd en op de verkeerde plek in de Arkel-stamboom is geplaatst. Deze visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn, ook in de Nederlandsche Leeuw 2000 kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als echtgenote genoemd. In de NL2005 kol. 292-302 is dit intussen door B. de Keijzer gecorrigeerd.

Info 332  In bron DORp250 wordt betwijfeld of Thielman ver Mathildenzone uit het geslacht van Strijen stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette en de heren van Strijen anders verlopen.

Info 333  Op grond van het wapen met 2 zalmen op de grafzerk in 't Woud was een dochter van Heyn Allertsz aangenomen. Volgens nieuwere inzichten was dit echter het wapen van Jan Symonsz.

Info 334  Uit verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon van Arnt van Hodenpijl te zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De kerkkorentiende en de loecwerftiende.

13-2-1355: Heer Arnt van Hodenpijl ontvangt het door hem verbeurde leen terug

23-8-1376: Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van jonkvrouwe Machteld van Heemstee

- -1390: Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand

24-11-1406: Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl

Deze leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de grootvader van Dirck.

Info 335  In de literatuur heerst geen overeenstemming over de ouders van Alyt, waarschijnlijk was ze een dochter van Jan van Hodenpijl.

Info 336  Niet zeker, vermeld in CRA met vraagteken, in ES niet vermeld.

Info 337  Mogelijk huwde hij met een dochter van Everard de Wilde.

Info 338  Verbinding met het geslacht van Berlaer vermoed op grond de mogelijke afkomst van de heerlijkhied Zundert in het geslacht Van Schoonhoven. De twee bestaande theorieën omtrent deze afkomst (van Coudenberg en van Montenaken) bleken geen steun in de originele documenten te vinden. Hans Vogels vond een plausibele mogelijkheid in de verbinding met Van Berlaer, daar deze reeds belangen in Zundert hadden. Het verklaarde ook de twee zonen met de naam Jan. Crooenen noemt geen dochter Agnes bij Jan II Berthout, wel hiieft diens zoon Lodewijk II een dchter Agnes, die naar haar vernoemd zou kunnen zijn.

Info 339  Zij was mogelijk een Van Mierlo of een Van de Bosch. Gerard van der Aa treedt op als borg voor Hendrik van Mierlo, de zoon van Gooswijn van Mierlo en mogelijk Elisabeth van den Bosch. Gezien het tijdstip van optreden zou Gerard gehuwd kunnen zijn met een zuster van Hendrik van Mierlo met de naam Elisabeth. Haar vader Gooswijn brengt dan de naam Goossen binnen de familiie van der Aa. Er wordt melding gemaakt van een Elisabeth van den Bosch ( Lyze dicte van den Bosghe), op 16.03.1298. Of deze Elisabeth nu dezelfde is als de vermoede echtgenote van Gooswijn van Mierlo of een andere is niet duidelijk. Deze Elisabeth zou een dochter kunnen zijn van heer Gooswijn van den Bosch, ridder. Ook hier weer de mogelijkheid van doorgeving van de naam Goossen bij de familie van der Aa. Zie voor meer informatie GvdAA.

Info 340  Niet zeker of Hendrik een zoon van Margarethe van Scharpord is, zoals meestal verondersteld, of van NN van Brederode, de hypothetische 2e vrouw van Jan van Renesse volgend Hans Vogels.

Info 341  Mr.W.W.van Valkenburg schrijft in zijn artikel "De voorouders van Z,K.H, Claus prins der Nederlanden" in NL1966, kol. 141 betreffend Aleid van Lichtenberch: "Deze laatste was dochter van Jacob van Lichtenberch ridder heer van Rhijnauwen, Lichtenberg en Vinningen, schout 1343-45 en schepen 1311,13,16 en 20 van Utrecht, en Machteld Uten en kleindochter van Jacob van Lichtenberch heer van Lichtenberg, erfschepen van Utrecht, in 1304 bij onlusten aldaar vermoord".  We weten nu vrijwel zeker dat Jacobs testementaire beschikking Op Sint Jacobsdag (25 juli) 1327 ten uitvoer gebracht was, hij kan dus onmogelijk van 1343-45 schout geweest zijn. Er moet dus òf nog een latere Jacob, wellicht uit een andere tak, schout geweest zijn, òf de betreffende jaartallen zijn fout.

Info 342  KdG, reeks 109. Volgens ES NF XVIII-62: 8.5/22.7.1343.

Info 343  Wellicht is er tussen Johan en Herman van Kuinre nog een generatie met de naam Johan, nl. Johan heer van Kuinre (+1363), zie discussielijst Ned. Adel juni 2009.

Info 344  Volgens een hypothese van B. de Keijzer was de vrouw van Hugo Vornekine waarschijnlijk een dochter van Jan van de Leede. De oorspronkelijk opvatting was, dat Hugo met Geile van Kampen was getrouwd, die als weduwe non te Rijnsburg was in 1305.

Info 345  Vermeulen noemt Margaretha een dochter van Kunigunda van Virneburg (OV2003), o.a. op grond van een tapijtschildering op pilaar 9 in de Utrechtse Domkerk, met de kwartieren Arkel, Bot, Virneburg en onbekend (van Stein?). Dit is dus niet hetzelfde wapen als op pilaar 5  (Arkel, Virneburg, Voorne, Kleef), wat wellicht van de kinderen van Jan IV van Arkel en Irmgard van Kleef is. Greidanus meent op blz. 1177 dat ze een dochter van Mabelia van Voorne was, daar het wapen (van pilaar 5) verkeerd was geïnterpreteerd. Hier wordt de versie Vermeulen gevolgd, ook vanweg de genoemde oorkonde, waarin zij en bisschop Jan worden vermeld tesamen met haar neef de bastaardzoon van Jan (van Rijnestein). Intussen heeft ook Greidanus (2005) deze versie overgenomen.

Info 346  Wie de onthoofde Gijsbert uten Goye was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel zeker. Soms wordt ook vermoed dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas later gevonden, zie uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019, pagina 161/162.

Info 347  De hier oorspronkelijk aangenomen Elisabeth van Slingelandt was niet met Jan Pietersz van Hemert getrouwd, haar  nakomelingen zegelden niet met het Châtillon wapen maar met drie leeuwenkoppen, dit betreft daarom waarschijnlijk de "Stichtse" familie van Hemert (NL2004k258 ).

Info 348  Broer van Gerard van Loon gen. van Herlaer, heer van Empel en Meerwijk. In de leenopvolging van het dagelijks gerecht van Delwijnen van 12.04.1447 staat: "zoals heer Gerard, heer van Meerwijk, en heer Jan van Herlaer, diens broer, die hielden van Ameide". Dat het deze Jan van Herlaer betreft blijkt uit een akte van 10 maart 1394. Daarin ontvangt zijn zoon Johan van Herlaer van der Hoele het dagelijks gericht van Delwijnen en de helft van het dagelijks gericht van Kerkwijk en 8 mg land aldaar, "zoals zijn vader heer Jan van Herlaer dat placht te houden" als Zutphens leen.

Info 349  Niet bewezen dat Layse de moeder van Nicolaas is. Ook zijn vader staat niet zonder twijfel vast, zou eventueel ook Nicolaas van Malsen, gehuwd met een Clemence (onmondig in 1288) geweest kunnen zijn. Zij was een dochter van heer Hubert van Buren, heer van Caets. Zie LNA april 2018.

Info 350  Inplaats van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van der Made als vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de goederen van Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse non 'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een ridder (vandaar 'ver') in het klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens non, draagt de titel  'Ver Lisebeth van Hodenpijl’. Zij krijgt legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.

Info 351  Volgens overlevering was Jan getrouwd met Bertrand van Sterckenborg. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels was hij echter met (Maria?) van Bentheim, dochter van graaf Otto V van Bentheim getrouwd (GrJ).

Info 352  Door Greidanus wordt aangenomen, dat Aleydis een van Loon geweest zou zijn (GrJ, blz. 770,1177), tevens in de KdG reeks 78. Later werd ze door Hans Vogels als een van Egmond beschouwd, vermoedelijk een zuster van Gerard van Egmond. In 2019 vermoedt Hans Vogels op de Lijst Nederlandse Adel dat ze een Van Mirlaer was, een dochter van Jacob II van Mirlaer, ovl.1268.

Info 353  Schatting Hans Vogels.

Info 354  Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland is zeer waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard kunnen worden (huwelijksdispensatie Aleid van Henegouwen).

Info 355  Wordt in de regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans Vogels' interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn moet ze werkelijk een van Zuylen geweest zijn.

Info 356  Hypothese Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen: Gijsbert I van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot (volgt uit de grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel); wellich verder een Loef van Ruwiel). Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw van Hubert II "Schenk" van Bosinchem en waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van het geslacht Taets en Van der Maern. (Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben, daar ook zijn zoon met een van Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit een andere familie stammen).

Info 357  Schatting Hans Vogels.

Info 358  In oudere stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede met een dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002 vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer waarschijnlijk een dochter van Dirk van Voorne en Alverade van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie zijn hier overgenomen.

Info 359  Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.

Info 360  Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland is zeer waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard kunnen worden (huwelijksdispensatie Aleid van Henegouwen).

Info 361  Volgens Greidanus deel II blz. 1111 is Aert Touwe onbewezen als vader van Claes Toude.

Info 362  Aecht geldt volgens drs. J.F. Jacobs als dochter van Dirck Claes Ruyschenz. (schepen van Delft 1383/84, 1403/04) en Hadewij Symon Pieterszoonsdr. Dit echtpaar had tevens een jongere dochter Machteld Dirck Claes Ruysschendochter, die in 1429 het leen erft dat we als het familiegoed Crayenest/Crayenburg in Rijswijkerbroek kennen, minstens vanaf Willem van Oestgeest in familiebezit. (Zie De Nederlandsche Leeuw 1925, kol. 184).

Info 363  Het is niet geheel zeker of Elisabeth van der Dussen dan wel Catharina Dudinck de moeder van Dirk IV van Wassenaer is, gezien het feit dat Dirck in 1348 nog onder voogdij als het ‘kint wassenaer’ werd aangeduid en hoogstens 14 jaar oud kon zijn, waardoor zijn geboortejaar op 1333/34 geschat kon worden. Desondanks wordt in ‘Heren van Stand; Van Wassenaer 1200-2000’ aangegeven dat hij waarschijnlijk uit het tweede huwelijk afkomstig is.

Info 364  Inplaats van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van der Made als vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de goederen van Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse non 'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een ridder (vandaar 'ver') in het klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens non, draagt de titel  'Ver Lisebeth van Hodenpijl’. Zij krijgt legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.

Info 365  Verschillende bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over Willem of Engelbert van Horne. Greidanus Jaeger II noemt alleen nog Willem van Horne als echtgenoot van Margaretha van Altena en vader van Willem I van Horne.

Info 366  Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.

