Verantwoording  Kwst Zuiderent-van Wijgerden

Gen-index 

copyright ©2004  A. Zuiderent

 

Verantwoording

 

 

Het samenstellen van deze kwartierstaat begon met het idee, iets over de verschillende voorouders op papier te zetten en daarmee voor mijn in Zwitserland geboren kinderen de verbinding met het Nederlandse verleden mee te geven. In mijn studententijd was ik eens met een genealogie Zuiderent begonnen, later zette echter een achterneef deze opgave professioneel voort. Om elkaar niet voor de voeten te lopen, legde ik me vanaf ca. 1997 op een kwartierstaat toe, gestimuleerd door de mogelijkheden van PC en internet. In de loop van het werk verbaasde me steeds meer het grote aantal bruikbare bronnen*), ontstaan uit het werk dat anderen reeds voor mij gedaan hadden.

Het teruggrijpen op reeds uitgezochte genealogieën en kwartierstaten, alsmede op de grote hoeveelheid genealogische literatuur waarin voorouders bleken voor te komen, maakten een veel grotere kwartierstaat mogelijk dan oorspronkelijk bedoeld. Een kwartierstaat van deze omvang kan echter slechts in een acceptabel tijdsbestek samengesteld worden, als niet alle gegevens gecontroleerd moeten worden, m.a.w. als betrouwbare bronnen ter beschikking staan. Dit is in de genealogie niet altijd het geval, daar een stamboom nogal eens graag door belangrijke voorouders opgesierd wordt. Ik heb daarom geprobeerd zulke onbetrouwbare bronnen te vermijden, waar dit niet gelukt is, ben ik dankbaar voor betreffende inputs en correcties.

Het tijdstip van publicatie op internet is mede daardoor bepaald, dat  ik door reacties van collega’s verder hoop te komen met het verifiëren van de gegevens. Daarbij gaat het me niet in de eerste plaats om uitbreiding van deze toch al vrij grote kwartierstaat, maar om verhoging van de kwaliteit.

 

Betrouwbaarheid

Om de oorsprong van de gebruikte gegevens transparant te maken, zijn bij iedere persoon de bronnen*) vrijwel zonder uitzondering toegevoegd. Op deze manier leek het verantwoord, zo nu en dan – met name in de “periferie” – ook gegevens van mij niet persoonlijk bekende internet-auteurs en van databanken als Family Search (Mormonen) toe te voegen, zover ze mij als plausibel voorkwamen. Het is weliswaar de bedoeling, bepaalde gegevens nog na te trekken, maar bij deze grootte van een kwartierstaat (die uiteindelijk nooit af is) zijn op een gegeven moment prioriteiten onvermijdelijk en dringt zich een afwegen tussen benodigde tijd en de zin op. Het toevoegen van de bronnen neemt uiteraard de scherpe kanten van dit probleem weg.

Veel genealogen geven – vooral bij internet-kwartierstaten – geen bronnen aan of ze vermelden deze slechts globaal. Bij overname van deze gegevens heb ik de betreffende kwartierstaat als bron aangegeven, hoewel de gegevens van een meer oorspronkelijke bron afkomstig kunnen zijn. Reacties in deze richting zijn welkom, ten einde de oorspronkelijke bron te kunnen raadplegen en vermelden.

 

