copyright ©2004 A. Zuiderent
Notes / Info’s
Info 1 Werd
niet, zoals BRSp194 aangeeft, te 's-Gravendeel maar te Utrecht geboren.
Info 2 Aangave Stamboom La Verge: 4. Jan. 1894.
Info 3 Volgens de huwelijksakte, copie bij Jan van
Wijgerden, niet 9.9. zoals aangegeven door BdL.
Info 4 Sommige bronnen geven Barendrecht aan, volgens akte 23 trouwde zij echter in
's-Gravendeel. Aanvrage van de burgemeester van 's-Gravendeel op 14.10.1867aan
die van Heerjansdam: "Hoogst aangenaam zoude het mij zijn van UEdelachtb. te mogen ontvangen een
geboorte extract van Adriaantje Zuiderent, dochter
van Aart en van Pieternella Mol, volgens opgave
binnen uwe gemeente geboren den 26 maart 1848. De kosten zullen na ontvang van
dat stuk onmiddelijk franco
aan UEdelachtb. worden
overgemaakt". En op 23.10.1867: "Ingesloten ontvangt UEdelachtb. een postwissel nr 5578 gt 95 cts
en zulks in voldoening voor het aan mij toegezonden geboorte extract van
Adriana Zuiderent".
Info 5 Door
zijn bezit te Barendrecht wordt Cornelis van der Linden in verschillende genealogien als landbouwer te Barendrecht gelocaliseerd. Volgens mededelling van A.P. vd Hoek is hier duidelijk van een misverstand sprake, hij
woonde zelf te Hekelingen.
Info 6 Ridderkerk volgens Gen Visser van vdHoek (GVi), Rijsoord volgens Gen Visser Streekarchief IJsselmonde
(GVis), wellicht ondertrouw.
Info 7 Ook
13.06.1824 wordt als sterfdatum genoemd.
Info 8 Volgens huwelijksakte is Wijnant een zoon van Andries Bok en Maria van den
Anker. Kort voor het huwelijk verklaart Wijnant, de vader te zijn van Maria van
der Moore, geb, Poederoijen 17.04.1820, dochter van
Hendrika Maria.
Info 9 Tekst
in boek van lidmaten te Leersum: Versteegh Maurits Gerard, op attestatie van
Ankeveen 12.11.1804, overleden sept. 1858. Dit lijkt een link te geven naar
Johannes Versteegh (wellicht zijn 9 jaar oudere broer Johannes, die op
25.11.1830 als 65 jaar oud, zonder beroep, wonende te Leersum genoemd wordt?),
die van 1789 tot na 1802 schoolmeester te Ankeveen (toen nog provincie Utrecht)
was, komend van Loenen aan de Vecht (GN1972p235). Is nog verder te onderzoeken.
Info 10 Van
haar ouders zijn als kinderen bekend: Jan, Annigje 1718, Annigje 1720, Jan
1722, Ary 1726, Jan 1729, Ary 1731. Aangenomen dat Anna de tweede Annigje is.
Daarmee is ze wel 5 jaar ouder dan haar man Cornelis Potuit,
een latere Anna is daarom niet uitgesloten, is echter niet in het doopboek
geregistreerd.
Info 11 Vrijwel zeker dat Corstiaan Jacob Mookhoek zijn
vader is, daar van hem geen zoon Jacob bekend is, hoewel de grootvader Jacob
heette. In 1788 als in een schenkingsakte de kinderen zonder een Jacob genoemd
worden is deze Jacob al overleden.
Info 12 Mogelijke afkomst: Gijsbert Pietersz de Hoog, geb. ca
1670 te Almkerk NB, gehuwd met Cornelia Commmers Brieving, geb. ca 1675 te Almkerk. Zij hebben een zoon Commer Gijsbertsz de Hoog, geb. 10.05.1710 te Almkerk
(verder Arjaentje 1701, Maijke
1705, Pieter 1707, Abraham 1712, Gijsbert 1717). Deze Commer
Gijsbertsz de Hoog (j.m.) trouwt 01.04.1734 te
Almkerk met Willemke Smeermaas (j.d.),
beide onder Emmichoven. Zij laten dopen te Almkerk
Cornelia (25.12.1735) en Eeltje (28.09.1738). Een doop van Commer
was echter in Almkerk en omgeving niet te vinden. Daar hij zijn oudste zoon Commer en zijn dochter Wilhelmina noemt, was hij zeer
waarschijnlijk een zoon van genoemde Commer
Gijsbertsz de Hoog en Willemke Smeermaas, die
wellicht elders gedoopt werd. De opmerking bij zijn overlijden in 1822 "73
jaar" - hoewel duidelijk in de acte geschreven - kan dan echter niet
kloppen, moet waarschijnlijk 63 zijn. Wellicht een foute opgave of een
verschrijving, een vrij vaak voorkomend verschijnsel.
Info 13 29.6.1766 volgens Gens Nostra
1978 p210, blijkbaar een verwisseling met de belijdenisdatum.
Info 14 Het
huwelijk van Janneke van der Moore en Gompert Hak is
niet gevonden, maar uit onder meer de bevolkingsregisters blijkt duidelijk dat
de ouders gehuwd waren. In de doopakte van hun kind Hendrika Maria d.d. 2
okt.1796 is het woord (onegt) doorgeschrapt, terwijl Gompert Hak later als vader toegevoegd is. Bij de doop
noemt Janneke haar dochter "Hendrika Maria van der Moore" als
voornaam, een - naar mij werd medegedeeld - in Poederoijen wel meer voorkomend
gebruik. Ze krijgt later toch de
achternaam Hak, soms met en soms zonder van der Moore gebruikt. We zijn ook
elders de naam Moore als derde voornaam in een latere aftakking van deze
familie tegengekomen, zonder dat van een onechtelijk kind sprake is.
Info 15 Volgens Hofstee (GN1991) overleden 17.3.1809.
Info 16 Volgens de genealogie Bikker is een Maaijke op
01.09.1737 gedoopt, deze Maaijke zal echter overleden
zijn. Het volgende kind in de genealogie, Aantje werd
25.02.1742 gedoopt, dit maakt het zonder meer mogelijk, dat een Maaike tussen
deze twee kinderen in geboren is.
Info 17 Volgens Hofstee gest. 6.5.1812 (zal begraven moeten zijn).
Info 18 Edmund
Strutz noemt in zijn boek Johann Engelbert Üllenberg als derde kind (oudste zoon) van Engelbert Ullenberg met doopdatum maar zonder verdere gegevens,
terwijl van de verdere acht kinderen wel gegevens voorhanden zijn. Zijn
huwelijk in Amsterdam en zijn overlijden aldaar zijn Strutz
kennelijk niet bekend geworden. Van de gegevens in Amsterdam komen behalve de
naam van zijn vader Engelbert en zijn geboorteplaats Elberfeld
ook zijn leeftijd van 26 jaar bij het huwelijk volledig met de doopgegevens van
Strutz overeen. Bovendien zijn de getuigen bij de
doop van zijn oudste zoon Engelbert op 27.11.1765 in Amsterdam zijn vader
Engelbert Üllenberg en (diens derde vrouw) Amalia
Katharina Knevels.
Info 19 Bij
zijn overlijden in 1808 staat in het begraafboek, behalve zijn naam: "mijn
vader". De toenmalige schoolmeester was zijn zoon Didericus
Cornelis, die in 1796 als schoolmeester genoemd wordt en vanaf 1806 doodgraver
is.
Info 20 Tekst
in het begraafboek: Geertruida van Alewijk, mijne
moeder.
Info 21 GvH (Molema) geeft 5 december 1791.
Info 22 De
kwartierstaat Herweijer-Visser noemt hier Jacomijntje
Jans Tuijtelaer, overl. voor 1732.
Info 23 Pleuntje wordt in de genealogie Nugteren (en in FamilySearch) als dochter van Jan Nugteren
genoemd. Onder "Inkomsten op trouwen en begraven Kijfhoek 1696-1811,
Folionr. 21v" vinden we echter: "Ondertrouw 7.3.1760 Pleuntje Nugteren, j.d. won. alhier, geassisteerd met haren vader Aart Nugteren en Teunis Koijman, jongman wonende onder de Kleine Lint (f3,-)". Ze moet
volgens deze informatie dus een dochter van Aart Nugteren
zijn. In juni 2005 heeft Maartje de Zeeuw op de lijst Zuid-Hollandse Eilanden
een mogelijke oplossing gepresenteerd, die echter nog niet geheel bewezen is.
De oorzaak van verwarring waren 2 Grietjes vd Linden
die beide met een Nugteren trouwden. Deze oplossing
wordt hier (voorlopig) overgenomen.
Info 24 Volgens OV1970p188 overleden te Krimpen a/d IJssel.
Info 25 Volgens sgd400 jr, Hofstee geeft 1763.
Info 26 Zeer
waarschijnlijk een dochter van Jan Ariens Dorst en Pietertje Janse van den
Broek.
Info 27 Waarschijnlijk een dochter van Cornelis Dingeman van der Sluys en Catharina Hoogerhuyse (van Duyn), gedoopt 21 Jun 1693 in Hendrik Ido
Ambacht.
Info 28 Sommige bronnen geven 1717 als geboortejaar met dezelfde datum, dus voor het
huwelijk van de ouders. De Historische Kring Nieuwpoort geeft 1719 aan.
Info 29 De
ouders van Annetje (en van Heijltje)
zijn niet 100% te bewijzen, maar het hier aangenomen stel lijkt vrijwel zeker
te zijn.
Info 30 Gijsbert Willem van Hemert, (komend) van Asperen, is schoolmeester te Wijk
1742/59. Bij zijn ondertrouw te Brakel in 1749 wordt vermeld: geboren te Brakel
en schoolmeester te Wijk. De doopboeken van Brakel van 1703 tot 1731 ontbreken.
Alle gegevens wijzen er echter duidelijk op, dat Gijsbert Willem een zoon van Gijsbertus van Hemert was. Deze woonde van 1724 tot 1729 te
Brakel, vandaar ging hij in 1730 naar Asperen, wat met de opmerking bij
Gijsbert Willem "van Asperen" in 1742 overeen komt.
Info 31 Akte
van ondertrouw in 1780 voor schout en schepenen van Wijk: Streekarchief Land
van Heusden en Altena, Heusden, Oud-archief van Wijk, 1686 - 1811, toegang
0014, inv.nr. 296. Het huwelijk zelf vinden we noch te Wijk, noch te
Poederoijen, waar het mogelijk zal hebben plaatsgevonden. Bij de doop van hun
eerste dochter Janneke op 28 juli 1781 te Poederoijen zijn ze in ieder geval
getrouwd en daar Teuntje Pullen, vrij zeker de gelijknamige tante van Maria,
doopgetuige is, lijken de families intussen verzoend. Ook wordt Maria in
diverse akten (o.a. 16.09.1804) als huisvrouw van Hendrik van der Moore
vermeld.
Info 32 De
kwartierstaat Zijderveld heeft hier een Bastiaan Huijgsz
Bikker, deze werd kennelijk in de kwartierstaat Hofstee overgenomen. Na ruggespraak met Thony Hofstee en
de familie Bikker werd in maart 2002 geconcludeerd, dat het Bastiaan Janse
Bikker moet zijn.
Info 33 Het
doopboek van Zuilichem geeft als mogelijke ouders: Arien Aertse
Peurter en Heesken Harmans
(zij afkomstig van Waardenburg), die 14.11.1706 een zoon Aert
laten dopen (verder kinderen gedoopt tot 1718: Mariggie,
Lijsbeth, Herman, Lijsbeth,
Aasperijntje.
Info 34 In
verband met deze tak van La Verge wordt in een vraag
in "de Nederlandsche Leeuw" van 1919 de familie genoemd als afkomstig
uit Lyon en voerende een wapen: in zilver 3 hulstbladeren (2.1), de stelen
omlaag. Het schild gedekt door een markiezenkroon, schildhouders 2 kleine
leeuwen. Wapen Laverge volgens Nederlandsch
Patriciaat 1925 blz. 260: In zilver drie groene klaverbladeren.
Info 35 Bij de
doop van de oudste zoon Francois Laverge, gedoopt te
Ophemert op 8 januari 1730 treden Vrouwe Francoise
van Till, Vrouwe van
Zennewijnen, en Johanna Vuur als doopgetuige op. Francoise van Til was de vrouw
van Walraven van Haeften en woonde op het Huis te
Ophemert. Johanna Vuur was kamenier aldaar.
Info 36 In het
begraafboek van Leersum staat "graf voor vader", zonder naam.
Schoolmeester (en
doodgraver) was Peters zoon Maurits, daarom kan deze datum als
begraafdatum aangenomen worden.
Info 37 In het
begraafboek van Leersum staat "t graf van moeder", zonder haar naam.
Schoolmeester (en
doodgraver) was haar zoon Maurits, die bij zijn vader dezelfde
tekst schrijft. Daarom kan deze datum als begraafdatum aangenomen worden.
Info 38 Bij
zijn huwelijk met Annigje van Nieuwkerk in 1724 wordt Antony
weduwnaar van Marriegje van Ginkel genoemd.
Merkwaardigerwijze wordt echter op 28.7.1753 een Mariegje
van Ginkel te Leersum begraven, die weduwe van Antony
van Alewijk genoemd wordt!? Is hier een vermeend
overledene weer komen opduiken??
Info 39 Als
doopdatum in Numansdorp werd gevonden 20 juni 1751. Hij wordt echter op
15.10.1817 als 65-jarige genoemd (zou 66 moeten zijn). Op 29.10.1818 wordt hij
met 66 jaar aangegeven, moet 67 zijn. Deze gegevens zouden doen vermoeden, dat
hij in 1752 geboren is, wellicht als een jongere broer van een gestorven Teun.
Merkwaardigerwijze wordt hij echter bij het volksoproer op 13/14 juli 1787 als
37-jarige genoemd, wat juist op een vroegere geboortedatum zou wijzen (1750).
Verder wordt hij in 1813 aangegeven met geboortedatum 15.6.1757, dit zal
wellicht fout overgeschreven zijn van 15.6.1751, wat met de doopdatum zou
kloppen.
Info 40 SG439
geeft 19.06.1763 als overlijdensdatum aan, wat kennelijk foutief is.
Info 41 Maria
kan met grote waarschijnlijkheid als een dochter beschouwd worden van Pieter
Hendriks de Ruijter en Teuntje Paulusse Geervliet.
Maria's oudste dochter heette Teuntje (verder nog een Teuntje, Hendrik, Pieter,
Adriaantje en Jannigje
gevonden). Bij het andere mogelijke ouderpaar Pieter Cornelisse de Ruijter,
getrouwd met Maaike Gerrits de Ruijter, zet de naam Maaike zich niet bij de
kinderen van Maria voort.
Info 42 Het is
als vrij zeker te beschouwen, dat Dirksje een dochter
van genoemd echtpaar is. Niet alleen klopt de naam van haar vader en de
tijdsperiode, ook had Gerrit de Ruijter een zuster Dirkje, waarnaar ze vernoemd
zou kunnen zijn. Verder komen onder de kinderen van Dirksje
niet alleen de namen Gerrit en Elizabeth (= Lijsje)
maar ook Paulus voor, die bij de familie de Ruijter niet bekend is.
Info 43 Volgens SG950 (de Vlaming) overleden 13.02.1818
Info 44 In de
kwartierstaat Herweijer Visser (OV1984) is sprake van
Adriaan Oerlemans Adriaanzn. De acten
over Adriaan Dircks in verband met Catharina Glavimans
en Adriaans vader Dirk bewijzen echter eenduidig, dat het Adriaan Dircks
Oerlemans moet zijn.
Info 45 Zeer
waarschijnlijk is Aart een zoon van Leendert en Teuntje Visser, is echter
niet bewezen. Bij de vernoeming van
Aarts kinderen lijken echter de grootouders niet alle voor te komen, verder zou
de oudste zoon voor het huwelijk geboren zijn. Zijn overlijdensdatum is zeker:
Kijfhoek: "op 26.04.1776 is door Bastiaan Nugteren,
wonende in de Grote Lint, aangegeven 't lijk van deszelfs
vader Aart Nugteren alhier,overleden in de klassis
van 15 gulden". Doopgegevens niet geheel zeker, daar niet teruggevonden in
de doopboeken van Ridderkerk en Rijsoord. Uit een gezinsreconstructie van Aart
Leendert Nugteren en Grietje Pleunen
vd Linden uit Kijfhoek blijkt inderdaad Pleuntje als
dochter van hen gedoopt te zijn in 1733.
Info 46 A.P vd Hoek geeft Heerjansdam als geboorteplaats aan, zonder
datum.
Info 47 De
informatie over de boerderij Zeldenrust baseert op een artikel in de Heraut van
Strijen van september 2002. Slijkerman noemt hem in
OV1979 en DJV: bouwman op de hofstede Luchtenburg (1722). Waarschijnlijk bezat
Sijmen meerdere hofsteden. Beide boerderijen liggen niet ver van elkaar.
Luchtenburg ligt net zuiderlijk van de polder Oude
Klem, Zeldenrust westelijk. Ook zijn schoonzoon Adriaan Kranenburg woonde op
Zeldenrust (en bezat uiteindelijk 6 boerderijen in die omgeving).
Info 48 A.P.
van den Hoek geeft aan, dat Hendrik op latere leeftijd te Dubbeldam landbouwer
was en daar ook overleden zou zijn (zonder datum). Hij is echter volgens GRij te Strijen overleden (met datum). Of Hendrik werkelijk
te Dubbeldam gewoond heeft, is niet duidelijk.
Info 49 Zeer
waarschijnlijk een dochter van Jan Jorisz Meijboom en
Adriaentje de Jong.
Info 50 A.P vd Hoek geeft Heerjansdam als geboorteplaats aan, zonder
datum.
Info 51 Bron
KAM geeft aan ovl. Westmaas (impost).
Info 52 De
ouders van Gijsbert zijn niet met zekerheid bekend. Hier wordt de kwartierstaat
Van Hengel en de gegevens van de heer A. van Andel gevolgd, in kwartierstaat Maliepaard-Bravenboer (Prom XIV
p237) worden Pieter Pieters de Hoog en Jacomijntje Cornelisdr
genoemd, beide echter als * (onzeker) gekenmerkt.
Info 53 Ouders
van Lijsbeth Visser niet met zekerheid bekend. Ze had
een zuster Ariaentie Pietersdr. Visser, getr. 2 juni 1709 met Isaac Sijmonsz.
van der Giese, en een oom
Willem Aerts van der Linden, mr. metselaar te Dordrecht, getr.
met Fijtgen Jans van Nuijs. De kwartierstaat Mol geeft als andere mogelijke
ouders: Pieter Visser en Maria Jans.
Info 54 Merkwaardigerwijze wordt in SG950 hier uitdrukkelijk genoemd: Lijsbeth
Abrahams, dochter van Abraham Janse Maes en Hilletje
Jacobs van Vonsse, gedoopt op zondag 29 juli 1696 in
Mijnsheerenland. Het moet echter vrijwel zeker Lijsbeth
Leenheer alias 't Hoertje zijn, zowel volgens GN 1978 p211 (Kwartierstaat van
Harten) als volgens Molema. Ook de doopgetuigen bij zoon Abraham te
Mijnsheerenland: Lijntje Abrahamsdr en Melis
Bastiaans Naaktgeboren wijzen in die richting.
Info 55 PromXIp209 geeft Hoge en Lage Zwaluwe als geboorteplaats van Jannigje, 's-Gravendeel lijkt waarschijnlijker. Leendert
van Beek en Jannigje Kuismuis moeten wel in de
Zwaluwe gewoond hebben, daar wordt 24.1.1717 zoon Jacob gedoopt.
Info 56 Doopgegevens te Woudrichem: dochter van Jacob ten Hage en Neeltje Bijl.
Info 57 De
aansluiting van deze tak op het geslacht Colié is
zeer waarschijnlijk, echter niet bewezen. Niet zeker of deze Jan Jillisz Coljé uit Woudrichem de
vader is van Jacob. Huwelijken onzeker; te Utrecht geen patroniem van Jan Coljé vermeld.
Info 58 Wellicht was Metje een dochter van het hier genoemde
echtpaar, klopt ook met vernoemingen.
Info 59 Wellicht was Metje een dochter van het hier genoemde
echtpaar, klopt ook met vernoemingen.
Info 60 Het
overlijdensjaar volgt uit de kwartierstaat Parqui,
lijkt onjuist te zijn.
Info 61 Hier
wordt Jan Cornelis Versteegh, zoon uit het tweede huwelijk van Wilhelm Arissen, gelijkgesteld met Jan Cornelis Versteegh, de vader
van Peter Janz Versteegh, hij zou wellicht eerst steenbakker en dan hovenier
geweest zijn. In de genealogie Versteegh worden 2 Jan Cornelis Versteegh, geb.
1645 (steenbakker) resp. 1665 (hovenier) als vader en zoon genoemd, waarbij
niet duidelijk is hoe de filiatie verloopt. Zelfs gebruikt men wel de
patroniemvorm Jan Cornelisz Versteegh, die
vanzelfsprekend niet kan kloppen. Of deze verbinding klopt zal nog nader
onderzoek aan het licht moeten brengen.
Info 62 Ouders
van Trijntje niet met zekerheid bekend. Op 24.12.1656 laten te Amerongen Aris Jansz en Haasjen Jans, zijn
huisvrouw, wonende te Amerongen, hun dochter Trijntje dopen. Dit is de enige
doop in Amerongen van een Trijntje als dochter van een Aris/Arien
etc. in de betreffende tijdsperiode. Ook Leersum en Zuijlesteijn
hoorden destijds onder Amerongen. Alle ouders worden uitsluitend met patroniem
in het doopboek genoemd, de achternaam Munt ontbreekt. Aangenomen dat Trijntje
uit Amerongen/Leersum stamt, dan zullen dit waarschijnlijk haar ouders zijn.
Info 63 DBT
Numansdorp, ouders Jacob Aardse vd Waal en Ariaantje Aarts van Truijen.
Merkwaardigerwijze geeft SG871 aan, dat Maria te Oud-Beijerland gedoopt zou
zijn, dit kan echter een vergissing zijn, daar verder alle gegevens van Maria
in SG871 ontbreken (behalve j.d. won.
Oud-Beijerland).
Info 64 Vrijwel zeker is de vrouw van Hendrik Kruithof dezelfde Neeltje Pauslusdr Houtemeulen, die
09.01.1701 te Heerjansdam gedoopt wordt. Weliswaar heeft Paulus Houtemolen neefs die ook Paulus
heten, maar de voornaam Neeltje is daar minder waarschijnlijk.
Info 65 Zeer
waarschijnlijke een dochter van Pieter Jans Verkerck.
en Fijchje Ariens Verdonck. Volgens SG526 (Verkerk)
hadden ze als kinderen o.a. Jan, overleden 1787 en Ary, overleden 1758. Aagje
is zeer waarschijnlijk één der oudste dochters van Fijgie
Ariens Verdonck, wiens moeder eveneens Aagje heette.
Info 66 Verbinding Hendriksje Bax met haar ouders Melis Bax en
Maria Dominee is niet 100% bewezen, maar zeer waarschijnlijk. Zij noemt haar
dochter Maria. Verder is ze naar haar grootmoeder Hendriksje
van Ham genoemd. Daar haar vader de eerste Bax in 's-Gravendeel is, is een
andere afstamming wel zeer onwaarschijnlijk (zie ook discussieforum
Hoeksche-Waard, Molema 22 Juli 2001).
Info 67 Niet
bewezen, echter zeer waarschijnlijk, dat Willem Dirk Vroman een zoon van Dirk
Willems Vroman is.
Info 68 16-10-1692:
Huwelijkse voorwaarden van (weduwnaar) Jan Damisse Oudeklem en Maaijke Huijge van
der Pols. Arijen Hendriks Smitshoek is oom van de
bruid. (Bron: RA 1 SAP, 16-10-1692). Genoemde Arie Smitshoek (schout van Sint
Antoniepolder) is ondertrouwd te Charlois op 26
december 1660 en getrouwd te Sint Anthonie Polder op 11.01.1661 (1) met Marichie Leenderts Francken, afkomstig uit Ridderkerk, overleden
voor 8 mei 1695, dochter van Leendert Leenderts Vrancken
en Grietje Jansdr. Marichie Leenderts Franken moet
dus een zuster geweest zijn van Huijgh Lenaards Vranken, Arijen Hendrik
Smitshoek was daarmee een oom van de bruid. Grietje Huijgen van der Pols,
zuster van Maaijke, was dus eveneens een kleindochter
van Leendert Leenderts Vrancken en Grietje Jansdr (niet te verwarren met zijn gelijknamige zoon
Leendert Leenderts Vrancken, geb. na 1611, ovl. vóór 23.01.1683, dijkgraaf
van Oost-IJsselmonde 1680).
Info 69 In Ons
Voorgeslacht 1979 blz. 326 wordt 15.11.1640 als trouwdatum genoemd. Dit kan
gezien het huwelijk van haar ouders in 1626 niet kloppen.
Info 70 De
hier genoemde ouders Adriaen Huijben Dingemans en
Neeltje Gijsbers zijn ontleend aan gegevens de
Genealogie van Huijbert Dingemans, mij ter
beschikking gesteld door de heer G.A. (Ger) Klein. Zie verder GTMWB
jrg. 1993, blz. 125.
Info 71 Het
hier genoemde ouderpaar Melis Aertsz Glavimans en Anneke Adriaens van der Hoeven is uitsluitend
aangenomen op grond van de naam en de tijdperiode. Bewijs is nog te vinden.
Info 72 In
's-Gravendeel 400 jaar, blz. 189 wordt ze - kennelijk foutieverwijze
- Francina Cornelisse Geervliet genoemd, dit gegeven
werd echter nergens teruggevonden. De hier genoemde Francina
is de enige in Leiden geboren Francina die in
aanmerking komt, hoewel ze 5 jaar ouder is dan haar man. Bij de kinderen wijzen
de vernoemingen: Cornelis, Johannes, Anna (wellicht ook meer, daar de
doopboeken van 's-Gravendeel ontbreken) ook in die richting. In Leiden werd
niet alleen een broer van Francina gevonden, die
Cornelis heette, ook haar grootvader heette Cornelis, waar haar zoon naar
vernoemd kan zijn, daar met Johannes beide grootvaders reeds
vernoemd waren (onbekend wie van beide broers de oudste was).
Info 73 Volgens KS Rijerkerk. In een vraag in OV1968p243 wordt 31.05.1622 als
doopdatum genoemd, wat bij een trouwdatum van zijn ouders van 16.02.1631 niet
kan kloppen.
Info 74 PMB
geeft 13.11.1650.
Info 75 De
hier genoemde filifiatie van Teuntje met haar ouders
Arien Teunis vd Waal en Willempje
Ariens (den Ouden) was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100%
zeker. Intussen is deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in
Heinenoord) door Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft
18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of Teuntje,
the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is clear
that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's
brother Adrien Den Ouden married Macheltje
Pieters Gout in 1656, they had at least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van
der Wael is named the behout oom
of the children who must have been born ca. 1657-1661 or later - exactly during
the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was
named Cornelia not because her mother was named Cornelia
but the child was named for the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens
(most likely the grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de
Jong). The naming order of the following girls then matches the normal order
perfectly with Willemje for Willempje
Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family -
maternal vs. paternal".
Info 76 Doopdatum (familysearch) onzeker, op dezelfde datum
werd zijn (tweeling?-)broer Aart gedoopt.
Info 77 Kijfhoek: op 03.02.1745 wordt door Aert Nugteren aengevinge gedaen van 't lijk van zijn vrouws
moeder genaemt Maria Groenenboom wed van Pleun Gijsbertse van der Linden en versogt
acte pro deo.
Info 78 De
genealogie Visser van vdHoek (GVi)
geeft als ouders Jan Ariense in 't Veld en Bastiaantje Pieters. Deze Pietertje zou daarbij op
26.10.1664 te Heerjansdam gedoopt zijn. Hier wordt de genealogie Visser uit het
Streekarchief IJsselmonde (GVis) gevolgd.
Info 79 PMB
geeft 13.11.1650.
Info 80 De
hier genoemde filifiatie van Teuntje met haar ouders
Arien Teunis vd Waal en Willempje
Ariens (den Ouden) was in een vroegere versie van de kwartierstaat niet 100%
zeker. Intussen is deze filiatie op grond van gedetailleerd onderzoek (o.a. in
Heinenoord) door Paul M. Boogaard bevestigd. De namen van de kinderen alsmede de doopgetuigen laten geen twijfel mogelijk zijn. Hij schrijft
18.01.2008: "If you look at the names of the nieces of Teuntje,
the naming of her own children, the names of the witnesses, etc. it is clear
that Arien Teunisse Van Der Wael was her father. Secondly, Willemken's
brother Adrien Den Ouden married Macheltje
Pieters Gout in 1656, they had at least three children and in one gegevens from 1679, Arien T. van
der Wael is named the behout oom
of the children who must have been born ca. 1657-1661 or later - exactly during
the time that Teuntje was born; therefore, Arien T van de Wael must still have been married to Willemken Den Ouden when Teuntje was born. Lastly, the first child of Teuntje v.d. Wael and DeJong was
named Cornelia not because her mother was named Cornelia
but the child was named for the paternal grandfather. If you look at the doopgetuigens - you find Pleun Cornelisse - the brother of the father and Maria Ariens
(most likely the grandfather's sister, grandfather was Cornelis Ariens de
Jong). The naming order of the following girls then matches the normal order
perfectly with Willemje for Willempje
Den Ouden, Maaijcke for Maaijcke Jacobs (the father's mother) etc. plus those witnesses match for the appropriate side of the family -
maternal vs. paternal".
Info 81 Andries moet volgens Slijkerman wel een zoon van
Adriaen Andriesz Munter geweest zijn, daar geen
andere in aanmerking komende vader aanwijsbaar is.
Info 82 Zie ook
Genealogie Nederveld door T. Janknecht,
Bussum, 1979.
Info 83 Bij
zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum
dus niet geheel zeker.