Info 367  Zie ook D. Buurman, Ammersoyen, bijdragen tot de geschiedenis van het kasteel, de heerlijkheid en de heren van Ammersoyen, uitg. 1986, blz. 119.

Info 368  De filiatie tussen deze hypothetische Jan en zijn zoon Floris berust op een hypothese van Hans Vogels, beschreven op de lijst Nederlandse Adel 4 jan. 2017.

Info 369  Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.

Info 370  Hendrik trouwde waarschijnlijk met NN van Putten (Greidanus), bij ES NF VIII-35 geen voorbehoud.

Info 371  Wij volgen hier het familieschema van Georg Strasser. Sommigen noemen hem echter Jakob van Oeren en geven hem Ordolf van Oeren, schepen van Trier als vader. Deze zou een zoon zijn van ridder Jakob van Oeren, ministeriaal te Trier, heer van Wittich en Neuenburg, vermeld 1206/1225 als miles en dominus. Diens vander Jakob van Oeren zou eveneens ministeriaal zijn geweest, evenals zijn gelijknamige grootvader, zoon van Isenbart de Horreo van Oeren, ministeriaal te Trier. Helaas ontbreken bronvermeldingen en is een verzonnen link met een belangrijke familie niet uitgesloten. In de Mittelrheinische Archiven is in 1283 wel sprake van een Trierer schepen Jakob von Oeren (de Orreo of Horreo) die door Lodewijk von der Brücke van een leenplicht ontbonden wordt. Dit zou Jakob der Ältere kunnen zijn, hij heeft dan echter een vader Carl von Oeren, die volgens een ander akte in 1275 is overleden. Ook dan zou dus Ordof als vader niet kloppen. De naam Karl komt later ook bij Von Oeren voor, Carl von Trier, geb. ca. 1265, was een bekende grootmeester van de Duitse orde en een begaafd diplomaat. Zijn vader was volgens Wikipedia een Trierse schepen Jakob van Oeren. Het is echter niet onbestreden dat Carl een Von Oeren was, siehe Freiburger Geschichtsblätter Band (Jahr): 52 (1963-1964). Al met al laten we het bij de genealogie volgens Strasser.

Info 372  Volgens ESI.2-26. ES VII-11 geeft 1287 aan.

Info 373  ES NF VIII-23 geeft een stippellijn naar Marie, lijkt niet zeker te zijn of ze van Roberts 1e of 2e vrouw stamt. Een Wavrin page op internet geeft éénduidig het "deuxième lit" aan: http://perso.club-internet.fr/driout/WAVRIN.htm

Info 374  NL2018 noemt Jacob III een zoon van Jacob II's eerste vrouw terwijl zijn tweede vrouw vermoedelijk een Van Wulvan was. De wapenvoering van Jacob III lijkt er eerder op te wijzen dat zijn moeder een Van Wulven was, hetzij dan dat het alliantiewapen op zijn stiefmoeder betrekking zou gehad hebben.

Info 375  KdG, Reeks 109: overl. tussen 1302 en 1308

Info 376  De enige akte die over Mabelia bekend is betreft goederen in 'iuridictione h viri de Lichtenberg. anno 1311 ( Inv archief Nyevelt), die ze aan haar oudste zoon laat. De oudste (bekende) zoon van Steven en Mabilia is Jacob, het is de eerste vermelding van een Jacob bij de Zuylens, waarschijnlijk vernoemd naar zijn grootvader Jacob van Lichtenberg.

Info 377  OV1983: "Zijn (Philips van Duivenvoorde) vrouw was misschien Elisabeth van Vianen".Volgens Booth noemt Hubrecht  van Vianen haar zijn zuster. Ze wordt vermeld in 1307 als vrouwe van Polanen. Ook Greidanus (pag. 453) betweifelt, dat het een zuster van Hubrecht is, maar op gronden van de naam Elisabeth, die reeds bezet was. In deel II (pag. 1116) heet echter haar zuster Adelissa i.p.v. Elisabeth, waardoor dit argument ontvalt.

Info 378  Volgens ES NF XVIII-39: 16.12.1318.

Info 379  Op de lijst Ned. Adel van 24.01.2009 betwijfelt Hans Vogels de historische juistheid van de vrouw van Ghisebrecht uten Goye. Haar identiteit berust op een een publicatie uit 1700 van Ant. Matthaeus. Hij leefde echter dik 400 jaar na voornoemde personen. Uit latere huwelijken en van nakomelingen blijkt dat meevoudig dispensatie nodig geweest zou zijn.

Info 380  Van Doornmalen zet Jan Koc als mogelijke zoon i.p.v. schoonzoon in zijn schema, wel met een vraagteken.

Info 381  Jan Koc van Herlaer was waarschijnlijk met een dochter van Gerard van Loon en Aleid van Herlaer getrouwd. Geheel zeker is dit echter niet, Jan kan ook zelf uit de familie van Loon stammen, gezien het wapen van Empel en Meerwijk (Hans Vogels).

Info 382  In NL1994 toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde in eerste huwelijk getrouwd was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede huwelijk met Otto van Buren. Hun kleinzoon noemt hij abusievelijk 'Bartholomeus' van Buren.  De naam Balthasar van Buren staat echter vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).

Info 383  

Info 384  KdG22 geeft als huwelijksdatum vóór 15-1- 1321. Dit kan niet kloppen, zie discusse Disc. Forum Ned. Adel 22 Mar 2006. In 1322 is ze nog ongehuwd, pas in 1327 wordt ze voor het eerst als gehuwd vermeld. J. Craandijk, Proeve eener geschiedenis van het geslacht van  Haarlem, in: Nijhoff, Bijdragen 4e reeks, Ie deel, 1-59. Op blz. 46 staat het volgende:

"Jonkvrouw Goede is omstreeks 1327 `te manne gekomen'. In dat jaar, dinsdag na St. Jacobsdag, maakte graaf Willem bekend, dat hij Florens van Haamstede, zijnen neve, gegeven heeft ten huwelijk met

jonkvrouw Goede, Jans dochter van Berghen, sinen wive, ten eerste, `dat an hair comen sal, na hare moeder doet alsulcke eygelijck goet alse Jan Persijn, haar oudevader met hare moeder ten huwelijk gaf Jan van Berghen en hare moeder laten sal in haren letsten leven' voort 100 pond 's jaars, enz. . Het blijkt hieruit, dat de vrouw van Jan van Bergen een dochter was van heer Jan Persijn en dat zij in 1327 nog leefde."

Info 385  Hij wordt in veel afstammingsreeksen als bastaard van Jan II van Avesnes genoemd (Gens Nostra 1990 pag. 21, KdG reeks 3 en 66). Hij voert als wapen een effen schild met een vrijkwartier: gevierendeeld, I en IV Vlaanderen, II en III Holland. De zoon van Jan II, Willem I/III, graaf van Henegouwen en Holland, noemt hem echter op 2 mei 1334 "onsen neve ende trouwen knape". Als dit letterlijk genomen wordt kan Willem (die) Cuser daarom geen bastaardzoon van Jan II van Avesnes, graaf van Henegouwen en Holland, zijn. Wel is hij een kleinzoon of achterkleinzoon (via bastaardij) van Jan I van Avesnes en Aleid van Holland. Jhr. H.A. van Foreest meent: "Waar hij Henegouwen en Holland voert in een vrijkwartier, lijkt het aannemelijk, dat hij is geboren uit een Avesnes, die recht had op opvolging in deze graafschappen; dus mogelijk uit 'Jan zonder genade', de oudste broeder van Willem III, gesneuveld bij Kortrijk in 1302. Zijn leeftijd, voor zover bekend, correspondeert met die onderstelling." Bert den Hertog vermoedt in zijn artikel in NL2016, p57, dat hij een zoon was van Gwijde van Henegouwen, bisschop van Utrecht. Ook dit is niet bewezen en wordt betwijfeld door Hans Vogels in een discussie op de lijst Ned. Adel van april 2017. Voorlopig nemen we hier, met een onzekerheids * de versie van Bert den Hertog over.

Info 386  Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus losbladige aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels. Volgens de traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe onderzoekingen hebben aangetoond, dat zij  in navolging van oude kronieken in de verkeerde tijd en op de verkeerde plek in de Arkel-stamboom is geplaatst. Deze visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn, ook in de Nederlandsche Leeuw 2000 kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als echtgenote genoemd. In de NL2005 kol. 292-302 is dit intussen door B. de Keijzer gecorrigeerd.

Info 387  volgens ES XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr. Berkenrode.

Info 388  ES geeft: ovl. 17.01.1271.

Info 389  Schatting Hans Vogels.

Info 390  Greidanus noemt haar Margaretha van Born. Hans Vogels (zijn bron) houdt echter nog een slag om de arm: "de naam van de vrouw van Boudewijn van Altena is niet uit eigentijdse of latere bronnen bekend. Baron van Spaen noemt haar als Margareta. Ongetwijfeld is deze benaming gebaseerd op een aanwijzing of vermoeden maar anno heden valt daar geen bewijs voor aan te dragen. Derhalve lijkt het me beter om de voornaam [Margareta] voor de vrouw van Boudewijn tussen hypothetische haakjes te plaatsen". Nieuw aspect: Hans Vogels, oct. 2004: Dat hij met Margareta van Born zou zijn gehuwd kunnen we schrappen. Onlangs deed J.C. Kort in een artikel uit de doeken dat die veronderstelling mede gebaseerd was op een rond 1626 door Butkens gefantaseerde oorkonde over Drunen....Boudewijn's huwelijkspartner zal in Gent gezocht moeten worden in het geslacht van de plaatselijke burggraven.

Info 391  Vermoedelijk een broer van Dirck II van Beveren, beide waarschijnlijk uit het tweede huwelijk van Jordan van Beveren (Hans Vogels).

Info 392  Hier werd Johannes Mötsch gevolgd, die uiteenzet dat vroegere aannamen dat Johan met een dochter of kleindochter van Otto van Gelre of getrouwd was, niet kunnen kloppen. Zoon Hendrik zou dan met Blancheflor van Gulik (haar moeder was een van Gelre) een te naast familielid getrouwd zijn. De fout ligt in de interpretatie van een oorkonde van 9 april 1281 waarin Johans zoon, graaf Godfried I van Sponheim-Sayn, een "sororius" van graaf Dirk I van Limburg-Stirum (zoon van Frederik II van Altena-Isenberg en Sofie van Limburg) genoemd wordt. Daaruit werd de conclusie getrokken dat Dirks vrouw Adelheid een zuster Adelheid van graaf Godfried I was. Graaf Dirk behoort echter volgens een oorkonde (afstandsverklaring) van 1 april 1265 niet tot de erfgenamen van Johan van Sponheim, deze worden alle vier bij name genoemd. Mötsch noemt nog verdere aanwijzingen die de vroegere aannamen onmogelijk maken. Daar "Sororius" behalve zwager ook zusterzoon kan betekenen, ligt de oplossing voor de hand dat Johan met een zuster van Dirk van Limburg getrouwd was, waarmee genoemde problemen opgelost zouden zijn.