Om op onzekere gegevens opmerkzaam te maken, zijn deze duidelijk met een * gemarkeerd. Dit geldt in het bijzonder voor zwakke schakels, die bovendien van een informatie over de aard van de onzekerheid zijn voorzien, zover dit niet reeds in de bron vermeld is. Vooral bij lijnen naar de middeleeuwse adel is het belangrijk, zulke zwakke schakels te kennen, daar door een foutje veel oude kwartieren op losse schroeven kunnen komen te staan. Ik had het geluk, via alle vier grootouders van mijn kinderen aparte reeksen naar Karel de Grote te vinden. Deze reeksen zonder bekende zwakke schakels (via Monster, Baars, en Zuiderent en Van Wijgerden, veelal meervoudig) heb ik op de Karel de Grote site gepubliceerd (Reeks 103, 116, 128, 129, 180) om vroegtijdig op eventuele fouten opmerkzaam gemaakt te worden, zie ook de samenvatting op Charlemagne. Later zijn daar Reeks 212 en een verbinding via reeks 135 bijgekomen. Daarnaast zijn verschillende verdere reeksen naar Karel de Grote met duidelijk gemarkeerde zwakke schakels in de kwartierstaat geïntegreerd. Deze lijnen komen echter later met de andere samen, ze hebben daarom nauwelijks invloed op de oudste generaties. De extra reeksen met zwakke schakels gelden in het bijzonder de familie van Wijgerden, hoewel juist daar via de Bommelerwaard vrij veel verbindingen met de adel gevonden werden. Zo is er een verbinding naar de heren van Hemert en twee naar de heren van Brakel, deze beide geslachten zijn echter slechts via zwakke schakels aan Karel de Grote te koppelen. Ze zijn hier als basis voor discussie en verder onderzoek opgenomen. Verder is de familie van Wijgerden via Marigje Kooijwijk (Alblasserwaard) met een zwakke schakel aan de niet volledig bewezen Karel de Grote reeks 78 (de Hoghe) verbonden. Ook is er een lijn van van Wijgerden via den Boesterd en Rosa, dan via van Heuckolum, van Culemborg en van Borselen, echter eveneens met minstens één zwakke schakel. Tenslotte is er een lijn via Oerlemans, van Dongen en de graven van Salm, waar Zuiderent eenmaal en Baars tweemaal mee verbonden is. Een tabel met adel-links naar alle 8 overgrootouders is te vinden op de Engelse versie van deze page.

 

Overlapping en kwartierverlies

De kwartierstaat kon niet zinvol in verschillende sub-kwartierstaten, bv. per grootouder, opgedeeld worden. Er is teveel overlapping tussen 3 van de 4 kwartieren (Zuiderent, Monster, Baars), die alle uit dezelfde streek, de Hoeksche Waard, afkomstig zijn. Alleen voor Van Wijgerden zou een aparte kwartierstaat zinvol zijn, daar vrijwel geen raakpunten met de andere 3 kwartieren gevonden werden. Verder bleek het niet zinvol de zgn. “vorstenkwartieren” in aparte sub-kwartierstaten per adel-link op te delen. Door de vrij brede verbinding van alle 4 kwartieren met de middeleeuwse adel zouden te veel vorstenkwartieren zich in deze sub-kwartierstaten herhalen.

 

Bovengenoemde overlappingen duiden op kwartierverlies (Ahnenverlust), wat inderdaad een belangrijk punt in deze kwartierstaat is. Behalve bekende achterneef-achternicht huwelijken bleken op de Zuid-Hollandse eilanden veel echtparen, die geen familie van elkaar dachten te zijn, toch 5 of meer generaties terug gemeenschappelijke voorouders te hebben. Hierdoor vertegenwoordigen de rond 4000 voorouders in de eerste 20 generaties van de kwartierstaat ca. 8000 kwartieren, een factor 2 x zoveel dus (versie april 2006). Op de page van Lars Roobol is dit effect aan de hand van de afstamming van Doen Beijensz geïllustreerd. Doen komt dan ook 17 x in deze kwartierstaat voor, wat echter evenzo geldt voor zijn tijdgenoten Cornelis Dircksz van Driel en Gerrit Roelofs Cranendonck. Frappanter is, dat de rond een eeuw later levende Adriaen Jacobsz Hordijck 18 x voorkomt en zijn schoonvader Japhet Andriesz 19 maal. De kroon spant echter de IJsselmondense heemraad en schout Cornelis Dircksz van Driel (in 1468 als “Cornelis Dircxz die scout" vermeld als landgebruiker van het gors Fijenoord): hij komt 32 maal als voorvader in de kwartierstaat voor. Het feit, dat al deze personen op het eiland IJsselmonde wonen geeft ook een aanwijzing over de oorsprong van de Hoeksche Waardse bevolking. Frappant is verder, dat van de 17e eeuwse ’s-Gravendeelse schepen Coenraad Pietersz (in ’t Veld) zelfs 7 van zijn 9 kinderen in deze kwartierstaat voorkomen.