Info 84 Hij is
kennelijk niet identiek met de Jacobus van Ravensteijn,
vermeld 23.08.1683 als procureur voor het Hof van Holland (OV1995), zoals in
een vorige versie van deze kwartierstaat aangegeven. In een akte van Vlaardingerambacht van 06.06.1670 wordt deze namelijk
vermeld als mr. Jacob van Ravesteijn procureur voor
het Hof van Holland als getrouwd hebbende Maria van Borselen,
dus kennelijk een ander (met dank aan Teun van der Vorm voor deze ontdekking).
Volgens mededeling van Lucas van Heeren van 1.6.2010 is in het archief te
Dordrecht Catharina een dochter van Jacob Janssen en Catrijntje
Jans. Onze Jacobus
heeft dus geen Arnout maar een Jan of Johan als vader gehad.
Info 85 Verdere mogelijke link (te onderzoeken): 1. Roelof Sanders en Jan Sanders van
Wel, broers, verklaren in 1603 te verdelen de vaderlijke goederen gelegen in de
heerlijkheid Batenborch en te Wel onder Ammersoyen (Bommelerwaard). Jan Sanders van Wel, genaamd
"de Bisschopszoon" was gehuwd met Lijntgen
Goossens, weduwe Ruymschotel, te Brakel (1615, 1616).
Bron: Ned. Leeuw 1983p163.]
Info 86 Bij
zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum
dus niet geheel zeker.
Info 87 Hier
is Slijkerman in OV2002p248 gevolgd, verschillende
kwartierstaten (bv. K. Mazee) geven echter 1701 als
overlijdensjaar aan, hij zou in dat jaar ook zijn begraven en wel te
Katendrecht.
Info 88 Volgens Collectie van Gemerden (SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van
Cornelis Baertman. Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden
overeenkomt.
Info 89 Volgens Collectie van Gemerden (SA IJsselmonde) is Lijsbeth Paulusdr de moeder van
Cornelis Baertman. Slijkerman noemt in OV1981p55 een Lijsbet Jansdr, later in NL1983 Lijsbeth Paulusdr van Eeten, wat weer met van Gemerden
overeenkomt.
Info 90 GN1975
(KS Matthijs) geeft aan: ca. 1710.
Info 91 Deze
generatie ontbreekt in de kwartierstaat Hofstee in Gens
Nostra 1991, is bij latere versies (PromXVII, internet) toegevoegd. In Prometheus XVII (KS
Hofstee de Blieck) is betreffend de ouders van Ariaentje een voorbehoud gemaakt
(*), een definitief bewijs is volgens T. Hofstee niet voorhanden, de naamgeving
van de kinderen komt echter met deze aanname overeen. ("the connection is still very tenuous,
there is no definitive proof, just the naming of the children. Stasse, de Bruin and Keijser have
not been able to give us the absolute proof"). Zie
ook GV99.10 (de Keyzer).
Info 92 Ook
wordt 17.3.1693 genoemd als overlijdensdatum.
Info 93 Onzeker of de ouders van Lijsje juist zijn, geen
bewijs. De doopdata zijn van kinderen van een Hendrik Jans zonder achternaam en
zonder vermelding van de moeder. Doop van Lijsje niet
gevonden.
Info 94 Utrecht 30.11.1695 Comparant ter ene Hestertje van Deutecom, Utrecht, ter andere Wilhelmus van Deutecom, Henricus van Deutecom,
neef, Albertus van Deutecom, neef, Wynandus van Deutecom, Jacob Lavarge, neef, Sara van Deutecom,
nicht. benoeming Albertus van Deutecom, Henricus van Deutecom en Jacob Lavarge als
executeurs en voogden, Utrecht 13.11.1699, naam comparante Hestertje
van Deutecom, Utrecht en ter andere zijde Albertus Deutecom, Lysbet van Deutecom, gehuwd met Jacob Laverge
en Sara van Deutecom, nicht, Utrecht 2.12.1705 Eerste
comparant Hesrtye van Deutecom,
naam comparante aan de andere zijde Albertus van Deutecom
gehuwd met Catharina ter Maat, Rotterdam, en ter andere zijde Lysbet van Deutecom gehuwd met
Jacob Laverge, ook ter andere zijde Sara van Deutecom, nicht en Charlotte Sophia van Deutecom,
dr.van Willem van Deutecom.
Info 95 De
genealogie Versteegh noemt hem een mogelijke zoon van de predikant Gerrit Dircksz. (Gerardus) Versteghe,
wiens vader Gerardus Gardirius Gelrensis
uit Stroe bij Garderen stamde. Deze stond in 1589 in Heidelberg ingeschreven
als GERARDUS VERSTEGUS AL TZEANUS (‘uit Alzey’). Hij
werd in 1593 predikant te Garderen, maar al na een jaar werd hij overgeplaatst
naar Zutphen,gestudeerd
hebbende in Heidelberg, predikant te Garderen. Hij is ook nog predikant geweest
in Apeldoorn, Arnhem en Buren. Dit lijkt niet plausibel gezien het patroniem Arissen. Men stelt dan ook elders in de betreffende
genealogie terecht vast: "Te betreuren is het, dat de doop- en trouwboeken
van de stad Wageningen verloren zijn geraakt. Het zou anders bekend zijn waar
Wilhelm Arissen Versteghe
vandaan gekomen is; of hij in Wageningen (of Buren) is geboren en gehuwd
aldaar, dan wel uit Stroe is gekomen en met een Wageningse jongedochter is
gehuwd en na overlijden van zijn vrouw is vertrokken met medeneming van zijn
inmiddels geboren zoontje Evert".
Info 96 Doop
in Westmaas niet te vinden, de namen van de kinderen doen vermoeden, dat Adriaentje (en wellicht ook een broer Dirck)
eerder werd geboren, d.w.z. voor 1701, dit zou ook met de trouwdatum (1721)
kloppen. Het is echter niet uitgesloten, dat bij 1 van de 3 Marities
(1701-1704) de naam verwisseld is (in sommige bronnen komt ze fouterwijze als Maria van Truijen
voor). Ze is twijfelloos een zuster van Maria,
waarmee ze samen bij de erfgenamen van Maecke Hendricx in 1723 genoemd wordt, echter ook met een broer Dirck, waarvan ook de doop niet te vinden is.
Info 97 Willem
Maartensz Kiel laat met echtgenote NN volgende
kinderen dopen te Zuid-Beijerland: Jan 28.12.1700 en Annetje
22.07.1703. In beide gevallen is een Maritge Barents Seeman getuige. Hij zal dus toen reeds
met Cornelia Barents Zeeman getrouwd zijn geweest. Na het overlijden van zijn
vrouw Cornelia Barents in 1722 worden op 20.04.1722 bij de acte van uitkoop
drie kinderen van haar genoemd, waaronder de minderjarige Jan, die 15 jaar is.
Deze zou dus ca. 1707 geboren moeten zijn. Onder aanname, dat ze geen twee
kinderen de naam Jan gehad hebben, zal de eerste Jan (geb. 1703) waarschijnlijk
jong gestorven zijn, en is Jan dus ca. 1707 geboren.
Info 98 Er is
maar één Hendrina de Gester
gedoopt in de betreffende periode. Verder noemt ze haar kinderen Willem (1740),
Andries (1743), Cornelia (1747). Daarom geen twijfel omtrent
het ouderpaar.
Info 99 Volgens SG950 mogelijk dochter van Jan Aryens Dorst
en Pietertje Jans v/d Broek.
Info 100 Zijn
broer Herman Leenderts Francken trouwt als jg. van IJsselmonde met Pietertje
Pieters Aryswager, 09.10.1611 te Ridderkerk.
Info 101 Volgens OV1981 zouden in 1610 Aries erfgenamen de smederij verkocht hebben,
wat echter niet met de verdere gegevens overeenkomt, in ieder geval leefde hij
lang na 1610 nog.
Info 102 Leijtge wordt ook Lea genoemd, o.a. in SG883 Verduijn. Veelal wordt de naam Leijtge ook tot Lydia gemoderniseerd. Niet te verwarren met
Leijntgen = Lijntje (=Cathelijntje).
Zo heette haar oudere zuster volgens SG883. OV1992p464. In een vraag in
OV1992p464 staat overLeijtge Woutersd
Verduijn: Zij hertr. Barendrecht 26.11.1684 Cornelis Leendertsz. Legeste, etc. Dit is
onjuist, Leijtge zou dan ca. 98 jaar zijn. In het
boekje "de Barendrechtse doop en trouwakten uit
de 17e eeuw" van A.M.
Overwater staat dan ook het volgende:
26-11-1684 Cornelis Ldrtse Legestee,
weduwnaar van Grietje Ariens trouwt Pietertie Ariens,
weduwe van Huijgh Dirckse, beijde wonende te West Barendrecht.
Info 103 Notitie van Joan Bos bij Gijsbert Teunisz: Zowel (1)
Tonis Gijsberts als (2) Teunis Jansz als (3) Teunis Leendertszn worden als zijn vader genoemd: 1. Tonis Gijsberts had
een broer Bastiaen Gijsberts. 2. Teunis Jansz wordt
vermeld in 1642 en 1650. 3. Teunis Leendertzn en Hadewij Gijssendr hadden mogelijk
een andere zoon Gijsbert Teunisz, die in Strijen
woonde en met Maijke Hendrikse Monster trouwde. Die
Gijsbert Teunisz kreeg een tweeling, Adrianus en
Maria, in 1725 en
in 1736 volgde Hendrik. Aangezien
Gijsbert Teunisz uit zijn eerste huwelijk al een zoon
Jan heeft en helemaal geen zoon Gijsbert of Leendert heeft, lijkt Teunis Jan de
meest waarschijnlijke vader.
Info 104 Notitie Joan Bos betr. Sijtje: Er is een Sijtje Cornelisse Bestebreur begraven
op 20-6-1715 in Maasdam, maar kennelijk is dat een andere Sijtje,
want Gijsbert Teunisz is 2x hertrouwd. Ook Bastiaan Cornelisz
en Inge Huygensdr Blaeck
worden als haar ouders genoemd, maar gezien haar patronym
Cornelis lijkt dat minder waarschijnlijk.
Info 105 Doop
te Sint Anthoniepolder onder patroniem, ouders daarom niet zeker.
Info 106 Volgens "de geslachten Cranendonck in Holland" p 295 is deze persoon
gedoopt 19.12.1655 te Hendrick Ido Ambacht. Zijn moeder zou Neeltje Ariensd van der Leer heten. Dit wordt door E. Mostert,
wiens versie hier gevolgd wordt, duidelijk tegengesproken.
Info 107 Leendert wordt genoemd in ORA Meerdervoort 9 Nov 1674
en 1 Nov 1676 (overl.). Zie Kronieken 2000, p.105
e.v. voor meer informatie.
Info 108 De
genealogie Visser van het Streekarchief IJsselmonde (GVis)
geeft aan rond 1629, zonder locatie.
Info 109 Volgens C. Sigmond vermoedelijk een zoon van Adriaen Cornelisz
Houcxewech.
Info 110 Leeftijd op de grafzerk 36 jaar en niet 63 jaar, zoals bij de beschrijving van
de zerk fouterwijze aangegeven is (Doen Beijens, deel
II).
Info 111 In de
Nederlandsche Leeuw 1959, k. 14, zijn per abuis de overl.
datum en leeftijd van Adriaentje
met die van haar tweede man Henderick Cornelisse Aenwegh verwisseld. Bloys van
Treslong Prins ,,Grafzerken Zuid-Holland" geeft
aan: Adriane Francke de Vos, ovl.
oct. 1680, oud 80 jaar.
Info 112 Volgens OV1992 mogelijk een zoon van Cors Pietersz Spruijt, dus niet zeker.
Info 113 De
gegevens in DJV-Ip32 komen niet met OV2002 overeen, kennelijk verouderd.
Info 114 Volgens Doen Beijens II, blz. 40
trouwde ze ook met Jacob Hendriksz van der
Giessen, die 3 verdere huwelijken voerde, o.a. met haar zuster Geertje. Bij
Jacob is ze in hetzelfde boek niet vermeld, wellicht betreft het een foutieve opgave.
Info 115 Het
ligt volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom was, dit valt
echter niet door acten te staven.
Info 116 Bij
zijn doop geen achternaam vermeld, ook niet de naam van zijn moeder. Doopdatum
dus niet geheel zeker.
Info
117 In SG635
wordt verondersteld, dat alleen Aerjaentje van Dordt
kwam, en dat Michiel een broer van Mr. Hendrick (i.p.v. zijn vader) was.
Info 118 Arie
Ariens Stam is volgens OV2000 p72 hier geplaatst als zoon van het echtpaar Arij Bastiaans Vogelaar en Jaepje
Jacobs, omdat Arij Bastiaans Vogelaar als bestevader (grootvader) van zijn nagelaten minderjarige
kinderen optreedt voor de weeskamer van 's-Gravendeel in 1642.
Info 119 Mogelijk heette Sijtgen Verdonck,
echter geen bewijs gevonden.
Info 120 Niet
100% zeker dat Lijntje Crijnen de moeder van Jannetje Witte is, maar wel voor de hand liggend (Slijkerman).
Info 121 OV1957p64
geeft Hendrik's tweede vrouw Marike Rokusdr Troost als moeder van Cornelis aan aan. Dit kan echter op grond van zijn geboortejaar niet
kloppen.
Info 122 Een Arijen Jan Ariens Sparreboom getr. met Truijtjen
Leenderts wordt genoemd als heemraad 1626, 28, 31, schepen 1654, 56, 59,
hoogheemraad 1660, 63, 66, dijkgraaf 1668/71, 1676 (OV1963p130). Anneke wordt
hier niet als kind genoemd. Volgens informatie van de heer Sparreboom
in het Streekarchief IJsselmonde (juni 2003) zou zij uit een andere familie of
tak stammen, die niet met genoemde Sparrebooms
verbonden kon worden.
Info 123 In
NL1991 k436 maakt Slijkerman een voorbehoud: Teunis
Francken de Vos is een zoon van Frank Geeritse en
wellicht Adriaentje Coenen.
Info 124 Kra
geeft 08.12.1632 als trouwdatum.
Info 125 Wijck 26.12.1664: Jacoba
fillia Bastiani Rues et
Antonia Vrancken suscept Gisberta
Vrancken. (Streekarchief Land van Heusden en Altena,
doopboek Drunen RK Parochie deel 5 pag 33).
Info 126 Als
vader van Pieter Cornelsz. wordt
in LFT Cornelis, zoon van Pieter Willems Bicker vermoed. Wel wordt het hier
genoemde echtpaar al eveneens mogelijke ouders genoemd..
Info 127 Kuypers geeft 1609 als geboortejaar (GN 2009 blz
362)
Info 128 De
stamboom Van Wagtendonk
(http://wagtendonk.antville.org/) geeft Goris Jansz van Wachtendonk een vrouw Geertruy van Arkel (geb. te Ammersoden) en de resp.
voorouders Johan, Goris, Francois en Dirk. De laatste
zou de richter in Cranenburg zijn, die ca. 1574
trouwt met Elisabeth Bruins, beschreven in de Nederlandsche Leeuw 1960 kol.
243-256. [Elisabeths broer Ludolph Bruyns, burgemeester van Emmerik, had een
dochter Margaretha. Uit haar verbintenis Frederik Hendrik, prins van Oranje,
werd in 1624 geboren jr. Frederi(k (Hendrik) van Nassau, heer van Zuylenstein
en Leersum, de stamvader van de Nassau-Zuylenstein’s].
De voorouders van Dirk van Wachtendonk zouden uit het adellijk geslacht Van Wachtendonck stammen, de genoemde genealogie geeft een m.i.
grotendeels gefantaseerde stamlijn tot het geslacht van Este
omstreeks het jaar 900. Daar ook voor de eerste 4 geslachten een bronvermelding
ontbreekt (ook op aanvraag) kan ik er niet van uitgaan dat de link naar Dirk
van Wachtendonk betrouwbaar is. De voorouders van Goris worden daarom
weggelaten.
Info 129 De
familie Baars van Oud-Beijerland, blz. 34: "Het archief van Sliedrecht van
voor 1700 is verloren gegaan en er is over de familie Berck
niets te vinden. In de protokollen van Oud-Beijerland
van de achttiende eeuw wordt echter de naam van Matthijs Berck,
outraet van Dordrecht en vrijheer van Goidschalxoord aangetroffen. Aangaande
verwantschap is niets bekend, doch de dubbele naamsovereenkomst
is opvallend". De kwartierstaat Leijerhorst
geeft als vader van Matthijs Heijmansz Berck aan: Heijman Matthijsz Berck, zoon van Matthijs Berck en
Alijd de Roovere. Daar mij
de bronnen voor deze verbinding niet bekend zijn, blijft deze filiatie van een
vraagteken (*) voorzien. Matthijs' vader Heijman zou een zoon zijn van Matthijs
Berck en Alijd de Roovere, waarmee deze lijn via Johan Berck,
Matthijs Berck + Maria Tack bij Anna van Alblas
terecht komt, en daarmee naar Karel de Grote Reeks 41, die reeds
in deze kwartierstaat voorhanden is. Vanwege de onzekerheid over deze
verbinding wordt de lijn hier na Heijman onderbroken.
Info 130 Oudst
bekende voorvader van Neeltje Cornelisse in 't Veld. C. Baars zegt daar het
volgende over: "Leden van het geslacht in 't Veld worden in archiefstukken
van IJsselmonde in de 16e eeuw reeds genoemd. Voor
Neeltje in 't Veld komen we echter niet verder dan Leendert Cornelisz
in 't Veld. Er werd geen aansluiting gevonden met de stamreeksen in 't Veld,
die reeds zijn gepubliceerd. Het onderzoek werd
bemoeilijkt daar later bleek dat deze tak de bijnaam Sa(e)ckie
droeg en in de akten dikwijls alleen met deze naam werd aangeduid. De kinderen
van Neeltje Cornelisdr in 't Veld en die van haar
zuster Jannetje hebben in 1803 zelf een stamreeks
opgesteld in verband met een proces, dat ze voor het gerecht van Ridderkerk
voerden over de erfenis van Marygie in 't Veld wed.
van Huyg de Jong. Marygie
was in 1803 overleden en liet geen kinderen na. Van vaderskant had ze geen
naaste familie en personen, dat ze aan haar verwant waren, konden zich als
erfgenaam melden, maar moesten de familierelatie wel opgeven en met bewijsstukken
staven. De kinderen van Neeltje en Jannetje in 't
Veld behoorden ook tot de gegadigden en gaven in 1803 opdracht aan Pieter Commijs, procureur voor het gerecht van Ridderkerk, om hun
aanspraken op de erfenis voor te leggen en te verdedigen voor het Gerecht. De
aanspraken werden niet erkend door het gerecht aangezien de verwantschap niet
was bewezen en gestaafd met afschriften uit doop- en trouwboeken en andere
akten. Dat de eis werd afgewezen was terecht. De voorouders van Neeltje en Jannetje in 't Veld waren wel juist opgegeven, maar de
verbinding die was gelegd met de stamreeks van de erflaatster, Marygie in 't Veld, was waarschijnlijk onjuist." Bron:
BRSp39.
Info 131 KS
Touw-Trouw veronderstelt, dat Matheus te Delft woonde. Hiervoor echter geen aanwijzingen
gevonden.
Info 132 Zeer
waarschijnlijk was Arien Mookhoek getrouwd met Aagje Cornelis Houck, zie SG439.
De kinderen van Geertruyt Arentse
Mookhoek lijken in de acte van 1736 te ontbreken, was zij wellicht een dochter
uit het tweede huwelijk van Arie Mookhoek met Jannigje
Gijsberts Hoogenhoeck? (ze
had een dochter Jannigje). Dit lijkt echter vanwege
haar trouwdatum (11 jaar eerder dan Jacob, die wel in de acte genoemd wordt)
eerder onwaarschijnlijk.
Info 133 Molema:
"wellicht een dochter van Aert Ariens
Mookhoek". In SG439 is deze verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info 134 Tussen
1678 en 1685 worden te 's-Gravenmoer van Jan Sijmen Geus en Anneke Janse Bos de
kinderen Johannes, Dingetje, Sijmen en Jacobus gedoopt. Sommige gedeelten in
het doopboek zijn onleesbaar. Waarschijnlijk is Cornelia eveneens een dochter
van dit echtpaar. Haar kinderen heten Adriaan (1703), Aalbert
(1704) en Sijmen (1706).
Info 135 Volgens SG480 is Jannetje Pleunen
(van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een dochter
van Pleun Aartse Spruyt en
een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt en Teuntje
Symonsdr.
Info 136 De
ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier
aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer
onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta
Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck
alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer
van IJsselmonde .....
een dochter van Gerrit Damasz.
was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele
akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info 137 Vergelijk ook de genealogie Verduyn in Gens Nostra 1965, blz. 207 e.v. met correctie blz. 308.
Info 138 Slijkerman geeft haar in DJV-III de naam Barbara Jansdr,
maar blijft als haar ouders noemen: Gijsbert Adriaensz,
boer te Puttershoek en Jaepken Adriaensdr,
de laatste een dochter van Adriaen Jansz, gegoed te Maasdam en Fijke Gijsbertsdr.
Info 139 sGDp119
noemt haar Neeltje Jansdr.
Info 140 Omtrent de trouwdatum geeft het boek van van Beek 3
verschillende informaties: blz. 104: voor 14.04.1606 (erfdeling Dirck de Bie), blz. 247: voor 17.03.1600, blz. 374: voor de
leste februarii 1608. Dit kan uiteraard allemaal
kloppen als het werkelijkvoor 17.03.1600 geweest is.
Info 141 In de
Parenteel Doen Beijens I wordt Bastiaantje Leenderts
als derde vrouw van Leendert genoemd. Dit is een fout, ze was met zijn zoon
getrouwd (E. Mostert). Dit laatste echtpaar komt voor op de lijst van lidmaten
te Westmaas 1647/51.
Info 142 Ook in
1631 wordt een Cornelis Jans, boekverkoper te Leiden, vermeld. Er is maar één
huwelijk van een Clara Adriaens van der Werff gevonden, het hier vermelde met
Cornelis Jans van Buyten. De genealogie Van der
Werff, opgenomen als bijlage B in J.W. te Water, Levensbijzonderheden van Pieter
Adriaansz. van der Werf
(Leiden, Haak en Comp. 1814), noemt hem ook Van Bent.
Nergens heet hij Van Duypen, de familienaam van
dochter Reyertge volgens het ondertrouwregister van
Leiden. Er zijn in Leiden wel drie Cornelis'en van Duypen gevonden, maar deze waren niet met een Clara
getrouwd en ook hadden zij voor zover bekend geen dochter Reyertge.
Ook is er geen sprake van werderzijds optreden als
doopgetuige. Mogelijk is Reyertge een buitenechtelijk
kind van één van deze drie, maar hier is geen enkel bewijs voor. Meer
waarschijnlijk lijkt het dat de familienaam "Van Duypen"
bij Reyertge een verschrijving is voor "Van Buyten." De naam "Van Buyten"
komt in Leiden begin 17e eeuw wel voor, maar erg weinig. (Bron: E. Mostert).
Info 143 Clara
Adriaens van der Werff lijkt zeker als moeder van Reyertge.
Zij wordt vermeld bij de ondertrouw van Reyertge en
woont dan in de Zonneveldsteeg, evenals bij haar eigen ondertrouw met Cornelis
Jans van Buyten. In de stamboom Van der Werff komt
maar één Clara Adriaens in aanmerking als moeder. In Lisabet
van Sunnevelt, de doopgetuige bij Reyertge's
zoon Cornelis, kan men de zuster van Reyertge's
moeder zien, Elisabeth, getrouwd met Adriaan van Sonnevelt.
(Bron: E. Mostert).
Info 144 Sommige bronnen (o.a. KAPT) geven Heinenoord als geboorteplaats aan,
waarschijnlijk is die opvatting achterhaald.
Info 145 Lenaert en Leentje staan de de kwartierstaat Maliepaard (PromXIVp287) als onzekere ouders van Cornelis
met een * aangegeven. In SG864 staan Leendert Cornelisz
Mijs en NN zonder voorbehoud als ouders van Cornelis
vermeld.
Info 146 r.a. Westmaas, 1, 25.4.1643 Soetje Willems heeft
4 kinderen, uitwijsende test van hun vaderlijke
successie. Bekend zijn volgens SG207 Adriaen den Ouden, Herman den Ouden en
Neeltje Ariens den Ouden. Het vierde kind zou dan Willmepje Ariens moeten zijn. Is nog
na te trekken.
Info 147 Mariken Thonis wordt als moeder van Leendertgen van der Kooy genoemd in SG384 (Boender) en in
P. Boender "Vier eeuwen in rechte lijn, de afstamming van Cornelia Jacoba
en van Cornelis Arie Pieter Boender", Zeist 1993.
Info 148 GN1989p3:
"Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz,
penningmeester van Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op 18.11.1597 stierf na een legaat
aan de armen van Barendrecht vermaakt te hebben". Bij Peter Klok is deze
verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info 149 In
CRAp191 worden nog ander ouders verondersteld, OV1995p435 geeft de hier
gebruikte aktuelere versie.
Info 150 ca.
1555 stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV).
Dit kan niet vanwege zijn vader, die voor 1551 stierf.
Info 151 Zeer
waarschijnlijke vader van Truygen Andries, zie
artikel Slijkerman in GN2011.
Info 152 Niet
duidelijk of de vader van Adriaentje Gerrits de naam
Polderdijck droeg.
Info 153 Het
lijkt eerder onwaarschijnlijk, dat Cornelis een zoon van Neeltje Cornelis Doensdr was, hij kan eventueel een andere moeder gehad
hebben. In de parenteel van
Doen Beijensz komt Cornelis dan ook
niet voor. Slijkerman (KORp19): waarschijnlijk een
kind uit het huwelijk of verbinding met NN.
Info 154 Hans
van der Boom (page GKop): "Deze Daniël is
welhaast zeker geen zoon van Ananias (Aeneas) van Coppenolle
(overl. Gouda 1622) daar uit de twee akten die op
deze Ananias betrekking hebben vrijwel zeker blijkt dat hij overleed zonder
eigen nageslacht. Vele personen doen dan ook moeite hun familierelatie met Aananias te bewijzen om zo ook nog "een graantje te
kunnen meepikken" uit diens nalatenschap. In de Barendrechtse
trouwboeken is een inschrijving te vinden van Geem Daniëlse Coppenhol, wedr. van Maeyke
Wygertsdr., van Rhoon. Hij huwde (3e bescheyt Barendrecht 26 aug.) 1635 Ingetje
Ariensdr., j.d. van
Oost-Barendrecht. Is dit misschien een broer van deze oudst bekende Daniël? Hij
is wedr van Rhoon, een relatie met de navolgende
Daniël zit er dus wel in ! Daniël en Geem zijn waarschijnlijk zoons van: Daniël (Danyll) van Coppenhoelen (van Coppenhooll). Deze Danyëll kwam twee maal voor in de archieven van de heerlijkheden Rhoon en
Pendrecht (1454-1796). Kwam, want deze archieven zijn
helaas verloren gegaan".
Verschillende
kwartierstaten (Hofstee-Neef, Kim Dijkxhoorn,
www.student.utwente.nl/~aver/kwdijkxhoorn/frame3.html) laten Daniel afstammen
van Jan van Coppenolle, gedoopt ca. 1434 in Gent, ovl. 16.06.1492 in Gent (onthoofd). Deze Jan is leider van
de opstand te Gent tegen Maximiliaan, zoon van de Duitse Keizer Frederik III.
Na zijn onthoofding op de Vrijdagmarkt in Gent worden zijn goederen verbeurt
verklaard, zijn weduwe Jannen Craeys en kinderen
worden naar Ronse verbannen. (zie ook boek van: Dr. P.
Geijl "De geschiedenis der Nederlandse
Stam"). Volgens genoemde versie zou Daniel een zoon zijn geweest van
Daniel Cornelisse van Coppenolle, tapijtwerker en
poorter van Gouda in 1599. Dit lijkt niet in overeenstemming te zijn met de
bovengenoemde opmerkingen van Hans van der Boom.
Info 155 Volgens hypothese van Slijkerman was Cornelis een
zoon van Ploen Heynricksz.
Deze Ploen was namelijk de enige persoon met deze
voornaam in de tweede helft van de 16e eeuw, die te Heerjansdam vermeld wordt.
Wel zouden zijn kinderen een aanzienlijk jongere moeder gehad moeten hebben,
dan Cornelis zelf was. Wellicht was Aechtien dan ook
niet zijn eerste vrouw.
Info 156 GN1989p3:
"Franck is wellicht een zoon van Gerrit Willemsz,
penningmeester van Barendrecht tussen 1573 en 1581 en misschien van Ariaentgen Francken, die op 18.11.1597 stierf na een legaat
aan de armen van Barendrecht vermaakt te hebben". Bij Peter Klok is deze
verbinding zonder vraagteken aangegeven.
Info 157 Ze was
zeer waarschijnlijk een dochter van Adriaen Peters van Muijlwijck.
Info 158 Deze
link werd mij medegedeeld door het Van Maaren
Genootschap (Paul van Maren), maar zonder bronvermelding of bewijs. Over de Betuwse tak van Maaren zal later
een boek verschijnen. Daarom (voorlopig) als onzeker te beschouwen.
Info 159 Er is
geen sluitend bewijs gevonden wie de ouders van Gijsbert Goertzen
zijn, maar Engel Rosa noemt in zijn boek een groot aantal argumenten die ervoor
spreken, dat hij een zoon van het hier genoemde echtpaar, Goert
Reijersz Sterck en Jutte van Heuckelum gen. Rosendael, is. Dit verklaart ook de naam Rosa, die
Gijsberts zoon Abraham aannam.
Info 160 Over
de familie van Langelaar zie ook "Boerderijen en Boerengeslachten te
Renswoude" door S.Laansma, Uitg.
Renswoude 1972 onder fam. Dashorst.
Info 161 De
kwartierstaat Drost noemt hem Rutger Harmensz van de
Haar.