In een discussie op de Duitse lijst Adel omstreeks 25.07.2006 wordt de mening van Mötsch echter aangevochten. Hij zou een oorkonde uit 1.5.1243 niet gekend hebben, waarin alle 5 kinderen van Freidrich v. Isenberg & Spohie v. Limburg genoemd worden, waarbij echter een dochter die met Johan van Sponheim getrouwd zou zijn ontbreekt. Deze verbinding wordt daarom van een * voorzien, 17.08.2006.

Info 393  Greidanus noemt als 2e vrouw Agnes van Cranendonck met een vraagteken. Hans Vogels: "Boudewijn van Altena's oudste dochter [Margareta] is rond 1190 gehuwd met Willem van Horne. Tussen de huwelijksdata van haar en haar zus Sophia ligt 15 tot 20 jaar. Je zou zelfs van een generatieverschil kunnen spreken omdat de vrouwen in die tijd al vanaf hun twaalfde levensjaar (volgens het Middeleeuws canonieke recht) uitgehuwelijkt werden. Zus Sophia kan en moet, gezien de anders optredende verwantschapsproblematiek, derhalve dus uit een tweede huwelijk van Boudewijn van Altena stammen".

Info 394  Volgens traditie was dit Agnes Persijn, uit het geslacht van de heren van Waterland. Dit is echter door nader onderzoek niet bevestigd (GrJ, aanv. 2003). WdO noemt hier Meilendis. Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen verkoopt. Is echter geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van Amiens en Melisende van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en chronologisch gezien lijkt ze eerder wat jong,

Info 395  Tot voor kort gold: "Alveradis was zeer waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een van Cuyck" (GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels op 20 Sep 2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In 1343 gaf de vrouwe van Raephorst een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen de in of kort na 1336 kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens echtgenote, waar dit uit blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun Janse, "Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren 2001, blz. 278.

Info 396  GrJ noemt hier Maria van Bourghelles, kennelijk in navolging de NL van 1960 k39, waar dit vermeld wordt met Leuridan, ,,Les sires de Cysoing", als bron. Schwennicke noemt haar slechts Maria en ook bij Warlop komt zij niet voor. Er moet dan ook getwijfeld worden aan deze versie, zoals uiteengezet door Hans Vogels op de discussiegroep Nederlandse Adel dd 30.4.2011/6.5.2011.

Info 397  Ouders van Walram niet zeker, een ander mogelijk ouderpaar is: Hendrik van Nassau en Beatrix, dochter van Rotbert van Laurenburg (GrJ).

Info 398  Borman (1910), Tome I, p. 398, footnote 4, no citation reference.

Info 399  Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na 1270 aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn van Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.

Info 400  Hans Vogels.

Info 401  Verschillende bronnen geven Wolphert I van Borselen als vader van (Oda) aan, bv. NL1980 (J.M. Homs) en  Schwennicke in ES NF XVIII-37. Hier wordt Greidanus gevolgd, die Peter van Borselen aangeeft. Volgens informatie van Hans Vogels (07.05.2003) is dit naar momentele stand van onderzoek juist: "Het korte artikel van Hom was een reconstructie uit 1980. In 1993 kwam Zondervan met een vrij uitvoerig artikel waarin onderdelen van Hom's argumentatie een nieuwe verklaring of identiteit kregen. Bij mijn weten is dat van Zondervan nog de meest recente en meest onderbouwde publicatie. [Oda] van Borselen blijft bij hem een dochter van Peter en [Hadewig] van Kruiningen. Dit mede gebaseerd op vernoeming".

Info 402  OV1983p100

Info 403  Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na 1270 aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn van Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.

Info 404  Hans Vogels.

Info 405  OV1983p100

Info 406  ES NF VIII-39 noemt haar een dochter van Herbaren van Arckel, heer van Liesveld en Nieuwpoort. NL1950p245: jvr. van den Berghe (Arkel) Hr. Harbernusdochter. Hier wordt De Keijzer gevolgd, NL2019.

Info 407  Wie de onthoofde Gijsbert uten Goye was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel zeker. Soms wordt ook vermoed dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas later gevonden, zie uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019, pagina 161/162.

Info 408  Soms Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.

Info 409  Tot voor kort gold: "Alveradis was zeer waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een van Cuyck" (GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels op 20 Sep 2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In 1343 gaf de vrouwe van Raephorst een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen de in of kort na 1336 kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens echtgenote, waar dit uit blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun Janse, "Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren 2001, blz. 278.

Info 410  De afstamming van de vrouw van Reinard van Heeze wordt door Hans Vogels beredeneerd o.a. met behulp van de gidsnaam Justine.

Info 411  Het geslacht Van Rossem kan met vrijwel volledige zekerheid teruggevoerd worden tot op de hier als generatie I vermelde Gerard van Rossem (1224/33). De generaties I-III staan evenwel niet geheel vast, maar de naamsopvolging Gerard-Goossen-Gerard-Goosen geeft hier wel grote waarschijnlijkheid, terwijl de jaren van voorkomen zich er ook niet tegen verzetten. Dat Goossen (gen. II)het later steeds door dit geslacht gevoerde wapen (drie vogels, later duidelijk papegaaien) in 1263 reeds bezigde, stempelt hem als lid van het hier behandelde geslacht (NL1953). Greidanus zet geen vraagtekens.

Info 412  Deze en oudere generaties berusten op gegevens verkregen bij een lezing van mevr. Trees Blom voor de NGV te Zaltbommel. Daar geen manuscript met bronverwijzingen voorhanden is, zijn deze generaties met een * voorzien.

Info 413  In verschillende genealogiën is Aleid als dochter van Arnts zoon Dirk van Herlaer (ook bij van Dinther). Hier volg ik van Doornmalen, wiens oplossing chronologisch gezien plausibeler is.

Info 414  Cordfunke ziet hem als een zoon van Dirck van Haarlem.

Info 415  Greidanus noemt ze zonder voorbehoud van Limburg. In de literatuur heerst daar echter geen eenstemmigheid over. Vroeger werd hier Jutta van Rieberg genoemd, dit lijkt echter nauwelijks mogelijk. Daar slechts haar voornaam bekend is, is van Limburg een hypothese, die veel verklaard, maar niet sluitend bewezen is.

Info 416  Schatting Hans Vogels.

Info 417  Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.

Info 418  Mogelijk een dochter van Wouter van Straten  en [Edwina] van Esen Richardsdr. Jordan is de eerste van de Van Beverens die burggraaf van Diksmuide werd. De burggraven uit het begin van de 12e eeuw kwamen uit de familie Van Esen. Een broer van burggraaf Dirk (1096-1133) was een Richard van Woumen (1110-1128). Diens dochter [Edwina] huwde een Wouter van Straten (1127/28-1139). Hun zoon was Richard, heer van Straten, ridder (1153-voor 1202). Het kan toeval zijn maar het burggraafschap Diksmuide en de voornamen Richard en Wouter zien we bij de Van Beveren/Pumbekes terugkeren (HV).

Info 419  Op grond van het wapen, 2 afgewende zalmen, nam Booth aan, dat ze een van Heinsberg was. Dat is echter een Chiny-wapen, terwijl de heren van Heinsberg in die tijd nog geen graven van Loob en Chiny waren (GrJ).

Info 420  Andere bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.

Info 421  Roelvink en de Hek noemen hier Hugo. Greidanus noemt Hugo of Willem met daarna eventueel nog een Hugo als tussengeslacht. Gom van Strien noemt hier Hugo van Strien, vermeld 1204 en 1213, zoon van Willem I van Strien, vermeld 1180 met zijn broer Hugo, zoon van Fastrado de Striene, vermeld 1143 en 1167.

Info 422  Hoogstwaarschijnlijk een dochter van het hier genoemde echtpaar, conclusie van Hans Vogels.

Info 423  Volgens Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels", Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.

Info 424  Schatting Hans Vogels.

Info 425  Deze generatie van Salm wordt door sommige onderzoekers tussen de 2 generaties geschoven (ook in ES IV-92). Anderen zien in Hendrik II en Hendrik III dezelfde persoon. Merkwaardigerwijze heeft de echtgenote in beide generaties bij ES de naam Joatte (Judith).

Info 426  Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.

Info 427  Sommige genealogen zetten tussen Jan I en Jan II een dochter Petronella, die van haar vader erfde. Jan II zou dan een kleinzoon zijn van Jan I. Wij volgen hier in navolging van Greidanus de zeer betrouwbare genealogie beschreven in E. Warlop, De Vlaamse adel voor 1300, Handzame, 1968, 3 dln.

Info 428  Hoewel Schwennicke haar opvoert als vrouw van Dirk, is dit geenszins zeker. Ze wordt wel als fantasiefiguur beschouwd. Auf Liste LDA van 14.12.2008 schreibt dazu E. Volkert: "Ich zitiere aus Dieter Kastner, Territorialpolitik der  Grafen von Kleve (1972), S.182f. zu Graf Dietrich VI., 1202 u. 1203 puer de Clivo/deClive, + 1260: "... war zweimal vermählt. Seine erste Gattin soll Mathilde, Erbtochter des Herrn von Dinslaken, gewesen sein; doch geht diese Nachricht auf willkürliche Kombination und Erfindung der klevischen Hofhistoriographen des 15. Jahrhunderts zurück, wie schon Ilgen und Behm nachgewiesen haben. Name und Familie der bereits früh, nämlich um 1224, gestorbenen ersten Frau bleiben leider unbekannt. ..."

Info 429  ES VII-11. ES XIII-113 geeft aan: mei 1249/1259

Info 430  ES VIII-23 (1980) en NL1993k515 noemen haar Elisabeth, in ES XIII-139 (1990) wordt ze echter Félicité genoemd, terwijl haar zuster Elisabeth geestelijke werd in Mont-Dieu-de-Montmirail.

Info 431  Waarsch. dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de Trith (Midvorsten). Wordt in ES NF 45b niet genoemd.

Info 432  Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.

Info 433  Volgens ES NF XVIII-62 Heilwich van Holte, d.v. Adolf van Holte. [Volgens Slijkerman/Sigmond "de geslachten Cranendonck" Helwige (van Cranendonck), erfvrouwe van Cranendonck, Wickerode en Eindhoven, d.v. Lotharius, graaf van Wickerode].

Info 434  Wordt in de regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans Vogels' interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn moet ze werkelijk een van Zuylen geweest zijn.

Info 435  Soms Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel, dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.

Info 436  Schatting Hans Vogels.

Info 437  Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.

Info 438  Schatting Hans Vogels.

Info 439  De Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo  van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).

Info 440  van trouwdatum van de vader afgeleid.