 

Een veel groter kwartierverlies treedt op bij de vorstenkwartieren, waar men door de vrij selectieve groep telkens weer dezelfde voorouders tegenkomt. Vooral het laatste heeft ertoe geleid, dat door de rond 7500 personen in de gehele kwartierstaat, rond 350000 kwartieren vertegenwoordigd worden (praktisch gelijk verdeeld tussen Zuiderent en van Wijgerden), dus rond een factor 46 x zoveel (versie 2013). Wie met de vrij kleine omvang van de bevolking in vroeger eeuwen rekent, komt tot de conclusie, dat een dergelijk effect over zoveel generaties ook verwacht kan worden. Een print-out van deze kwartieren is technisch geen probleem, heeft echter bij deze hoeveelheid herhalingen geen zin. Iemand als Karel de Grote komt dan – evenals zijn voorouders – bijna vierduizend maal voor. Bij al deze tellingen zijn reeksen met zwakke schakels dan wel meegerekend.

 

Gebruikte bronnen

Het is genealogisch gezien een geluk, veel voorouders in de  Hoeksche Waardse te hebben. Het Streekmuseum in Heinenoord, uitgerust met kaartjes naar personen en met streekgenealogieën, is een bijzonder efficiënte hulp bij het zoeken. In combinatie met de mailinglist Hoeksche Waard (die op een voor mij optimaal tijdstip startte) is dit gebied optimaal ontsloten. ’s-Gravendeel geldt genealogisch als probleem, omdat een barbaarse secretaris daar de kerkboeken “die ouwe rommel” heeft laten verbranden. Dit werd echter ruimschoots gecompenseerd door het vele voorwerk van hen die testamenten en andere acten uit dit dorp bestudeerd hebben, waarvan het resultaat grotendeels in de Heinenoordse kaartjes zijn neerslag gevonden heeft. Maar ook het gedenkboek 400 jaar ’s-Gravendeel geeft nogal wat informatie en veel is reeds in artikelen in Gens Nostra en Ons Voorgeslacht uitgewerkt. Ook bleken Willeke en Piet Molema, die ook bij mijn start belangrijke inputs gaven, over een schat aan ’s-Gravendeelse gegevens te beschikken. Verder had ik het geluk, dat van de families Monster en Baars boeken met uitgebreide informatie voorhanden waren, door competente genealogen geschreven. Later volgde ook een uitstekend boek over de familie van Wijgerden.

 

Veel oudere geslachten op de Zuid-Hollandse eilanden zijn bijzonder goed gedocumenteerd door het werk van K.J. Slijkerman. Zijn kwartierstaat “Duizend Jaar Voorgeslacht”, zijn boeken – samen met C. Sigmond – over de geslachten van Driel en Cranendonck, maar ook de vele artikelen en kleinere boekjes geven een ongekende schat aan informatie. Telkens weer vond ik aansluiting op de door hem beschreven geslachten. Verder zijn te noemen de vele kwartierstaten uit dit gebied, gepubliceerd door Prometheus en/of toegankelijk op internet.

 

Vooral bij de buitenlandse middeleeuwse kwartieren heb ik de Europäische Stammtafeln van Schwennicke in de regel als basis genomen, aangevuld en bij twijfel gecorrigeerd met gegevens uit aktuele artikelen. Bij het voorhanden zijn van Nederlandse bronnen, in het bijzonder de kwartierstaat Greidanus-Jaeger, heb ik me eerder daaraan gehouden. Maar ook hier geeft de toevoeging van de bronnen volledige transparantie. Veel gegevens over middeleeuwse geslachten werden op de mailinglist Nederlandsche Adel gediscussieerd, in het bijzonder de zeer bruikbare inputs van Hans Vogels hebben veel tot de oplossing van genealogische vragen bijgedragen.