Info 162 Heijman zou een zoon zijn van Matthijs Berck en Alijd de Roovere, waarmee deze
lijn via Johan Berck, Matthijs Berck
+ Maria Tack bij Anna van Alblas terecht komt, en daarmee naar Karel de Grote
Reeks 41, die reeds in deze kwartierstaat voorhanden is. Vanwege de onzekerheid
over deze verbinding wordt de lijn hier bij Heijman onderbroken. Daar Heyman
niet door van Baalen bij de kinderen van Matthijs vermeld wordt, zou hij een
bastaardzoon kunnen zijn.
Info 163 Mogelijk een kleinzoon van Jan Ariensz. Haverboer
(Jonge Haverboer), overl. ná
4-5-1624, uit het geslacht Stooker / 't Jong /
Haverboer uit 's-Gravendeel. Deze heeft een zoon Arijen
Jansz. Haverboer, overl. vóór
13-6-1668, getrouwd met Neeltje Aertsdr., overl. ná 13-6-1668 van wie op 06.08.1656 te Strijen een zoon Jan
gedoopt wordt. Deze vermoedelijke ouders zijn met een * in de kwartierstaat
opgenomen. Het kan eventueel een parallelle tak betreffen.
Info 164 Waarschijnlijk geen relatie tot het geslacht Truyen op
IJsselmonde, mogelijk genoemd naar een vrouw met de naam Truycken
Herbertsdr. (OV2002). Soms duikt bij het Hoeksche Waardse
geslacht de naam van St. Truijen op, vergelijk ook
Doen Beijensz 115.313.16.
Info 165 Lijntje ontbreekt merkwaardigerwijze in het boek Van Beek / Oerlemans, waar
het geslacht Mouthaan beschreven is. Ze past wat doopdatum betreft tussen
Cornelis Jan 06.08.1634 en Janneken 11.03.1639,
waartussen De Hek ook nog een Adriaan (1637) noemt.
Info 166 Volgens SG480 is Jannetje Pleunen
(van der Zijden alias Spruyt) waarschijnlijk een
dochter van Pleun Aartse Spruyt
en een kleindochter van Aart Bastiaens Spruyt en
Teuntje Symonsdr.
Info 167 In
1653 werd het begrip "hele cappitalist" in
Holland ingevoerd voor mensten die meer als 2000 Gld
vermogen hadden. In het Quohier van alle Familien op den dorpe van
's-Gravendeel ende Leerambt van 6 maart 1680 worden 3 "halve cappitalisten" en 6 "heele
cappitalisten" geteld. Tot de "heele cappitalisten" behoren
naast Bastiaan van der Linden de boeren Dirck
Quartel, Arijen Dircks Cranendonck en weduwe Annegie Paulus. Verder een Dirck
Dircks en Adrijanus Cambier, predikant.
Info 168 De beschikking met de kerk betreft een verkochte
koe van 22 gulden en vijf stuivers. De koe kan uit de veestapel van Willem
afkomstig geweest zijn als inlossing van een toezegging aan de kerk. Na 1560
blijkt Willem Jorisz. meer
aanzien te verwerven, hij wordt molenmeester en ambachtsbewaarder en pacht de
tienden van Zuid-Maasland. Vermoedelijk had hij geërfd en gold als
kapitaalkrachtig.
Info 169 De
toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter
niet zeker (CRAp181).
Info 170 In
GN1965, p207, wordt van hem gezegd: bewoner van de hofstede te Charlois, hier wordt hij echter met zijn zoon verwisseld,
zie p308 van dezelfde jaargang.
Info 171 Volgens Arie Verduijn, Sojourners, A family chronicle, Burlington, Canada
1981 (zie de NL1983 p391) zouden er tussen Wouter Cornelisz
en Wouter Hendricksz Verduijn 2 geslachten geweest
zijn: Pieter Woutersz en Heyndrick
Pietersz Verduijn.
Info 172 Neeltje was volgens "Drie verwante geslachten van Driel", blz. 156
zeer waarschijnlijk een dochter van Sebastiaen Louwensz. In Ons Voorgeslacht 2001 blz. 580 noemt Slijkerman ze echter een dochter van Sebastiaen.
Info 173 Volgens de KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien)
Willems Hofman en Marijke Margrietsdr.
Info 174 GN1991p449
geeft Cornelis' 2e vrouw Mariken Adriaens als moeder van Barbelke
aan. Deze trouwde echter pas met Cornelis, lang nadat Barbel
zelf al getrouwd was.
Info 175 Slijkerman laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen
de moeder is van zijn kinderen.
Info 176 Hoewel
geen hard bewijs voorhanden, zijn de meest aannemelijke ouders van Lenert Cornelisz Mijs de hier genoemde Cornelis Lievensz
Mijs en Marichje Sebastiaensdr. (info TvdV op grond van correspondentie met C. Sigmond). Ook in
SG864 worden deze personen (zonder voorbehoud) als ouders genoemd.
Info 177 Afstamming niet bewezen. In boek "De geslachten Cranendonck in Holland"
werd een afstammingslijn van Gerrit Gerritsz
Cranendonck verondersteld. Deze Veronderstelling bleek niet houdbaar. In Ons
Voorgeslacht 2000 blz 314 opperen dezelfde auteurs
een andere these, welke hier overgenomen wordt.
Info 178 Op
blz. 189 van het Jaarboek Oud Utrecht 1975 wordt opgemerkt dat er geen direct
bewijs is dat Cornelis Jansz. van den Bongaert een zoon van Jan was. Wel wijzen veel gegevens
hierop en heeft een uitvoerig onderzoek geen enkele aanwijzing in een andere richting
gegeven. We hebben hier wel met twee broers Cornelis Jansz. te
maken in één gezin, wat oorzaak van de twijfel lijkt te zijn. Dit was in die
tijd echter niet ongewoon, de roepnamen waren vaak verschillend (zoals vandaag
Cees en Cor). Ook Jan en Johan komen in dezelfde familie in eenzelfde gezin
voor. Grootvader Cornelis was een must-vernoeming, wellicht daarnaast nog een
overleden oom etc. Het is dan ook nogal willekeurig dat de KdG
Site op grond hiervan een vraagteken bij deze filiatie in Reeks 128, generatie
28 heeft gezet. Een dergelijk vraagteken kan in elke reeks op veel plaatsen
worden gezet. Een 100% zekere filiatie is vrijwel nooit mogelijk, zie ook
"Afstamming van Karel de Grote?" op
http://www.zuiderent.ch/Charlemagne.htm. Zelfs als het een bastaardzoon zou
betreffen, verandert dit niets aan de afstamming.
Info 179 Volgens Slijkerman in OV2001 is het niet geheel
zeker, dat Ariaentie de moeder van de hier genoemde
kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.
Info 180 Dirck Coossens van Rije is volgens RIJp43,54
mogelijk gelijk aan Dirck Koosen,
zoon van Coos Dircx
(uit het geslacht van Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen
Beijens). Dit lijkt echter door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd
(14.07.2003 Mailinglist Hoekse Waard, Dago
Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel
suggereert, dat Dircks vrouw Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.
Info 181 De
toedeling van de moeders NN1 en NN2 tot de kinderen is waarschijnlijk, echter
niet zeker (CRAp181).
Info 182 Leendert Willems de Regt en zijn voorgeslacht worden in Duizend Jaar
Voorgeslacht van Slijkerman genoemd, met als bron een
Belgische publikatie. Ze zijn echter niet in de
kwartieren opgenomen.
Info 183 Jacob
wordt in verschillende bronnen als korenmolenaar te Spijkenisse vermeld, echter
met het jaartal 1591. Dit kan niet dezelfde zijn, daar zijn vrouw reeds voor ca. 1573 hertrouwt met Claes Ketting.
Info 184 Waarschijnlijke vader van Pieter Spruijt volgens Slijkerman.
Info 185 Waarschijnlijk 1603/23, volgens de Genealogie van Bastiaen
Ariens Andriesz (SG210 Heinenoord) zou het echter
1636 zijn. Volgens DJV-Ip52: na 4 april 1613, waarschijnlijk 1613 of 1623.
OV1988p432 (Kwst de Keijzer) geeft daarentegen 1603
aan. In OV2005p105 geeft Slijkerman (definitief) 1613
aan.
Info 186 Niet
onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de
Strijense schout Matthijs Maertensz.,
maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat Matthijs en
zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint Antoniepolder land in Strijen bezaten,
wellicht erfland.
Info 187 Volgens KRON1993p37 wellicht een zoon van Lenert Cornelisz Borst.
Info 188 ca.
1555 stond o.a. in de kwartierstaat Slijkerman (DJV).
Dit kan niet vanwege zijn vader, die voor 1551 stierf.
Info 189 Volgens Slijkerman was Ploen
zeer waarschijnlijk een zoon van Heinrick Jacobz, hun huis was te Heerjansdam en ze gebruikten beid 4 mergen 2 hont land. Twee andere Heinricks
komen niet in aanmerking als vader.
Info 190 Volgens C. Reijerkerk 02.12.1612.
Info 191 Niet
zeker, welk van de 3 vrouwen de moeder van Jan was. Daar onder de kinderen van
Jan geen Lijsbeth maar wel een Lijntje voor komt,
lijkt zij de meest waarschijnlijke canditate.
Info 192 De
ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier
aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer
onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta
Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck
alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer
van IJsselmonde .....
een dochter van Gerrit Damasz.
was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele
akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info 193 In
"Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz
"den Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz
"de Jonge". Wellicht was deze benaming afhankelijk van
het tijdstip.
Info 194 "Drie
geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en haar zoon Lodewijck
lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van Lodewijck
van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen zoon Jan had,
zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot
Jan Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou kunnen verklaren, waarom deze
familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft, net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in
OV1985, p768; deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond
uiteenzet in een artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman
(Hoogvliet 1992), p. 70-78: "Van Driel of Van Ghiessen?"].
Info 195 Ariaen Herbertsz, de stamvader van het geslacht Truyen is waarschijnlijk identiek met deze Adriaen Herbarensz van Houwelingen, op grond van feiten, die in de
tekst bij Adriaen en zijn vader vermeld zijn.
Info 196 V&L1969:
"Zijn vrouw is mij onbekend, maar zou een dochter van Jan Ariens van Gils,
snijder, kunnen zijn, omdat Dirck Ghijsberts
van Hemert met de zusters van Adriaen Jan Adriaens van Gils diens erfgenaam is:
zijn moeder zou een der zusters kunnen zijn".
Info 197 In de
genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt
verondersteld, dat Geraldo als huursoldaat in het
Staatse (Hollandse) leger gediend zou kunnen hebben, eerder dan dat hij een
overloper zou zijn geweest.
Info 198 In de
genealogie Bijsterveld (GBIJp143) wordt als vrijwel
zeker aangenomen, dat Staes Sebastiaensz
een Grandia was. Hij zou dan een zoon van Sebastiaen
Grandia geweest moeten zijn, wat slechts mogelijk is, als Sebastiaan, Stees,
Dirckske en Teuntje alle op ca. 18 tot 20 jarige
leeftijd getrouwd zijn. Sebastiaen werd ca. 1580
geboren, Teuntje trouwde 1657. Gillis Grandia zou dan met een kleindochter van
zijn neef getrouwd moeten zijn, 2 generaties verschil dus.
Info 199 Bron: Geloftesignaat Driel 986/63v, (via Van Maren Genootschap,
dat ook spreekt over 1569 als geboortedatum, zie beneden). Volgens NL1978k242
was Arien Gerrits van Maren 17 jaar oud in 1588 (dus geb. ca. 1571). Deze 7
jaar verschil is wel opmerkelijk, ondanks het feit, dat leeftijdsgegevens nogal
eens fout zijn. Dat er 2 broers Adriaen en Arien bestaan hebben blijkt verder
niet, het is waarschijnlijk dezelfde persoon. (Zijn oudere broers zouden Peter,
Ghijsbert en Hendrick geheten hebben). In V&L1981p18
wordt betreffend Adriaen Gerits van Maren, schout van
Driel gezegd, dat hij geboren is 1569 en ovl 1626,
dus een derde geboortedatum.
Info 200 Vorsterman van Oyen dl. 11, pag. 3 geeft Cornelis van Halmale
en Emerentia Pijnssen van
der Aa als ouders van Jacob van Halmael. Hier zijn in
de literatuur echter met recht twijfels over. In Suite du Supplément au Nobiliaire des
Pays-Bas, et du comté de Bourgogne, 1555/1614, uitgegeven
1884 te Mechelen, zien we bij Cornelis van Halmale slechts 2 dochters, Catherine en
Anne. Als dit klopt, kunnen we Cornelis en Emerentia als ouders van Jacob uitsluiten. Volgens andere
bronnen (NL1960k152) zou de familie van Halmael van
de Zuid-Nederlandse adelijke Francois
van Halmael afstammen, die watergeus geweest zou
zijn, en zich na de inneming van den Briel te Wesel
gevestigd had en daar tot de Doopsgezinden overgegaan was. Deze variant wordt
ook reeds in Nederlandsch Patriciaat 1940 p61 genoemd:
Jacobs zoon Jan schrijft dat zijn geslacht afstamt van Francois
van Halmale, lid van een adelijjk
Zuid-Nederlands geslacht, gehuwd met Margaretha de Vlaming van Oudshoorn en dat
hij Watergeus geweest zou zijn. De vergissing die Jan Jacobz
maakt is dan dat Francois
niet getrouwd is met Margretha van Oudshoorn maar dat
Maria van Oudtshoorn Francois'
moeder is. Dit soort vergissingen zijn bij uitspraken over familieverhoudingen
niet ongewoon.
Info 201 Over
het geslacht Anslo(o) treft men gegevens aan in de
dissertatie van H. H. Knippenberg, getiteld "Reyer
Anslo, zijn leven en letterkundig werk" (Uitg. E. v. d. Vecht, Amsterdam 1913).
Info 202 Overlijdensdatum volgens SG251: 1665 of 1672,
volgens SG207: voor 1663
Info 203 Het
ligt volgens OV2008 voor de hand, dat hij een zoon van Cornelis Gerritsz Esseboom was, dit valt
echter niet door acten te staven.
Info 204 In
SG296 geeft J. Versluys als trouwdatum aan ca. 1625, in handschrift genealogie
SG296: 1620/25, GN1982 geeft aan ca. 1636 (?).
Info 205 Volgens PromXVIIp292 zou Willemtje Gijsen, Floris'
tweede vrouw, de moeder zijn van Leentje.
Info 206 Waarschijnlijk de stamvader van de Cranendoncks in IJsselmonde (niet strikt bewezen,
dat hij de vader van Pieter is). Waarschijnlijk was Willem een zoon van Gerrit
Roelofsz. Geheel zeker is dit echter niet, hij kan ook een kleinzoon van Willem
Jansz Cranendonck zijn, die vanaf 1458 in IJsselmonde als heemraad en dijkgraaf
wordt vermeld en die aan de Hordijk woonde.
Info 207 Volgens SMH SG883 Schepen van Charlois. Een
mogelijke afstamming van Wouter Verduijn van Cornelis van der Duyn, Heer van
Werkendam, zoals aangenomen in de Streek Genealogie SG883 (Verduyn) uit het
Streekmuseum Heinenoord, is niet bewezen. Wel komt de naam Wouter voor als
broer van Cornelis' vader Adam v. d. Duyn, wat een vernoeming aannemelijk
maakt. De lijn van SG883 loopt via van Brederode naar de graven van Holland.
Info 208 Volgens Slijkerman in OV2001 is het niet geheel
zeker, dat Ariaentie de moeder van de hier genoemde
kinderen is. Mogelijk was Sebastiaan eerder getrouwd.
Info 209 Een
artikel over de Sliedrechtse tak van dezelfde familie
Hofman van W.A. van Rijn is gepubliceerd in de Nederlandsche Leeuw 1978, kol
337 e.v.
Info 210 Volgens de KS Rijerkerk is Pieter Adriaens Hofman een zoon van Adriaen (Arien)
Willems Hofman en Marijke Margrietsdr.
Info 211 Op
grond van zijn opvallende voornaam en zijn patroniem en van zijn relatie met
Maasdam wordt in Ons Voorgeslacht 2002 p188 aangenomen, dat Wijngaert
Bastiaen een zoon van Bastiaen
Wijngaert is. Een bewijs werd niet gevonden.
Info 212 De
ouders van Margrieta zijn niet bekend. De hier
aangenomen afstamming van Gerrit Damasz is zeer
onzeker. Bron: "Het is niet ondenkbaar dat Margrieta
Gerritsdr. (ca. 1550-1625/1626), de vrouw van Huyg(o) Pietersz. Cranendonck
alias Boetser (ca. 1545-1615), zowat de rijkste boer
van IJsselmonde .....
een dochter van Gerrit Damasz.
was. Tot op heden valt dit vermoeden met geen enkele
akte te staven." (Slijkerman in Ons
Voorgeslacht, Sept. 1995, p436).
Info 213 Volgens een vraag van Slijkerman in OV2004p29 wordt
ze ook wel met de familienaam Cort aangeduid en heeft
hij noch hiervoor noch voor haar afstamming van Ary Dircks den Ronaert een bewijs kunnen vinden. In OV2006 geeft Slijkerman de resultaten van verder onderzoek, waarbij
aangetoond wordt dat bij het ontbreken van een volwassen geworden zoon
tenminste 2 van de dochters van het echtpaar Verschoor de naam (den) Ronaert aan een zoon megegeven
hebben. Daarmee krijgt de hypothese, dat de vrouw van Ploen
Verschoor een den Ronaert was, een grote
ondersteuning.
Info 214 Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de
vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info 215 Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de
vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info 216 Mogelijke vader van Gerrit Anthonisz Cranendonck,
hoewel bewijs ontbreekt. Gerrit zou dan de naam van zijn stiefvader Gerrit
Gerrits Cranendonck aangenomen hebben.
Info 217 Vranck van den Nes kan meermalen getrouwd zijn geweest, dit op grond van de
vernoemingen van zijn kinderen. Hij was in ieder geval getrouwd met Marijtje een mogelijke dochter van Cornelis Heyndricks Besemer.
Info 218 Niet
onomstotelijk bewezen dat Maerten een zoon was van de
Strijense schout Matthijs Maertensz.,
maar wel zeer waarschijnlijk aan de hand van de memories en omdat Matthijs en
zijn waarschijnlijke dochter Neeltge als inwonders van Sint Antoniepolder land in Strijen bezaten,
wellicht erfland.
Info 219 Volgens A.A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke
Nederlandsche familiën III, 190, zou ze Neeltje van Herlaer geheten hebben. Volgens Greidanus-Jaeger
(losbladige aanvullingen 2002) zou ze NN van Moerkerken heten, met het genoemde
wapen. In OV2003p323 wordt een Maritgen Pietersdr als vrouw van
Robrecht genoemd, dochter van Pieter Aertsz seijlmaker. Dit wordt door Greidanus
in de losbladige aanvullingen 205 overgenomen.
Info 220 Vermoedelijk was Neelken niet de moeder van Jacob, maar
een eerdere niet bij naam bekende echtgenote van Claes Jacobsz.,
zie Ons Voorgeslacht 2013, pag. 307.
Info 221 Vermoedelijk een telg van het oude geslacht Cranendonck in de Riederwaard. Gerrit Roelofsz Cranendonck als vader
waarschijnlijk, niet bewezen.
Info 222 Waarschijnlijke vader van Cornelis Joosten Spruijt volgens Slijkerman.
Info 223 Slijkerman laat in het midden, welke vrouw van Bastiaen
de moeder is van zijn kinderen.
Info 224 Overlijdt volgens Prometheus na 14.11.1549. Volgens Schaep
in 1572 en zijn vrouw in 1573.
Info 225 Ze is
mogelijk een dochter van Dammas Gheritz,
heemraad van Ridderambacht 1508 en Marike NN.
Info 226 In de
genealogie Clootwijck wordt ze Gertruyd
genoemd. Het zou haar derde huwelijk zijn. Van genoemde genealogie is me niet
bekend hoe betrouwbaar deze is.
Info 227 De
schrijver Ir. A.I. Grabowsky legt geen verband tussen
Jacob Dirx. in de genealogie
van Sleeuwenhoek (OV1992) en die in de genealogie van
Blokland (ovl. 07.09.1545/01.03.1557), die hij een
jaar later geschreven heeft (OV1993). Hierin wordt Jenneke niet genoemd als
dochter van Jacob Dirx, wellicht betreft het een
andere Jacob Dirx. De hier genoemde ouders van Jacob Dirxz stammen uit OV1993 en zijn dus wellicht niet juist.
Noot in OV1992p86: zie toekomstige publikatie
geslacht van Blokland. OV1995p192 (KS de Vries) noemt een Jacob als zoon van Dirck en Marij: overl. tussen 7-9-1545 en 1-3-1557, hij had tenminste twee
kinderen: Damas en Geertge.
Info 228 Sommige bronnen geven aan, dat Claes dijkgraaf van Strijen was (SG893, Kwst Sigmond). Dit werd gecorrigeerd in de aanvullingen op
de parenteel van Doen Beijens, blz. 4: hij was dijkgraaf van Poortugaal.
Info 229 In de
genealogie Koyck van A.P. van den Hoek (SG390) zijn Sebastiaen en zijn vader later met de hand doorgeschrapt en
bij zoon Lenert is geschreven: broer van Bastiaen Bastiaens Coijck, smid
te Gorcum.
Info 230 Dirck Coossens van Rije is volgens RIJp43,54
mogelijk gelijk aan Dirck Koosen,
zoon van Coos Dircx
(uit het geslacht van Riede) en Maartje Willems (uit het geslacht Doen
Beijens). Dit lijkt echter door nieuwe onderzoeken te worden weerlegd
(14.07.2003 Mailinglist Hoekse Waard, Dago
Hendrikson, en 26.08.2005 dito). De stamvader van Rij heette Dirck Goossens en niet Dirck Coossen. De kwartierstaat Kwekel
suggereert, dat Dircks vrouw Willempje Jansdr uit het geslacht van Riede zou kunnen stammen.
Info 231 KS van
Bodegom-Coomans geeft: ovl.
17.11.1570.
Info 232 Op
blz. 379 van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530
als weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.
Info 233 Op
blz. 379 van hetzelfde boek noemt van Beek een Franck als vrouw, die 15.05.1530
als weduwe genoemd wordt. Niet duidelijk welke versie de meest recente is.
Info 234 De
doopsgezinde leraar Adriaan Vermeer werd terechtgesteld te Haarlem 1537. J.W.
te Water, Levensbijzonderheden van Pieter Adriaansz. van der Werf (Leiden, Haak en Comp.
1814). Pagina 20-23 van dit werk vermeldt dat AdriaanVermeer
volgens aantekeningen van D. van Alphen een zoon zou zijn van een Laurens Maertensz, en volgens anderen van Maerten
Laurensz of van Adriaen Laurens Maertensz.
De aantekeningen van Van Alphen zijn te vinden het Geslachts Register van Van der
Werf in de handschriftenverzameling op het GA Leiden en in kopie op het CBG.
Deze zijn in 1780 geextraheert uit een
geslachtsregister berustende onder Barthout Adriaan van Assendelft, een directe
nazaat van Pieter Adriaensz van der Werff. Volgens
bijlage B in het boek van Te Water zou hij echter Adriaan Pietersz
geheten hebben en in 1526 uit Gouda gekomen zijn. Ook is er een melding te
vinden van een Adriaan Pietersz die in Haarlem
terechtgesteld is, en niet van een Adriaen Maartensz.
(Bron: E. Mostert). In OV1991 wordt gesproken over "vermoord door de
Spanjaarden", wat in 1537 niet waarschijnlijk lijkt.
In de bron
vdW is een andere versie te lezen: "In 1534
wilde een groep van zeven leraren (predikers) over de Zuiderzee varen om door
Overijssel naar Münster te trekken en de stad te ontzetten. De tocht kwam niet
tot een goed einde. Men was net vertrokken, toen zij bij Spaarnwoude werden
opgepakt door de overheid. In deze tijd waren kerk en staat één, en ketters
werden streng vervolgd. De zeven werden ter dood veroordeeld en het vonnis zou
geschieden door onthoofding. Op 26 maart 1534 werd het vonnis uitgevoerd....
Claartje was ook doopsgezind, maar zij toonde 'berouw' en werd op 7.9.1534
beboet met drie gulden".
Info 235 In
"Drie geslachten van Driel" wordt hij Cornelis Pietersz
"den Ouden" genoemd, in SG251 Cornelis Pietersz
"de Jonge". Wellicht was deze benaming afhankelijk van
het tijdstip.
Info 236 "Drie
geslachten van Driel", blz. 212: "Gelet op de voornamen van Soetje en haar zoon Lodewijck
lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van Lodewijck
van Ghiessen Aertsz en Soetke Wijt Willemsdr. Daar dit echtpaar geen zoon Jan had,
zijn hun dochter Anne Lodewijcksdr en haar echtgenoot
Jan Arijensz wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr." Dit zou kunnen verklaren, waarom deze
familie van Driel ketelhaken in het wapen heeft, net als van Ghiessen. [Een andere theorie geeft B. de Keijzer in
OV1985, p768; deze theorie is echter in ieder geval onjuist, zoals Sigmond
uiteenzet in een artikel in Libellus Amicorum Kees Jan Slijkerman
(Hoogvliet 1992), p. 70-78: "Van Driel of Van Ghiessen?"].
Info 237 Het
hier genoemde voorgeslacht van Willemken Maertensdr baseert op het artikel in Gens
Nostra 1992. De verbindingen zijn niet alle bewezen,
verder opmerkingen - uit het genoemde artikel - in de tekst bij de
verschillende personen.
Info 238 Zeer
waarschijnlijk de moeder van Jan van den Bongard, zie leenopvolging. Bernard
moet ten tijde van deze relatie reeds gehuwd geweest
zijn, waardoor hij niet met Lutgard kon trouwen; een
sociale barrière tussen beide families lijkt geen sprake te zijn, ze lijken uit
hetzelfde milieu afkomstig te zijn (Slijkerman in
"Duizend jaar voorgeslacht").
Info 239 Balen
geeft hier heer Herman Visscher uit de adelijke
geslachten van Kalkar aan (vB_Dp1169).
Info 240 In
GN1988 wordt als derde echtgenote nog een Digna Cornelis Bollen genoemd,
vermeld 1542, Jooske zou dan de 4e vrouw geweest
zijn. Mr. Rijndorp meldt echter, dat hij geen aanwijzingen in deze richting
gevonden heeft. Ook wordt in GN1988 de toedeling van de kinderen over de
verschillende vrouwen als onbekend aangegeven, Rijndorp geeft daarover echter
in zijn antwoord in GTMWBB1989 uitsluitsel aan de hand van ORA-actes. Cornelis en zijn eerste vrouw hadden bij Cornelia's
overlijden 2 minderjarige kinderen "Maedke en Jaenken", vermeld in een acte van 03.05.1509, waar
(oom) Gielis Coppen Mijs tot hun voogd benoemd wordt. Jaenke
zien we later terug als Adriana, gehuwd met Wouter Peter Wouters, die naast de
kinderen uit het tweede huwelijk als enige meedeelt bij de erfdeling van
25.03.1556. Alle andere bekende kinderen, d.w.z. Anneke Cornelis Mijs, Cornelis Cornelis Mijs, Lieven Cornelis Mijs,
Frans(ke), Coppe en Maaike,
stammen uit het huwelijk met Adriane (Janne).
Info 241 Hij is
niet identiek met Otto van Brakel Johanssoon, zoon
van Johan Dircksz. van
Brakel en Lijsbeth van Haeften
van Renoy. Deze overleed in 1423.
Info 242 R.J.P.
van der Zalm noemt hem Joost van Brakell in BRA pag.
105: 'Dat haar man een Van Brakell was blijkt uit een
processtuk van 1544 waarin zijn zoon Ghijsbert ‘Ghijsbert van Brakell heer Reyners broeder’ wordt genoemd. Bovendien voerden zijn
kleinzoon Cornelis Rey(n)ers
en zijn achterkleinzoon Gerrit Cornelis Salm(s) het wapen Van Brakell.'
Deze
gevolgtrekking kan ik hier niet volgen. Zijn zoon kan de familienaam van zijn
adellijke moeder aangenomen hebben of minstens in een document als zodanig
genoemd zijn. Dit hoefde in die tijd geen uitsluitsel over de naam van de vader
te geven. Verder voerde Cornelis Reyners in zijn
wapen Van Brakel links (heraldisch rechts) wat op een vrouwelijke lijn duidt.
Aannemende dat het wapen op dat van zijn vader Reyner
Joosten gebaseerd was, is dat duidelijk; het verwijst naar diens moeder. De
andere kant van het wapen wijst dan op diens vader, Joost NN, het vertoont 3
antieke molenwieken (2-1).
Info 243 Aernt Peters de Gier wordt wel ten onrechte gelijkgesteld met Aernt Peters, secretaris van Zaltbommel, die genoemd wordt
in 1577 nadat deze Aernt Peters de Gier echter reeds
meer dan 25 jaar overleden was.
Info 244 De
kwartierstaat Hofstee-Neef zet een vraagteken bij de ouders van Lijsken, OV1995 (KS de Vries) niet. Reeks 78 op de Karel de
Grote page zet de vraagtekens bij verschillende voorouders. De reeks is niet volledig
bewezen, maar wel plausibel. Dit wordt als volgt aan het begin van de reeks
samengevat: "De lezer wordt met nadruk erop gewezen dat de onderstaande
reeks een paar "zwakke schakels" kent. Dit betreft namelijk de
afstamming van Lijsken Florisdr. Holl, generatie 24, overl. voor 1530, echtgenote van
Jan Petersz. van Muijlwijck. Zij zou
een dochter zijn van Gouwe Gerritsdr. de Hoghe (en haar echtgenote Floris Holl, schepen van
Gorinchem, overl. voor 1495)
afstammende van het Gorinchemse geslacht De Hoog.