Info 441  Oorspronkelijk werd NN van Putten als vrouw van Floris aangenomen en NN van Naaldwijk als vrouw van zijn zoon Dirk van Doortoge. Nieuwer onderzoek heeft aangetoond dat de situatie omgekeerd is (Greidanus, losbladige aanvullingen II, conclusie van B. de Keijzer en Hans Vogels).

Info 442  De Keyzer noemt Jan een zoon van Nicolaas van der Merwede, een broer van Godschalc. (genealogie van der Merwede, zie Hogenda). Beide broers hebben volgens hem een zoon Jan. Bij Godschalc wordt Jan met naam vermeld met zijn broer Daniel als hun moeder Mabelia testeert op 13 juli 1288.

Info 443  Thiele geeft Godfried van Kuijc (= Godfried I van Arnsberg) als vader aan, met zijn eerste vrouw Ida van Werl Arnsberg, evenals Greidanus in zijn erste versie (deel I). Greidanus noemt haar in zijn tweede versie (deel II) een dochter van Godfried en zijn tweede vrouw Heilwich van Renen. NL2021 noemt haar een dochter van Hendrik I van Arnsberg, dus een kleindochter van Godfried. Dit is kennelijk gebaseerd op de analen van Egmond, waar beschreven wordt dat Otto IV ruzie kreeg met zijn schoonvader, graaf Hendrik van Arnsberg over de bruidsschat. Hendrik zette Otto zelfs gevangen. Daar dit geen primaire bron betreft en i.p.v. Alvaradis van een dochter met onbekende naam sprake is, blijven we voolopig bij de versie van Greidanus II. De ruzie van Otto zou dan met diens zwager i.p.v. met zijn schoonvader plaatsgevonden kunnen hebben, graaf Hendrik was immers een halfbroer van Alvaradis.

Info 444  Adelwino de Ledene, vermeld 1108, wordt ook wel geïnterpreteerd als burggraaf van Leiden, hij zou een tussengeneratie vormen tussen Adaluuin castelanus, vermeld 1083 , en Aluuino castellano de Leithen, vermeld 1143. Ook kan hij met één der beide identiek geweest zijn. (bron: Freek Lugt, het ontstaan van Leiden, blz. 73). In dat geval lijkt hij niet als stamvader van het geslacht van de Leede in aanmerking te komen.

Info 445  ES NF I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.

Info 446  ES NF I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.

Info 447  ES NF I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.

Info 448  Schwennicke geeft in XI-4 aan dat ze een dochter is van graaf Floris van Holland. Er zijn hierover twijfels, zo komt de naam Floris in haar nageslacht niet voor.

Info 449  ES NF XVIII-30 noemt haar Ada (Persijn).

Info 450  Croenen geeft Arnold I van Aerschtot en Oda als ouders van Oda, de vrouw van Gerard I van Grimbergen aan. Gezien zijn sterfjaar moet hij Arnold III bedoelen. Deze was echter gehuwd met Beatrix van Looz. Heb hier Oda als tweede vrouw toegevoegd, MedL wijst er echter op dat Croenen geen bron aangeeft.

Info 451  Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.

Info 452  Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.

Info 453  Zie "De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30: "Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen, andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf, heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny. Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche, Durbuy en Chiny, manifest zijn." ES VIII-35 en Greidanus noemen als mogelijke ouders Otto II van Chiny en Adelheid van Namen.

Info 454  ES geeft 27.02,1200/1203, hier wordt Greidanus gevolgd.

Info 455  Sommige bronnen geven Hendriks 2e vrouw Ade van Avesnes als moeder van Hendrik IV aan.

Info 456  volgens ES XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr. Berkenrode.

Info 457  ES geeft: ovl. 17.01.1271.

Info 458  Waarsch. dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de Trith (Midvorsten). Wordt in ES NF 45b niet genoemd.

Info 459  Niet duidelijk of deze een zoon van Raas V is, volgt wel op.

Info 460  Schatting Hans Vogels.

Info 461  Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.

Info 462  De Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo  van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).

Info 463  Soms wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.

Info 464  Verschillende bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over Willem of Engelbert van Horne. Greidanus Jaeger II noemt alleen nog Willem van Horne als echtgenoot van Margaretha van Altena en vader van Willem I van Horne.

Info 465  De Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek, die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo  van Theylingen geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006 echter NN. Hier wordt onder voorbehoud Hoek gevolgd, met een inachtname van de chronologische correctie van Ton de Koning, die haar eerder als zuster van Otto IV, dus als (bastaard-)dochter van Dirk VI van Holland ziet (NL2023). Met DNA tests is intussen aangetoond dat Brederode niet in mannelijke lijn van Holland afstamt (NL2023p92-96).

Info 466  Hypothese Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen: Gijsbert I van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot (volgt uit de grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel); wellich verder een Loef van Ruwiel). Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw van Hubert II "Schenk" van Bosinchem en waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van het geslacht Taets en Van der Maern. (Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben, daar ook zijn zoon met een van Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit een andere familie stammen).

Info 467  Soms wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.

Info 468  Soms wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.

Info 469  Volgens Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde, dit is echter niet zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht IJsselmonde van Hugo geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia geweest zijn. De naam Hugo zet zich bij de van Egmonds in ieder geval niet voort (H.Vogels).

Info 470  Schatting Hans Vogels.

Info 471  In oudere stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede met een dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002 vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer waarschijnlijk een dochter van Dirk van Voorne en Alverade van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie zijn hier overgenomen.

Info 472  Volgens een hypothese van Hans Vogels was Diederik van Herlaer waarschijnlijk rond 1252 gehuwd met een dochter van ridder Arnold II van Stein, dit op grond van de naam Arnold, het sociaal niveau en ter verklaring van de overdracht van goederen, met  name te Nuenen, die de van Herlaers via Arnold van Stein van Dirk II van Altena verworven zouden kunnen hebben.

Info 473  Schatting Hans Vogels.

Info 474  Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia] van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.

Info 475  Volgens ES NF XVIII-39: 16.12.1318.

Info 476  Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen. Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey"), zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee onbekend.

Info 477  Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.

Info 478  Voor Sophia, de vrouw van  Stephan van Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.

Info 479  KdG Reeks 159 geeft 1020 aan.

Info 480  ES NF noemt slechts één vrouw van David I. Volgens andere bronnen trouwt hij echter (2) in 1113 met Mathilde van Bamberg, waarvan Henry een zoon zou zijn.

Info 481  Volgens ES NF II-89. ES NF III.4-621 geeft 18.IV.1118.

Info 482  Josef Heinzelmann meende er weliswaar in "Spanheimer-Späne Schachwappen und Konradinererbe" op attent te moeten maken, dat een sluitend bewijs voor de preciese filiatie tussen Menighard van Sponheim en (zijn kleinzoon) Godfried II ontbreekt. Theoretisch zou een opvolging in de vrouwelijke lijn niet uit te sluiten zijn. Dit slaat duidelijk op de filiatie Godfried I als zoon van Meginhard en Mechtild, waarbij de nieuwe naam Godfried, die op het eerste gezicht vreemd lijkt, de enige aanleiding vormt voor twijfel. Op navraag (januari 06) blijkt Heinzelmann in deze - na een meningsuitwisseling met Mörsch - zijn stelling afgezwakt te hebben. Hij ziet weliswaar een theoretische mogelijkheid dat de acte zuiver chronologisch gezien op een kleinzoon betrekking zou kunnen hebben, maar acht deze mogelijkheid intussen wel zeer onwaarschijnlijk. Daarbij komt dat hij voor de naam Godfried (de aanleiding voor zijn stelling) intussen een agnatische verklaring gevonden heeft. Vermoedelijk was Meinhards vader Stephan van Sponheim door huwelijk stamvader van de Rijnse Sponheimer geworden en stamde zelf uit het huis de Meti (waartoe de van Metz, Lunéville, Blieskastel en Huneburg behoren). Daar is de naam Godfried bekend en zelfs in een door Menighard von Sponheim vervaardigde oorkonde van 1125 wordt een Godefredo als getuige genoemd, die zeer waarschijnlijk de 1087/1127 vermelde graaf Godfried van Blieskastel uit het huis de Meti is.

Info 483  Greidanus geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele. In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij de tweede aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron noemt hij Thomas Kraus: "Die Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier overgenomen.

Info 484  Soms wordt ze een dochter van Hendriks broer Herman II (III) van Salm en Mathilde van Parroye genoemd. Dit verandert de verdere afstammingslijn uiteraard niet. Hier worden Schwennicke (ES NF IV-92) en Thiele (EGS I.1-81) gevolgd, die Hermann II (III) weliswaar noemen maar zonder huwelijk en nakomelingen. Ook volgens Erich Brandenburg in "Die Nachkommen Karls des Großen" zijn noch zijn vrouw Mathilde de Parroye noch eventuele kinderen bewezen. Elisabeth wordt als kleindochter van Herman I (II) van Salm en Agnes van Bar beschouwd om de overgang van het graafschap Salm in de Ardennen aan het huis Vianden (voor 1163) te verklaren. Heinz Renn meent in "Das erste Luxemburger Grafenhaus", blz. 159: "Außer diesen beiden Kindern Heinrich und Theoderich müssen wir Hermann II (I) und seiner Gemahlin (Agnes van Bar) einen weiteren Sohn namens Hermann zuweisen, der jedoch kinderlos gestorben ist. Die Familie pflanzt sich nur durch Heinrich I (1135-1165) fort. Sein Sohn Heinrich II (1171-1244) ist der Begründer des Hauses Salm in den Vogesen, während seine Tochter Elise durch ihre Vermählung mit Friedrich von Vianden eine neue Grafenlinie von Salm in den Ardennen, dem so genannten Vielsalm, einleitet. So nach Vannerus". Hij merkt dan nog op dat Erich Brandenburg zelfs de afstamming van Elise uit het huis Salm ontkent (de overgang van het graafschap Salm zou ook door koop plaatsgevonden kunnen hebben). In deze mening lijkt Brandenburg echter alleen te staan.

Info 485  Over de vader van Jacob zijn verschillende theoriën in omloop. Wij baseren ons hier op het artikel in NL2017, waar duidelijk wordt dat de vader onbekend is.

Info 486  In vroegere stamboomversies (en in ES) wordt hier Beatrix van Haarlem genoemd, terwijl Mabelia NN als tweede vrouw genoemd wordt. Volgens de losbladige aanvullingen 2 van Greidanus vervalt Beatrix van Haarlem en is Mabelia NN de moeder van Willem II van Egmond. Hans Vogels noemt Beatrix van Haarlem als vrouw van Wouter van Egmond.

Info 487  ES XVIII-22 geeft Ida van Lotharingen-Brabant als vrouw van Arnold I en Bertha NN van Arnold II, omgekeerd als Greidanus, die hier gevolgd wordt. Arnold II maakt in ES XVIII-22 geen deel uit van deze stamreeks, hij is een broer van Dirk III (II) van Kleef.