 

Internet en versie-management

Kwartierstaten kunnen in artikel- of boekvorm gepubliceerd worden. De boeken van Slijkerman en Greidanus en de in Prometheus gepubliceerde kwartierstaten zijn hier voorbeelden van. Dat ik geen papiermedium gekozen heb, hangt o.a. met het karakter van een kwartierstaat samen: hij is nooit klaar en voortdurend aan veranderingen onderhevig. Dat maakt boeken of artikelen met telkens toegevoegde uitbreidingen moeilijk leesbaar. Met internet staat  een medium ter beschikking, dat deze nadelen niet heeft. Toch is duidelijkheid nodig betreffend veranderingen, zeker als derden bepaalde gegevens overnemen. Hiervoor is een consequent versie-management nodig, zoals ook in de industrie bij software-versies gebruikelijk is. Dit is de reden, dat bij elke persoon onder “datum/bron” allereerst een datum toegevoegd is, die het tijdstip van de laatste verandering aangeeft. Verder heeft de hele kwartierstaat een datum als versie-aanduiding, alsmede elke generatie-file. Komt een nieuwe versie van de kwartierstaat uit, dan zijn de veranderde kwartieren daardoor gekenmerkt, dat hun individuele datum later is dan de versie-aanduiding van de vorige kwartierstaat.

 

Als genealogieprogramma werd Brothers Keeper gebruikt. Boven visuele mogelijkheden als het direct linken van de generaties, wat bijvoorbeeld het “rondspringen” in de kwartierstaat mogelijk zou maken, werd vooral waarde gehecht aan bruikbare bronvermeldingen en versie-management. Hoewel hiervoor ook bij Brothers Keeper het een en ander in aangepaste vorm gebruikt moest worden, kon een enigszins bevredigend resultaat bereikt worden. Bepaalde verbeteringen werden door Brothers Keeper voor de toekomst toegezegd.

 

De homepage zelf werd met vrij primitieve middelen ontworpen. Alle pages zijn gewoon in Microsoft Word geschreven en als html-output opgeslagen. Voor het toevoegen van de links werd een eenvoudige HTML-editor gebruikt (Amaya), de files werden met WS-FTP op de server geladen. Het is me bekend, dat er modernere en comfortabelere programma’s bestaan, wellicht komt er later nog eens een meer modernere versie van mijn page uit. In dit geval bleek echter de gekozen primitieve methode vrij effectief te zijn, ondanks ontbrekende ervaring op het gebied van website design stond de page binnen enkele dagen op Internet, i.p.v. de paar maanden die ik ervoor uitgetrokken had.

 

Taalgebruik

Bij historische bronnen werd zoveel mogelijk de tekst in de oorspronkelijke taal gelaten, wat uiteraard nogal tot een mengelmoes in het taalgebruik voert. Ook de familienamen zijn in de regel direct uit de gebruikte bron overgenomen, wat uiteraard tot een verschillend naamgebruik in de verschillende generaties van dezelfde familie voeren kan.

 

Na 38 jaar Zwitserland heeft uiteraard mijn gevoel voor de juiste schrijfwijze in het Nederlands nogal geleden, dit mede door de verschillende spellingsvarianten die mogelijk zijn. Germanismen en spellingsfouten zijn daarom niet uit te sluiten, waarvoor bij voorbaat mijn excuses. De grote hoeveelheid tekst maakt een algemene correctieronde nogal tijdrovend terwijl de bovengenoemde vermenging met historische documenten in de oorspronkelijke taal een elektronische spellingscontrole onmogelijk maakt.

 

 

 

*) Met bronnen zijn hier mijn directe informatiebronnen bedoeld, d.w.z. boeken, artikelen, andere kwartierstaten, etc. Zijn de primaire bronnen zoals doopboeken etc. direct geraadpleegd, dan is als bron het betreffende archief aangegeven.

 

 

Steinhausen, april 2006, Arnold Zuiderent