Hoewel deze Gorinchemse filiaties de Hoghe in strikte zin niet bewezen zijn lijkt een afstamming
uit Van Arkel via bastaardij, hoewel niet bewezen, wel aannemelijk. In plaats
van deze reeks niet de vermelden op de Karel de Grote Site is er, bij
uitzondering, voor gekozen om dit wel te doen, doch vergezeld gaande met een
kritische noot. Uit reacties zou nl.
kunnen blijken dat deze "zwakke schakels" in werkelijkheid veel
sterker blijken te zijn of juist het tegenover gestelde, hetgeen dan ook gezegd
mag en moet worden. Reacties die meer duidelijkheid geven op bovenstaande
filiaties zullen, voor zover relevant voor deze specifieke filiaties, opgenomen
worden bij deze reeks." De reeks wordt hier overgenomen, uiteraard met
hetzelfde voorbehoud.
In
OV2011p296 schrijft B. de Keijzer over het onderwerp. Na nieuw onderzoek is het
niet houdbaar, dat Lijsbeth Florisdr. tot de genoemde familie behoort. Hij adviseert dan ook, de
betreffende interessante kwartieren maar beter te schrappen.
Info 245 Volgens Utrechtse Parentelen, deel I, blz. 131, is het niet onmogelijk dat
Philips Cornelisz. Vermaet
tweemaal getrouwd is geweest. Hierdoor is het niet 100% zeker of Helena de
moeder van Philips was. Wel had Helena volgens een legaat van 3 oktober 1600
meerdere kinderen van Philpis Cornelisz.,
waarschijnlijk is het daarom wel.
Info 246 Greidanus geeft als ouders van Willem Goossens aan: Goessen
Willems, als heemraad vermeld in 1497. Heeft 6 mg 5 hont
land in 1497 in de Reyerwaard, en Alydt
NN. Dit lijkt de grootvader van Ghoessen Areaensz te zijn, wat ook qua periode beter klopt.
Info 247 OV1991
(Kwst de Keijzer) geeft hier Henric
Besemer, overl. vóór 1492. De page Jan Bezemer geeft Heynrick
Jans Besemer, ovl. 1520 te
H.I. Ambacht, hoogheemraad, landpoorter, landbouwer. In OV1987 noemt De Keijzer
Hendrick Besemer te Oud-Alblas eveneens landpoorter
van Dordrecht in 1485, enige jaren later zou hij overleden zijn.
Info 248 Niet
bekend of de afstamming via de mannelijke of de vrouwelijke lijn verloopt. Jan Hugez kan de vader zijn van Jacob of van zijn niet met name
genoemde vrouw NN.
Info 249 De
vrouw van Adriaen was misschien een dochter van Gerard Adriaensz,
leenman van de Hofstad Putten voor het bij haar man genoemde leen. De
betreffende voorouders noemt Slijkeman op DJV blz.
288, zonder ze als kwartieren over te nemen.
Info 250 In een
overzicht noemt Schaep haar "Margriet Boot Willemsdr", maar op pag. 83 waar hij het echtpaar
behandelt staat "Woutersdr", wat plausibel
is. De genealogie Booth vermeldt de hier aangenomen
vader Wouter Booth als "landpoorter van Dubbeldam",
vermeldt echter geen kinderen.
Info 251 Ook
Heiltje Adriaanse Rock (Rocksnoer?) wordt als vrouw van Jacob Janz Mijs genoemd. In de KS Segboer is
ze de moeder van Cornelis Jacobs Mijs. De oorsprong
is waarschijnlijk de te vinden in de Nederlandsche Leeuw 1963k133, waar ze als
vrouw van Jacob genoemd wordt op grond van de vermelding van een weeskind Gielis Coppe Mijs
in 1542. Dit kan echter niet zoon Gielis zijn, die in
1509 reeds voogd is van zijn nichtjes, het moet een
andere generatie betreffen. De KS van Weel noemt als eerste vrouw Anna Gillis Knaptdr, waartoe echter volgens Mr. Rijndorp geen
aanleiding is, ook was ze veel jonger. Tenslotte noemt NL1959k61 Jacob Jacobs Mijs als stamvader, zonder zijn vrouw te noemen.
Info 252 In de
Kwartierstaat van Weel (GN1988) wordt ze Maria Jan Gijseldr
genoemd, waarschijnlijk als verkeerde conclusie uit het feit dat haar
halfzuster, die echter een natuurlijke dochter was, Barbara Jan Gijsels heette.
Info 253 R.J.P
van der Zalm schrijft in BRAp83: Ott Jans (van
Brakel) was vermoedelijk een kleinzoon van Johan Steeskenszoon
(de Oude) van Brakell en Gerritke
van Dynther en is vernoemd naar zijn oom Otto van Brakell Janszoon (vermeld in Het Bosch’ Protocol in de
jaren 1448-1450).
Was de
vermoedelijke grootvader van Ott Jans Johan (de Oude)
of Johan (de Jonge)? In een akte uit 1470 (zie blz. 73, noot nr. 193, Leenboeck Huys Braeckel) wordt
Johan van Brakell, gehuwd met ‘joncfrou’
Agnes, een zoon genoemd van Johan van Brakell. Met
deze Johan kan niet de zoon van Johan (V) van Brakell
en Catharina van Giessen bedoeld zijn, want deze was niet getrouwd en als
kanunnik verbonden aan de Hofkapel in ’s-Gravenhage. Was de echtgenoot van
Agnes de vader van Ott Jans?
Info 254 R.J.P.
van der Zalm noemt hem Joost op grond van een akte van 1551 waarin zijn dochter
als Geertrude Judoci (Joostdocher) aangeduid wordt. Hier is m.i
een vraagteken te zetten, daar in die tijd wel een vrouw met de naam van haar
man werd aangeduid, dus 'Gertruyt vrouw van Joost'.
Hij
schrijft verder: 'Het is niet ondenkbaar dat Joost van Brakell
een zoon was van Gheryt (Gerrit) van Brakell, vermeld in de jaren 1447-1464, kleinzoon van Steesken van Brakell en Catharina
van Asperen van Vuren en achterkleinzoon van Dirk van Brakell
en Elisabeth van Wieldrecht. Hiervoor pleiten de volgende argumenten: 1) Het
wapen van Cornelis Rey(n)ers
van Brakell en diens zoon Gerrit Cornelis Salm(s) -
kleinzoon en achterkleinzoon van Joost - bestond niet alleen uit twee afgewende
zalmen maar ook uit drie molenijzers. Dit wapen werd gevoerd door o.m het geslacht Van Wieldrecht. 2) Zowel een zoon als een
achterkleinzoon van Joost heetten naar hun (mogelijke) voorvader Gheryt, een voornaam die in de andere takken van het
geslacht Van Brakell weinig of niet voorkwam. 3) Gheryt woonde weliswaar in Sint Oedenrode,
maar bezat een ‘hofstat’ in Brakel.'
Het
argument van de wapenvoering lijkt me nogal ver gezocht, daar te ver terug in
de stamboom. Tevens lijkt geen van beide genoemde
geslachten met drie molenijzers te zegelen: Cornelis Reyners
zegelt met drie antieke molenwieken (2-1) en het geslacht Van Wieldrecht met
drie Andreaskruisjes (Strijen). Daar in het wapen van Cornelis Reyners van Brakel de zalmen rechts (heraldisch links)
staan wijst dit eerder op de vrouwelijke lijn. Het zou het wapen van zijn vader
Reyner Joosten kunnen zijn, wiens moeder immers een
Van Braeckel was. De drie molenwieken zouden op het
geslacht van diens vader Joost NN kunnen wijzen, zie de info aldaar.
Info 255 Waarschijnlijk een zoon van de hier vermelde Otto van Heukelom. Daar hij in 1416
reeds gehuwd was,
lijkt het uitgesloten dat hij een jongere broer was van Jan III
heer van Heukelom, die in 1414 nog minderjarig was.
Info 256 a. Van
der Loo noemt een dochter van Willem van Nesselrode als vrouw van Willem van Bernsau. dit wordt door Niederau duidelijk weerlegd, zie noot 11 op blz. 100.
b.Agnes van Eyll, weduwe van Lodewijk van Bernsau
levert bij een proces (1543/1566) een genealogisch schema, waarin als ouders
van Irmgard Dietrich van Bellinghoven en Gertrud van Hackfort voorkomen. De schema's differentiëerden echter tijdens het proces - waarschijnlijk
door onzekerheid over het voorgeslacht - waaruit de tegenpartij voordeel trok.
Info 257 L. van
de Loo noemt hem Bertram (Albert) II van Gevertszhain
gt. Lützenrode en zijn
vader Bertram (Albert) I, gehuwd met Agnes von Stryffen. Kurt Niederau noemt hem
Albert, terwijl zijn vader, groot- en overgrootvader eveneens Albert zouden
geheten hebben.
Info 258 In de
kwartierstaat De Keijzer als vermoedelijke
ouders genoemd: Ghijs Ghijsz.
en Batgen Doenendr.. Dito in KS Slijkerman,
DJV-Ip29, waar tevens de kwartieren van Ghijs en Batgen genoemd worden.
Deze worden hier (onder voorbehoud) overgenomen. Ook in OV2009 wordt niet
duidelijk of deze Ghijs identiek is met genoemde Ghijs.
Info 259 In de
Discussielijst Nederlandse Adel van 15.05.2004 betwijfelt Harry van Deelen of Hannaert wel de vader is van Cornelis Hannaert
Haspels.
Info 260 Verpachters van het in 1370 vermelde land zijn tot dan Jonkvrouwe
Lysebet van Bennebroec en Ghereit van Bennebroec, die het
land schenken aan Pieter den Hoesschen ten behoeve
van een kanunnikprebende in de Sint Pancraskerk te Leyden.
Jonkvrouwe Lysebet van Bennebroec was weduwe van Jan Arent van Bennebroec,
die het huis Ten Waerde te Leiderdorp overnam van
jkvr. Willem Mabelie van Oestgheest
Jansdr uten Waerde en haar zoon Jan uten Waerde, en zich eveneens Jan uten
Waerde ging noemen [NL1922, kol. 45].
In het
'Repertorium op de lenen van Hodenpijl, 1299-1753' is sprake van Allaert Hemenz. i.p.v. Allaert Heinenz. Uit de tekst blijkt dit een voor de hand
liggende fout te zijn, zonder vergelijking met het verdere schrift is geen
eenduidige interpretatie mogelijk. Na vergelijking met de verdere tekst kwamen
vier ter zake kundige unaniem tot de conclusie dat het Heinenz. moet zijn.
Info 261 van
Schijndel schrijft: "mogelijk huwde hij met Adriana van Herlaer". Volgens andere bronnen trouwde Adriana van Herlaer inderdaad een Jan van Ammelroy
(in 1498), maar deze was geboren in 1485 als zoon van Dirk van Ammelroy en Jvr. Rijnsharda van Neerven. (Wel is
de naam Van Herlaer sterk met Ammerzoyen
verbonden, zo blijkt in 1379 Arent van Herlaer heer
van Amelroyen te zijn geweest).
Info 262 Volgens sommige bronnen (EvO Oidtmann
II-383) trouwde Godefridus (1) op 1 Jul 1418 met
Catharina van Swalmen. Daar Catharina's vader Sigerus
van Swalmen voor 1365, dus al minstens 53 jaar gestorven was, moet deze
Catharina een oudere dame geweest zijn, geen mogelijke moeder van Joannes.
Info 263 KS
Karels geeft de naam Gerlof.
Info 264 KS
Karels geeft haar de de naam Mabelia.
In NL 2009 wordt ze Belye genoemd. Ze zal naar haar
grootmoeder Belij van Zuijlen
van Nijvelt genoemd zijn.
Info 265 Van
Baalen noemt als familienaam Schaert. Internetbronnen
geven wel Elisabeth Schaert, dochter van Pieter Schaert Dircxz en Maria Booth als vrouw aan, maar zonder bewijs.
Info
266
Voorgeslacht niet precies bekend. In 1329 wordt een Gijsbrecht van
Alblas vermeld, knape. In 1273 een Johan van Alblas,
zoon van Henrik van Alblas, knape in 1255, daarna
ridder, getrouwd met Agnes van de Merwede. Zijn ouders waren Otto van Alblas,
ridder, vermeld te Utrecht in 1219 en Badeloge N.
Anderzijds wordt Jan ook Besemer genoemd en is een
afstamming uit het geslacht Besemer niet uit te
sluiten.
Info 267 Balen
geeft Willem Cleysz Hallincq
als vader van Maria aan, met 8 oudere generaties plus echtgenoten. Dit is niet
bewezen. Simon van Leeuwen geeft in Batavia Illustrata
Claes Hallincq als vader van Maria aan, wat door Greidanus overgenomen wordt.
Info 268 Ouderpaar van Gijsbert wordt door het Van Maaren
Genootschap aangegeven, het bewijs heb ik niet kunnen vinden.
Info 269 Hein Allaertsz. is de vader van Allaert Heynenz. In de literatuur vindt men nogal wat
verkeerde interpretaties betreffende dit geslacht. Aan
Hein Allaertsz. wordt wel
een dochter Ane toegeschreven, die trouwde met Claes Toude,
waarmee hij in veel kwartierstaten voorkomt. Dit berust echter op een verkeerde
interpretatie van het kwartierwapen met twee zalmen op de grafsteen in 't Woudt, dat ten onrechte aan deze familie werd
toegeschreven.
Info 270 Op
02.04.1355 wordt hem de heerlijkheid Dongen overgedragen, beleend wordt hij
echter pas daadwerkelijk op 24.09.1357, wat op leenrechtelijke meerderjarigheid
wijst (12 jaar in Holland, 14 jaar in Brabant). Hij zou dus geboren zijn in of
kort voor september 1343 of september 1345. Uit andere gegevens volgt, dat
waarschijnlijk het Hollands leenrecht gegolden moet hebben, hij zal omstreeks
sept 1345 geboren zijn (Hans Vogels). Volgens NL1966k395 zou hij reeds in 1350 vermeld zijn: Willem van Dalem, de latere heer
van Dongen, wordt op 20.02.1350 bedacht door zijn grootvader Willem van
Duivenvoorde. Dit gegeven vind men in latere artikelen
niet meer terug.
Info 271 Hoewel
niet d.m.v.een document 100% bewezen dat Johan van
Salm daadwerkelijk de vader is van Sophia van Salmen,
zijn er voldoende aanwijzingen (o.a. het door haar gevoerde familiewapen. zonder breuk) dat zij tot deze familie behoort, waarmee
praktisch alleen Johan als vader in aanmerking komt. Schwennicke
verbindt haar via een stippellijn met Johan van Salm (ES IV-93). B. de Keijzer
zet in de kwartierstaat Van Dalem van Dongen-van Besoyen (KNGGW
Kwartierstatenboek 2000, blz. 212 ) Johan van Salm als
vader tussen haakjes. Verder geeft hij als moeder NN aan, rekening houdend met
de mogelijkheid, dat Sophia wellicht een buitenechtelijke dochter was. In een aaanvulling in de Nederlandsche Leeuw van 2020 op het
Kwartierstatenboek 2000 komt Ben de Keijzer toch weer terug op Philippa van
Valkenburg als moeder van Sophia. Het kwartierwapen Van Diest op een praalgraf
in Den Haag voor Sophia's moeder zou een vergissing zijn. De namen van Sophia's
kinderen wijzen duidelijk op Van Valkenburg (Roelof, Jan, Philippa, Beatrix,
Simon(e) en Ermzout). Roelof van Dalem zou in dat
geval zijn dochter Odilia naar zijn tante Odilia van Salm, dochter van Johan en
Philippa, echtgenote van Jan III van Polanen, hebben genoemd. De oorsprong van
de naam Sophia is daarmee niet opgelost. Mogelijk zou Sophia's overgrootmoeder,
de vrouw van Hendrik van Voorne, Sophia geheten kunnen hebben. Ze wordt in de
regen (Aleydis) van Cuyk genoemd, haar voornaam is
echter onbekend en de naam Aleid komt in heer nageslacht
niet voor. Op grond van deze nieuwe gegevens heb ik Philipp(in)a van Valkenburg
(weer) aan de kwartierstaat toegevoegd en wel met een sterretje. In een
discussie op de Lijst Nederlandse Adel in december 2004 meende Hans Vogels dat
Philippa hoogstwaarschijnlijk wel de moeder van Sophia geweest is, daar haar
wapen ongebroken is. Als vader van Sophia dient zich echter geen andere Van
Salm in de betreffende periode aan, waarmee - ook volgens H. Vogels - Johan
vrijwel zeker als vader van Sophia beschouwd moet worden. Het sterretje bij
Johan heb ik daarom intussen verwijderd.
Info 272 Overl. 1460 volgens ES NF VII-52.
Info 273 PromXVIIp231 geeft NN van Elter. ES NF VII-50 noemt
hier Johanna van Elter, vermeld 1399/1451, met zelfde
ouders. ES NF VII-52 (von Elter)
geeft echter Margaretha (en een andere man voor Johanna).
Info 274 De
hier genoemde ouders van Johan IV van Schoonhoven zijn ontleend aan l'intermediaire 4/1961p114. Dit komt overeen met de
genealogie Van der Aa in GvdAA. Dit in tegenstelling
met verschillende (internet-) bronnen, die als zijn ouders Jan van Aarschot van
Schoonhoven en Johanna van Diest aangeven. Eveneens in ES VII-138.
Info 275 Op 25
mei 1428 vestigt Jan een douarie op zijn aanstaande echtgenote jonkvrouw
Liesbeth van Corsworm (dochter van Arend) op zijn dorp ende goede van Sundert.
LH 396 f. 159r-v
Info 276 Van
Baalen noemt een Maria van Starrenburg als vrouw van Govaert van Beaumont,
hiervoor is echter in contemporaire bronnen geen
enkele aanwijzing gevonden.
Info 277 Voorouders van Willem Cleys Hallincq
volgens Matthijs Balen (niet bewezen):
- Cleys Heynsz Hallincg, tresorier 1350 in
Dordrecht.
- Heyn Cleysz Hallincg, schepen 1324, tresorier 1332 Dordrecht & Margrieta
Wouters van Genderen
- Cleys Hermansz Hallincg, schepen van Dordrecht & Maria van Ratingen
- Herman Willemsz Hallincg & Christina
van Wingerden
- Willem
Jansz Hallincg & Catharina Duyk
- Jan Cleysz Hallincg, schepen anno
1294 in Dordrecht & Cornelia van Amerongen
- Cleys Jakopsz Hallincg,
schepen anno 1270, tresorier anno 1300 in Dordrecht
& Kornelia Aarnts van
Egmond
- Jakop Hallincg, vermeld 1240
& Elisabeth Jansz van de Merwede
Info 278 In
OV1963 is hij ridder of schildknaap omstreeks 1466, wat niet overeenstemt met
NL2002, waar zijn vrouw in 1452 weduwe is.
Info 279 De
ouders van Otte zijn niet 100% bewezen.
Info 280 De
bron, "De genealogie van het Utrechtse Geslacht Taets
van de Maern" geeft nog een reeks verdere
voorouders aan, die bij gebrek aan bewijs (voorlopig) niet in deze
kwartierstaat werden opgenomen:
- Zweder vander Maern, Hij trouwde met Alyt van Darthuysen.
- Johan vander Maern, ook bekend als Jan,
ovl. voor 27.09.1403, Hij
trouwde met jvr. Margriete
Baert.
- Willem vander Maern, Richter in zijn
gerecht te Heyencoop 1343. Hij trouwde met Stijne van Wijck.
- Wilhelm
Gerards Taats van Voorne, Famulus (= knaap) convent
St. Catharina, Utrecht.
- Gerard
Taats van Voorne, Hij trouwde met NN van Ruwiel.
- Willem
Gerards Taets van Voorne, Heer van der Maerne, ridder. Domus Wilhelmi de Voirne ad pontus de Marne.
- Gerard Taetse van Voorne, begraven in Utrecht, St. Nicolaaskerk
(in het koor), Hij trouwde met NN van Wulven.
- Gerard
van Voorne, Ridder 1271, 81, had zijn gerecht in 1278 te Breukelen (Justificarius in Broiclode anno
1278).
- Gerard
van Voorne, Ridder, ministerialis, heer van Voorne.
- Willem
van Voorne, geb. ca. 1120, Hij trouwde met Rysela.
Info 281 De
afstamming van zijn dochter Ursula blijkt uit volgende leenopvolging:
(Leenkamers van Blois 1282-1650: Nr
55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam):
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan
liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht
op.
15-3-1502:
Crispijn Jansz. voor Anna van Foreest bij dode van
Herbaren, haar vader.
Grafelijke
lenen in Rijnland 1222-1650: Nr 313. Het ambacht van
Foreest met tienden, land, en gerecht:
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader
15-3-1502:
Crispijn Jansz. voor Maria van Foreest bij dode van
Herbaren, haar vader.
18-3-1502:
Jacob van Borsele voor Ursula van Foreest, zijn vrouw bij dode van Herbaren,
haar vader.
Info 282 Zij
was waarschijnlijk de vrouw van Otto II van Heukelom, komt echter als zodanig
alleen voor in J.W. des Tombe: Het geslacht van de Boetzelaer,
Kwartierstaat D5 (GrJ).
Info 283 In
NL1975 en NL1927 wordt ze een dochter van Wolfert I van Borselen
genoemd. Dit is echter op chronologische gronden nauwelijks mogelijk en ook de
voornaam Sybelia zal ze eerder van haar grootmoeder
geërfd hebben. ES XVIII geeft dan ook Wolfert II als vader aan. Ook Zondervan
is deze mening toegedaan (NL1993k499).
Info 284 Aander-Heyden noemt haar Agnes (zonder familienaam), vermeld 1402. (Hij noemt
welliswaar geen dochter, die met een van Bernsau trouwt, maar in het algemeen zijn zijn gegevens betreffend dochters zeer spaarzaam). ZBG
noemt haar Agnes von Brakel. Het zal hier het Duitse
geslacht von Brakel betreffen, niet hetzelfde als het
Nederlandse geslacht van Brakel. Zo wordt reeds in de
12e eeuw een Werner III von Brakel vermeld,
1177/1203, Herr von Brakel,
Vogt von Heerse.
Info 285 Aems nakomelingen nemen de naam van der Burch
aan, met het wapen met een rechter schuinbalk. Drs. J.F. Jacobs meent, dat dit
niet oorspronkelijk te beschouwen is, daar de broer van Aem,
Aernt Tou Hendricikxz met een linker schuinbalk zegelt.
Info 286 In Gens Nostra 1988, blz. 221-244
"BESEMER/BEZEMER een Schiedams geslacht" wordt slechts een mogelijke
afstamming van de Esslingse Besemers
genoemd, deze verbinding is niet zeker.
Info 287 Volgens Fahne (1848) was hij de vader van
Eustachius, deze lijn wordt hier gevolgd. Latere onderzoekers als Strangle (1866) en De Bavy (1937/42)
geven andere - en vooral langere - afstammingslijnen, in het laatste geval gaat
de familie zelfs terug op Arend van de Goes (ovl. voor 1100), heer van Nerven, een geslacht op Zuid-Beverland
met hetzelfde wapen als van Borsele. In ieder geval zijn de generaties voor
Eustachius niet volledig door acten belegd.
Info 288 Volgens ES VII-5 overleed Jean III de Rochefort 20.9.1408, alle
internetbronnen geven echter 28.9. evenals ES
XVII-51(Walcourt).
Info 289 Niet
te verwarren met (zijn oom) Willem van Schoonhoven die op 21.12.1374 zegelt met
een schild met 4 lelies 3:1 en een barensteel van 3 hangers over alles heen,
helmteken een antieke helm, dekkleed, top 2 hoorns. Randschrift: SIGILLUM *
WILLELMI * DE *SCOENHOVEN *. Het betreft een kwitantie i.v.m. geleden schade bij de slag
bij Baesweiler
(1371), waar Willem kennelijk gevangen werd genomen.
Info 290 Clementia wordt in "Utrechtse Kastelen en Ridderhofsteden" van B.Olde Meierink onder "Oud Amelisweerd" als zuster van Herman van Lockhorst
betiteld, ze zou een nichtje i.p.v. een kleindochter van Herman van Lockhorst
zijn, wat niet in overeenstemming lijkt te zijn met de leenprotokollen
en met Booth.
In Utechtse Ridderhofsteden van Wittert van Hoogland en in Kastelenboek Utrecht van Bardet zijn de familieverhoudingen onder "Wulven"
juist, d.w.z. in overeenstemming met de leenprotokollen
en Booth, aangegeven.
Info 291 In het
artikel van Beelaerts van Blokland in De
Nederlandsche Leeuw van 1944 wordt ze "Catharina Hendriksdr
van Weede" genoemd. Dit in navolging van
Matthijs Balen, die spreekt over "Jonkvrouw Catharina van Weede, dochter van Hendrick van Weede,
knape". Daar zij in de Dordtse archieven niet
als zodanig voorkomt, zal hij op grond van de naamovereenkomst Hendrik als
vader aangenomen hebben. B. de Keijzer toont in OV1996 aan, dat ze een zuster
geweest moet zijn van genoemde Hendrik van der Weede,
die in 1403 het leen te Zwaluwe van zijn vader overleden Liefman
Willemsz overneemt en "neef van de
leenheer" wordt genoemd.
Info 292 Voor
dit huwelijk was dispensatie nodig, die echter niet vermeld is. Vermoedelijk
zijn de kinderen uit
dit 2e huwelijk van Zweder vanwege de
niet verleende dispensatie vóór het huwelijk geboren. Zo treedt op 22.02.1397 Zweder van Heenvliet op voor Adrien,
zijn kind bij Lijsbeth Jansdr. van Cattendijke, hetgeen wijst op bastaardij. Ook
bastaarddochter Maria van Heenvliet is waarschijnlijk een voorkind uit deze
relatie. Het is echter niet uitgesloten, dat Maria een dochter van de derde
echtgenote is (GrJ).
Info 293 Volgens OV1963 is Pieter Bartemeusz de vader van
Willem Pietersz van Steenhuijzen.
In OV1972 wordt echter gezegd, dat Pieter Bertelmeusz
van Steenhuijsen geen zoons gehad zou hebben. Verder worden als
ouders van Pieter Bertelmeusz in GrJ
en OV1963 verschillende personen genoemd (Bertelmeus Aelbrechtsz resp. Dircksz.,
waarbij Dirck een zoon van Aelbrechts
broer Jacob zou zijn). Op grond van chronologische overleggingen nemen we de
eerste versie als waarschijnlijker aan. Het is echter niet uitgesloten dat er
meer paralelle takken van hetzlefde
geslacht bestaan hebben.
Info 294 In
OV1963 wordt de vrouw van Pieter "Joffre van Bijland" genoemd. Niet duidelijk, of dit dezelfde is
als de door GrJ genoemde Katrijn (Pieters), of dat
het een verwisseling betreft met Pieters schoondochter Margriet Franckensdr van Bijland.
Info 295 Dit
echtpaar is ontleend aan de Kwartierstaat de Bruijn, nog niet geverificiëerd. Als vader van Wormbout noemt hij Tielman van Ratingen, schepen van
Dordrecht, vermeld in de rekening van 1326, zoon van Wormboud van Ratingen, ovl. voor
1312. Schaep noemt Beatrix een dochter van Wormboud
van Ratingen.
Info 296 Mr.
R.A. Rueb vermoedde in zijn bijdrage in Tussen De Voorn en Loevestein 1969 blz.
26 een Staes van Hemert, schepen Zuilichem 1463, als
link tussen Jhr. Gijsbert van Hemert en Dirck
Bastaard van Hemert. Volgens nieuwere gegevens van mevr. Trees Blom was dit
echter de bastaard Gijsbert van Hemert.
Info 297 Leenkamers van de graven van Blois 1282-1650: Nr 55. 19 maden buitendijks land bij Zaandam:
31-1-1447:
Herbaren van Foreest,
19-9-1459:
Willem van Foreest bij dode van Herbaren, zijn oom.
13-2-1473:
Herbaren van Foreest bij dode van Willem, zijn vader; het leen zou in Oostzaan
liggen en de weduwe van Herbaren van Foreest, zijn tante, heeft er lijftocht
op.
Info 298 V&L
noemt hem Arend de Cock van Delwijnen.
Info 299 M.J.Waale schrijft: ´Het
is mogelijk dat, zoals Groesbeek stelt, Goedekende
stamvader was van het het geslacht De Hoog, omdat in
1413 een Frederik de Hoge Godensz. vermeld
wordt als hoogheemraad van de Alblasserwaard en zegelt met een van Arkel
afgeleid wapen, namelijk met twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken met een
bastaard schuinstreep.´ (bron NL2000k25, KdG reeks
78).
Info 300 Greidanus geeft ca. 1265 als geboortedatum. Dot kan niet kloppen, als zijn
ouders 1271 trouwden (contrakt). Daar hij in 1309
ridder etc. werd, kan het rond 1275 zijn geweest.
Info 301 Gijsbert trouwde waarschijnlijk met een dochter van Johan van Cuyk. Ook
Elisabeth van Stralen, dochter van Arnoud, voogd van Stralen, wordt wel als vrouw van
Gijsbert genoemd (J.W. des Tombe).
Info 302 L. van
de Loo geeft als echtgenote: Nesa van Steijne, erfgename van Stein. Hier wordt ES VII-152
gevolgd. Op de lijst Duitse Adel van 20.09.2006 schrijft Karsten Schneider: "Lt. telefonischer Aussage
von Alfred Blömer, recht bekannter Familienforscher aus Mönchengladbach, kann
die Frau von 16. Johann von Nesselrode aber unmöglich eine vom Steyne aus dem genannten Hause sein. Seiner Meinung nach -
und so von ihm auch mit Begründung veröffentlicht (ich meine in seiner Schrift
zur Familie Strommenger) - handelt es sich hier um
"eine einfache Landadlige" namens Agnes von Lohmar, über deren
weitere Herkunft nichts gesagt werden könne".
Info 303 Van
Beek en Maris noemen hier Roelof I van Dalem, zoon van Arnoud I van Noordeloos.
KS2000 noemt hier Floris van Dalem, waarschijnlijk een zoon van Jan van Dalem.
Naar mededeling van Ben de Keyzer was de vroegere lijn van Dalem niet correct,
er zal hieromtrent een artikel in de Nederlandsche Leeuw verschijnen. Hans
Vogels noemt hem Floris II van Dalem (Discussielijst Ned. Adel 12.12.2008 en
04.01.2017).