Info 488  Wordt in ES NF XVIII-56  Arnold I genoemd, zou getrouwd zijn met Agnes van Mainz, voorgaande generatie ontbreekt. Hier wordt Greidanus gevolgd.

Info 489  ES IV-92 (1981) noemt haar een dochter van Dietrich II, ES I.2-226 (1999) echter een dochter van Dietrich I. Deze laatste recentere versie wordt hier gevolgd. [Ze is dan een jongere dochter van Dietrich I, wat strookt met het feit dat de naam Agnes weliswaar een familienaam bij Bourgondië-Ivrea is, maar niet tot de eerst te vernoemen namen behoort. Bij Dietrich II zou ze tot de oudste dochters behoort moeten hebben. Ook zou ze met een laatste vermelding in 1144 waarschijnlijk veel jonger overleden zijn dan haar vader (Dietrich II overlijdt in 1163) terwijl haar man Herman van Salm reeds 1138 overlijdt. Dit zou chronologisch slecht samenpassen].

Info 490  Melisinde komt niet bij de kinderen van Guy in ES 4-624 Monthléry voor.

Info 491  Filiatie met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).

Info 492  In veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin  Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.

Info 493  Merkwaardigerwijze geeft Dr. Ralph G. Jahn in GEL als vrouw van Otto de Rijke aan: Judith von Supplinburg, dochter van graaf Gebhard en zuster van keizer Lotharius III. Ook Josef Heinzelmann twijfelt eraan of de de 7e dochter van Lodewijk met Otto de Rijke van Zutphen trouwde, er lijken andere van Zutphens eerder voor de hand te liggen. Verder bestrijdt E.W. Oostebrink in "De voogden van Gelre", in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, deel XCII, Walburg Druk BV, Zutphen, 2001, p42, de these dat Jutta een Arnsteinerin was. Greidanus geeft in zijn aanvullingen III (zomer 2005) deze verbinding echter als zeker aan, op grond van Henk Verdonk, a.w. en Johanna Maria van Winter, "Otto de Rijke van Zutphen, een legpuzzel" in Historisch jaarboek voor Gelderland, deel XCIII, blz. 18-39. Zie hierover ook: H. Verdonk, Dirk, bisschop van Münster (1118-1127) en de graven van Zutphen, Brochure 9, uitgave in eigen beheer, Lelystad, 1995, p19-20. Ook in NL2003 "De graven van Gelre, de graven van Zutphen en het rijksleen Alzey" bevestigt Henk Verdonk deze these.

Info 494  Andere bronnen geven Richardis van Weimar-Orlamünde als moeder van Otto II aan. Hier wordt ES I.1-90 gevolgd, waar Richardis zijn grootmoeder is.

Info 495  KdG Reeks 83 noemt hem Frederik II.

Info 496  Dr. Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.

Info 497  Zij was geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.

Info 498  Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.

Info 499  In veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin  Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.

Info 500  Als ouders worden ook Renaud van Châtillon en Constance van Antiochië aangegeven, wat echter op een fout berust.

Info 501  Andere bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.

Info 502  H.E.Mayer spreekt bij de scheiding van Amalrik en Agnes van Courtenay van bigamie als eigenlijke reden, daar Agnes bij haar huwelijk met Amalrik officieel nog met Hugo van Ibelin gehuwd zou zijn, waarmee ze volgens Schwennicke in 1157 getrouwd was en in 1163 het huwelijk reactiveerde. Peter Steward is op GenMedeaval van 27.07.2005 van mening, dat Mayer en Schwennicke zich op de 13e eeuwse bron 'Lignages d'Outremer' baseren, terwijl de 12e eeuwse (en daarom meer betrouwbare) Willem van Tirus alleen over bloedverwantschap als reden van scheiding spreekt. Een huwelijk in 1157 met Hugo van Ibelin acht hij om verschillende redenen zeer onwaarschijnlijk.

Info 503  Volgens Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels", Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.

Info 504  Ouder-zoon relatie niet bewezen, volgt wel Raas IV op.

Info 505  Deze en de oudere generaties berusten op de abdij-traditie en overlevering uit Egmond zelf.

Info 506  In de stamreeks van Herlaer wordt Petronella veelal als vrouwelijke schakel, d.w.z. als een geborene van Herlaer opgevat. Hans Vogels is van mening, dat dit niet het geval is: "gezien de Middeleeuwse benoemingsgewoonten mogen we verwachten dat vrouwe Petronella niet zelf een Van Herlaar is geweest. Veel meer voor de hand ligt de veronderstelling dat ze de weduwe was van de heer van Herlaar, ongetwijfeld de uit 1214-1218 bekende Dirk van Herlaar" (DH2003p40).

Info 507  Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.

Info 508  Greidanus geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele. In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij de tweede aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron noemt hij Thomas Kraus: "Die Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier overgenomen.

Info 509  Men vindt ook wel Wouter van Haarlem als generatie tussen Simon I en Simon II. Wij volgen hier Cordfunke.

Info 510  Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia is echter waarschijnlijker.

Info 511  Dr. Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.

Info 512  Zij was geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.

Info 513  Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter van Ida van Saksen.

Info 514  Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.

Info 515  Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).

Info 516  Zie ook Karel de Grote page www.kareldegrote.nl, excurs Guines x Holland. Ze moet in Vlaanderen opgegroeid zijn, waar haar moeder Gertrudis met graaf Robert I getrouwd was. Dit huwelijk wordt vermeld door A.W.E. Dek in zijn Dissertatie "Genealogie der graven van Holland", weliswaar met een vraagteken. Verder ook Georges Duby in "Ridder, vrouw en priester. De middeleeuwse oorsprong van het moderne huwelijk".

Info 517  Voor Sophia, de vrouw van  Stephan van Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.

Info 518  In ES II-81 is ze als een dochter van Willem de Veroveraar aangegeven. In (de recentere) ES II.4-699 is ze een dochter van Gerbod uit Vlaanderen, earl of Chester.

Info 519  ES I.2-204 geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.

Info 520  Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).

Info 521  GrJ geeft 8 juni 1093 met vraagteken.

Info 522  Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.

Info 523  In veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page, gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin  Clementia van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede) echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001) betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij Gerard I van Gelre had.

Info 524  De veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).

Info 525  Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter van Ida van Saksen.

Info 526  ES geeft Justizia als enige vrouw, GN geeft Justizia van Oostenrijk (Oostmark) als eerste vrouw, terwijl Adelheid een dochter van de tweede vrouw, Adelheid van Regensburg zou zijn. Ook Thiele vervolt deze versie. Justizia wordt ook van Babenberg genoemd.

Info 527  Volgens ES XII-32 zou ze (2) met graaf Adalbert van Kyburg getrouwd zijn.

Info 528  Nadat de meningen over de moeder van Hugo IX/VII van Dagsburg lange tijd verdeeld waren, brengt Erich Brandenburg in "Die Nachkommen Karls des Großen" (pag. 142) de bewijsvoering voor de hier genoemde filiatie. Hugo IX/VII's zoon Hugo X/VIII noemt in een oorkonde van 1146 (zie Tihon, "Les comtes de Moha", Instit. archeol. liegeois 23, blz. 440) Ermensinde zijn grootmoeder ("Hugo, Dei gratia comes Musacensis, recognicit quod ava sua piae memoriae Hermesendis comitissa") en Hugo IX/VII maakte erfaanspraak op Luxemburg, die hij slechts als zoon van Emesinde kon laten gelden. De versie van Brandenburg wordt daarom hier overgenomen.

Info 529  In GrJ en ES Badeloch NN genoemd. Hans Vogels noemt haar Badeloch van Haarlem.

Info 530  Soms wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34 was zij Aleijdis Persijn, deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.

Info 531  Bij Schwennicke (ES XVIII-22) Dirk I, bij Greidanus (GrJ543, losbladige aanvullingen) Dirk II. Hier worden de nummers van GrJ overgenomen met die van ES tussen haakjes.

Info 532  Deze generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus gevolgd.

Info 533  Heinzelmann geeft haar op grond van haar naam Sophia, die van Griekse oorsprong is, en zich via keizerin Theophanu verbreid heeft, andere waarschlijnlijke ouders. En wel Frederik III van Opper-Lotharingen, de jong overleden laatste regerende hertog uit dit huis. Haar moeder zou een jongere dochter van koning Mieszko II van Polen en Richeze van Lotharingen of een schoonzuster van Miezsko, dochter van Ezzo geweest kunnen zijn.

Info 534  ES I.2-204 geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.

Info 535  Voor Sophia, de vrouw van  Stephan van Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.

Info 536  Gerard was vermoedelijk gehuwd met een dochter van Hendrik I van Leuven (Greidanus, losbladige aanvullingen II en III, volgens een hypothese van Van Winter). Volgens ES I.2-236 had Hendrik I 3 dochters: Adelheid, Kunigunde en Adela, hun echtgenotes worden niet vermeld.

Info 537  Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.

Info 538  Thiele noemt haar man Otto II graaf van Scheyern (ovl. 1106) i.p.v. Ekkehard, maar met dezelfde zoon Otto van Wittelsbach die met N. van Ratzenhofen trouwt.

Info 539  Hypothetische persoon volgens Hans Vogels. Deze constructie is gevolgd uit een discussie op de Mailinglist Nederlandsche adel in mei 2002, nadat de hypothetische Ida van Boulogne niet bestaan bleek te hebben. Het resultaat is samengevat in de Excurs Lotharingen-Namen-Kuijc op de page www.kareldegrote.nl en in reeks 1 (Willem Alexander) op dezelfde page.

Info 540  KdG Reeks 159 geeft 1020 aan.

Info 541  Dr. Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.

Info 542  Zij was geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.

Info 543  Andere bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES NF VII-11 gevolgd.

Info 544  ES VII geeft: ovl. 19.06.1148.

Info 545  ES VII (een oudere versie dan ES III.4) noemt haar Ada van Pierrepont. Ada heeft wel een broer Robert Guiscard, die met een weduwe van Robert de Pierrepont getrouwd was.

Info 546  Ouders onzeker, wordt ook wel als een Van Aalst genoemd.

Info 547  Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.

Info 548  Mogelijk identiek met de hier als zijn zoon vermelde Simin (II) van Haarlem (Cordfunke).

Info 549  Als ouders worden ook Renaud van Châtillon en Constance van Antiochië aangegeven, wat echter op een fout berust.

Info 550  EGS II.1 noemt hem Archibald VII, we volgen hier MedL.

Info 551  ES VII-42 noemt hem Arnold II, daar Otto I in daar een zoon zou zijn van een Arnold I en Mathilde van Chiny.

Info 552  Zij wordt wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp. stippellijn). Haar zoon Floris I zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd moeten zijn, wat zeer onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar een dochter van Bernard van Haldensleben, markgraaf van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan een tante Othelhildis die non in Quedlinburg was.