Info 304 N.L.1959p462/63:
Catharina van Polanen, dochter van Philips van Polanen en Lijsbeth
van der Made, tr. op of voor
24.1.1372 met heer Jan van Buren Ottenszoon.
Info 305 Dat
zij een bastaarddochter en geen wettige dochter was, is gegrond op het feit dat ze haar dochter
Catharina noemt, waarschijnlijk naar haar moeder Katherine, zeker is dit echter
niet.
Info 306 Overleden volgens sommige bronnen in 1387, zeker voor 29.08.1387. Volgens Greidanus overleden voor ca. 1365, want de oudste zoon van
Aleida van Borselen en haar 2e man Jan van Cruiningen was ridder in 1393 en hun kleinzoon werd ca.
1389 geboren.
Info 307 In
OV1963 wordt Bertelmeus een zoon van Dirk en
kleinzoon van Jacob van Steenhuze genoemd. Wij volgen
hier Greidanus die hem een zoon van Jacobs broer Aelbrecht noemt.
Info 308 Schaep vermeldt de echtgenote van Cornelis Booth
niet. De genealogie Booth noemt een vd Merwede, echter zonder ouders. De aanname baseert op
gegevens van Matthijs Baalen is echter niet door documenten belegd. In
verschillende kwartierstaten is ze een dochterf van Daniel Godschalcks
van der Merwede. Daniel leefde echter nog in 1288, hij en zijn broer waren toen
getuige bij het opmaken van het testament van hun moeder. Volgens de stichting
"van der Merwede" heeft Daniel geen kinderen nagelaten (mededeling
Phil ter Heide, namens genealogisch team familie Boot).
Info 309 Het
staat niet vast, dat deze Goossen een zoon van Goossen van Rossum en Margaretha
van de Wateringe is. Het is echter zeer
waarschijnlijk, aangezien zijn zoon Johan heer Goossensz.
in 1413 beleend werd met Tedinxweert,
dat in het bezit geweest was van Goosen van Rossum uit de vorige generatie.
Info 310 Verdere gegevens over de afkomst van Sophia van Amstel zijn onbetrouwbaar.
(Mogelijk was zij een dochter van Gerard van Amstel, zoon van Jan van Amstel,
zoon van Gijsbrecht IV van Amstel.)
Info 311 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel,
dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze
Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de
hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info 312 Volgens NL2004 waarschijnlijk een kleindochter van Willem van Strijen, NL19387
en OV1973 geven als (vermoedelijke, OV) schakel met Willem het hier genoemde
echtpaar van Striene-van Wieldrecht aan. Greidanus (I) geeft geen voorbehoud betreffend haar ouders
aan. In deel II wordt op bron DORp250 gewezen, waarin wordt betwijfeld of
Thielman ver Mathildenzone uit het geslacht van
Strijen stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette
en de heren van Strijen anders verlopen.
Info 313 ES
geeft Johan van Dollendorf tussen haakjes als
(vermoedelijke) vader. Deze was getrouwd met Lucia van de Neuerburg,
erfdr. van Esch, dr. van
Frederik III. Volgens oudere geslachtstafels was deze Lucia de eerste vrouw van
Philips II van Vianden en de moeder van Adelheid van Vianden, die dan als eerste man Johann von
Dollendorf en als tweede Otto II van Nassau gehad zou
hebben. Dit is een misvatting op grond van een (door Walther Möller") verkeerd gelezen oorkonde. De juiste
verhoudingen volgen uit het artikel van B.M. Kamp in NL1998k274. In RV1954p531
vermeldt Heinz Renn, dat de zoons van Johan van Dollendorf weliswaar bekend zijn, dat de bronnen echter
over eventuele dochters zwijgen. Daar de zonen Gerlach en Godfried tussen 1325
en 1332 resp. 1359 vermeld worden, past Maria wat leeftijd betreft zeer goed in
dit gezin (de eerste vrouw van Godfried II van Sayn,
Sophie van Volmestein, overleed 1324). Maria wordt
weliswaar pas vanaf 1345 vermeld, maar was eerst nog gehuwd met Gerhard van Greifenstein. Ze was vrijwel zeker een dochter van het hier
genoemde echpaar, te meer daar nauwelijks een
mogelijk alternatief ouderpaar voorhanden is. Wel is een 4e/3e graads (werd gerekend als 4e graad) verwantschap voorhanden
via Hendrik II van Isenburg (+nach
29.09.1278) en Mechtilde van Ahr Hochstaden,
waarvoor een dispensatie nodig zou zijn geweest. Of deze gegeven is, is me
onbekend.
Info 314 Vaak
wordt hier Margriet Willemsdr van Foreest als vrouw
van Adam genoemd. Volgens nieuwe inzichten was Margriet niet uit de familie van
Foreest. Dit werd aangenomen op grond van het wapen met de dwarsbalk. Volgens
drs. J.F. Jacobs is dit wapen van Machteld Dircksdr
van der Hoorn (GrJ deel II).
Info 315 Het
ankerkruis als wapen aan IJsbrant Dircxs
werd aanvankelijk verklaard uit het feit dat zijn moeder Aegt
uit het geslacht van Oegstgeest stamt. In deze familietak was de naam Van
Oegstgeest reeds vier geslachten eerder via de
vrouwelijke lijn vererfd, namelijk via (Aleid) van
Oegstgeest (dochter van (Willem) van Oegstgeest naar haar zoon Willem van
Oegstgeest. Dit geslacht zegelt echter niet met het ankerkuis
maar met een wapen uit de mannelijke lijn. Aannemelijker is de these dat het
ankerkruis uit het geslacht van Dirck Allaertsz. stamt, een telg uit het
geslacht van Oestgeest.
Info 316 Het
bestaan van Catharina van Foreest wordt in één van de excursiones
op de Karel de Grote page door Maarten van der Tas in twijfel getrokken. Na
bestudering van "de door de heren C. Hoek en J.C. Kort gepubliceerde
repertoria op de leenkamers alsmede de duizenden acten in regestvorm vervaardigd door de heer C. Hoek,
verschenen in Ons Voorgeslacht", concludeert hij dat zij niet heeft
bestaan. Hij heeft echter aan de schriftelijke familieoverleveringen geen
aandacht besteed. In de archieven van de Hoge Raad van Adel vinden we het
origineel van de "Afcompste van die Van der Meer
van Berendrecht met heuren magen ende verwanten. [...]
Anno 1593" van "Arent van der Meer van Berendrecht, advocaet in den Hoove van Hollandt". Daarin wordt de grafzerk van Aernt Vranck Lambrechtsz.z. / Aernt Vranckenz. uit het begin van de zestiende eeuw met het wapen
"Foreest" van zijn moeder "Catharina van Foreest"
beschreven, maar van het wapen van zijn moeders moeder wordt enkel gezegd dat
het door afslijting onherkenbaar geworden is. Hij probeert dus niet zijn
geslacht een hogere status te geven door als zijn moeders
moeder de naam Cuser te vermelden, wat een
aanwijzing is dat het er niet om ging een zo aanzienlijk mogelijk voorgeslacht
te laten zien. Dit vergroot de geloofwaardigheid van het docukent.
(J.F. Jacobs).
Info 317 Met
zekerheid was Jan I een kleinzoon van Jan IV van Aerschot
en Maria van Coudenberg. Over zijn ouders zijn
verschillende versies in omloop, o.a. Gerard van Aerschot
en Margarethe Was. Het meest waarschijnlijk echter is
de hier vervolgde versie, dat Jan een zoon was van de stamhouder in de
hoofdtak, Jan V van Aerschot Schoonhoven. Dan klopt
ook het feit dat Jan VII uit de hoofdtak hem als 'oom' aanduidt. Anders zou hij
een achteroom geweest zijn.
Info 318 Mechteld van Montenaken wordt in het Stootboek
(1350-1374) de zuster genoemd van de burggraaf van Montenaken,zonder
nadere aanduiding welke burggraaf het beteft. 'Les d'Arschot de Schoonhoven' noemt op blz. 87 Mechteld (Mathilde) een dochter van Willem van Montenaken en Josine (Cunegond)
de Dave. Ook volgens Auguste Kempeneers in zijn 'L'ancienne
franchise et l'illustre famille
des vicomtes de Montenaken'
was Mathilde een dochter van burgraaf Willem, en dus de zuster van burgraaf
Jan. Tevens noemt Heliau (1791) in Jacques De Hemricourt in 'Miroir ded nobles de Hesbaye'
op blz, 207, noot h, Mechteld
een dochter van Willem en een zuster van de drie broers Jan, Godfried en
Boudewijn. Al deze gegevens hebben vermoedelijk dezelfde (foute) bron. In de
discussie op LNA bleek Jan waarschijnlijker als vader van Mechteld.
Willem is op chronologische gronden als vader practisch
uitgesloten.
Info 319 Sommige bronnen geven 1338 vanwege de "huwelijkse voorwaarden", dit
betreft waarschijnlijk de genoemd acte van Donderdag na St. Remeysdag
1338. Het huwelijk zal volgens Hans Vogels waarschijnlijk een dikke 10 jaar
eerder gesloten zijn.
Info 320 Filiatie met haar vader Gerit niet bewezen maar zeer waarschijnlijk. Greidanus noemt Gerrit van Heemskerk (1331, 1351) als
onbewezen vader. Volgens Booth had zij een zoon
Gerrit. Bovendien wordt in 1318 een Agnese heer Gerritsdr. van
Heemskerk vermeld, die een (half?)zuster van Gerrit zal zijn geweest en naar
wie Agnese genoemd kan zijn. zie GrJ
Deel I blz. 697.
Info 321 In
NL1994 toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde
in eerste huwelijk getrouwd was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede
huwelijk met Otto van Buren. Hun kleinzoon noemt hij abusievelijk
'Bartholomeus' van Buren. De naam
Balthasar van Buren staat echter vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).
Info 322 Ze was
volgens traditionele opvatting een dochter van het hier genoemde echtpaar
Gijsbert Both en Margriet van Arkel. Op grond van de chronologische problemen
(een serie erg jonge huwelijken) wordt wel gesteld, dat ze een dochter van
Gijsberts oom Hendrik Both geweest moet zijn. Greidanus
ziet geen probleem, daar hij haar moeder uit het eerste huwelijk van Jan III
van Arkel laat stammen. Maar ook een afstamming uit het eerste huwelijk lijkt
chronologisch mogelijk. Vermeulen, die haar moeder uit het tweede huwelijk laat
stammen, meent dat Margaretha van Arkel maar één dochter, Johanna, had, overigens zonder sluitend bewijs.
De hier gevolgde lijn is dus vrij onzeker en wordt bij Kunigonda
van Virneburg onderbroken. De voorouders van Arkel
komen reeds op andere wijze in de kwartierstaat voor.
Info 323 De
twee gegevens over Berta van 1333 en 1342 werpen de vraag op of de
overlijdensdatum van Bertha correct is. Ook in een akte van 6 april 1326 worden
Steesken en Bertha (‘Eustatius genoemd Stesken de Brakel en zijn vrouw Bertha’) vermeld. Zij
verkochten op die dag een stuk grond in Esch aan een zekere Gossuinus
Steenwech. Dit kan weliswaar een andere Bertha zijn,
daar Steesken mogelijk nogmaals getrouwd geweest zou
zijn met een Bertha. Vanwege de vele Steeskens in
deze stamboom blijft onzekerheid hieroveer bestaan.
Info 324 Bij de
leenopvolging duikt de vraag op, of Jan van Hemert en Johan van Hemert niet
dezelfde personen geweest kunnen zijn. De leenopvolging vindt niet "bij
dode van" plaats. Ook is de generatieduur vrij kort.
Info 325 [Lysbeth of Agnes] van Herlaer,
zoals de vrouw van Johan van Hemert reeds bekend was (input Trees Blom), moet
zeer waarschijnlijk een dochter van het hier genoemde echtpaar en een zuster
van Johan van Herlaer van der Hoele
haar broer geweest zijn. Dit blijkt met name uit volgende gegevens betreffend
de leenopvolging van Delwijnen:
a) Volgens
leenakte Gelre van 10 maart 1394 (Staatsarchief Düsseldorf) ontvangt Johan van Herlaer van der Hoele het
dagelijks gericht van Delwijnen en de helft van het dagelijks gericht van
Kerkwijk en 8 mg land aldaar, zoals zijn vader, heer Jan van Herlaer, dat placht te houden als Zutphens leen. Volgens
het oudarchief Nederhemert blijkt op 03.05.1451
Gijsbert van Hemert (zoon van [Lysbeth of Agnes van Herlaer]) heer van Delwijnen en half Kerkwijk te zijn, als
hij deze heerlijkheden samen met Nederhemert afstaat aan zijn zoon ridder Jan
van Hemert in verband met diens huwelijkse voorwaarden (V&L1968p211).
b) Onder
"Leenhoven van de heren van Vianen" in OV1985p424, wordt eveneens het
dagelijks gerecht van Delwijnen genoemd: 6-3-1403: Johan van Herlaar zoals van Gelre, dan tussen 18-7-1424 en na
18-3-1431 (hulde) Johan van Herwijnen, dan 12-4-1447: Jan van Hemert
Gijsbertsz., heer van Hemert, neef van de leenheer, zoals heer Gerard, heer van
Meerwijk, en heer Jan van Herlaar, diens broer, die
hielden van Ameide, na verzuim.
Hoewel de
gegevens onder a) en b) zich niet geheel dekken, wijzen ze beide erop, dat de
van Hemerts Delwijnen uiteindelijk - hoewel niet direct - kregen van Jan van Herlaer, die ook chronologisch als vader van [Lysbeth of Agnes] van Herlaer in
aanmerking komt. Ook is de naam Agnes in deze familie niet vreemd.
Een "Lysbeth van Herlaer heren Jansdr.
van Herlaer en van der Heule"
trouwt in 1395 met Vrederic van Draeckenborch
(NL1950k222). Daar Jan van Herlaer ca. 1358 trouwde,
zal zij niet zijn kleindochter maar vrijwel zeker zijn dochter geweest zijn. Ze
was dan een zuster van de vrouw van Johan van Hemert, wat impliceert dat de
vrouw van Johan eerder Agnes dan Lysbeth geheten zal
hebben.
Info 326 Uit
verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon
van Arnt van Hodenpijl te
zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De kerkkorentiende en de loecwerftiende.
13-2-1355:
Heer Arnt van Hodenpijl
ontvangt het door hem verbeurde leen terug
23-8-1376:
Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van jonkvrouwe
Machteld van Heemstee
- -1390: Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand
24-11-1406:
Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl
Deze
leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het
ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de grootvader van Dirck.
Info 327 Zie
Genealogische en Heraldische Bladen ,jrg.8 (1913), blz.345. Dit huwelijk
verklaard de namen Frederik, Christina en Berta in het gezin van Gijsbert maar
niet de voornaam Willem voor de oudste in leven gebleven zoon. Mogelijk was
Gijsbert de Coc wel tweemaal gehuwd. (Hans Vogels op Disc.lijst Ned. Adel 2013). De verdere gegevens stammen van
Groenendijk in AQV.
Info 328 De
ouders van Otte zijn niet 100% bewezen.
Info 329 Schatting Hans Vogels.
Info 330 Hendrik trouwde waarschijnlijk met NN van Putten (Greidanus),
bij ES NF VIII-35 geen voorbehoud.
Info 331 Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus
losbladige aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels.
Volgens de traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe
onderzoekingen hebben aangetoond, dat zij in navolging van oude kronieken in de
verkeerde tijd en op de verkeerde plek in de Arkel-stamboom is geplaatst. Deze
visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn, ook in de
Nederlandsche Leeuw 2000 kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als echtgenote
genoemd. In de NL2005 kol. 292-302 is dit intussen door B. de Keijzer
gecorrigeerd.
Info 332 In
bron DORp250 wordt betwijfeld of Thielman ver Mathildenzone
uit het geslacht van Strijen stamt. In dat geval zou deze link tussen Lisebette en de heren van Strijen anders verlopen.
Info 333 Op
grond van het wapen met 2 zalmen op de grafzerk in 't Woud was een dochter van
Heyn Allertsz aangenomen. Volgens nieuwere inzichten
was dit echter het wapen van Jan Symonsz.
Info 334 Uit
verschillende leenopvolgingen lijkt Dirck een zoon
van Arnt van Hodenpijl te
zijn, bv. repertorium op de grafelijke lenen in Maasland (OV1970): De kerkkorentiende en de loecwerftiende.
13-2-1355:
Heer Arnt van Hodenpijl
ontvangt het door hem verbeurde leen terug
23-8-1376:
Dirc van Hoedenpijl bij dode van zijn vader, behoudens de lijftocht van jonkvrouwe
Machteld van Heemstee
- -1390: Dirc van Hodenpijl, wonende te Rijswijck, met ledige hand
24-11-1406:
Jan van Hodenpijl bij dode van zijn vader heer Dirc van Hodenpijl
Deze
leenopvolging vindt men talloze malen in de registers, o.a. ook voor het
ambacht van Hoedenpile, 66 morgen. Arnt is echter niet de vader, maar de grootvader van Dirck.
Info 335 In de
literatuur heerst geen overeenstemming over de ouders van Alyt,
waarschijnlijk was ze een dochter van Jan van Hodenpijl.
Info 336 Mogelijk huwde hij met een dochter van Everard de
Wilde.
Info 337 Verbinding met het geslacht van Berlaer vermoed op
grond de mogelijke afkomst van de heerlijkhied
Zundert in het geslacht Van Schoonhoven. De twee bestaande theorieën omtrent deze afkomst (van Coudenberg
en van Montenaken) bleken geen steun in de originele
documenten te vinden. Hans Vogels vond een plausibele mogelijkheid in de
verbinding met Van Berlaer, daar deze reeds belangen in Zundert hadden. Het verklaarde ook de twee
zonen met de naam Jan. Crooenen noemt geen dochter
Agnes bij Jan II Berthout, wel hiieft diens zoon
Lodewijk II een dchter Agnes, die naar haar vernoemd
zou kunnen zijn.
Info 338 Zij
was mogelijk een Van Mierlo of een Van de Bosch. Gerard van der Aa treedt op
als borg voor Hendrik van Mierlo, de zoon van Gooswijn van Mierlo en mogelijk
Elisabeth van den Bosch. Gezien het tijdstip van optreden zou Gerard gehuwd
kunnen zijn met een zuster van Hendrik van Mierlo met de naam Elisabeth. Haar
vader Gooswijn brengt dan de naam Goossen binnen de familiie
van der Aa. Er wordt melding gemaakt van een Elisabeth van den Bosch ( Lyze dicte
van den Bosghe), op 16.03.1298. Of deze Elisabeth nu
dezelfde is als de vermoede echtgenote van Gooswijn van Mierlo of een andere is
niet duidelijk. Deze Elisabeth zou een dochter kunnen zijn van heer Gooswijn
van den Bosch, ridder. Ook hier weer de mogelijkheid van doorgeving
van de naam Goossen bij de familie van der Aa. Zie voor meer informatie GvdAA.
Info 339 Niet
zeker of Hendrik een zoon van Margarethe van Scharpord is, zoals meestal verondersteld, of van NN van
Brederode, de hypothetische 2e vrouw van Jan van Renesse volgend Hans Vogels.
Info 340 Mr.W.W.van Valkenburg schrijft in zijn artikel "De voorouders van Z,K.H,
Claus prins der Nederlanden" in NL1966, kol. 141 betreffend Aleid van Lichtenberch:
"Deze laatste was dochter van Jacob van Lichtenberch
ridder heer van Rhijnauwen, Lichtenberg en Vinningen, schout 1343-45 en schepen 1311,13,16 en 20 van
Utrecht, en Machteld Uten en kleindochter van Jacob
van Lichtenberch heer van Lichtenberg, erfschepen van
Utrecht, in 1304 bij onlusten aldaar vermoord". We weten nu vrijwel zeker dat Jacobs testementaire beschikking Op Sint Jacobsdag
(25 juli) 1327 ten uitvoer gebracht was, hij kan dus onmogelijk van 1343-45
schout geweest zijn. Er moet dus òf nog een latere
Jacob, wellicht uit een andere tak, schout geweest zijn, òf
de betreffende jaartallen zijn fout.
Info 341 Zij
was waarschijnlijk de vrouw van Otto II van Heukelom, komt echter als zodanig
alleen voor in J.W. des Tombe: Het geslacht van de Boetzelaer,
Kwartierstaat D5 (GrJ).
Info 342 KdG, reeks 109. Volgens ES NF XVIII-62: 8.5/22.7.1343.
Info 343 Wellicht is er tussen Johan en Herman van Kuinre nog een generatie met de naam
Johan, nl. Johan heer van Kuinre (+1363), zie discussielijst Ned. Adel juni
2009.
Info 344 Volgens een hypothese van B. de Keijzer was de vrouw van Hugo Vornekine waarschijnlijk een dochter van Jan van de Leede.
De oorspronkelijk opvatting was, dat Hugo met Geile van Kampen was getrouwd,
die als weduwe non te Rijnsburg was in 1305.
Info 345 Vermeulen noemt Margaretha een dochter van Kunigunda
van Virneburg (OV2003), o.a. op grond van een
tapijtschildering op pilaar 9 in de Utrechtse Domkerk, met de kwartieren Arkel,
Bot, Virneburg en onbekend (van Stein?). Dit is dus
niet hetzelfde wapen als op pilaar 5 (Arkel, Virneburg,
Voorne, Kleef), wat wellicht van de kinderen van Jan IV van Arkel en Irmgard
van Kleef is. Greidanus meent op blz. 1177 dat ze een
dochter van Mabelia van Voorne was, daar het wapen
(van pilaar 5) verkeerd was geïnterpreteerd. Hier wordt de versie Vermeulen
gevolgd, ook vanweg de genoemde oorkonde, waarin zij
en bisschop Jan worden vermeld tesamen met haar neef
de bastaardzoon van Jan (van Rijnestein). Intussen
heeft ook Greidanus (2005) deze versie overgenomen.
Info 346 Wie de
onthoofde Gijsbert uten Goye
was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel zeker. Soms wordt ook vermoed
dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas later gevonden, zie
uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019, pagina 161/162.
Info 347 De
hier oorspronkelijk aangenomen Elisabeth van Slingelandt
was niet met Jan Pietersz van Hemert getrouwd,
haar nakomelingen zegelden niet met het Châtillon wapen maar met drie leeuwenkoppen, dit betreft
daarom waarschijnlijk de "Stichtse" familie van Hemert (NL2004k258 ).
Info 348 Broer
van Gerard van Loon gen. van Herlaer, heer van Empel
en Meerwijk. In de leenopvolging van het dagelijks gerecht van Delwijnen van
12.04.1447 staat: "zoals heer Gerard, heer van Meerwijk, en heer Jan van Herlaer, diens broer, die hielden van Ameide". Dat het
deze Jan van Herlaer betreft blijkt uit een akte van
10 maart 1394. Daarin ontvangt zijn zoon Johan van Herlaer
van der Hoele het dagelijks gericht van Delwijnen en
de helft van het dagelijks gericht van Kerkwijk en 8 mg land aldaar,
"zoals zijn vader heer Jan van Herlaer dat
placht te houden" als Zutphens leen.
Info 349 Inplaats van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van der Made als
vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de
goederen van Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse
non 'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een
ridder (vandaar 'ver') in het klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens
non, draagt de titel 'Ver
Lisebeth van Hodenpijl’.
Zij krijgt legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.
Info 350 Volgens overlevering was Jan getrouwd met Bertrand van Sterckenborg.
Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels was hij echter met (Maria?)
van Bentheim, dochter van graaf Otto V van Bentheim getrouwd (GrJ).
Info 351 Door Greidanus wordt aangenomen, dat Aleydis
een van Loon geweest zou zijn (GrJ, blz. 770,1177),
tevens in de KdG reeks 78. Later werd ze door Hans
Vogels als een van Egmond beschouwd, vermoedelijk een zuster van Gerard van
Egmond. In 2019 vermoedt Hans Vogels op de Lijst Nederlandse Adel dat ze een
Van Mirlaer was, een dochter van Jacob II van Mirlaer, ovl.1268.
Info 352 Schatting Hans Vogels.
Info 353 Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland
is zeer waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de
verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard
kunnen worden (huwelijksdispensatie Aleid van
Henegouwen).
Info 354 Ouders
van Walram niet zeker, een ander mogelijk ouderpaar
is: Hendrik van Nassau en Beatrix, dochter van Rotbert
van Laurenburg (GrJ).
Info 355 Wordt
in de regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans
Vogels' interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn
moet ze werkelijk een van Zuylen geweest zijn.
Info 356 Hypothese Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen:
Gijsbert I van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot
(volgt uit de grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel);
wellich verder een Loef van Ruwiel).
Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw
van Hubert II "Schenk" van Bosinchem en
waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van het
geslacht Taets en Van der Maern.
(Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben, daar ook zijn zoon met een van
Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit een andere familie stammen).
Info 357 Schatting Hans Vogels.
Info 358 In
oudere stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede
met een dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002 vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer
waarschijnlijk een dochter van Dirk van Voorne en Alverade
van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie zijn hier
overgenomen.
Info 359 Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info 360 Beredeneerde hypothese van Hans Vogels: Jutta van Holland
is zeer waarschijnlijk een bastaarddochter van Willem I geweest. Daarmee zou de
verwantschap tussen van Borselen en Holland verklaard
kunnen worden (huwelijksdispensatie Aleid van
Henegouwen).
Info 361 Volgens Greidanus deel II blz. 1111 is Aert Touwe onbewezen als vader
van Claes Toude.
Info 362 Aecht geldt volgens drs. J.F. Jacobs als dochter van Dirck
Claes Ruyschenz. (schepen
van Delft 1383/84, 1403/04) en Hadewij Symon Pieterszoonsdr. Dit echtpaar had tevens
een jongere dochter Machteld Dirck Claes Ruysschendochter, die in 1429 het leen erft dat we als het
familiegoed Crayenest/Crayenburg
in Rijswijkerbroek kennen, minstens vanaf Willem van
Oestgeest in familiebezit. (Zie De Nederlandsche Leeuw 1925, kol. 184).
Info 363 Het is
niet geheel zeker of Elisabeth van der Dussen dan wel Catharina Dudinck de moeder van Dirk IV van Wassenaer is, gezien het
feit dat Dirck in 1348 nog onder voogdij als het ‘kint wassenaer’ werd aangeduid en
hoogstens 14 jaar oud kon zijn, waardoor zijn geboortejaar op 1333/34 geschat
kon worden. Desondanks wordt in ‘Heren van Stand; Van Wassenaer 1200-2000’
aangegeven dat hij waarschijnlijk uit het tweede huwelijk afkomstig is.
Info 364 Inplaats van Aleid als vrouw van Jan van Hodenpijl vermoedt De Keijzer een Beatrix van der Made als
vrouw van Arnoud van Hodenpijl als verklaring voor de
goederen van Van der Made bij de Van Hodenpijls. Ze zou identiek zijn met de Rijnsburgse
non 'Ver Beatrix van Hodenpijl' en als weduwe van een
ridder (vandaar 'ver') in het klooster zijn gegaan. Ook haar dochter, eveneens
non, draagt de titel 'Ver
Lisebeth van Hodenpijl’.
Zij krijgt legaten uit de familiekring van haar moeder Elisabeth van Almkerk.
Info 365 Verschillende bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over
Willem of Engelbert van Horne. Greidanus Jaeger II
noemt alleen nog Willem van Horne als echtgenoot van Margaretha van Altena en
vader van Willem I van Horne.
Info 366 Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info 367 Zie ook
D. Buurman, Ammersoyen, bijdragen tot de geschiedenis
van het kasteel, de heerlijkheid en de heren van Ammersoyen,
uitg. 1986, blz. 119.
Info 368 De
filiatie tussen deze hypothetische Jan en zijn zoon Floris berust op een
hypothese van Hans Vogels, beschreven op de lijst Nederlandse Adel 4 jan. 2017.
Info 369 Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia
is echter waarschijnlijker.
Info 370 Wij
volgen hier het familieschema van Georg Strasser. Sommigen noemen hem echter
Jakob van Oeren en geven hem Ordolf
van Oeren, schepen van Trier als vader. Deze zou een
zoon zijn van ridder Jakob van Oeren, ministeriaal te Trier, heer van Wittich en Neuenburg, vermeld 1206/1225 als miles
en dominus. Diens vander
Jakob van Oeren zou eveneens ministeriaal
zijn geweest, evenals zijn gelijknamige grootvader, zoon van Isenbart de Horreo van Oeren, ministeriaal te Trier.
Helaas ontbreken bronvermeldingen en is een verzonnen link met een belangrijke
familie niet uitgesloten. In de Mittelrheinische Archiven is in 1283 wel sprake van een Trierer
schepen Jakob von Oeren (de
Orreo of Horreo) die door
Lodewijk von der Brücke van
een leenplicht ontbonden wordt. Dit zou Jakob der Ältere
kunnen zijn, hij heeft dan echter een vader Carl von Oeren, die volgens een ander akte in 1275 is overleden. Ook
dan zou dus Ordof als vader niet kloppen. De naam
Karl komt later ook bij Von Oeren voor, Carl von Trier, geb. ca. 1265, was een bekende grootmeester van
de Duitse orde en een begaafd diplomaat. Zijn vader was volgens Wikipedia een Trierse schepen Jakob van Oeren.
Het is echter niet onbestreden dat Carl een Von Oeren
was, siehe Freiburger Geschichtsblätter Band (Jahr): 52
(1963-1964). Al met al laten we het bij de genealogie volgens Strasser.
Info 371 Volgens ESI.2-26. ES VII-11 geeft 1287 aan.
Info 372 ES NF
VIII-23 geeft een stippellijn naar Marie, lijkt niet zeker te zijn of ze van
Roberts 1e of 2e vrouw stamt. Een Wavrin page op
internet geeft éénduidig het "deuxième lit" aan:
http://perso.club-internet.fr/driout/WAVRIN.htm
Info 373 NL2018
noemt Jacob III een zoon van Jacob II's eerste vrouw
terwijl zijn tweede vrouw vermoedelijk een Van Wulvan
was. De wapenvoering van Jacob III lijkt er eerder op te wijzen dat zijn moeder
een Van Wulven was, hetzij dan dat het alliantiewapen op zijn stiefmoeder
betrekking zou gehad hebben.
Info 374 KdG, Reeks 109: overl. tussen
1302 en 1308
Info 375 De
enige akte die over Mabelia bekend is betreft
goederen in 'iuridictione h viri
de Lichtenberg. anno 1311 ( Inv
archief Nyevelt), die ze aan haar oudste zoon laat. De oudste (bekende) zoon
van Steven en Mabilia is Jacob, het is de eerste
vermelding van een Jacob bij de Zuylens, waarschijnlijk vernoemd naar zijn
grootvader Jacob van Lichtenberg.
Info 376 OV1983:
"Zijn (Philips van Duivenvoorde) vrouw was misschien Elisabeth van Vianen".Volgens Booth noemt Hubrecht van Vianen
haar zijn zuster. Ze wordt vermeld in 1307 als vrouwe
van Polanen. Ook Greidanus (pag. 453) betweifelt, dat het een zuster van Hubrecht
is, maar op gronden van de naam Elisabeth, die reeds
bezet was. In deel II (pag. 1116) heet echter haar zuster Adelissa
i.p.v. Elisabeth, waardoor dit argument ontvalt.
Info 377 Volgens ES NF XVIII-39: 16.12.1318.
Info 378 Op de
lijst Ned. Adel van 24.01.2009 betwijfelt Hans Vogels de historische juistheid
van de vrouw van Ghisebrecht uten
Goye. Haar identiteit berust op een een publicatie uit 1700 van Ant. Matthaeus. Hij leefde echter dik 400 jaar na voornoemde
personen. Uit latere huwelijken en van nakomelingen blijkt dat meevoudig dispensatie nodig geweest zou zijn.
Info 379 Van
Doornmalen zet Jan Koc als mogelijke zoon i.p.v.
schoonzoon in zijn schema, wel met een vraagteken.
Info 380 Jan Koc van Herlaer was
waarschijnlijk met een dochter van Gerard van Loon en Aleid
van Herlaer getrouwd. Geheel zeker is dit echter
niet, Jan kan ook zelf uit de familie van Loon stammen, gezien het wapen van Empel
en Meerwijk (Hans Vogels).
Info 381 In
NL1994 toont B. de Keijzer aan dat Berta van Beverweerde
in eerste huwelijk getrouwd was met Gijsbrecht van Langerak en in tweede
huwelijk met Otto van Buren. Hun kleinzoon noemt hij abusievelijk
'Bartholomeus' van Buren. De naam
Balthasar van Buren staat echter vast. (Bron: Mirjam Neuteboom-Dieleman).
Info 382 Zij
was waarschijnlijk de vrouw van Otto II van Heukelom, komt echter als zodanig
alleen voor in J.W. des Tombe: Het geslacht van de Boetzelaer,
Kwartierstaat D5 (GrJ).
Info
383
Info 384 KdG22
geeft als huwelijksdatum vóór 15-1- 1321. Dit kan niet kloppen, zie discusse Disc. Forum Ned. Adel 22 Mar 2006. In 1322 is ze
nog ongehuwd, pas in 1327 wordt ze voor het eerst als gehuwd vermeld. J. Craandijk, Proeve eener
geschiedenis van het geslacht van Haarlem, in: Nijhoff, Bijdragen 4e
reeks, Ie deel, 1-59. Op blz. 46 staat het volgende:
"Jonkvrouw
Goede is omstreeks 1327 `te manne gekomen'. In dat
jaar, dinsdag na St. Jacobsdag, maakte graaf Willem
bekend, dat hij Florens van Haamstede, zijnen neve, gegeven heeft ten huwelijk met
jonkvrouw Goede, Jans dochter van Berghen, sinen wive, ten eerste, `dat an hair comen sal, na hare moeder doet alsulcke eygelijck goet alse Jan Persijn,
haar oudevader met hare moeder ten huwelijk gaf Jan
van Berghen en hare moeder laten sal
in haren letsten leven' voort 100 pond 's jaars, enz. . Het blijkt hieruit, dat de vrouw van Jan van
Bergen een dochter was van heer Jan Persijn en dat
zij in 1327 nog leefde."
Info 385 Hij wordt
in veel afstammingsreeksen als bastaard van Jan II van Avesnes genoemd (Gens Nostra 1990 pag. 21, KdG reeks 3 en 66). Hij voert als wapen een effen schild
met een vrijkwartier: gevierendeeld, I en IV
Vlaanderen, II en III Holland. De zoon van Jan II, Willem I/III, graaf van
Henegouwen en Holland, noemt hem echter op 2 mei 1334 "onsen
neve ende trouwen knape".
Als dit letterlijk genomen wordt kan Willem (die) Cuser
daarom geen bastaardzoon van Jan II van Avesnes, graaf van Henegouwen en
Holland, zijn. Wel is hij een kleinzoon of achterkleinzoon (via bastaardij) van
Jan I van Avesnes en Aleid van Holland. Jhr. H.A. van
Foreest meent: "Waar hij Henegouwen en Holland voert in een vrijkwartier, lijkt het aannemelijk, dat hij is geboren uit
een Avesnes, die recht had op opvolging in deze graafschappen; dus mogelijk uit
'Jan zonder genade', de oudste broeder van Willem III, gesneuveld bij Kortrijk
in 1302. Zijn leeftijd, voor zover bekend, correspondeert met die
onderstelling." Bert den Hertog vermoedt in zijn artikel in NL2016, p57,
dat hij een zoon was van Gwijde van Henegouwen,
bisschop van Utrecht. Ook dit is niet bewezen en wordt betwijfeld door Hans
Vogels in een discussie op de lijst Ned. Adel van april 2017. Voorlopig nemen
we hier, met een onzekerheids * de versie van Bert
den Hertog over.
Info 386 Waarschijnlijke vrouw van Jan I van Arkel volgens Greidanus
losbladige aanvullingen III, op grond van een hypothese van Hans Vogels.
Volgens de traditie zou dit Bertha van Ochten moeten zijn, maar nieuwe onderzoekingen
hebben aangetoond, dat zij
in navolging van oude kronieken in de verkeerde tijd en op de
verkeerde plek in de Arkel-stamboom is geplaatst. Deze visie lijkt nog geen algemeengoed te zijn, ook in de Nederlandsche Leeuw 2000
kol. 12 wordt Bertha van Ochten nog als echtgenote genoemd. In de NL2005 kol.
292-302 is dit intussen door B. de Keijzer gecorrigeerd.
Info 387 volgens ES XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr.
Berkenrode.
Info 388 ES
geeft: ovl. 17.01.1271.
Info 389 Schatting Hans Vogels.
Info 390 Greidanus noemt haar Margaretha van Born. Hans Vogels (zijn bron) houdt echter
nog een slag om de arm: "de naam van de vrouw van Boudewijn van Altena is
niet uit eigentijdse of latere bronnen bekend. Baron van Spaen noemt haar als
Margareta. Ongetwijfeld is deze benaming gebaseerd op een aanwijzing of
vermoeden maar anno heden valt daar geen bewijs voor aan te dragen. Derhalve lijkt het me beter om de voornaam [Margareta] voor
de vrouw van Boudewijn tussen hypothetische haakjes te plaatsen". Nieuw
aspect: Hans Vogels, oct. 2004: Dat hij met Margareta
van Born zou zijn gehuwd kunnen we schrappen. Onlangs deed J.C. Kort in een
artikel uit de doeken dat die veronderstelling mede gebaseerd was op een rond
1626 door Butkens gefantaseerde oorkonde over
Drunen....Boudewijn's huwelijkspartner zal in Gent
gezocht moeten worden in het geslacht van de plaatselijke burggraven.
Info 391 Vermoedelijk een broer van Dirck II van Beveren, beide
waarschijnlijk uit het tweede huwelijk van Jordan van Beveren (Hans Vogels).
Info 392 Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen.
Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF
Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus
noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat
het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in
verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de
Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven
van Zutphen en het rijksleen Alzey"),
zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee
onbekend.
Info 393 Hier
werd Johannes Mötsch gevolgd, die uiteenzet dat
vroegere aannamen dat Johan met een dochter of kleindochter van Otto van Gelre
of getrouwd was, niet kunnen kloppen. Zoon Hendrik zou dan met Blancheflor van Gulik (haar moeder was een van Gelre) een
te naast familielid getrouwd zijn. De fout ligt in de interpretatie van een
oorkonde van 9 april 1281 waarin Johans zoon, graaf Godfried I van Sponheim-Sayn, een "sororius"
van graaf Dirk I van Limburg-Stirum (zoon van
Frederik II van Altena-Isenberg en Sofie van Limburg)
genoemd wordt. Daaruit werd de conclusie getrokken dat Dirks vrouw Adelheid een
zuster Adelheid van graaf Godfried I was. Graaf Dirk behoort echter volgens een
oorkonde (afstandsverklaring) van 1 april 1265 niet tot de erfgenamen van Johan
van Sponheim, deze worden alle vier bij name genoemd. Mötsch
noemt nog verdere aanwijzingen die de vroegere aannamen onmogelijk maken. Daar
"Sororius" behalve zwager ook zusterzoon
kan betekenen, ligt de oplossing voor de hand dat Johan met een zuster van Dirk
van Limburg getrouwd was, waarmee genoemde problemen opgelost zouden zijn.
In een
discussie op de Duitse lijst Adel omstreeks 25.07.2006 wordt de mening van Mötsch echter aangevochten. Hij zou een oorkonde uit
1.5.1243 niet gekend hebben, waarin alle 5 kinderen van Freidrich
v. Isenberg & Spohie v.
Limburg genoemd worden, waarbij echter een dochter die met Johan van Sponheim
getrouwd zou zijn ontbreekt. Deze verbinding wordt
daarom van een * voorzien, 17.08.2006.
Info 394 Greidanus noemt als 2e vrouw Agnes van Cranendonck met een vraagteken. Hans
Vogels: "Boudewijn van Altena's oudste dochter [Margareta] is rond 1190
gehuwd met Willem van Horne. Tussen de huwelijksdata van haar en haar zus
Sophia ligt 15 tot 20 jaar. Je zou zelfs van een generatieverschil kunnen
spreken omdat de vrouwen in die tijd al vanaf hun twaalfde levensjaar (volgens
het Middeleeuws canonieke recht) uitgehuwelijkt werden. Zus Sophia kan en moet,
gezien de anders optredende verwantschapsproblematiek, derhalve
dus uit een tweede huwelijk van Boudewijn van Altena stammen".
Info 395 Volgens traditie was dit Agnes Persijn, uit het
geslacht van de heren van Waterland. Dit is echter door nader onderzoek niet
bevestigd (GrJ, aanv.
2003). WdO noemt hier Meilendis.
Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen verkoopt. Is echter
geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van Amiens en Melisende
van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en chronologisch gezien lijkt
ze eerder wat jong,
Info 396 Tot
voor kort gold: "Alveradis was zeer
waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een van Cuyck"
(GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels
op 20 Sep 2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In
1343 gaf de vrouwe van Raephorst
een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen de in of kort na 1336
kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens echtgenote, waar dit uit
blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun
Janse, "Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late
Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren
2001, blz. 278.
Info 397 GrJ noemt hier Maria van Bourghelles, kennelijk
in navolging de NL van 1960 k39, waar dit vermeld wordt met Leuridan,
,,Les sires de Cysoing",
als bron. Schwennicke noemt haar slechts Maria en ook
bij Warlop komt zij niet voor. Er moet dan ook
getwijfeld worden aan deze versie, zoals uiteengezet door Hans Vogels op de
discussiegroep Nederlandse Adel dd
30.4.2011/6.5.2011.
Info 398 Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na 1270
aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn
van Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats
gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk
van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar
zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.
Info 399 Hans
Vogels.
Info 400 Verschillende bronnen geven Wolphert I van Borselen als vader van (Oda) aan, bv. NL1980 (J.M. Homs) en Schwennicke in ES NF XVIII-37. Hier wordt Greidanus gevolgd, die Peter van Borselen aangeeft. Volgens informatie van Hans Vogels
(07.05.2003) is dit naar momentele stand van onderzoek juist: "Het korte
artikel van Hom was een reconstructie uit 1980. In 1993 kwam Zondervan met een
vrij uitvoerig artikel waarin onderdelen van Hom's
argumentatie een nieuwe verklaring of identiteit kregen. Bij mijn weten is dat
van Zondervan nog de meest recente en meest onderbouwde publicatie. [Oda] van Borselen blijft bij hem een dochter van Peter en [Hadewig]
van Kruiningen. Dit mede gebaseerd op vernoeming".
Info 401 OV1983p100
Info 402 Huwelijksdatum volgens Hans Vogels. Eerder werd een huwelijksdatum na 1270
aangenomen, dit i.v.m. een vermeend eerder huwelijk met Costijn
van Renesse (ook in ES XVIII te vinden), wat echter waarschijnlijk niet plaats
gevonden heeft. Volgens een beredeneerde hypothese van Hans Vogels waren Dirk
van Brederode en Jan van Renesse geen broers (zoals ze zich noemen) maar
zwagers. Jan van Renesse was geen zoon maar een schoonzoon van Hildegonde.
Info 403 Hans
Vogels.
Info 404 OV1983p100
Info 405 ES NF
VIII-39 noemt haar een dochter van Herbaren van Arckel,
heer van Liesveld en Nieuwpoort. NL1950p245: jvr. van den Berghe (Arkel) Hr. Harbernusdochter.
Hier wordt De Keijzer gevolgd, NL2019.
Info 406 Wie de
onthoofde Gijsbert uten Goye
was, die in de Mariakerk begraven, is niet geheel zeker. Soms wordt ook vermoed
dat het Gijsbert IV geweest is. Het graf werd pas later gevonden, zie
uitvoerige toelichting in de Nederlandsche Leeuw 2019, pagina 161/162.
Info 407 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel,
dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze
Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de
hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info 408 Tot
voor kort gold: "Alveradis was zeer
waarschijnlijk, maar niet geheel zeker, een van Cuyck"
(GrJ aanvullingen II). Volgens opgave van Hans Vogels
op 20 Sep 2002 (mailing List Ned. Adel) is het bewijs intussen gevonden. In
1343 gaf de vrouwe van Raephorst
een verklaring af over de onderlinge verwantschap tussen de in of kort na 1336
kinderloos overleden burggraaf van Leiden en diens echtgenote, waar dit uit
blijkt; te vinden met stamboomschema in Antheun
Janse, "Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late
Middeleeuwen", Adelsgeschiedenis I, Verloren
2001, blz. 278.
Info 409 De
afstamming van de vrouw van Reinard van Heeze wordt
door Hans Vogels beredeneerd o.a. met behulp van de gidsnaam Justine.
Info 410 Het
geslacht Van Rossem kan met vrijwel volledige zekerheid teruggevoerd worden tot
op de hier als generatie I vermelde Gerard van Rossem (1224/33). De generaties
I-III staan evenwel niet geheel vast, maar de naamsopvolging
Gerard-Goossen-Gerard-Goosen geeft hier wel grote waarschijnlijkheid, terwijl
de jaren van voorkomen zich er ook niet tegen verzetten. Dat Goossen (gen. II)het later steeds door dit geslacht gevoerde wapen (drie
vogels, later duidelijk papegaaien) in 1263 reeds bezigde, stempelt hem als lid
van het hier behandelde geslacht (NL1953). Greidanus
zet geen vraagtekens.
Info 411 Deze
en oudere generaties berusten op gegevens verkregen bij een lezing van mevr.
Trees Blom voor de NGV te Zaltbommel. Daar geen manuscript met bronverwijzingen
voorhanden is, zijn deze generaties met een * voorzien.
Info 412 In
verschillende genealogiën is Aleid
als dochter van Arnts zoon Dirk van Herlaer (ook bij
van Dinther). Hier volg ik van Doornmalen, wiens oplossing chronologisch gezien
plausibeler is.
Info 413 Cordfunke ziet hem als een zoon van Dirck van Haarlem.
Info 414 Greidanus noemt ze zonder voorbehoud van Limburg. In de literatuur heerst daar
echter geen eenstemmigheid over. Vroeger werd hier Jutta
van Rieberg genoemd, dit lijkt echter nauwelijks
mogelijk. Daar slechts haar voornaam bekend is, is van Limburg een hypothese,
die veel verklaard, maar niet sluitend bewezen is.
Info 415 Schatting Hans Vogels.
Info 416 Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.
Info 417 Mogelijk een dochter van Wouter van Straten
en [Edwina] van Esen
Richardsdr. Jordan is de eerste van de Van Beverens
die burggraaf van Diksmuide werd. De burggraven uit het begin van de 12e eeuw
kwamen uit de familie Van Esen. Een broer van burggraaf
Dirk (1096-1133) was een Richard van Woumen
(1110-1128). Diens dochter [Edwina] huwde een Wouter
van Straten (1127/28-1139). Hun zoon was Richard, heer van Straten, ridder
(1153-voor 1202). Het kan toeval zijn maar het burggraafschap Diksmuide en de voornamen
Richard en Wouter zien we bij de Van Beveren/Pumbekes
terugkeren (HV).
Info 418 Zie
"De heren van Kuijc 1096-1400, door dr J.A. Coldeweij, blz. 30:
"Een huwelijk van Herman is in geen enkele bron terug te vinden. Om de
identiteit van zijn vrouw vast te stellen, moet men, bij gebrek aan bronnen,
andere wegen bewandelen. In verband met het feit dat Herman van Kuijc aan een jongere (tweede?) zoon de naam Albert gaf,
heeft Hardenberg gedacht aan een huwelijk met een dochter van Albert van Chiny.
Tot dusver ondernomen onderzoek laat zien dat er bloedverwantschap bestaat met
leden van het geslacht van de graven van Henegouwen, die met het huis Namen
verwant waren. Daar komt nog bij dat de naam Albert zowel bij de graven van
Namen als bij met hen verwante geslachten zoals Laroche,
Durbuy en Chiny, manifest zijn." ES VIII-35 en Greidanus
noemen als mogelijke ouders Otto II van Chiny en Adelheid van Namen.
Info 419 Op
grond van het wapen, 2 afgewende zalmen, nam Booth
aan, dat ze een van Heinsberg was. Dat is echter een Chiny-wapen, terwijl de
heren van Heinsberg in die tijd nog geen graven van Loob
en Chiny waren (GrJ).
Info 420 Andere
bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.
Info 421 Roelvink en de Hek noemen hier Hugo. Greidanus noemt
Hugo of Willem met daarna eventueel nog een Hugo als tussengeslacht.
Info 422 Hoogstwaarschijnlijk een dochter van het hier genoemde echtpaar, conclusie van Hans Vogels.
Info 423 Volgens Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels",
Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van
een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.
Info 424 Schatting Hans Vogels.
Info 425 Deze
generatie van Salm wordt door sommige onderzoekers tussen de 2 generaties
geschoven (ook in ES IV-92). Anderen zien in Hendrik II en Hendrik III dezelfde
persoon. Merkwaardigerwijze heeft de echtgenote in beide generaties bij ES de
naam Joatte (Judith).
Info 426 Sommige genealogen zetten tussen Jan I en Jan II een dochter Petronella, die
van haar vader erfde. Jan II zou dan een kleinzoon zijn van Jan I. Wij volgen
hier in navolging van Greidanus de zeer betrouwbare
genealogie beschreven in E. Warlop, De Vlaamse adel
voor 1300, Handzame, 1968, 3 dln.
Info 427 Hoewel
Schwennicke haar opvoert als vrouw van Dirk, is dit
geenszins zeker. Ze wordt wel als fantasiefiguur beschouwd. Auf Liste LDA van 14.12.2008 schreibt dazu E.
Volkert: "Ich zitiere aus Dieter Kastner, Territorialpolitik der Grafen von Kleve
(1972), S.182f. zu Graf Dietrich VI., 1202 u. 1203 puer
de Clivo/deClive, + 1260:
"... war zweimal vermählt. Seine erste Gattin soll Mathilde, Erbtochter
des Herrn von Dinslaken, gewesen sein; doch geht diese Nachricht auf
willkürliche Kombination und Erfindung der klevischen
Hofhistoriographen des 15. Jahrhunderts zurück, wie schon Ilgen und Behm
nachgewiesen haben. Name und Familie der bereits früh, nämlich um 1224,
gestorbenen ersten Frau bleiben leider unbekannt. ..."
Info 428 ES
VII-11. ES XIII-113 geeft aan: mei 1249/1259
Info 429 ES
VIII-23 (1980) en NL1993k515 noemen haar Elisabeth, in ES XIII-139 (1990) wordt
ze echter Félicité genoemd, terwijl haar zuster
Elisabeth geestelijke werd in Mont-Dieu-de-Montmirail.
Info 430 Waarsch. dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de
Trith (Midvorsten). Wordt
in ES NF 45b niet genoemd.
Info 431 Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia
is echter waarschijnlijker.
Info 432 Volgens ES NF XVIII-62 Heilwich van Holte, d.v. Adolf van Holte. [Volgens Slijkerman/Sigmond
"de geslachten Cranendonck" Helwige (van
Cranendonck), erfvrouwe van Cranendonck, Wickerode en Eindhoven, d.v. Lotharius, graaf van Wickerode].
Info 433 Wordt
in de regel "waarschijnlijk een van Zuylen" genoemd. Volgens Hans
Vogels' interpretatie van het wapenbord van Wouter van Bloemensteyn
moet ze werkelijk een van Zuylen geweest zijn.
Info 434 Soms
Elisabeth genoemd, volgens ES NF VIII-43 (Margaretha) van Arckel,
dochter van Jan van Arckel. In NL1949 wordt ze
Margriet of Geertruyd genoemd. Ze moet uit de
hoofdstam Van Arkel stammen, daar haar kwartierwapen geen breuken vertoont.
Info 435 Schatting Hans Vogels.
Info 436 Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia]
van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis
van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de
heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven
hebben, in leen van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de
nieuwsgroep Adel duidelijk geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit
is (nog) onbekend.
Info 437 Schatting Hans Vogels.
Info 438 De
Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen
uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer
Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie
Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek,
die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen
met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het
feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens
neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen
geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006
echter NN. Hier wordt onder voorbehoud De Keijzer gevolgd.
Info 439 van
trouwdatum van de vader afgeleid.
Info 440 Oorspronkelijk werd NN van Putten als vrouw van Floris aangenomen en NN van Naaldwijk
als vrouw van zijn zoon Dirk van Doortoge. Nieuwer
onderzoek heeft aangetoond dat de situatie omgekeerd is (Greidanus,
losbladige aanvullingen II, conclusie van B. de Keijzer en Hans Vogels).
Info 441 De
Keyzer noemt Jan een zoon van Nicolaas van der Merwede, een broer van Godschalc. (genealogie van der
Merwede, zie Hogenda). Beide broers hebben volgens
hem een zoon Jan. Bij Godschalc wordt Jan met naam
vermeld met zijn broer Daniel als hun moeder Mabelia
testeert op 13 juli 1288.
Info 442 Thiele
geeft Godfried van Kuijc (= Godfried I van Arnsberg) als vader aan, met zijn eerste vrouw Ida van Werl Arnsberg, evenals Greidanus in zijn erste versie
(deel I). Greidanus noemt haar in zijn tweede versie
(deel II) een dochter van Godfried en zijn tweede vrouw Heilwich
van Renen. NL2021 noemt haar een dochter van Hendrik I van Arnsberg,
dus een kleindochter van Godfried. Dit is kennelijk gebaseerd op de analen van
Egmond, waar beschreven wordt dat Otto IV ruzie kreeg met zijn schoonvader,
graaf Hendrik van Arnsberg over de bruidsschat.
Hendrik zette Otto zelfs gevangen. Daar dit geen primaire bron betreft en i.p.v.
Alvaradis van een dochter met onbekende naam sprake
is, blijven we voolopig bij de versie van Greidanus II. De ruzie van Otto zou dan met diens zwager
i.p.v. met zijn schoonvader plaatsgevonden kunnen hebben, graaf Hendrik was
immers een halfbroer van Alvaradis.
Info 443 Adelwino de Ledene, vermeld 1108, wordt ook wel
geïnterpreteerd als burggraaf van Leiden, hij zou een tussengeneratie vormen
tussen Adaluuin castelanus,
vermeld 1083 , en Aluuino castellano
de Leithen, vermeld 1143. Ook kan hij met één der
beide identiek geweest zijn. (bron: Freek Lugt, het
ontstaan van Leiden, blz. 73). In dat geval lijkt hij niet als stamvader van
het geslacht van de Leede in aanmerking te komen.
Info 444 Dr.
Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen
Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.
Info 445 Zij
was geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.
Info 446 Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren,
waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8
dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee
opgelost kunnen worden.
Info 447 In
veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg
onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page,
gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin Clementia
van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede)
echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot
graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk
Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en
zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001)
betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij
Gerard I van Gelre had.
Info 448 In
veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg
onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page,
gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin Clementia
van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede)
echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot
graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk
Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en zijn
vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001)
betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij
Gerard I van Gelre had.
Info 449 Merkwaardigerwijze geeft Dr. Ralph G. Jahn in GEL als vrouw van Otto de Rijke aan: Judith
von Supplinburg, dochter
van graaf Gebhard en zuster van keizer Lotharius III. Ook Josef Heinzelmann
twijfelt eraan of de de 7e dochter van Lodewijk met
Otto de Rijke van Zutphen trouwde, er lijken andere van Zutphens eerder voor de
hand te liggen. Verder bestrijdt E.W. Oostebrink in
"De voogden van Gelre", in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, deel
XCII, Walburg Druk BV, Zutphen, 2001, p42, de these dat Jutta
een Arnsteinerin was. Greidanus
geeft in zijn aanvullingen III (zomer 2005) deze verbinding echter als zeker
aan, op grond van Henk Verdonk, a.w. en Johanna Maria van Winter, "Otto de
Rijke van Zutphen, een legpuzzel" in Historisch jaarboek voor Gelderland,
deel XCIII, blz. 18-39. Zie hierover ook: H. Verdonk, Dirk, bisschop van
Münster (1118-1127) en de graven van Zutphen, Brochure 9, uitgave in eigen
beheer, Lelystad, 1995, p19-20. Ook in NL2003 "De graven van Gelre, de
graven van Zutphen en het rijksleen Alzey" bevestigt Henk Verdonk deze these.
Info 450 Andere
bronnen geven Richardis van Weimar-Orlamünde als moeder van Otto II aan. Hier wordt ES I.1-90
gevolgd, waar Richardis zijn grootmoeder is.
Info 451 KdG Reeks 83 noemt hem Frederik II.
Info 452 Wordt
in ES NF XVIII-56 Arnold I genoemd, zou
getrouwd zijn met Agnes van Mainz, voorgaande generatie ontbreekt. Hier wordt Greidanus gevolgd.
Info 453 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info 454 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info 455 ES NF
I.2-204 noemt hem Dirk I van de Elzas.
Info 456 Schwennicke geeft in XI-4 aan dat ze een dochter is van graaf Floris van Holland.
Er zijn hierover twijfels, zo komt de naam Floris in haar nageslacht niet voor.
Info 457 ES NF
XVIII-30 noemt haar Ada (Persijn).
Info 458 Croenen geeft Arnold I van Aerschtot en Oda als
ouders van Oda, de vrouw van Gerard I van Grimbergen aan. Gezien zijn sterfjaar
moet hij Arnold III bedoelen. Deze was echter gehuwd met Beatrix van Looz. Heb hier Oda als tweede vrouw toegevoegd, MedL wijst er echter op dat Croenen
geen bron aangeeft.
Info 459 Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen.
Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF
Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus
noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat
het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in
verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de
Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven
van Zutphen en het rijksleen Alzey"),
zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee
onbekend.
Info 460 Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.
Info 461 ES
geeft 27.02,1200/1203, hier wordt Greidanus gevolgd.
Info 462 Sommige bronnen geven Hendriks 2e vrouw Ade van Avesnes als moeder van Hendrik
IV aan.
Info 463 volgens ES XVIII-56. KdG reeks 78: overl. Neus 1256, begr.
Berkenrode.
Info 464 ES
geeft: ovl. 17.01.1271.
Info 465 Waarsch. dochter van Eustachius du Roeulx en Marie de
Trith (Midvorsten). Wordt
in ES NF 45b niet genoemd.
Info 466 Niet
duidelijk of deze een zoon van Raas V is, volgt wel op.
Info 467 Schatting Hans Vogels.
Info 468 Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia]
van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis
van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de
heerlijkheden Gelkenesse en Langerak verworven
hebben, in leen van de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de
nieuwsgroep Adel duidelijk geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit
is (nog) onbekend.
Info 469 De
Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen
uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer
Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie
Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek,
die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen
met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het
feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens
neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen
geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006
echter NN. Hier wordt onder voorbehoud De Keijzer gevolgd.
Info 470 Soms
wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34
was zij Aleijdis Persijn,
deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II
noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van
Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info 471 Verschillende bronnen, incl. Greidanus deel I spreken over
Willem of Engelbert van Horne. Greidanus Jaeger II
noemt alleen nog Willem van Horne als echtgenoot van Margaretha van Altena en
vader van Willem I van Horne.
Info 472 De
Keyzer komt tot de conclusie, dat Willem van Theylingen
uit het huis van Holland stamt en via zijn vrouw - na de dood van haar broer
Hugo van Theylingen - de goederen van de oude familie
Van Theylingen verkregen zou kunnen hebben. Greidanus daarentegen volgde hier oorspronkelijk C. Hoek,
die een huwelijk vermoedt van Willem van Theylingen
met een (bastaard)dochter van Otto IV van Bentheim, ter verklaring van het
feit, dat de graven van Holland in de 13e eeuw de Van Theylingens
neven noemen. Willem zou dan een zoon van Hugo van Theylingen
geweest zijn. Greidanus noemt ze in zijn versie 2006
echter NN. Hier wordt onder voorbehoud De Keijzer gevolgd.