Info 553  Ze was waarschijnlijk een dochter van Liudolf of eventueel van zijn vader Ezzo. Dit o.a op grond van de naamsvererving Sophia bij haar dochter, die in die tijd op een nakomelinge van keizerin Theophanu wijst. De naam Sophia kwam pas bij Theophanu naar West-Europa, daar haar moeder Sophia heette.

Info 554  Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.

Info 555  Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).

Info 556  Was eventueel een zoon van Thiemo II i.p.v. Thiemo I daar hij ten tijde van de ontvoering van zijn bruid een jaar of 30 geweest zal zijn (GMA).

Info 557  Zij zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.

Info 558  De kwst de Hek en verschillende andere bronnen geven hier Agathe van Hongarije, dochter van Stephan de Heilige. Deze Stephan had zover bekend geen dochters, slechts een zoon, die kinderloos stierf. Andere bronnen noemen haar Agatha van Hongarije Augsburg, dochter van Bruno, bisschop van Augsburg. Lexikon des Mittelalters noemt haar Agathe von Ungarn, Halbnichte von Kaiser Heinrich III. Hier wordt ES NF II-78 gevolgd.

Info 559  Bij deze reeks van Randenrath wordt Greidanus gevolgd. Schwennicke geeft in ES VII-159 een geheel verschillende reeks, waar echter Gosewijn niet in voorkomt, wel een gelijknamige Domproost te Utrecht in 1227.

Info 560  De veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).

Info 561  Siegfried van Sponheim was zeer waarschijnlijk een familielid (oudoom?) van Stephan van Sponheim, die met Sophia van Formbach getrouwd was, stamvader van de Rijnse Sponheimers. Volgens Heinzelmann voerden de Karinthische Sponheimers reeds voor 1122 het ook door de Rijnse Sponheimders gevoerde geschaakte wapen, hoewel volgens verschillende historici het voeren van een wapen pas later in zwang kwam. Op grond van de wapenvoering, geschaakt blauw/goud, vermoedt Heinzelman oorspronkelijk een verwantschap met de Capetingers (zelfde kleuren) en/of Vermandois (zelfde wapen). Later voerden de Karinthische Sponheimers echter een ander wapen.

Info 562  Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.

Info 563  Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).

Info 564  Volgens GN 1969 Middenreeksen en GN1991 Beginreeks 228 een zoon van Herman IV van Schwaben en Adelheid van Susa. Oudere stamtafels van Schwennicke (ES 1-10) noemen hem als zoon van Herman en Adelheid, in nieuwere versies is dit niet meer het geval. In ES I.1-84 uitgave 1998, heeft Hermann IV slechts een waarschijnlijke dochter Richwara (met stippellijn) terwijl de zoons Gebhard von Sulzbach en Herman van Kastl verdwenen zijn. De graven van Sulzbach vind men terug in ES XVI-93A (uitgave 1995), waar de lijn met Gebhard I, zonder voorouders begint. Ook Andreas Thiele (EGS I.1-27) laat de lijn Sulzbach met Gebhard (II) beginnen, zonder verbinding met Van Schwaben.

Info 565  Voor Sophia, de vrouw van  Stephan van Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.

Info 566  Adalbert was wellicht een zoon van graaf Eberhard van Nellenburg, gesneuveld 1075 bij Homburg. Het is echter ook mogelijk, dat zijn moeder een van Nellenburg was. Zie ook Genealogisches Handbuch der Schweizer Geschichte,  Band IV, Hans Kläui: Seite 194. De meeste geschiedkundigen neigen tot een agnatische afstamming.

Info 567  Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren, waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8 dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost kunnen worden.

Info 568  Andere bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES NF VII-11 gevolgd.

Info 569  Volgens traditie was dit Agnes Persijn, uit het geslacht van de heren van Waterland. Dit is echter door nader onderzoek niet bevestigd (GrJ, aanv. 2003). WdO noemt hier Meilendis. Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen verkoopt. Is echter geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van Amiens en Melisende van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en chronologisch gezien lijkt ze eerder wat jong,

Info 570  Volgens Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde, dit is echter niet zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht IJsselmonde van Hugo geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia geweest zijn. De naam Hugo zet zich bij de van Egmonds in ieder geval niet voort (H.Vogels).

Info 571  Nicolaus van Haarlem (1199) wordt door Hans Vogels vermoed als  mogelijke vader van: IJsbrand van Haarlem (1200-1230),  Gerard van Haarlem (1204-1222), Wouter van Haarlem (?-1227-? (1236), Bartholomeus van Haarlem (1227-1234), NN van Haarlem x Jan Persijn en Badelog van Haarlem x ca.1200 Willem van Egmond. Inzake het ouderschap van deze broers en zussen zijn reeds eerder suggesties gedaan maar een consensus hierin werd nooit bereikt. Greidanus geeft in 2006 Symon Galo van Haarlem als mogelijke ouder van Nicolaus aan.

Info 572  In Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN Dircksdochter uit het geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de losbladige aanvullingen I heet het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck van Hameland".

Info 573  Hoewel gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag volgens H. Verdonk (BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde  niet langer worden getwijfeld. De gegevens in de "Annalista Saxo" kunnen als geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2 paralelle necrologium-vermeldingen ondersteund worden.

Info 574  Schwennecke geeft in ES XVIII een Hedwig van Blieskastel, dochter van Gottfried I (1087/1127) als vrouw van Gerhard, stadgraaf van Mainz aan. Greidanus heeft in deel II Agnes als vrouw van Arnold I van Looz gedefinieerd (was vroeger Arnold II) en noemt haar moeder Bertha van Blieskastel. DIt kan echter chronologisch moeilijk dezelfde persoon zijn, ze zou een paar generaties vroeger in de Blieskastel genealogie aan moeten sluiten.

Info 575  De veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst Nederlandse Adel 03 Nov 2005).

Info 576  Niet bewezen dat Ebles een zoon van Giselbert van Roucy was, wel was hij diens opvolger.

Info 577  Wordt in ES XI-36 (1968) van Courtenay genoemd, in VII-6 (1978) slechts met voornaam.

Info 578  In Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN Dircksdochter uit het geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de losbladige aanvullingen I heet het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck van Hameland".

Info 579  De afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door Henk Verdonk (NL2003) in twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.

Info 580  Waarschijnlijke vader van Herman I van Cuyk (Greidanus). In ES NF VIII-35 wordt geen voorbehoud gemaakt.

Info 581  Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999) gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is. Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.

Info 582  Richilde wordt in ES III.4-677 als dochter van Frederik I van Schwaben aangeduid, ze komt echter in de (recentere) ES I.1-14 niet als dochter van Frederik I van Staufen voor.

Info 583  Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen, mogelijk echter van Ida van Saksen.

Info 584  Bij Greidanus -Jaeger is deze Dirk opgedeeld over 2 generaties, de laatste met de vermellding uit 1167 en 1173. Hij zou getrouwd geweest zijn met Hilvaris, vrouwe van Rode en Beke. Zij hertrouwt ca. 1180 Gijsbert van Rode, ridder, gegoed te Hogeloon (broer van Roelof Rover van Rode). De preciese allocatie van de verschillende Dirken is niet zeker en onderwerp van discussie.

Info 585  H. Verdonck oppert (Brabantse Leeuw 2000 pag. 143) de mogelijkheid, dat Udehilde een dochter i.p.v. een schoondochter van Dirk was. Dit op grond van het feit, dat bij haar overlijden uitdrukkelijk van haar erfgoed te Gerlingen en Baesweiler gesproken wordt. Het zou dan niet bekend zijn wie haar man was, wellicht zou de wapenvoering van de van Herlaers op hem teruggaan. De Herlaer-lijn zou hier dan via een vrouw verder gaan, haar kinderen zouden haar naam aangenomen hebben, een destijds niet ongewoon verschijnsel. De in 1133 vermelde Theodericus de Harlere zou dan waarschijnlijk nog Dirk van Loon geweest moeten zijn. Greidanus neemt aan dat deze Theodericus een zoon van Dirk van Loon was, welke these wij hier overgenomen hebben. Ook van Dinther volgt deze versie.

Info 586  Hier wordt in tegenstelling tot de traditionele opvatting (zoals bij Karel de Grote reeks 24) Schwennicke gevolgd, die in ES I.1-8 (uitg. 1998) niet meer Udo I als vader van Heribert van de Wetterau aangeeft, maar Konrad, graaf in de Rheingau. Deze zou een zoon zijn van Gebhard, graaf in de Ufgau 940, die evenals zijn neef Udo I met een dochter van Heribert I van Vermandois getrouwd was. Dit betekent dus 1 generatie meer naar genoemde Vermandois dan in de traditionele versie.

Info 587  De afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door Henk Verdonk (NL2003) in twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.

Info 588  Niet duidelijk wie haar ouders zijn. De in de KdG Reeks 159 aangegeven ouders kunnen niet kloppen, daar ze bijna een eeuw later leefden.

Info 589  ES I.2-201 geeft een voorbehoud aan, zet haar tussen haakjes, Thiele doet dit niet, noemt haar een dochter van Hugo IV en een zuster van Paus Leo IX. In GMA wordt ze genoemd dochter van graaf Hugo IV, achterkleindochter van keizer Otto II.

Info 590  Was eventueel een broer van Stephan (II) van Sponheim en daarmee een zoon van een Stepan I.

Info 591  Zij zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.

Info 592  ES I.1-31 geeft 1021 als overlijdensjaar aan.

Info 593  De ouders van Adalbert Azzo I berusten op gegevens van GMA. ES I.1-31 geeft geen ouders aan, Adalbert is daar de oudste generatie.

Info 594  In Greidanus deel I Giselbert van Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf in de Haspengouw tot 1050, echter overleden voor 1046. In deel II wordt Giselbert slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041, volgens een hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert in 2 generaties gesplitst wordt. Deze hypothese werd door Hans Vogels in de Mailinglist Nederlandsche Adel verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.

Info 595  In ES NF XVIII-36 is Giselbert van Looz, ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande de Jodoigne, waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels: "Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een logische veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon die ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90. Een uit dit huwelijk geboren dochter Ludgarde zou rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte huwelijkspartner zijn voor graaf Giselbert II van Loon".

Info 596  Zij wordt wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp. stippellijn). Haar zoon Floris I zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd moeten zijn, wat zeer onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar een dochter van Bernard van Haldensleben, markgraaf van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan een tante Othelhildis die non in Quedlinburg was.

Info 597  Volgens ES I.2-265 dochter van Herman IV van Schwaben en Gisela van Schwaben (Gisela was echter Hermans moeder). Volgens ES I.1-84 een stippellijn naar Herman IV, die getrouwd was met Adelheid van Turijn. GMA: "Tochter des Herzogs Hermann IV. von Schwaben oder Tochter des Herzogs Konrad II. von Kärnten; Nach W. Wegener einzige Tochter des Herzog Hermann IV. von Schwaben und der Adelheid von Turin". Ze zou genoemd zijn naar haar overgrootmoeder vaderzijds, de vrouw van Luipolt I.