Info 473 Hypothese Hans Vogels: Trouwde ca. 1200 (1) NN (wapen: een leeuw), kinderen:
Gijsbert I van Ruwiel ca. 1335 huwde (2) met vrouwe Gude van Loenersloot
(volgt uit de grafzerk van proost Arnold Loef van Ruwiel);
wellich verder een Loef van Ruwiel).
Kinderen uit het 2e huwelijk: NN van Ruwiel, vrouw
van Hubert II "Schenk" van Bosinchem en
waarschijnlijk Gerard Taets, stamvader van het
geslacht Taets en Van der Maern.
(Arnold Loef moet 2 huwelijken gehad hebben, daar ook zijn zoon met een van
Loenersloot trouwt, diens moeder moet dus uit een andere familie stammen).
Info 474 Soms
wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34
was zij Aleijdis Persijn,
deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II
noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van
Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info 475 Soms wordt
hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34
was zij Aleijdis Persijn,
deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II
noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van
Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info 476 Volgens Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde,
dit is echter niet zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht
IJsselmonde van Hugo geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia
geweest zijn. De naam Hugo zet zich bij de van Egmonds in ieder geval niet
voort (H.Vogels).
Info 477 Schatting Hans Vogels.
Info 478 In
oudere stamreeksen (incl. GrJ deel 1) wordt Aleid van Heusden als vrouw van Herbaren genoemd. In GrJ deel 2 vermoedt Hans Vogels 3 huwelijken, het tweede
met een dochter van Constantijn van den Bergh. In de losbladige aanvullingen GrJ 2002 vermoed Hans Vogels als 2e vrouw meer
waarschijnlijk een dochter van Dirk van Voorne en Alverade
van Cuyk. De genoemde 3 huwelijken volgens de laatste versie zijn hier
overgenomen.
Info 479 Volgens een hypothese van Hans Vogels was Diederik van Herlaer
waarschijnlijk rond 1252 gehuwd met een dochter van ridder Arnold II van Stein,
dit op grond van de naam Arnold, het sociaal niveau en ter verklaring van de
overdracht van goederen, met name te
Nuenen, die de van Herlaers via Arnold van Stein van
Dirk II van Altena verworven zouden kunnen hebben.
Info 480 Schatting Hans Vogels.
Info 481 Volgens een vroegere hypothese van Hans Vogels zou dit [Mabelia]
van Voorne geweest zijn, dochter van Dirk van Voorne en Alveradis
van Kuyc. Aldus zou zoon Herbaren van den Berghe de heerlijkheden
Gelkenesse en Langerak verworven hebben, in leen van
de heren van Voorne. Omstreeks mei 2005 is in de nieuwsgroep Adel duidelijk
geworden, dat dit niet kan kloppen. Haar identiteit is (nog) onbekend.
Info 482 Volgens ES NF XVIII-39: 16.12.1318.
Info 483 Volgens oudere bronnen Agnes van Arnstein, d.v. Lodewijk II van Arnstein en Udilhildis (= Adelheid ) van Odenkirchen.
Zij wordt inderdaad genoemd als echtgenote van Hendrik II van Gelre bij ES NF
Band XVIII Tafel 26, maar zij wordt niet genoemd bij de graven van Arnstein in ES NF Band XII Tafel 33-39. Greidanus
noemt haar in deel II niet meer van Arnstein. In LvA laat Heinzelmann zien, dat
het chronologisch niet genoemde Hendrik kan zijn. Verdonk maakt in
verschillende studies duidelijk, dat genoemde dochter de vrouw van Otto de
Rijke was en niet van Hendrik (zie NL2003 "De graven van Gelre, de graven
van Zutphen en het rijksleen Alzey"),
zie ook Hans Vogels op de Dirscussielijst Nedrlandse Adel van 12.01.2007. Agnes' afkomst is daarmee
onbekend.
Info 484 Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als
ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van
Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999)
gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is.
Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info 485 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien
opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992
gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de
vooraanstaande Beijerse adelsfamilie
van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van
graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia
uit de familie van Formbach stamt en dat ze
waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek
is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info 486 KdG Reeks 159 geeft 1020 aan.
Info 487 ES NF
noemt slechts één vrouw van David I. Volgens andere bronnen trouwt hij echter
(2) in 1113 met Mathilde van Bamberg, waarvan Henry een zoon zou zijn.
Info 488 Hypothetische persoon volgens Hans Vogels. Deze constructie is gevolgd uit een
discussie op de Mailinglist Nederlandsche adel in mei 2002, nadat de
hypothetische Ida van Boulogne niet bestaan bleek te hebben. Het resultaat is
samengevat in de Excurs Lotharingen-Namen-Kuijc op de page www.kareldegrote.nl en in reeks 1 (Willem
Alexander) op dezelfde page.
Info 489 Dr.
Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen
Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.
Info 490 Zij was
geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.
Info 491 Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als
ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van
Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999)
gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is.
Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info 492 Gerard
was vermoedelijk gehuwd met een dochter van Hendrik I van Leuven (Greidanus, losbladige aanvullingen II en III, volgens een
hypothese van Van Winter). Volgens ES I.2-236 had
Hendrik I 3 dochters: Adelheid, Kunigunde en Adela,
hun echtgenotes worden niet vermeld.
Info 493 Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren,
waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8
dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee
opgelost kunnen worden.
Info 494 Thiele
noemt haar man Otto II graaf van Scheyern (ovl. 1106) i.p.v. Ekkehard, maar
met dezelfde zoon Otto van Wittelsbach die met N. van
Ratzenhofen trouwt.
Info 495 Deze
generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus
gevolgd.
Info 496 Volgens ES NF II-89. ES NF III.4-621 geeft 18.IV.1118.
Info 497 Josef Heinzelmann meende er weliswaar in "Spanheimer-Späne Schachwappen und Konradinererbe" op
attent te moeten maken, dat een sluitend bewijs voor de preciese
filiatie tussen Menighard van Sponheim en (zijn
kleinzoon) Godfried II ontbreekt. Theoretisch zou een opvolging in de
vrouwelijke lijn niet uit te sluiten zijn. Dit slaat duidelijk op de filiatie
Godfried I als zoon van Meginhard en Mechtild, waarbij de nieuwe naam Godfried, die op het
eerste gezicht vreemd lijkt, de enige aanleiding vormt voor twijfel. Op navraag
(januari 06) blijkt Heinzelmann in deze - na een
meningsuitwisseling met Mörsch - zijn stelling
afgezwakt te hebben. Hij ziet weliswaar een theoretische mogelijkheid dat de
acte zuiver chronologisch gezien op een kleinzoon betrekking zou kunnen hebben,
maar acht deze mogelijkheid intussen wel zeer onwaarschijnlijk. Daarbij komt
dat hij voor de naam Godfried (de aanleiding voor zijn stelling) intussen een agnatische verklaring gevonden heeft. Vermoedelijk was
Meinhards vader Stephan van Sponheim door huwelijk stamvader van de Rijnse Sponheimer geworden en stamde zelf uit het huis de Meti (waartoe de van Metz, Lunéville,
Blieskastel en Huneburg behoren). Daar is de naam
Godfried bekend en zelfs in een door Menighard von Sponheim vervaardigde oorkonde van 1125 wordt een Godefredo als getuige genoemd, die zeer waarschijnlijk de
1087/1127 vermelde graaf Godfried van Blieskastel uit
het huis de Meti is.
Info 498 Greidanus geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele. In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij
de tweede aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron
noemt hij Thomas Kraus: "Die Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier overgenomen.
Info 499 Soms
wordt ze een dochter van Hendriks broer Herman II (III) van Salm en Mathilde
van Parroye genoemd. Dit verandert de verdere
afstammingslijn uiteraard niet. Hier worden Schwennicke
(ES NF IV-92) en Thiele (EGS I.1-81) gevolgd, die Hermann II (III) weliswaar
noemen maar zonder huwelijk en nakomelingen. Ook volgens Erich
Brandenburg in "Die Nachkommen Karls des Großen" zijn noch zijn vrouw Mathilde de Parroye noch eventuele kinderen bewezen. Elisabeth wordt
als kleindochter van Herman I (II) van Salm en Agnes van Bar beschouwd om de
overgang van het graafschap Salm in de Ardennen aan het huis Vianden (voor 1163) te verklaren. Heinz Renn meent in
"Das erste Luxemburger Grafenhaus", blz.
159: "Außer diesen beiden Kindern Heinrich und Theoderich müssen wir
Hermann II (I) und seiner Gemahlin (Agnes van Bar) einen weiteren Sohn namens
Hermann zuweisen, der jedoch kinderlos gestorben ist. Die Familie pflanzt sich
nur durch Heinrich I (1135-1165) fort. Sein Sohn Heinrich II (1171-1244) ist
der Begründer des Hauses Salm in den Vogesen, während seine Tochter Elise durch
ihre Vermählung mit Friedrich von Vianden eine neue Grafenlinie von Salm in den
Ardennen, dem so genannten Vielsalm, einleitet. So nach
Vannerus". Hij merkt dan nog op dat Erich Brandenburg zelfs de afstamming van Elise uit het
huis Salm ontkent (de overgang van het graafschap Salm zou ook door koop
plaatsgevonden kunnen hebben). In deze mening lijkt Brandenburg echter alleen
te staan.
Info 500 Over
de vader van Jacob zijn verschillende theoriën in
omloop. Wij baseren ons hier op het artikel in NL2017, waar duidelijk wordt dat
de vader onbekend is.
Info 501 In
vroegere stamboomversies (en in ES) wordt hier Beatrix van Haarlem genoemd,
terwijl Mabelia NN als tweede vrouw genoemd wordt.
Volgens de losbladige aanvullingen 2 van Greidanus
vervalt Beatrix van Haarlem en is Mabelia NN de
moeder van Willem II van Egmond. Hans Vogels noemt Beatrix van Haarlem als
vrouw van Wouter van Egmond.
Info 502 ES
XVIII-22 geeft Ida van Lotharingen-Brabant als vrouw van Arnold I en Bertha NN
van Arnold II, omgekeerd als Greidanus, die hier
gevolgd wordt. Arnold II maakt in ES XVIII-22 geen deel uit van deze stamreeks,
hij is een broer van Dirk III (II) van Kleef.
Info 503 ES
IV-92 (1981) noemt haar een dochter van Dietrich II, ES I.2-226 (1999) echter
een dochter van Dietrich I. Deze laatste recentere versie wordt hier gevolgd.
[Ze is dan een jongere dochter van Dietrich I, wat strookt met het feit dat de
naam Agnes weliswaar een familienaam bij Bourgondië-Ivrea
is, maar niet tot de eerst te vernoemen namen behoort. Bij Dietrich II zou ze
tot de oudste dochters behoort moeten hebben. Ook zou ze met een laatste
vermelding in 1144 waarschijnlijk veel jonger overleden zijn dan haar vader
(Dietrich II overlijdt in 1163) terwijl haar man Herman van Salm reeds 1138 overlijdt. Dit zou chronologisch slecht samenpassen].
Info 504 Melisinde komt niet bij de kinderen van Guy in ES 4-624 Monthléry
voor.
Info 505 Filiatie met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).
Info 506 Als
ouders worden ook Renaud van Châtillon
en Constance van Antiochië aangegeven, wat echter op een fout berust.
Info 507 Andere
bronnen geven 1138, hier wordt ES NF II-47 /-11 gevolgd.
Info 508 H.E.Mayer spreekt bij de
scheiding van Amalrik en Agnes van Courtenay van bigamie als eigenlijke reden, daar Agnes bij
haar huwelijk met Amalrik officieel nog met Hugo van Ibelin gehuwd zou zijn, waarmee ze volgens Schwennicke in 1157 getrouwd was en in 1163 het huwelijk
reactiveerde. Peter Steward is op GenMedeaval van
27.07.2005 van mening, dat Mayer en Schwennicke zich
op de 13e eeuwse bron 'Lignages
d'Outremer' baseren, terwijl de 12e eeuwse (en daarom meer betrouwbare) Willem van Tirus alleen over bloedverwantschap als reden van scheiding
spreekt. Een huwelijk in 1157 met Hugo van Ibelin
acht hij om verschillende redenen zeer onwaarschijnlijk.
Info 509 Volgens Tobias Weller: "Die Heiratspolitik des deutschen Hochadels",
Keulen/Weimar/Wenen 2004 blz. 521ev. zijn er geen bronnen met een bewijs van
een huwelijk van Hendrik III met een Henneberger gravendochter.
Info 510 Ouder-zoon
relatie niet bewezen, volgt wel Raas IV op.
Info 511 Deze
en de oudere generaties berusten op de abdij-traditie en overlevering uit
Egmond zelf.
Info 512 In de
stamreeks van Herlaer wordt Petronella veelal als
vrouwelijke schakel, d.w.z. als een geborene van Herlaer
opgevat. Hans Vogels is van mening, dat dit niet het geval is: "gezien de
Middeleeuwse benoemingsgewoonten mogen we verwachten dat vrouwe
Petronella niet zelf een Van Herlaar is geweest. Veel
meer voor de hand ligt de veronderstelling dat ze de weduwe was van de heer van
Herlaar, ongetwijfeld de uit 1214-1218 bekende Dirk
van Herlaar" (DH2003p40).
Info 513 Greidanus geeft een Arnold voor Arnold I, we volgen hier Schwennicke.
Info 514 Greidanus geeft in deel I Aleydis van Cuyk-Arnsberg als vrouw aan, dit doet ook Thiele. In Greidanus' aanvullingen wordt dit eerst NN van Kleef, bij
de tweede aanvulling Margarethe van Gulik. Als bron
noemt hij Thomas Kraus: "Die Grafen von Limburg-Stierum und ihre Ahnen".Deze versie wordt hier overgenomen.
Info 515 Men
vindt ook wel Wouter van Haarlem als generatie tussen Simon I en Simon II. Wij
volgen hier Cordfunke.
Info 516 Bij Schwennicke wordt ze Catharina genoemd, Mabelia
is echter waarschijnlijker.
Info 517 Dr.
Kuiken (NL2004) plaatst nog een graaf Unroch tussen
Hendrik I van Cuyk en Herman van Cuyk van Malsen.
Info 518 Zij
was geen erfdochter van de Waldgrafschaft Osning, zoals oorspronkelijk werd aangenomen.
Info 519 Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen,
mogelijk echter van Ida van Saksen.
Info 520 Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.
Info 521 Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info 522 Zie
ook Karel de Grote page www.kareldegrote.nl, excurs Guines x Holland. Ze moet in Vlaanderen opgegroeid zijn,
waar haar moeder Gertrudis met graaf Robert I
getrouwd was. Dit huwelijk wordt vermeld door A.W.E. Dek in zijn Dissertatie
"Genealogie der graven van Holland", weliswaar met een vraagteken.
Verder ook Georges Duby in "Ridder, vrouw en
priester. De middeleeuwse oorsprong van het moderne huwelijk".
Info 523 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien
opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992
gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de
vooraanstaande Beijerse adelsfamilie
van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van
graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia
uit de familie van Formbach stamt en dat ze
waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek
is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info 524 In ES
II-81 is ze als een dochter van Willem de Veroveraar aangegeven. In (de
recentere) ES II.4-699 is ze een dochter van Gerbod
uit Vlaanderen, earl of Chester.
Info 525 Waarschijnlijke vader van Herman I van Cuyk (Greidanus). In
ES NF VIII-35 wordt geen voorbehoud gemaakt.
Info 526 Greidanus geeft in deel I (uitg. 1994) blz. 765 als
ouders van Jutta aan: Frederik II van Neder-Lotaringen en Gerberga van
Boulogne. Hier wordt ES NF I.2-203 (uitg. 1999)
gevolgd, waar Jutta een dochter van Frederik's broer Giselbert is.
Ook Frederik heeft daar een dochter Jutta, die met Walram, graaf van Arlon trouwt.
Info 527 In Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN
Dircksdochter uit het geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de
losbladige aanvullingen I heet het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck
van Hameland".
Info 528 De
afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door Henk Verdonk (NL2003) in
twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.
Info 529 Hoewel
gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag
volgens H. Verdonk (BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde niet langer worden getwijfeld. De gegevens in
de "Annalista Saxo" kunnen als
geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2 paralelle
necrologium-vermeldingen ondersteund worden.
Info 530 Schwennecke geeft in ES XVIII een Hedwig van Blieskastel,
dochter van Gottfried I (1087/1127) als vrouw van Gerhard, stadgraaf van Mainz
aan. Greidanus heeft in deel II Agnes als vrouw van
Arnold I van Looz gedefinieerd (was vroeger Arnold
II) en noemt haar moeder Bertha van Blieskastel. DIt kan echter chronologisch moeilijk dezelfde persoon
zijn, ze zou een paar generaties vroeger in de Blieskastel
genealogie aan moeten sluiten.
Info 531 ES I.2-204 geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.
Info 532 Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info 533 GrJ geeft 8 juni 1093 met vraagteken.
Info 534 In
veel publikaties wordt Gerards tweede vrouw Clementia als moeder van de kinderen genoemd, dit is erg
onwaarschijnlijk. Zie ook excurs op Karel-page,
gegrond op een studie van Henk Verdonk. Gravin Clementia
van Gleiberg wordt slechts éénmaal gezamenlijk vermeld met haar (tweede)
echtgenote, nl. in 1129, wanneer zij, vertegenwoordigd door haar echtgenoot
graaf Gerard van Gelre, goederen opdraagt aan God en de heilige maagd. Henk
Verdonk (in zijn brochure 14, Graaf Gerard "de Lange" van Gelre en
zijn vrouw Clementia van Gleiberg, Lelystad 2001)
betwijfelt ten zeerste of Clementia wel kinderen bij
Gerard I van Gelre had.
Info 535 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het
hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst
Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info 536 Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen,
mogelijk echter van Ida van Saksen.
Info 537 ES
geeft Justizia als enige vrouw, GN geeft Justizia van Oostenrijk (Oostmark) als eerste vrouw,
terwijl Adelheid een dochter van de tweede vrouw, Adelheid van Regensburg zou
zijn. Ook Thiele vervolt deze versie. Justizia wordt ook van Babenberg
genoemd.
Info 538 Volgens ES XII-32 zou ze (2) met graaf Adalbert van Kyburg
getrouwd zijn.
Info 539 Nadat
de meningen over de moeder van Hugo IX/VII van Dagsburg
lange tijd verdeeld waren, brengt Erich Brandenburg
in "Die Nachkommen Karls des Großen"
(pag. 142) de bewijsvoering voor de hier genoemde filiatie. Hugo IX/VII's zoon Hugo X/VIII noemt in een oorkonde van 1146 (zie Tihon, "Les comtes de Moha", Instit. archeol. liegeois 23, blz. 440) Ermensinde
zijn grootmoeder ("Hugo, Dei gratia comes Musacensis, recognicit quod ava sua piae
memoriae Hermesendis comitissa") en Hugo IX/VII maakte erfaanspraak op
Luxemburg, die hij slechts als zoon van Emesinde kon
laten gelden. De versie van Brandenburg wordt daarom hier overgenomen.
Info 540 In GrJ en ES Badeloch NN genoemd.
Hans Vogels noemt haar Badeloch van Haarlem.
Info 541 Soms
wordt hier genoemd Aleyd van Cuyk, verder Aleijdis van Arberg. Volgens de Europäische Stammtafeln VIII-34
was zij Aleijdis Persijn,
deze visie volgt ook Greidanus in deel I. In deel II
noemt hij als waarschijnlijke naam Aleijdis van
Kessel, d.v. Hendrik III van Kessel en Alveradis van Merum.
Info 542 Bij Schwennicke (ES XVIII-22) Dirk I, bij Greidanus
(GrJ543, losbladige aanvullingen) Dirk II. Hier worden de nummers van GrJ overgenomen met die van ES tussen haakjes.
Info 543 Heinzelmann geeft haar op grond van haar naam Sophia, die van Griekse oorsprong
is, en zich via keizerin Theophanu verbreid heeft,
andere waarschlijnlijke ouders. En wel Frederik III
van Opper-Lotharingen, de jong overleden laatste
regerende hertog uit dit huis. Haar moeder zou een jongere dochter van koning Mieszko II van Polen en Richeze
van Lotharingen of een schoonzuster van Miezsko,
dochter van Ezzo geweest kunnen zijn.
Info 544 ES I.2-204 geeft als sterfdatum 28.01 tussen 1075-80.
Info 545 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien
opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992
gepubliceerde vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet kende - dat ze tot de
vooraanstaande Beijerse adelsfamilie
van Formbach behoorde, waarschijnlijk een dochter van
graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen. Heinzelmann meent (in
navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia
uit de familie van Formbach stamt en dat ze
waarschijnlijk met de vrouw van tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek
is. Hij ovl. 28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092
met Stephan van Sponheim getrouwd zou kunnen zijn.
Info 546 KdG Reeks 159 geeft 1020 aan.
Info 547 Andere
bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES
NF VII-11 gevolgd.
Info 548 ES VII
geeft: ovl. 19.06.1148.
Info 549 ES VII
(een oudere versie dan ES III.4) noemt haar Ada van Pierrepont. Ada heeft wel
een broer Robert Guiscard, die met een weduwe van
Robert de Pierrepont getrouwd was.
Info 550 Ouders
onzeker, wordt ook wel als een Van Aalst genoemd.
Info 551 Bastaarddochter van graaf Floris II volgens een hypothese van Hans Vogels.
Info 552 Mogelijk identiek met de hier als zijn zoon vermelde Simin
(II) van Haarlem (Cordfunke).
Info 553 Als
ouders worden ook Renaud van Châtillon
en Constance van Antiochië aangegeven, wat echter op een fout berust.
Info 554 EGS
II.1 noemt hem Archibald VII, we volgen hier MedL.
Info 555 ES
VII-42 noemt hem Arnold II, daar Otto I in daar een zoon zou zijn van een
Arnold I en Mathilde van Chiny.
Info 556 Zij
wordt wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp.
stippellijn). Haar zoon Floris I zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd
moeten zijn, wat zeer onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar
een dochter van Bernard van Haldensleben, markgraaf
van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan een tante Othelhildis die non in Quedlinburg
was.
Info 557 Ze was
waarschijnlijk een dochter van Liudolf of eventueel
van zijn vader Ezzo. Dit o.a
op grond van de naamsvererving Sophia bij haar
dochter, die in die tijd op een nakomelinge van keizerin Theophanu
wijst. De naam Sophia kwam pas bij Theophanu naar
West-Europa, daar haar moeder Sophia heette.
Info 558 Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.
Info 559 Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info 560 Was
eventueel een zoon van Thiemo II i.p.v. Thiemo I daar hij ten tijde van de
ontvoering van zijn bruid een jaar of 30 geweest zal zijn (GMA).
Info 561 Zij
zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos
vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen
menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen kinderen
had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn plaats.
Info 562 De kwst de Hek en verschillende andere bronnen geven hier
Agathe van Hongarije, dochter van Stephan de Heilige. Deze Stephan had zover
bekend geen dochters, slechts een zoon, die kinderloos stierf. Andere bronnen
noemen haar Agatha van Hongarije Augsburg, dochter van Bruno, bisschop van
Augsburg. Lexikon des Mittelalters
noemt haar Agathe von Ungarn, Halbnichte von Kaiser
Heinrich III. Hier wordt ES NF II-78 gevolgd.
Info 563 Bij
deze reeks van Randenrath wordt Greidanus
gevolgd. Schwennicke geeft in ES VII-159 een geheel
verschillende reeks, waar echter Gosewijn niet in
voorkomt, wel een gelijknamige Domproost te Utrecht in 1227.
Info 564 In Greidanus deel I Giselbert van
Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf in de Haspengouw tot 1050,
echter overleden voor 1046. In deel II wordt Giselbert
slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041,
volgens een hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert
in 2 generaties gesplitst wordt. Deze hypothese werd door Hans Vogels in de
Mailinglist Nederlandsche Adel verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.
Info 565 In ES
NF XVIII-36 is Giselbert van Looz,
ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande
de Jodoigne, waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels: "Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een
logische veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon
die ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90.
Een uit dit huwelijk geboren dochter Ludgarde zou
rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte huwelijkspartner zijn voor
graaf Giselbert II van Loon".
Info 566 Zij
wordt wel verondersteld een dochter te zijn van Bernhard I van Saksen (GrJ en ES I.1-11 geven dit aan met een vraagteken resp.
stippellijn). Haar zoon Floris I zou dan echter met zijn volle nicht getrouwd
moeten zijn, wat zeer onwaarschijnlijk lijkt. Andreas Thiele (EGS) noemt haar
een dochter van Bernard van Haldensleben, markgraaf
van de Nordmark. Dit lijkt plausibel, ze heeft dan een tante Othelhildis die non in Quedlinburg
was.
Info 567 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het
hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst
Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info 568 Siegfried van Sponheim was zeer waarschijnlijk een familielid (oudoom?) van
Stephan van Sponheim, die met Sophia van Formbach
getrouwd was, stamvader van de Rijnse Sponheimers.
Volgens Heinzelmann voerden de Karinthische
Sponheimers reeds voor 1122
het ook door de Rijnse Sponheimders gevoerde
geschaakte wapen, hoewel volgens verschillende historici het voeren van een
wapen pas later in zwang kwam. Op grond van de wapenvoering, geschaakt
blauw/goud, vermoedt Heinzelman oorspronkelijk een
verwantschap met de Capetingers (zelfde kleuren)
en/of Vermandois (zelfde wapen). Later voerden de Karinthische Sponheimers echter
een ander wapen.
Info 569 Greidanus geeft 19 mei 1061 aan.
Info 570 Volgens GrJ389, ES I.1-11geeft als overlijdensdatum 04.08.1089 (1093).
Info 571 Volgens GN 1969 Middenreeksen en GN1991 Beginreeks
228 een zoon van Herman IV van Schwaben en Adelheid
van Susa. Oudere stamtafels van Schwennicke
(ES 1-10) noemen hem als zoon van Herman en Adelheid, in nieuwere versies is
dit niet meer het geval. In ES I.1-84 uitgave 1998, heeft Hermann IV slechts
een waarschijnlijke dochter Richwara (met
stippellijn) terwijl de zoons Gebhard von Sulzbach en Herman van Kastl verdwenen zijn. De graven van Sulzbach
vind men terug in ES XVI-93A (uitgave 1995), waar de
lijn met Gebhard I, zonder voorouders begint. Ook
Andreas Thiele (EGS I.1-27) laat de lijn Sulzbach met
Gebhard (II) beginnen, zonder verbinding met Van Schwaben.
Info 572 Voor Sophia,
de vrouw van Stephan van Sponheim, zijn
verschillende afstammingstheorien opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde
vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni
prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet
kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach
behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen.
Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van
tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl.
28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou
kunnen zijn.
Info 573 Adalbert was wellicht een zoon van graaf Eberhard van
Nellenburg, gesneuveld 1075 bij Homburg. Het is echter ook mogelijk, dat zijn
moeder een van Nellenburg was. Zie ook Genealogisches Handbuch der Schweizer Geschichte, Band IV,
Hans Kläui: Seite 194. De meeste
geschiedkundigen neigen tot een agnatische
afstamming.
Info 574 Heinzelmann acht het mogelijk, dat er 2 Lodewijken Ia en Ib na elkaar waren,
waarbij Lodewijk Ib met Jutta getrouwd was en 8
dochters had. Zeker is dit echter geenszins, hoewel er enkele problemen mee opgelost
kunnen worden.
Info 575 Andere
bronnen geven hier Alice de Joinville, hier wordt ES
NF VII-11 gevolgd.
Info 576 Volgens traditie was dit Agnes Persijn, uit het
geslacht van de heren van Waterland. Dit is echter door nader onderzoek niet
bevestigd (GrJ, aanv.
2003). WdO noemt hier Meilendis.
Dit is een hypothese van Kort, omdat Philips haar goederen verkoopt. Is echter
geenszins bewezen. Van der Spiegel acht haar mogelijk identiek met Melisende van Amiens, vermeld 1151, dochter van Adelesme van Amiens en Melisende
van Marle. Dit is echter eveneens niet bewezen, en chronologisch gezien lijkt
ze eerder wat jong,
Info 577 Volgens Hoek waarschijnlijk een dochter van Hugo van Isselmunde,
dit is echter niet zeker. De heren van Egmond hebben weliswaar het ambacht
IJsselmonde van Hugo geërfd, maar hij kan ook een broer van Mabelia
geweest zijn. De naam Hugo zet zich bij de van Egmonds in ieder geval niet
voort (H.Vogels).
Info 578 Nicolaus van Haarlem (1199) wordt door Hans Vogels vermoed als mogelijke vader van: IJsbrand van Haarlem
(1200-1230), Gerard van Haarlem
(1204-1222), Wouter van Haarlem (?-1227-? (1236), Bartholomeus van Haarlem
(1227-1234), NN van Haarlem x Jan Persijn en Badelog van Haarlem x ca.1200 Willem van Egmond. Inzake het ouderschap van deze broers en zussen zijn reeds
eerder suggesties gedaan maar een consensus hierin werd nooit bereikt. Greidanus geeft in 2006 Symon Galo van Haarlem als mogelijke ouder van Nicolaus aan.
Info 579 In Greidanus deel I wordt ze (met een vraagteken) NN Dircksdochter
uit het geslacht der Immedingen in Saksen genoemd. In de losbladige
aanvullingen I heet het: "hij tr. misschien een dochter van Dirck
van Hameland".
Info 580 De
veronderstelling dat de vrouw van Hendrik II van Leuven een dochter was van
graaf Everard is in 2000 weerlegt. Zie hiervoor P.Th.J. Kuijer, "'s-Hertogenbosch. Stad in het
hertogdom Brabant ca. 1185-1629", blz.29. (Hans Vogels op lijst
Nederlandse Adel 03 Nov 2005).
Info 581 Niet
bewezen dat Ebles een zoon van Giselbert
van Roucy was, wel was hij diens opvolger.
Info 582 Wordt
in ES XI-36 (1968) van Courtenay genoemd, in VII-6
(1978) slechts met voornaam.
Info 583 Richilde wordt in ES III.4-677 als dochter van Frederik I van Schwaben aangeduid, ze komt echter in de (recentere) ES
I.1-14 niet als dochter van Frederik I van Staufen
voor.
Info 584 Adelheid stamt wellicht uit een voorgaand huwelijk van Albert van Namen,
mogelijk echter van Ida van Saksen.
Info 585 Bij Greidanus -Jaeger is deze Dirk opgedeeld over 2 generaties,
de laatste met de vermellding uit 1167 en 1173. Hij
zou getrouwd geweest zijn met Hilvaris, vrouwe van Rode en Beke. Zij hertrouwt ca. 1180 Gijsbert
van Rode, ridder, gegoed te Hogeloon (broer van Roelof Rover van Rode). De preciese allocatie van de verschillende Dirken is niet
zeker en onderwerp van discussie.
Info 586 H. Verdonck oppert (Brabantse Leeuw 2000 pag. 143) de
mogelijkheid, dat Udehilde een dochter i.p.v. een
schoondochter van Dirk was. Dit op grond van het feit, dat bij haar overlijden
uitdrukkelijk van haar erfgoed te Gerlingen en Baesweiler gesproken wordt. Het zou dan niet bekend zijn
wie haar man was, wellicht zou de wapenvoering van de van Herlaers
op hem teruggaan. De Herlaer-lijn zou hier dan via
een vrouw verder gaan, haar kinderen zouden haar naam aangenomen hebben, een
destijds niet ongewoon verschijnsel. De in 1133 vermelde Theodericus
de Harlere zou dan waarschijnlijk nog Dirk van Loon
geweest moeten zijn. Greidanus neemt aan dat deze Theodericus een zoon van Dirk van Loon was, welke these wij
hier overgenomen hebben. Ook van Dinther volgt deze versie.
Info 587 Hier
wordt in tegenstelling tot de traditionele opvatting (zoals bij Karel de Grote
reeks 24) Schwennicke gevolgd, die in ES I.1-8 (uitg. 1998) niet meer Udo I als vader van Heribert van de Wetterau
aangeeft, maar Konrad, graaf in de Rheingau. Deze zou een zoon zijn van Gebhard, graaf in de Ufgau 940,
die evenals zijn neef Udo I met een dochter van Heribert
I van Vermandois getrouwd was. Dit betekent dus 1
generatie meer naar genoemde Vermandois dan in de
traditionele versie.
Info 588 De
afstamming van de graven van Zutphen an de Lotharingse paltsgraven wordt door Henk Verdonk (NL2003) in
twijfel getrokken. Dit baseerde op verkeerde veronderstellingen m.b.t. het rijksleen Alzey.
Info 589 Niet
duidelijk wie haar ouders zijn. De in de KdG Reeks
159 aangegeven ouders kunnen niet kloppen, daar ze bijna een eeuw later
leefden.
Info 590 ES
I.2-201 geeft een voorbehoud aan, zet haar tussen haakjes, Thiele doet dit
niet, noemt haar een dochter van Hugo IV en een zuster van Paus Leo IX. In GMA
wordt ze genoemd dochter van graaf Hugo IV, achterkleindochter van keizer Otto
II.
Info 591 Opmerking Greidanus: Volgens Van Winter kan Unruoch geen zoon van Everhard en Amalrada
zijn, omdat deze slechts de zonen Everhard en Diederik zouden hebben; zij
veronderstelt dat hij via de vrouw van Robert, graaf in de Lommergouw 887,
afstamt van Unruoch, Markgraaf van Friaul, ovl. 853. Verder meldt
Dr. Kees Kuiken zijn twijfel aan of Unroch wel de
vader van Godizo was (NL2004).
Info 592 Volgens ES I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van
Augsburg. Volgens ES II-188A
een dochter van graaf Hucbald I van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is slechts dat ze Heylwig
heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft
dat palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn
"consangineus", bischop
Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de
gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde
bisschop uit het geslacht van Dillingen afkomstig is.
Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen,
"Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA. Ook de lijn volgens EGS naar
Gisela der Franken is met één generatie meer nog dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote
twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.
Info 593 Haar
afstamming was lange tijd omstreden, een oorspronkelijk aangenomen afstamming
van Romanos II van Byzantium bleek op grond van bloedverwandschap niet mogelijk (P.E. Schramm).
Ook de door Schwennicke genoemde afstamming van de
vorsten van Taron uit het huis der Bagrituden is niet juist. Duidelijkheid brachten G. Wolf en
O. Kresten, die op grond van gidsnamen in Theophaunus'
familie het vermoeden van H. Benrath bevestigden, dat
ze een dochter van Konstantinos en Sophie was. (bron:
W. Regula). Konstantinos Skleros'
zuster Maria was getrouwd met keizer Iohannes Tzimiskes. Theopanu noemde haar
(oudste?) dochter (abdes van Gandersheim) naar haar
moeder Sophia. De hier gekozen ouders vindt men behalve bij Regula
ook bij: Henry Benrath, "Die Kaiserin
Theophano", Muenchen
1978, Guenther Wolf, "Nochmals
zur Frage: Wer war Theophano?", Byzantinische Zeitschrift, Bd. 81, Muenchen 1988, p.
272-283, Otto Kresten, "Byzantinische Epilegomena zur Frage: Wer war Theophano?" in "Kaiserin
Theophano. Begegnung des Ostens und Westens um die Wende des ersten
Jahrtausends", Bd. II,
Köln 1991, p. 403ff en Lindsay L. Brook, genoemd door Rupert Willoughby in "The Golden Line
amended", Genealogists' Magazine, vol. 24, no. 2, London 1992, p. 66. Dr. F. Graaff daarentegen meent in zijn boek 'Anno Domini
1000 - Anno Domini 2000' onder noot 13 dat het zeer
onwaarschijnlijk is dat ze een dochter zou zijn van Constantijn Skleros omdat Otto I voor zijn zoon geen gemalin kon
accepteren die minder was dan een keizersdochter. Het stemt ook niet overeen
met de woorden van Johannes van Reims dat hun kind, Otto III, is 'voortgekomen
uit het hoogste bloed der Grieken'. Hij ziet dan ook Romanos
II, een der grootste Byzantijnse keizers, als vader.
Info 594 Hans
Vogels neemt 2 generaties Giselbert als
waarschijnlijk aan, dit op grond van chronologische overwegingen. Deze mening
is ook de Amerikaanse professor D.J. Jackman
toegedaan.
Info 595 De
Amerikaanse prof. D.C. Jackman laat de broer van
bisschop Balderik huwen met een Hereslint,
vermoedelijk uit de graven van Verdun (Info van Hans Vogels).
Info 596 Was
eventueel een broer van Stephan (II) van Sponheim en daarmee een zoon van een Stepan I.
Info 597 Zij
zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos
vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen
menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen
kinderen had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn
plaats.
Info 598 ES
I.1-31 geeft 1021 als overlijdensjaar aan.
Info 599 De ouders
van Adalbert Azzo I berusten op gegevens van GMA. ES
I.1-31 geeft geen ouders aan, Adalbert is daar de oudste generatie.
Info 600 Volgens ES I.2-265 dochter van Herman IV van Schwaben
en Gisela van Schwaben (Gisela was echter Hermans
moeder). Volgens ES I.1-84 een stippellijn naar Herman IV, die getrouwd was met
Adelheid van Turijn. GMA:
"Tochter des Herzogs Hermann IV. von Schwaben oder Tochter des Herzogs
Konrad II. von Kärnten; Nach W. Wegener einzige Tochter des Herzog Hermann IV.
von Schwaben und der Adelheid von Turin". Ze zou
genoemd zijn naar haar overgrootmoeder vaderzijds, de
vrouw van Luipolt I.
Info 601 ES
II-154 geeft 20 juni als sterfdatum. Volgens de traditie is het 29 juli, wat
ook de naamsdag in de kalender der Heiligen is.
Info 602 ES
XII-95A geeft 1079 aan, hetzelfde jaar als haar moeder, ze zou ook in St. Blasien begraven zijn. Ze trouwt blijkbaar reeds jonger dan 10 jaar oud.
Info 603 Zij
zou volgens EGS I.1-28 de enige dochter van Otto zijn die twijfeloos
vaststaat (bij haar zusters Ida en Hildegard is de filiatie onzeker). Sommigen
menen welliswaar dat Otto ongetrouwd was en geen
kinderen had. Een zekere twijfel aan deze filiatie is daarom toch op zijn
plaats.
Info 604 Er is
een discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven. Volgens Frans Van Droogenbroeck
in enkele bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou
zij geen dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van
Neder-Lotharingen. Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn,
maar dan van een tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van
Vlaanderen (LNA april 2021). Het laatste woord
hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig de klassieke versie.
Info 605 Verdere afkomst onbekend, zie ook Graaf W. H. Rüdt-Collenberg,
"The Rupenides, Hethumides,
and Lusignans" [Paris:
Klincksieck, 1963], p. 78, waar Gabriel een zwager
genoemd wordt van Thoros, heer van Melitene en later heer van Odessa. Pogingen om Garbriel van Melitene via
verschillende bekende Armeense vorstengeslachten aan de antieke
koningsgeslachten (met name van Perzië) te verbinden, zijn daarom tot nu toe
niet gelukt.
Info 606 Niet
duidelijk of Raas II een zoon van Raas I is.
Info 607 Dirk
van Herlaer was waarschijnlijk identiek met Dirk van
Loon, een zoon van Emmo van Loon en Swanhilde van Holland. Alois van Doormalen verwerpt in een
proefschrift deze stelling van Verdonk, wat echter door Nico van Dinther met
goede argumenten bestreden wordt.
Info 608 Niet
zeker of hij de vader is of Wolodar I van Minsk.
Info 609 KdG Reeks 78 noemt haar Adela.
Info 610 Zie
input Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid?
Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag.
8-27, met 14 genealogische schema's.
Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende
dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info 611 ES
geeft aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ
geeft aan NN. EGS geeft Adelheid van Autun aan,
dochter van hertog Richard (die inderdaad de vader van genoemde Boso was).
Info 612 EGS en
de stamboom Montgomery in Wikipedia geven Hugo aan als vader van Roger. In de
beschrijving over Roger in Wikipedia wordt echter aangenomen dat zijn vader
Roger geheten heeft. In de stichtingsoorkonde van de abdij Troarn
(in het Département Calvados) noemt hij zichzelf namelijk "Rogerius, ex normannis, normannus magni autem Rogerii filius."
Op grond hiervan wordt aangenomen dat hij een zoon was van een oudere Roger de
Montgomery en waarschijnlijk een kleinzoon van Hugo de Montgomery. De oudere
Roger bezat uitgebreide landerijen in het hart van Normandië, die Roger na zijn
dood (voor 1056) erfde.
Info 613 Volgens ES I.2-201 uit de familie van de heilige Ulrich, bisschop van
Augsburg. Volgens ES II-188A
een dochter van graaf Hucbald I van Dillingen, volgens EGS I.1-28 van diens zoon Hucbald (II). Bekend is slechts dat ze Heylwig
heette, terwijl een Brauweiler monnik bemerkt heeft
dat palsgraaf Ezzo een deel van zijn jeugd bij zijn
"consangineus", bischop
Ulrich de Heilige van Augsburg, doorgebracht had. Hieruit heeft men de
gevolgtrekking gemaakt dat Heylwig evenals genoemde
bisschop uit het geslacht van Dillingen afkomstig is.
Een bewijs ontbreekt echter nog (Dr. Emil Kimpen,
"Ezzonen und Hezeliniden in der rheinischen Pfalzgrafschaft" in GMA. Ook de lijn volgens EGS naar
Gisela der Franken is met één generatie meer nog dusdanig kort (3 geneaties via Hucbald II Heilwich van Friuli) dat grote
twijfel aangebracht is. Waarschijnlijk ontbreekt nog een generatie.
Info 614 Bernhard I wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl
verwisseld. Dat de man van Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van de van Werls met het Salische keizershuis. Dat het Bernhard was is
een these van Hömberg die door Thiele wordt
overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een
tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt.
Schwennicke houdt het bij Herman, ook bij hem is
echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.
Info 615 Voor
Sophia, de vrouw van Stephan van
Sponheim, zijn verschillende afstammingstheorien
opgesteld. Mötsch meent - hoewel hij de in 1992 gepubliceerde
vermelding van haar Beierse afkomst ("Sophia, omni
prudentia decoratam de clarissima Bauariorum ortam prosapia") nog niet
kende - dat ze tot de vooraanstaande Beijerse adelsfamilie van Formbach
behoorde, waarschijnlijk een dochter van graaf Meinhard V van Formbach en Mathilde van Reinhausen.
Heinzelmann meent (in navolging van Eduard Hlawitschka) eveneens dat Sophia uit de familie van Formbach stamt en dat ze waarschijnlijk met de vrouw van
tegenkoning Herman van Luxemburg-Salm identiek is. Hij ovl.
28.09.1088, waarna Sophia (2) voor 1092 met Stephan van Sponheim getrouwd zou
kunnen zijn.
Info 616 Dat
Rudolfs vader een graaf Kuno van Rheinfelden was, is
weliswaar niet door oorkonden bewezen, het is echter door een
bronnenverzameling uit het klooster Muri overgeleverd
(Acra Murensia).
Info 617 Zoon
van Ashot Taronites en Miraslowa van Bulgarije of van Eirene
Taronitissa en Romanos Taronites. In beide gevallen dezelfde grootvader Grigor Taronites (ES III.3-597).
Info 618 Deze
generatie ontbreekt bij ES NF XVIII-56, hier wordt Greidanus
gevolgd.
Info 619 In Greidanus deel I Giselbert van
Loon genoemd, eerste graaf van Loon 1041, graaf in de Haspengouw tot 1050,
echter overleden voor 1046. In deel II wordt Giselbert
slechts graaf in de Haspengouw genoemd, ovl. 1041,
volgens een hypothese van Hans Vogels, waarin Giselbert
in 2 generaties gesplitst wordt. Deze hypothese werd door Hans Vogels in de
Mailinglist Nederlandsche Adel verder uiteengezet en wordt hier gevolgd.
Info 620 In ES
NF XVIII-36 is Giselbert van Looz,
ovl. 1044/46 gehuwd met Erlande
de Jodoigne, waarbij echter slechts één generatie Giselbert verondersteld is. Hans Vogels: "Dat Giselbert II van Loon met Lutgarde van Namen huwde is een
logische veronderstelling. Haar broer Albert II van Namen was een jongere zoon
die ca.1000 werd geboren. Dit plaatst het huwelijk van haar ouders Albert I en Ermengarde van Lotharingen in het midden van de jaren ´90.
Een uit dit huwelijk geboren dochter Ludgarde zou
rond 1017 of iets later, qua tijd, een geschikte huwelijkspartner zijn voor
graaf Giselbert II van Loon".
Info 621 Hoewel
gravin Swanhilde niet in oorkonden wordt genoemd, mag
volgens H. Verdonk (BL2000) aan het bestaan van gravin Swanhilde niet langer worden getwijfeld. De gegevens in
de "Annalista Saxo" kunnen als
geloofwaardig beschouwd worden, daar ze door de 2 paralelle
necrologium-vermeldingen ondersteund worden.
Info 622 Niet
duidelijk of Luitgard een dochter van Bertha van Staufen
is. Is chronoligisch moeilijk te rijmen. Wel was haar
vader met Bertha getrouwd.
Info 623 Zeer
waarschijnlijk een zoon van Adelbert van Vermandois,
echter niet 100% bewezen. Zijn nageslacht, de graven van Chiny, zouden dan (de
laatste) afstammelingen in rechte mannelijke lijn van Karel de Grote zijn.
Info 624 Vermoed wordt deze "Dirk I bis" tussen Dirk II en Dirk I, zijn
bestaan is echter omstreden. Zijn daden kunnen ook door Dirk I verricht zijn.
Info 625 In ES
1.1-7 staat een dochter van Heribert getrouwd met
tussen haakjes (Gebhard graaf im
Ufgau).
Info 626 Volgens sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest waarschijnlijk als
moeder.
Info 627 Zie
input Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid?
Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag.
8-27, met 14 genealogische schema's.
Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende
dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info 628 Seibt meent dat hij Photeinos geheten zou kunnen
hebben, Settipani geeft de voorkeur aan Pantherios, een naam die later in de familie Skleros voorkomt. Walter Regula
noemt hem "Niketas Skleros,
of Photeinos Skleros, zoon
van Leon Skleros". Een Niketas
Skleros leefde inderdaad in dezelfde tijd en was een
gezant naar de Hongaren (Kelsey Williams). In verschillende kwartierstaten op
internet komen Munir en Niketas
als twee verschillende echtgenoten van Gregoria voor,
waarbij zoon Bardas uit het huwelijk met Munir en Konstantinus uit het
huwelijk met Niketas zou stammen. Seibt's
bronnen geven echter Munir als vader van alle 3
kinderen (er was nog een dochter Maria) aan.
Info 629 Kelsey J. Williams geeft
op GM nog 2 voorouders:
(ODB = The Oxford Dictionary of Byzantium, 3v. , New York, Oxford, 1991).
1. Leo Phokas, kouropalates. b. ca.
915-20. d. aft. 970, poss. on the island
of Prote. (ODB
III: 1667).
2. Bardas Phokas. Domestikos of the
East, 948. (ODB III: 1666; Du Cange, 149).
4. Nikephoros Phokas "the Elder". d. ca. 900. (ODB III: 1666).
Info 630 Zie
input Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid?
Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag.
8-27, met 14 genealogische schema's.
Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende
dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info 631 Volgens sommigen is het niet 100% zeker, wie de moeder van Hugo Capet is, daar zijn vader 3 vrouwen gehad heeft, Hadewich van Saksen is echter het meest waarschijnlijk als
moeder.
Info 632 Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van Rognvaldr van Møre (dit wordt ook
in ES NF II-79 aangenomen).
Info 633 Waarschijnlijk dezelfde persoon als Hrólfr the Ganger, zoon van Rognvaldr van Møre (dit wordt ook
in ES NF II-79 aangenomen).
Info 634 Graaf Renaud I is volgens internetbronnen zoon van Guido I van Vermandois, zoon van Adalbert I van Vermandois,
hij en Guido ontbreken echter in ES I.1-7.
Info 635 Filiatie met de hier genoemde ouders niet zeker (Thiele).
Info 636 KdG page geeft aan: onduidelijk of ze de ouders zijn van Reginar. ES en Greidanus geven
deze verbinding echter eenduidig aan.
Info 637 Ze
komt niet voor in ES III.1-116 (Anjou), wel als dochter van Fulco I bv. in
Roderick W. Stuart, Royalty for Commoners:
The Complete Lineage of John of Gaunt,
Son of Edward III, Kings of England, and Queen
Philippa (.: ., 3rd Ed., 1998). Zij en haar vader Fulco II staan tussen haakjes
in ES III.4-657 (Valois, Vexin).
Info 638 Deze
Godfried wordt wel verwisseld met Godfried Haraldsson
(Godfried II van Haithabu), de zoon van Harald Klak
(ook door Andreas Thiele in EGS II.2-1). Stephen M. Lewis van de Université de Caen schrijft hierover in 'Hamlet with
the Princes of Denmark: An exploration of the case of Hálfdan
‘king of the Danes’: 'This Godfrid should not be
confused with Godfrid Haraldsson,
Rorik’s cousin, but as he was granted Rorik’s lands in 882 he was
probably a close relation. See Bauduin, Le Monde
Franc 199-223; Wood, ‘Christians and pagans’ 44; AB, Nelson 225 n. 12. For the
circumstances of his death see AF (1) 885: Reuter 97; AF (2) 885: Reuter 111;
AV 885: von Simson 55; Regino of Prüm:
Reginonis abbatis 885,
123-4; Maclean, History and Politics 191-4; Bauduin,
Le Monde Franc 199-223.
Info 639 Seibt en Settipani noemen Gregoria
een dochter van Bardas en daarmee een kleinzoon van Basilios. Hier wordt Walter Regula
gevolgd, daar bij een chronologische beschouwing de tussengeneratie Bardas nauwelijks mogelijk is. Op de verdere voorouders
heeft dit uiteraard geen invloed.
Info 640 ES
geeft aan: zuster van graaf Bose (zal Boso van Bourgondië zijn), GrJ
geeft aan NN. EGS geeft Adelheid van Autun aan,
dochter van hertog Richard (die inderdaad de vader van genoemde Boso was).
Info 641 Zie input
Hans Vogels en navolgende discussie op:
http://archiver.rootsweb.com/th/read/GEN-MEDIEVAL/2003-04/1050649088. Kunigunde zou 3 echtgenoten gehad hebben, de derde was Giselbert, voor hem het eerste huwelijk. Dit op grond van "Wer waren die Eltern des Grafen Sigfrid?
Eine neue Hypothese zum Ursprung des ersten Luxemburger Grafenhauses", by René Klein, gepubliceerd in Annuaire - A.L.G.H. - Jahrbuch 1998, pag.
8-27, met 14 genealogische schema's.
Van deze these wordt nieuw bij deze kwartierstaat
uitgegaan (januari 2007), waarbij verschillende problemen betreffende
dit onderwerp geenszins definitief opgelost zijn.
Info 642 Stenkil was een zoon van Jarl Ragnwald 'de oude'.
Niet geheel zeker of dit dezelfde Ragwald is als de
hier genoemde.
Info 643 Verbinding onzeker.
Info 644 Er is
een discussie gaande over de ouders van Adelheid (Adela) van Leuven. Volgens Frans Van Droogenbroeck
in enkele bijdragen over de geschiedenis van Lotharingen in de elfde eeuw, zou
zij geen dochter kunnen zijn van Lambert II van Leuven en Oda van
Neder-Lotharingen. Mogelijk zou ze wel een dochter van Lambert kunnen zijn,
maar dan van een tweede vrouw, met name een dochter van graaf Boudewijn IV van
Vlaanderen (LNA april 2021). Het laatste woord
hierover is nog niet gesproken. Ik volg hier voorlopig de klassieke versie.
Info 645 Niet
duidelijk of Willem 1 of 2 maal getrouwd was. Volgens sommige bronnen stierf
hij kinderloos.
Info 646 Volgens ES I.1-8 waarschijnlijk Eberhard I, volgens ES XII-85 waarschijnlijk Eberhard II, uit het geslacht der Eberhardinger,
graven in Zürichgau en in Thurgau,
later graven van Nellenburg.
Info 647 Verbinding onzeker.
Info 648 Soms
wordt verondersteld, dat Leo VI. v. Byzantium niet de zoon van Basilius I. v. Byzantium was, maar van Michael III. v.
Byzantium. Deze hypothese is gegrond op het feit dat de moeder van Leo VI, Eudocia Ingerina, vroeger de maitresse van Michael III geweest zou zijn en dat ze hem
ook na haar huwelijk nog aanhing. Ook deze mogelijkheid voert tot een
verbinding met de antieke (zie Mumm), hier wordt
echter Regula gevolgd, mede omdat de paralelle lijnen, die niet via Leo en Basillius
gaan, bij dezelfde Konstantinos uitkomen.
Info 649 Rotrude / Ermengarde trouwenvolgens
ES I.1-4 Gerard van Auvergne en Ratger van Limoges.
Niet bekend wie wie trouwde.
Info 650 Bernhard I wordt door veel onderzoekers met Herman I van Werl
verwisseld. Dat de man van Gerberga een graaf van Werl was, volgt reeds uit de verwantschap van de van Werls met het Salische keizershuis. Dat het Bernhard was is
een these van Hömberg die door Thiele wordt
overgenomen. Bernhard wordt in 2 oorkonden uit het jaar 980 vermeld, in een
tijd dat hij als man van Gerberga in aanmerking komt.
Schwennicke houdt het bij Herman, ook bij hem is
echter Gerberga de moeder van Herman II van Werl.
Info 651 De
afstamming van Basilios die hier gegeven wordt is
niet onomstreden. In "Byzanz das zweite Rom" van R.J. Lilie
(pag. 212) wordt gezegd, dat Basilios zeker niet van adelijke oorsprong was.
Info 652 Volgens N. Adontz: "L'age
et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)" in Byzantion
8:2 (1933) 475 en 9:1 (1934) 223 wellicht een zoon van de Mamikoniaanse
prins Artavazd, zoon Hmayek,
maar dit is een vermoeden. Regula noemt hem een
kleinzoon van genoemde Artafvazd. Hij koppelt Maiktes via 10 Mamikonian-generaties
(waarvan verschillende voornaamloos) aan het huwelijk
van Hamazasp I Mamikonian
(387/432) met Sehakanoysch Gregorid.
Via de verder Gregorid-lijn komt hij 5 generaties
verder op Tiridates IV de grote Arsakid,
de eerste Christelijke koning van Armenië (314). Volgens critici geeft deze
lijn wel een mogelijke afstamming aan, maar zijn te weinig bewijzen voorhanden.
Er bestonden ten tijde van Hamazasp I Mamikonian reeds veel andere
takken van de familie Mamikonian, waarvan Maiktes af zou kunnen stammen. Anderzijds is de kans zeer
groot, dat men ook via vrouwelijke lijnen bij Tiridates
terechtkomt, daar ook de Armeense adel in de regel onderling huwde.
Info 653 De
hypothese dat keizer Basil I een nakomeling was van keizer Leo V stamt van N. Adontz in "L'age et l'origine de l'empereur Basile I (867-886)" [Byzantion
8:2 (1933) 475 and 9:1 (1934) 223]. Hij baseert dit op Constantine VII's verklaring omtrent Basil I's
afkomst, die als volgt luidt. Basils grootvader Maiactes, een Armeens edelman, trouwde een dochter van een
Armenische inwoner van Constantinopel, genaamd Leo, tijdens de regering van Contantijn VI (780/97). Als kind werd Basil met zijn ouders
gevangen genomen bij de plundering van Adrianopel door de Bulgaren in 813. Zijn ouders overleden
in gevangenschap, Basil werd vrijgelaten en ging naar Constantinopel, waar hij
de aandacht van de keizerlijke familie (uiteindelijk van Michael III) opwekte. Adontz hypothese is, dat de Armeen Leo dezelfde is als de
latere keizer Leo V de Armeniër. Deze these is niet onomstreden, ze verklaart
echter veel details van de familiegeschiedenis. Chris Bennett somt in GEN-MEDIEVAL 18 Dec 1995 alle
pro's en contra's van deze hypothese op.
Info 654 Het in
deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger
is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen
en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het
voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht
bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal
van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De
Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het
vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins
gecompenseerd.
Info 655 Vermoedelijk een dochter van Harald Klak, niet zeker.
Info 656 Walter
Regula noemt hem Leo Gnuni,
zoon van Bardas, andere bronnen vermoeden de Artsruni familie, beide adelijke
Armeense families.
Info 657 Regula noemt haar Theodosia Karan-Pahlavid,
dochter van Arshavir (Arsaber)
Karan-Pahlavid. Volgens Toumanoff
was haar vader een "Prince Kamsarakan".
Info 658 Volgens ES I.1-8 waarschijnlijk Eberhard I, volgens ES XII-85 waarschijnlijk Eberhard II, uit het geslacht der Eberhardinger,
graven in Zürichgau en in Thurgau,
later graven van Nellenburg.
Info 659 Niet
zeker of er wellicht twee naamgenoten Halfdan de
Milde waren, daar ook Godfried I, 6e koning van Haithebu,
als zoon van dezelfde Halfdan beschreven is.
Godfrieds zonen verdreven Harald Klak en zijn broer Rorik
in 813 uit Denemarken en zetten daar het koningschap voort. Soms wordt Godfried
met Gudröd gelijkgesteld, wat door anderen bestreden
wordt.
Info 660 EGS
geeft aan dat Harald met zijn broer Rorik I in 844
bij Walcheren sneuvelde. Andere bronnen geven alleen aan dat zijn broer Hemming daar sneuvelde in 837. Mogelijk werd hij in 852
gedood door Frankische ridders, nadat hij van verraad werd verdacht
(Wikipedia).
Info 661 Het in
deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger
is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen
en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het
voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht
bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal
van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De
Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het
vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins
gecompenseerd.
Info 662 ES
geeft Bagrat, uit het huis der Bagratiden
als eerste stamvader der Taroniten. Dit wellicht
omdat Taron onder Europa gerekend wordt. Als vader
van Bagrat wordt Achot
aangenomen in volgdende bronnen: Toumanoff,
Moncreiffe ("Royal Highness")
en Lindemans ("Voorouders in de middeleeuwen" - met als voornaamste
bron Jacques Ferrand's "Familles
princières de Georgie",
Montreuil 1983).
Info 663 804: 'Northmannorum dux, Alfdeni dictus, Augusto magno sese comitante
caterva Subdidit, atque fidem studuit
firmare perennem' (Poeta Saxo 807, ed. G.H. Pertz, Monumenta Germaniae Historica Scriptores [SS] II (Hanover,
1829), p. 263).
Info 664 De
naam van zijn vader is niet zeker, maar Harald zou een broer van Halflan de Milde zijn. Snorri Sturlason, de beroemde IJslandse historicus, noemt deze Halfdan als lid was van de Ynglingerclan
(uit de omgeving van Upsala), waaruit naast de
Zweedse ook de Noorse koningen, te beginnen met Gudröd
Halfdansson Veidelkonge
zouden stammen. In de kwartierstaat is Eystein Halfdansson reelds als
vermoedelijke vader van Halflan de Milde voorhanden,
we beschouwen hem daarom ook als vermoedelijke vader van Harald I van Haithabu.
Info 665 Het in
deze kwartierstaat opgenomen geslacht van de Inglinger
is niet uit historische bronnen bewijsbaar. Het berust op Scandinavische sagen
en heeft in deze kwartierstaat slechts een illustratieve functie naast het
voornamelijk Carolingische en Armenische voorgeslacht
bij de oudste generaties. De bewijsbare Scandinavische bronnen zijn nu eenmaal
van later datum dan de midden- en zuid-Europese. De
Scandinavische afstammingslijnen zijn veelvuldiger dan bv. de Armenische. Het
vertekende beeld wordt door opname van de Scandinaviërs enigszins
gecompenseerd.