Info 598  ES II-154 geeft 20 juni als sterfdatum. Volgens de traditie is het 29 juli, wat ook de naamsdag in de kalender der Heiligen is.

Info 599  ES XII-95A geeft 1079 aan, hetzelfde jaar als haar moeder, ze zou ook in St. Blasien begraven zijn. Ze trouwt blijkbaar reeds jonger dan 10 jaar oud.

Info 600  Zij zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.

Info 601  Er is een discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven.  Volgens Frans Van Droogenbroeck in enkele bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou zij geen dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van Neder-Lotharingen. Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn, maar dan van een tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen (LNA april 2021). Het laatste woord hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig de klassieke versie.

Info 602  Verdere afkomst onbekend, zie ook Graaf W. H. Rüdt-Collenberg, "The Rupenides, Hethumides, and Lusignans" [Paris: Klincksieck, 1963], p. 78, waar Gabriel een zwager genoemd wordt van Thoros, heer van Melitene en later heer van Odessa. Pogingen om Garbriel van Melitene via verschillende bekende Armeense vorstengeslachten aan de antieke koningsgeslachten (met name van Perzië) te verbinden, zijn daarom tot nu toe niet gelukt.

Info 603  Niet duidelijk of Raas II een zoon van Raas I is.

Info 604  Dirk van Herlaer was waarschijnlijk identiek met Dirk van Loon, een zoon van Emmo van Loon en Swanhilde van Holland. Alois van Doormalen verwerpt in een proefschrift deze stelling van Verdonk, wat echter door Nico van Dinther met goede argumenten bestreden wordt.

Info 605  Niet zeker of hij de vader is of Wolodar I van Minsk.

Info 606  KdG Reeks 78 noemt haar Adela.

Info 607  Zie input Hans Vogels en navolgende discussie op: http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14 genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.

Info 608  EGS en de stamboom Montgomery in Wikipedia geven Hugo aan als vader van Roger. In de beschrijving over Roger in Wikipedia wordt echter aangenomen dat zijn vader Roger geheten heeft. In de stichtingsoorkonde van de abdij Troarn (in het Département Calvados) noemt hij zichzelf namelijk "Rogerius, ex normannis, normannus magni autem Rogerii filius." Op grond hiervan wordt aangenomen dat hij een zoon was van een oudere Roger de Montgomery en waarschijnlijk een kleinzoon van Hugo de Montgomery. De oudere Roger bezat uitgebreide landerijen in het hart van Normandië, die Roger na zijn dood (voor 1056) erfde.

Info 609  Opmerking Greidanus: Volgens Van Winter kan Unruoch geen zoon van Everhard en Amalrada zijn, omdat deze slechts de zonen Everhard en Diederik zouden hebben; zij veronderstelt dat hij via de vrouw van Robert, graaf in de Lommergouw 887, afstamt van Unruoch, Markgraaf van Friaul, ovl. 853. Verder meldt Dr. Kees Kuiken zijn twijfel aan of Unroch wel de vader van Godizo was (NL2004).

Info 610  Volgens ES I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van Augsburg. Volgens ES II-188A  een dochter van graaf Hucbald I van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is slechts dat ze Heylwig heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft dat palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn "consangineus", bischop Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde bisschop uit het geslacht van Dillingen afkomstig is. Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen, "Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA. Ook de lijn volgens EGS naar Gisela der Franken is met één generatie meer nog dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.

Info 611  Bernhard I wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van  de van Werls met het Salische keizershuis. Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.

Info 612  Voor Sophia, de vrouw van  Stephan van Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.

Info 613  Hans Vogels neemt 2 generaties Giselbert als waarschijnlijk aan, dit op grond van chronologische overwegingen. Deze mening is ook de Amerikaanse professor D.J. Jackman toegedaan.

Info 614  De Amerikaanse prof. D.C. Jackman laat de broer van bisschop Balderik huwen met een Hereslint, vermoedelijk uit de graven van Verdun (Info van Hans Vogels).

Info 615  Dat Rudolfs vader een graaf Kuno van Rheinfelden was, is weliswaar niet door oorkonden bewezen, het is echter door een bronnenverzameling uit het klooster Muri overgeleverd (Acra Murensia).

Info 616  Zoon van Ashot Taronites en Miraslowa van Bulgarije of van Eirene Taronitissa en Romanos Taronites. In beide gevallen dezelfde grootvader Grigor Taronites (ES III.3-597).

Info 617  Volgens ES I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van Augsburg. Volgens ES II-188A  een dochter van graaf Hucbald I van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is slechts dat ze Heylwig heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft dat palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn "consangineus", bischop Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde bisschop uit het geslacht van Dillingen afkomstig is. Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen, "Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA. Ook de lijn volgens EGS naar Gisela der Franken is met één generatie meer nog dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.

Info 618  Haar afstamming was lange tijd omstreden, een oorspronkelijk aangenomen afstamming van Romanos II van Byzantium bleek op grond van bloedverwandschap niet mogelijk (P.E. Schramm). Ook de door Schwennicke genoemde afstamming van de vorsten van Taron uit het huis der Bagrituden is niet juist. Duidelijkheid brachten G. Wolf en O. Kresten, die op grond van gidsnamen in Theophaunus' familie het vermoeden van H. Benrath bevestigden, dat ze een dochter van Konstantinos en Sophie was. (bron: W. Regula). Konstantinos Skleros' zuster Maria was getrouwd met keizer Iohannes Tzimiskes. Theopanu noemde haar (oudste?) dochter (abdes van Gandersheim) naar haar moeder Sophia. De hier gekozen ouders vindt men behalve bij Regula ook bij: Henry Benrath, "Die Kaiserin Theophano", Muenchen 1978, Guenther Wolf, "Nochmals zur Frage: Wer war Theophano?", Byzantinische Zeitschrift, Bd. 81, Muenchen 1988, p. 272-283, Otto Kresten, "Byzantinische Epilegomena zur Frage: Wer war Theophano?" in "Kaiserin Theophano. Begegnung des Ostens und Westens um die Wende des ersten Jahrtausends", Bd. II, Köln 1991, p. 403ff en Lindsay L. Brook, genoemd door Rupert Willoughby in "The Golden Line amended", Genealogists' Magazine, vol. 24, no. 2, London 1992, p. 66. Dr. F. Graaff daarentegen meent in zijn boek 'Anno Domini 1000 - Anno Domini 2000' onder noot 13 dat het zeer onwaarschijnlijk is dat ze een dochter zou zijn van Constantijn Skleros omdat Otto I voor zijn zoon geen gemalin kon accepteren die minder was dan een keizersdochter. Het stemt ook niet overeen met de woorden van Johannes van Reims dat hun kind, Otto III, is 'voortgekomen uit het hoogste bloed der Grieken'. Hij ziet dan ook Romanos II, een der grootste Byzantijnse keizers, als vader.

Info 619  Deze generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus gevolgd.

Info 620  In Greidanus deel I Giselbert van Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf in de Haspengouw tot 1050, echter overleden voor 1046. In deel II wordt Giselbert slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041, volgens een hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert in 2 generaties gesplitst wordt. Deze hypothese werd door Hans Vogels in de Mailinglist Nederlandsche Adel verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.

Info 621  In ES NF XVIII-36 is Giselbert van Looz, ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande de Jodoigne, waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels: "Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een logische veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon die ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90. Een uit dit huwelijk geboren dochter Ludgarde zou rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte huwelijkspartner zijn voor graaf Giselbert II van Loon".

Info 622  Hoewel gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag volgens H. Verdonk (BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde  niet langer worden getwijfeld. De gegevens in de "Annalista Saxo" kunnen als geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2 paralelle necrologium-vermeldingen ondersteund worden.

Info 623  Niet duidelijk of Luitgard een dochter van Bertha van Staufen is. Is chronoligisch moeilijk te rijmen. Wel was haar vader met Bertha getrouwd.

Info 624  Zeer waarschijnlijk een zoon van Adelbert van Vermandois, echter niet 100% bewezen. Zijn nageslacht, de graven van Chiny, zouden dan (de laatste) afstammelingen in rechte mannelijke lijn van Karel de Grote zijn.

Info 625  Vermoed wordt deze "Dirk I bis" tussen Dirk II en Dirk I, zijn bestaan is echter omstreden. Zijn daden kunnen ook door Dirk I verricht zijn.

Info 626  In ES 1.1-7 staat een dochter van Heribert getrouwd met tussen haakjes (Gebhard graaf im Ufgau).

Info 627  Volgens sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest waarschijnlijk als moeder.

Info 628  Zie input Hans Vogels en navolgende discussie op: http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14 genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.

Info 629  ES geeft aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ geeft aan NN. EGS geeft Adelheid van Autun aan, dochter van hertog Richard (die inderdaad de vader van genoemde Boso was).

Info 630  Bernhard I wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van  de van Werls met het Salische keizershuis. Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.

Info 631  Zie input Hans Vogels en navolgende discussie op: http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14 genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.

Info 632  Volgens sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest waarschijnlijk als moeder.

Info 633  Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van Rognvaldr van Møre (dit wordt ook in ES NF II-79 aangenomen).

Info 634  Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van Rognvaldr van Møre (dit wordt ook in ES NF II-79 aangenomen).

Info 635  Graaf Renaud I is volgens internetbronnen zoon van Guido I van Vermandois, zoon van Adalbert I van Vermandois, hij en Guido ontbreken echter in ES I.1-7.

Info 636  Filiatie met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).

Info 637  KdG page geeft aan: onduidelijk of ze de ouders zijn van Reginar. ES en Greidanus geven deze verbinding echter eenduidig aan.

Info 638  Ze komt niet voor in ES III.1-116 (Anjou), wel als dochter van Fulco I bv. in Roderick W. Stuart, Royalty for Commoners: The Complete Lineage of John of Gaunt, Son of Edward III, Kings of England, and Queen Philippa (.: ., 3rd Ed., 1998). Zij en haar vader Fulco II staan tussen haakjes in ES III.4-657 (Valois, Vexin).

Info 639  Zie input Hans Vogels en navolgende discussie op: http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid? Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag. 8-27, met 14 genealogische schema's. Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.

Info 640  Seibt meent dat hij Photeinos geheten zou kunnen hebben, Settipani geeft de voorkeur aan Pantherios, een naam die later in de familie Skleros voorkomt. Walter Regula noemt hem "Niketas Skleros, of Photeinos Skleros, zoon van Leon Skleros". Een Niketas Skleros leefde inderdaad in dezelfde tijd en was een gezant naar de Hongaren (Kelsey Williams). In verschillende kwartierstaten op internet komen Munir en Niketas als twee verschillende echtgenoten van Gregoria voor, waarbij zoon Bardas uit het huwelijk met Munir en Konstantinus uit het huwelijk met Niketas zou stammen. Seibt's bronnen geven echter Munir als vader van alle 3 kinderen (er was nog een dochter Maria) aan.

Info 641  Kelsey J. Williams geeft op GM nog 2 voorouders: (ODB = The Oxford Dictionary of Byzantium, 3v. , New York, Oxford, 1991).

1. Leo Phokas, kouropalates.  b. ca. 915-20.  d. aft. 970, poss. on the island of Prote.  (ODB III: 1667).

2. Bardas Phokas.  Domestikos of the East, 948.  (ODB III: 1666; Du Cange, 149).

4. Nikephoros Phokas "the Elder".   d.  ca. 900.  (ODB III: 1666).

Info 642  Stenkil was een zoon van Jarl Ragnwald 'de oude'. Niet geheel zeker of dit dezelfde Ragwald is als de hier genoemde.

Info 643  Verbinding onzeker.

Info 644  Er is een discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven.  Volgens Frans Van Droogenbroeck in enkele bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou zij geen dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van Neder-Lotharingen. Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn, maar dan van een tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van Vlaanderen (LNA april 2021). Het laatste woord hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig de klassieke versie.

Info 645  Niet duidelijk of Willem 1 of 2 maal getrouwd was. Volgens sommige bronnen stierf hij kinderloos.

Info 646  Als man van Gisela en vader van Reginlinde zijn meerdere varianten in omloop. De meeste bronnen geven Everard van Sülichgau als vader aan, naar Decker-Hauff. Ook wordt graaf Walfred van Verona wel als echtgenote beschouwd (o.a. Thomas Zotz). Wij volgen hier Jackman. Volgens de mirakelverzameling van Walpurgis van Monheim zou een Gisela graaf Meingaud en vervolgens zijn broer Burckhard getrouwd hebben. 'Gisela matrona pernobilis, uxor Burkardi Walahonis comitis filii, qua antea matrimonio iuncta fuerat comitis Megingaudi'. Wat o.a. voor Meingaud I als vader van Meingaud II spreekt, is dat hij een dochter Reginlinde had, de naam die we bij de dochter van Meingaud II weer tegenkomen.

Info 647  Deze Godfried wordt wel verwisseld met Godfried Haraldsson (Godfried II van Haithabu), de zoon van Harald Klak (ook door Andreas Thiele in EGS II.2-1). Stephen M. Lewis van de Université de Caen schrijft hierover in 'Hamlet with the Princes of Denmark: An exploration of the case of Hálfdan ‘king of the Danes’: 'This Godfrid should not be confused with Godfrid Haraldsson, Rorik’s cousin, but as he was granted Rorik’s lands in 882 he was probably a close relation. See Bauduin, Le Monde Franc 199-223; Wood, ‘Christians and pagans’ 44; AB, Nelson 225 n. 12. For the circumstances of his death see AF (1) 885: Reuter 97; AF (2) 885: Reuter 111; AV 885: von Simson 55; Regino of Prüm: Reginonis abbatis 885, 123-4; Maclean, History and Politics 191-4; Bauduin, Le Monde Franc 199-223.

Info 648  ES geeft NN, vermeld 911, Röthlisberger geeft Luitgard (van Saksen?).

Info 649  ES geeft aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ geeft aan NN. EGS geeft Adelheid van Autun aan, dochter van hertog Richard (die inderdaad de vader van genoemde Boso was).

Info 650  Seibt en Settipani noemen Gregoria een dochter van Bardas en daarmee een kleinzoon van Basilios. Hier wordt Walter Regula gevolgd, daar bij een chronologische beschouwing de tussengeneratie Bardas nauwelijks mogelijk is. Op de verdere voorouders heeft dit uiteraard geen invloed.

Info 651  Verbinding onzeker.

Info 652  Soms wordt verondersteld, dat Leo VI. v. Byzantium niet de zoon van Basilius I. v. Byzantium was, maar van Michael III. v. Byzantium. Deze hypothese is gegrond op het feit dat de moeder van Leo VI, Eudocia Ingerina, vroeger de maitresse van Michael III geweest zou zijn en dat ze hem ook na haar huwelijk nog aanhing. Ook deze mogelijkheid voert tot een verbinding met de antieke (zie Mumm), hier wordt echter Regula gevolgd, mede omdat de paralelle lijnen, die niet via Leo en Basillius gaan, bij dezelfde Konstantinos uitkomen.

Info 653  In EGS I.1 is hij vermoedelijk getrouwd met een dochter van Robert III, bij REG is hij een zoon van Guntram, dus een kleinzoon van Robert III. In het gebied van Nahegau en Etztal, waar Waldkirch ligt, was vooral graaf Guntram bekend. Dit zou het landbezit van Reginlinde en haar man Burchhard II kunnen verklaren, die daar een klooster stichtten. Chronologisch gezien lijkt echter de EGS versie plausibeler.

Info 654  Niet zeker of Gisela een dochter van Unroch is. Ze kan ook een dochter van zijn zuster Judith zijn. Wel is het vrijwel zeker dat ze een kleindochter van Gisela der Franken is, de dochter van Lodewijk de Vrome.

Info 655  Rotrude / Ermengarde trouwenvolgens ES I.1-4 Gerard van Auvergne en Ratger van Limoges. Niet bekend wie wie trouwde.

Info 656  Bernhard I wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl verwisseld. Dat de man van Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van  de van Werls met het Salische keizershuis. Dat het Bernhard was is een these van Hömberg die door Thiele wordt overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt. Schwennicke houdt het bij Herman, ook bij hem is echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.

Info 657  De afstamming van Basilios die hier gegeven wordt is niet onomstreden. In "Byzanz das zweite Rom" van R.J. Lilie (pag. 212) wordt gezegd, dat Basilios zeker niet van adelijke oorsprong was.

Info 658  Het in deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.

Info 659  Vermoedelijk een dochter van Harald Klak, niet zeker.

Info 660  Niet zeker of er wellicht twee naamgenoten Halfdan de Milde waren, daar ook Godfried I, 6e koning van Haithebu, als zoon van dezelfde Halfdan beschreven is. Godfrieds zonen verdreven Harald Klak en zijn broer Rorik in 813 uit Denemarken en zetten daar het koningschap voort. Soms wordt Godfried met Gudröd gelijkgesteld, wat door anderen bestreden wordt.

Info 661  Volgens N. Adontz: "L'age et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)" in Byzantion 8:2 (1933) 475 en 9:1 (1934) 223 wellicht een zoon van de Mamikoniaanse prins Artavazd, zoon Hmayek, maar dit is een vermoeden. Regula noemt hem een kleinzoon van genoemde Artafvazd. Hij koppelt Maiktes via 10 Mamikonian-generaties (waarvan verschillende voornaamloos) aan het huwelijk van Hamazasp I Mamikonian (387/432) met Sehakanoysch Gregorid. Via de verder Gregorid-lijn komt hij 5 generaties verder op Tiridates IV de grote Arsakid, de eerste Christelijke koning van Armenië (314). Volgens critici geeft deze lijn wel een mogelijke afstamming aan, maar zijn te weinig bewijzen voorhanden. Er bestonden ten tijde van Hamazasp I Mamikonian reeds veel andere takken van de familie Mamikonian, waarvan Maiktes af zou kunnen stammen. Anderzijds is de kans zeer groot, dat men ook via vrouwelijke lijnen bij Tiridates terechtkomt, daar ook de Armeense adel in de regel onderling huwde.

Info 662  De hypothese dat keizer Basil I een nakomeling was van keizer Leo V stamt van N. Adontz in "L'age et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)" [Byzantion 8:2 (1933) 475 and 9:1 (1934) 223].  Hij baseert dit op Constantine VII's verklaring omtrent Basil I's afkomst, die als volgt luidt. Basils grootvader Maiactes, een Armeens edelman, trouwde een dochter van een Armenische inwoner van Constantinopel, genaamd Leo, tijdens de regering van Contantijn VI (780/97). Als kind werd Basil met zijn ouders gevangen genomen bij de plundering van Adrianopel door de Bulgaren in 813. Zijn ouders overleden in gevangenschap, Basil werd vrijgelaten en ging naar Constantinopel, waar hij de aandacht van de keizerlijke familie (uiteindelijk van Michael III) opwekte. Adontz hypothese is, dat de Armeen Leo dezelfde is als de latere keizer Leo V de Armeniër. Deze these is niet onomstreden, ze verklaart echter veel details van de familiegeschiedenis. Chris Bennett  somt in GEN-MEDIEVAL 18 Dec 1995 alle pro's en contra's van deze hypothese op.

Info 663  EGS geeft aan dat Harald met zijn broer Rorik I in 844 bij Walcheren sneuvelde. Andere bronnen geven alleen aan dat zijn broer Hemming daar sneuvelde in 837. Mogelijk werd hij in 852 gedood door Frankische ridders, nadat hij van verraad werd verdacht (Wikipedia).

Info 664  Het in deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.

Info 665  ES geeft Bagrat, uit het huis der Bagratiden als eerste stamvader der Taroniten. Dit wellicht omdat Taron onder Europa gerekend wordt. Als vader van Bagrat wordt Achot aangenomen in volgdende bronnen: Toumanoff, Moncreiffe ("Royal Highness") en Lindemans ("Voorouders in de middeleeuwen" - met als voornaamste bron Jacques Ferrand's "Familles princières de Georgie", Montreuil 1983).

Info 666  Walter Regula noemt hem Leo Gnuni, zoon van Bardas, andere bronnen vermoeden de Artsruni familie, beide adelijke Armeense families.

Info 667  Regula noemt haar Theodosia Karan-Pahlavid, dochter van Arshavir (Arsaber) Karan-Pahlavid. Volgens Toumanoff was haar vader een "Prince Kamsarakan".

Info 668  804: 'Northmannorum dux, Alfdeni dictus, Augusto magno sese comitante caterva Subdidit, atque fidem studuit firmare perennem' (Poeta Saxo 807, ed. G.H. Pertz, Monumenta Germaniae Historica Scriptores [SS] II (Hanover, 1829), p. 263).

Info 669  De naam van zijn vader is niet zeker, maar Harald zou een broer van Halflan de Milde zijn. Snorri Sturlason, de beroemde IJslandse historicus, noemt deze Halfdan als lid was van de Ynglingerclan (uit de omgeving van Upsala), waaruit naast de Zweedse ook de Noorse koningen, te beginnen met Gudröd Halfdansson Veidelkonge zouden stammen. In de kwartierstaat is Eystein Halfdansson reelds als vermoedelijke vader van Halflan de Milde voorhanden, we beschouwen hem daarom ook als vermoedelijke vader van Harald I van Haithabu.

Info 670  Het in deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins gecompenseerd.